|
Citaat:
Opvoedingsvoorlichting op maat
Het opvoeden is in de loop der jaren sterk veranderd. De vanzelfsprekendheid waarmee kinderen vroeger werden opgevoed is verdwenen. De sociale netwerken zijn zwakker geworden en de kinderen zijn een stuk mondiger geworden. Deze twee dingen stellen hoger eisen aan opvoeders. Veel ouders zijn onzeker of ze wel goed opvoeden.
Iedere ouder loopt in de opvoeding tegen bepaalde vragen aan. Ouders hebben soms “gewone” vragen over “gewone” alledaagse opvoedingssituaties: “moet ik mijn kind zijn bord leeg laten eten”, “hoeveel zakgeld moet ik mijn kind geven”. Deze vragen worden opvoedingsvragen genoemd. Opvoedingsvragen zijn naar tevredenheid op te lossen en vormen geen echte problemen. De ouders voelen zich competent en de steun van het eigen netwerk is voldoende, maar ook deze ouders hebben soms behoefte aan informatie, vaak uit interesse. Deze informatie kan verstrekt worden in de vorm van opvoedingsvoorlichting. Opvoedingsvoorlichting kan op verschillende manier gegeven worden; op internet, op het consultatiebureau, op school, per telefoon, per huisarts, enz.
De opvoedtelefoon
De opvoedtelefoon is een advies- en informatielijn voor ouders met opvoedvragen. Bij opvoedtelefoon nemen ze de tijd om naar ouders te luisteren en er wordt samen met de ouders een oplossing gezocht die past bij het kind en bij de ouders.
De ene keer biedt de opvoedtelefoon alleen een luisterend oor, soms geven ze concrete tips en adviezen of verwijzen ze door naar andere instanties. Meestal zijn bellers al opgelucht als ze horen dat ‘hun’ probleem veel vaker voorkomt.
De opvoedtelefoon is laagdrempelig. Ouders kunnen vanuit hun eigen huis bellen en blijven anoniem. Ze bepalen zelf wat ze willen vragen en wat ze met de adviezen van de opvoedtelefoon doen. Er is niemand die hen ergens toe dwingt.
Opvoedingsondersteuning in de kijker
Dit artikel komt uit het tijdschrift Caleidoscoop, dit is het tijdschrift van de vrije centra voor leerlingenbegeleiding (CLB's). Caleidoscoop bevat veelzijdige informatie over leerlingenbegeleiding, onderwijs, opvoeding en hulpverlening aan kinderen, jongeren en hun ouders.
Ouders laten zich in hun pedagogisch denken en handelen meer en meer inspireren door inzichten uit wetenschappelijk onderzoek. Tegelijkertijd stelt men vast dat ouders tijdens consultaties voor preventieve kinderzorg en bij artsen steeds meer opvoedingsvragen stellen. Boeken over opvoeding en laagdrempelige initiatieven als de opvoedingstelefoon kennen een groot succes.
Volgens deskundigen is opvoeden door allerlei evoluties in maatschappij en gezin complexer geworden. Traditionele opvoedingsmodellen vallen weg; veel jonge ouders hebben weinig ervaring met de opvoeding, verzorging en ontwikkeling van kinderen; traditionele ondersteuningsnetwerken (familie, buurt ...) vallen uiteen, de invloed van de commerciële sector en de media op het gezin neemt toe, ouders staan onder sterke druk vanuit de arbeidswereld, enz.
Opvoedingsondersteuning is er een verzamelnaam voor allerlei activiteiten die het opvoedingsproces in het gezin ondersteunen en het welbevinden van gezinsleden kunnen verbeteren. Opvoedingsondersteuning kan drie functies hebben:
- Verrijkende functie: hierbij wordt uitgegaan van de sterke kanten en mogelijkheden van de gezinnen. Men speelt in op de opvoedingsvragen van de ouders en wil hun opvoedingscompetentie vergroten. Men richt zich tot de brede groep van gezinnen waar de opvoeding niet noemenswaardig onder druk staat.
- Preventie van opvoedingsproblemen: men werkt vooral met gezinnen waar de opvoeding onder druk staat van risico- of stressfactoren. Doordat de situaties en de problemen sterk verschillen, is hier meestal een aanbod 'op maat' nodig, dat men individueel of in groep met de gezinnen uitwerkt. Dergelijke programma's leggen de nadruk op het aanspreken van de opvoedingscompetenties en de positieve mogelijkheden in de gezinnen, met het oog op 'empowerment'.
- Het bieden van gezinsgerichte pedagogische hulpverlening: men werkt met gezinnen die in een problematische opvoedingssituatie (POS) terechtkwamen en behoefte hebben aan een geïndividualiseerde begeleiding van het opvoedingsproces.
Uit recente studies naar de opvoedingsvragen en behoeften aan opvoedingsondersteuning bij ouders met kinderen van verschillende leeftijden, komen algemene conclusies naar voren. De meeste ouders beleven opvoeden niet als een probleem, maar dat betekent niet dat ze geen vragen hebben. Bijna alle ouders geven aan dat ze het afgelopen jaar een of meer vragen, zorg of probleem hadden in verband met de opvoeding.
Er zijn vier groepen van vragen die telkens terug komen: de aanpak van de opvoeding in het algemeen, de sociaal-emotionele ontwikkeling, moeilijk gedrag van het kind en de school. Uit de studies komen nog andere vragen naar voren, deze vragen zijn typisch voor bepaalde leeftijdsperioden en horen niet meteen thuis in een van de vier categorieën.
Ouders doen voor opvoedingsondersteuning vaak een beroep op personen uit het sociaal netwerk (partner, familieleden, vrienden, buren, …). Wanneer ouders met opvoedingsvragen gebruik maken van het professionele circuit, richten ze zich in de eerste plaats tot professionelen waarmee ze in hun dagelijkse leven in contact komen (huisarts, consultatiebureau, school, …).
De rol van de school op het vlak van opvoedingsondersteuning is tegelijk heel gevoelig en complex, en dat om meerdere redenen. De vrijheid van de ouders om hun kinderen op te voeden zoals zij dat wensen, moet altijd gerespecteerd worden. Ouders hebben geen behoefte aan ongevraagd advies of bemoeienis van deskundigen. Bemoeienis van de school ligt maatschappelijk zeer gevoelig, nog meer dan bemoeienis van particuliere instanties.
Een respectvolle houding is de basis voor elke tussenkomst. Zonder die houding zijn communicatietechnieken en -vaardigheden 'een lege doos'.
Vaak zoeken ouders die met opvoedingsvragen zitten, gewoon een luisterend oor, geruststelling of bevestiging dat ze op de goede weg zitten. Opvoedingsondersteuning krijgt dan het karakter van emotionele of beoordelingssteun, meestal in de vorm van een gesprek. Die steun gaat niet zozeer over het opvoedingsgedrag, maar over de opvoedingswaarden en -belevingen.
Opvoedingsvoorlichting informeert ouders over de ontwikkeling en de leefwereld van kinderen en jongeren en over allerlei aspecten van de opvoeding. Dat kan via massa- en audiovisuele media of in persoonlijk contact. Instrumentele steun is het ter beschikking stellen van diensten (bv. kinderopvang), materiaal of documentatie.
Soms hebben ouders niet genoeg aan informatie of dienstverlening. Ze zijn op zoek naar een gepersonaliseerd advies over de aanpak van een concrete situatie.
Wie die activiteiten overloopt, ziet hoe scholen al aan opvoedingsondersteuning doen. Heel wat scholen bieden buitenschoolse kinderopvang aan. Ze organiseren schoolfeesten en andere activiteiten, die ouders toelaten met elkaar in contact te komen. Ze vervullen een signaal- en doorverwijzingsfunctie voor kinderen met problemen. In het persoonlijke contact met de leerkracht of de CLB-deskundige krijgen sommige ouders opvoedingsadviezen en emotionele steun.
Reacties van ouders
Het artikel over de opvoedtelefoon heb ik gekozen omdat Linda en Christina allebei aangeven dat de wensen van ouders en kinderen erg individueel zijn. In het artikel staat: “Wij nemen de tijd om te luisteren, vragen te stellen en zoeken samen met de ouders een oplossing die past”. Dit is dus een instantie die aansluit bij de behoeften van Linda en Christina. En vormt daardoor een mogelijke instantie waar zij met hun opvoedingsvragen terecht kunnen.
Ik heb het artikel over de opvoedtelefoon aan Linda en Christina laten lezen en zij gaven aan: de opvoedtelefoon zegt samen met de ouder een oplossing te zoeken die bij ouder èn kind past. De opvoedtelefoon sluit aan bij de behoeften van Linda en Christina.
Het tweede artikel gaat volgens de titel over opvoedingsondersteuning, maar er wordt ook ingegaan op opvoedingsvragen en opvoedingsvoorlichting. In dit artikel wordt verteld wat opvoedingsondersteuning is, hoe het komt dat ouders steeds meer behoefte hebben aan opvoedingsvoorlichting/-ondersteuning en waar ouders die voorlichting/ondersteuning zoeken.
Ouders stellen tijdens consultaties voor preventieve kinderzorg en bij artsen steeds meer opvoedingsvragen en boeken over opvoeding en laagdrempelige initiatieven als de opvoedingstelefoon zijn een succes. Dit is in overeenstemming met wat Linda en Christina aangeven, zij stellen hun vragen op het consultatiebureau en bij de huisarts. Ook lezen zij veel boeken over opvoeding.
Volgens het artikel kan opvoedingsondersteuning drie functies hebben, in het geval van Linda en Christina is de functie van ‘opvoedingsondersteuning’ de verrijkende functie. Hierbij speelt men in op de opvoedingsvragen van de ouders en wil men hun opvoedings-competentie vergroten. Men richt zich tot de brede groep van gezinnen waar de opvoeding niet noemenswaardig onder druk staat.
De conclusies die uit recente studies zijn herkenbaar voor Linda en Christina. Zij beleven opvoeden niet als een probleem, maar dat betekent niet dat ze geen vragen hebben. De vier groepen van vragen die in volgens het onderzoek telkens terug komen herkennen Linda en Christina. Vragen over school zijn voor Linda nog niet zo van toepassing, haar dochter is 8 maanden en gaat dus nog niet naar school. De kinderen van Christina gaan wel alle drie naar school, voor haar is dit dus wel herkenbaar. Ook hebben ze beiden vragen over de aanpak van de opvoeding in het algemeen, de sociaal-emotionele ontwikkeling, moeilijk gedrag van het kind en vragen die typisch zijn voor bepaalde leeftijdsperioden (bv. vragen over de lichamelijke ontwikkeling en de gezondheid van de kinderen).
Linda en Christina doen voor opvoedingsondersteuning in eerste instantie vaak een beroep op personen uit het sociaal netwerk, als partner, familieleden, vrienden en kennissen. Wanneer ze gebruik maken van het professionele circuit, richten ze zich in de eerste plaats tot professionelen waarmee ze in hun dagelijkse leven in contact komen, bv. de huisarts, het consultatiebureau en de school.
Wensen van ouders
Bij de ouders die ik gesproken heb doen zich in de opvoeding geen echte problemen voor. Wel hebben beide ouders regelmatig opvoedingsvragen. Deze opvoedingsvragen gaan meestal over de ‘standaard’ dingen als slapen, eten, driftbuien, huilen, ziektes, school, zakgeld, vrienden, enz. en hoe je daar mee om kunt gaan. De meeste opvoedingsvragen zijn naar tevredenheid op te lossen. Beide ouders denken veel na over de opvoeding van hun kinderen, ze zoeken zelf veel informatie op over kinderen en opvoeden. Opvoedingsvoorlichting is gewenst, maar de wensen van ouders en kinderen zijn erg individueel, opvoedingsvoorlichting moet passen bij het kind èn bij de ouders.
Conclusie
Zowel Linda als Christina vindt dat er erg veel instanties en dergelijke zijn om mensen te helpen. Ook zijn er erg veel boeken over opvoeden te vinden. Je moet alleen de juiste instantie of het juiste boek te pakken zien te krijgen. En je moet weten wat er bij jou en je kind past.
Linda heeft aangegeven dat ze het prettig zou vinden als de opvoedingsvoorlichting standaard door één persoon gedaan werd met thema's die standaard voorkomen bij ouders (slapen, eten, driftbuien, huilen enz en hoe je daar mee om kunt gaan). Dit is natuurlijk een nadeel bij de opvoedtelefoon, je krijgt zelden dezelfde persoon aan de telefoon. En het nadeel van groepsvoorlichting is dat niet alle ouders dezelfde waarden en normen hebben.
Christina denkt er ongeveer hetzelfde over, alle kinderen en alle ouders zijn anders, ieder kind en iedere ouder heeft dus ook een andere aanpak nodig. Een nadeel van ‘professionele opvoeders’ vindt zij dat deze mensen vaak vinden dat één manier dé manier is en dat de voorlichting is daarom vaak eenzijdig.
Linda en Christina zijn het er over eens dat opvoedingsvoorlichting op maat moet zijn en dat ouders zelf moeten kunnen kiezen wat er bij hun en hun kind past. Dit vinden ze ook het voordeel van boeken over opvoeden geschreven, hierbij kun je als ouder zelf kiezen wat het beste bij jou en je kind past.
Dit vinden ze ook het voordeel van de opvoedtelefoon, er wordt samen met de ouders een oplossing gezocht die past bij het kind en bij de ouders. En ouders kunnen zelf bepalen wat ze willen vragen en wat ze met de adviezen van de opvoedtelefoon doen. Er is niemand die hen ergens toe dwingt.
De basis voor elke tussenkomst, is een respectvolle houding. Zonder die houding zijn communicatietechnieken en -vaardigheden 'een lege doos'. Mensen moeten open staan voor de uiteenlopende opvoedingsstijlen van ouders, anders heeft voorlichting/ ondersteuning geen zin.
Opvoedingsvoorlichting is gewenst, zolang het op maat is.
|
Das dus wat ik nu heb. (Je bent gek als je het gaat lezen, maar goed. )
|