Advertentie | |
|
![]() |
|
Gepost door Dreamerfly
Zo waait de wind Zo komen de dingen en gaan we verzinnen ze niet, ze gebeuren en al weten we niet waarvandaan ze maken ons blij of we treuren alles is nemen en geven lief kind zo waait de wind De wolken ze varen ze varen voorbij de sneeuw van december de bloei van de mei alles wat ik zing wordt herinnering lief kind zo waait de wind 't is 'n voetstap op 't grind zo waait de wind Zo komt de liefde opeens ontmoet je haar ze komt jouw kant op en niemand weet van waar als je de moed al hebt verloren komt onverwacht 'n vrind zo waait de wind Leven We doen zwaarwichtig met ons wel en wee en er wil maar niet gebeuren wat we willen een dag is als een druppel van de zee een druppel waar we veel te zwaar aan tillen Luisteren Luisteren naar de hemel er valt van alles uit de hagel hagelt hagelwit de regens klateren luid luister als de storm begint naar het donderen van de donder luister naar de lentewind hij fluistert zo bijzonder en luister naar het lieve lied van vogels in de luchten kijk omhoog naar het blije blauw en hoor de mensen zuchten Dichter: Toon Hermans Titels: Zo waait de wind/Leven/Luisteren Dichtbundel: Zo waait de wind Oorspronkelijk is het in het engels, dit is een vertaling er van, komt uit het toneelstuk Drie Koningen of: Zie Zelf Maar Wanneer muziek de liefde voedt, speel door, Geef me te veel ervan - dat, door het schrokken, Mijn trek er misselijk van wordt en sterft. Die wijs nog eens, hoe heerlijk stierf die weg: Ze naderde mijn oor als het geluid Dat ademt boven een viooltjesbed En geuren steelt en geeft. Genoeg, niet meer; De zoetheid van daarnet keert toch niet weer. O liefdesgeest, wat ben je fel en gulzig, Dat er niettegenstaande je vermogen. Om alles, als de zee, in je op te schrokken, Toch niets, hoe hoog en rijk ook, tot je doordringt Of ,op hetzelfde ogenblik al, is het Armzalig en Platvloers! Als hoogste vorm Van fantasie kent liefde alle vormen. Schrijver:William Shakespeare, vertaalt door Gerrit Komrij Titel/ Boekje:Drie Koningen Of: Zie Zelf Maar Vlinders Zoals de zachte nachtgeluiden stil komen dwalen in je droom raken gedachten je soms aan. Dat moeders ook dood kunnen gaan. Dat vaders ook wel eens kunnen huilen En dat je nooit weet wat er komt. Hoe kun je een gedachte laten zwijgen? Het zijn net vlinders: kun je vlinders slaan? Je wilt gewoon dezelfde blijven En dat er niemand weg zal gaan Dichter: Johanna Kruit Titel: Vlinders Boek/Bundel: De dichter is een tovenaar; 175 gedichten voor kinderen. Verzameling dus, oorspronkelijk komt het uit: Wie weet nog waar we zijn? Leopold, 1999 Van hier naar hier Waar het stil is ga daar rustig zitten sluit je ogen neem een atlas tussen je oren laat je gedachten kalmpjes door spannende landen bladeren tot ze ergens komen waar het stil is daar waar je rustig ging zitten om wat van de wereld te zien Dichter: Erik van Os Titel: Van hier naar hier Boek: De dichter is een tovenaar; 175 gedichten voor kinderen. , oorspronkelijk komt het uit: Van hier naar hier, Stichting Plint 1997 ...................................................................... ................................ Gedicht die mysecret zocht, mede mogelijk gemaakt/gepost door Leonoor ![]() 10 THINGS I HATE ABOUT YOU POEM I hate the way you talk to me And the way you cut your hair. I hate the way you drive my car. I hate it when you stare. I hate your big dumb combat boots And the way you read my mind. I hate you so much it makes me sick - It even makes me rhyme. I hate the way you're always right. I hate it when you lie. I hate it when you make me laugh - Even worse when you make me cry. I hate it that you're not around And the fact that you didn't call. But mostly I hate the way I don't hate you -- Not even close, not even a little bit, not any at all. from the "10 things i hate about you" movie written by Karen McCullah Lutz and Kirsten Smith Bron van deze: http://www.anzwers.org/free/roam3/10things.htm ...................................................................... ........................... Gepost door wondersbestaan 'Als' Als ik mezelf verwekt had Leek ik vast vrij veel op mij En als ik op mezelf lijk Is dat optimistisch, blij Was ik mijn eigen ouders Is mijn leven goed begonnen Jammer dat ´als´ betekend Dat ik het heb verzonnen Als waar kan zijn wat ik verzin Is durf de laatste grens Alles kan en alles mag Alles naar mijn wens Ik roep heel hard ´Het draait om mij` Waarna mijn stem verstomd Geluk is niet wat je bedenkt Maar wat je overkomt Dolf Jansen ...................................................................... ................................ Gepost door lovetear Herfstwandeling Reeds vroeg ontstegen aan het bed waarin ook zij wel heeft gelegen wier doen en laten mij toen tegen- woordig vaak nog aan het denken zet, ging ik de herfst in. Allerwegen stond boomskelet na boomskelet van alle allerliefsten het verkoolde geraamte in de regen. Wat is dat toch ontzettend met relaties die hun einde kregen; al was je ze ook zeer genegen je hebt er jaren van gezwegen en dan opeens kom je ze tegen terwijl je op iets anders let. Uitvaart Zo'n tien jaar terug voor haar gevallen; het duurde maar een maand of drie. Toen kwamen drank en jaloezie en achterklap de boel vergallen Op zich geen grond voor nostalgie - zo ging het vroeg of laat met allen - maar het is vreemd nu ik de smalle doodskist in deze aula zie. Iets wat ik nooit geheel aanvaarde blijkt plotseling ontstellend echt: Dat ook door mij beminde vrouwen verdwijnen in de natte aarde, de handen op de borst gevouwen, de voeten naast elkaar gelegd. Kerkhof Een herfstdag tegen allerzielen, het was niet anders dan het was: de zon, de bladeen die vielen, het hek, de zerken en het gras. Ik had een tijdje rondgezworven voor ik haargraf gevonden had want er wordt toch nog meer gestorven dan je zou denken in zo'n stad. En half beschaamd en half bewogen -je ziet jezelf een beetje staan- heb ik verwonderd overwogen hoe vreemd de dingen altijd gaan, hoe onverbiddelijk de liefde verband houdt met verdriet en rouw, en of ik als zij nu nog leefde nog zoveel om haar geven zou En nimmer was het dichter bij me en nimmer verder van mij af, het denken over de geheimen, de gruwelijke, van het graf. Allemaal van Jean Pierre Rawie, uit de bundel: we hebben alles nog te goed(die ik ooit stiekem mee heb moeten smokkelen uit de bibliotheek, omdat ze hem niet uit wilden lenen omdat mijn pasje verlopen was ) No second troy vind ik ook mooi van hem, maar die ken ik niet uit mijn hoofd. Sotto Voce Zoveel soorten van verdriet, ik noem ze niet. Maar één, het afstand doen en schijden, en niet het snijden doet zo'n pijn maar het afgesneden zijn. Nog is het mooi, 't geraamte van een blad, vlinderlicht rustend op de aarde, alleen nog maar zijn wezen waard. Maar tussen de aderen van het lijden niets meer om u mee te verblijden; bijeengehouden door wat pijn en groter wordend met de tijd. Arm en beschaamd zo arm te zijn. Van M. Vasalis. Eigenlijk vind ik vooral de beeldspraak van het bladgeraamte mooi, en de twee regels: En niet het snijden doet zo'n pijn maar het afgesneden zijn. Prachtig . ________________ steen Verdriet kit al mijn krachten samen, zodat ik roerloos word als steen. Mijn hele wezen word materie, een ondoordringbaar star mysterie, o sla de rots, opdat ik ween. Prachtig toch? VERSLAAFD RONDEEL Ik kan dit leed met niemand delen al slaap ik niet meer van verdriet, Met drank en valium en speed lukt het nog wel mooi weer te spelen, zodat temidden van de velen geen sterveling mijn wanhoop ziet: ik kan dit leed met niemand delen, al slaap ik niet meer van verdriet. Ach God, verstrek mij duizend kelen waar ik vergetelheid in giet, want baat het niet, dan schaadt het niet, en wat kan mij de wereld schelen? Ik kan dit leed met niemand delen. Dichter:Jean Pierre Rawie Zocht: Lovetear, gevonden/gepost doorLive Confetti Ik zoek een misverstand om in te geloven. Al mijn gedchten zitten binnen en met hun voorhoofd aan de ruit van al mijn ramen, van onderen tot boven gedrongen, kijken zij mismoedig uit. De oudste hebbn kindergezichten, ze dansen en fluistren met elkaar, de jongste hebben rimpels, grijzend haar. Ik wou maar dat het vreselijk ging waaien, zodat het volle, stille huis ging zwaaien en dat de ramen openvlogen en de gedachten alle, geel roze, wit, geluidloos als ze zijn, als een sneeuwstorm confetti zouden vallen op straat - er hoeft geen held te zijn waarvoor ze 't doen. Good afternoon. Vasalis, vergezichten en gezichten No second Troy Ik heb een vrouw bemind, die best een tweede Troje zou verdienen, en die door drank en heroïne onder mijn ogen werd verpest. Tot ziekbed kromp het liefdesnest, en ik zou zachtjes willen grienen, omdat alleen dit clandestiene sonnetje van ons tweeën rest. Zo'n veertien regeltjes waarmee je een tipje van de sluier licht, wat zout om in de wond te wrijven. Wat zijn dat toch voor waanideeën, dat je, verdomd, in een gedicht `de dingen van je af kunt schrijven'? Rawie, oude gedichten en volgens mij stond deze ook in Kwade trouw. De Dapperstraat Natuur is voor tevredenen of legen. En dan: wat is natuur nog in dit land? Een stukje bos, ter grootte van een krant, Een heuvel met wat villaatjes ertegen. Geef mij de grauwe, stedelijke wegen, De in kaden vastgeklonken waterkant, De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand Door zolderramen, langs de lucht bewegen. Alles is veel voor wie niet veel verwacht. Het leven houdt zijn wonderen verborgen Tot het ze, opeens, toont in hun hoge staat. Dit heb ik bij mijzelve overdacht, Verregend, op een miezerige morgen, Domweg gelukkig, in de Dapperstraat. Van J.C.Bloem Uit: verzamelde gedichten en deze dan ook nog erbij: Voor wie dit leest Gedrukte letters laat ik U hier kijken, Maar met mijn warme mond kan ik niet spreken, mijn hete hand uit dit papier; niet steken; wat kan ik doen? Ik kan u niet bereiken. O, als ik troosten kon, dan kon ik wenen. Kom, leg Uw hand op dit papier; mijn huid; verzacht het vreemde door de druk verstenen van het geschreven woord, of spreek het uit. Menige verzen heb ik al geschreven, ben menigen een vreemdeling gebleven en wie ik griefde weet ik niets te geven; liefde is het enige. Liefde is het meestal ook geweest die mij het potlood in de hand bewoog tot ik mij slapende voorover boog over de woorden die Gij wakkerleest. Ik zou wel onder deze bladzij willen zijn en door de letters heen van dit gedicht kijken in Uw lezende gezicht en hunkeren naar het smelten van Uw pijn. Doe deze woorden niet vergeefs ontwaken, zij kunnen zich hun naaktheid niet vergeven; en laat Uw blik hun innigste niet raken tenzij Gij door de liefde zijt gedreven. Lees dit dan als een lang verwachte brief, en wees gerust, en vrees niet de gedachte dat U door deze woorden werd gekust: ik heb je zo lief. Van: Leo Vroman Uit: Gedichten, vroegere en latere ...................................................................... ................................... Gepost door: Secreet Zeven maal om de aarde te gaan, Als het zou moeten op handen en voeten; Zeven maal, om die ene te groeten Die daar lachend te wachten zou staan, Zeven maal om de aarde te gaan. Zeven maal over de zeeën te gaan, Schraal in de kleren, wat zou het mij deren, Kon uit de dood ik die ene doen keren Zeven maal over de zeeën te gaan - Zeven maal, om met zijn tweeën te staan. Dichter: Ida Gerhardt Titel: Zeven maal Dichtbundel: Ida Gerhardt verzamelde gedichten Ga nu maar liggen liefste in de tuin de lege plekken in het hoge gras, ik heb altijd gewild dat ik dat was, een lege plek voor iemand om te blijven. Dichter: Rutger Kopland Titel: X Bundel: Het liefste gedicht wees niet bang je mag opnieuw beginnen vastberaden doelbewust of aarzelend op de tast houd je aan regels volg je eigen zinnen laat die hand maar los of houd er juist een vast wees niet bang voor al te grote dromen ga als je het zeker weet en als je aarzelt wacht hoe ijdel zijn de dingen die je je hebt voorgenomen het mooiste overkomt je het minste is bedacht wees niet bang voor wat ze van je vinden wat weet je van een ander als je jezelf niet kent verlies je oorsprong niet door je te snel te binden het leven lijkt afwisselend maar zelfs de liefde went wees niet bang je bent een van de velen en tegelijk is er maar een als jij dat betekent dat je vaak zult moeten delen en soms zult moeten roepen laat me vrij Dichter: Freek de jonge titel: wees niet bang bundel: X Een kinderspiegel - judith Herzberg Als ik oud word neem ik blonde krullen ik neem geen spataders, geen onderkin, en als ik rimpels krijg omdat ik vijftig ben dan neem ik vrolijke, niet van die lange om mijn mond alleen wat kraaiepootjes om mijn ogen. Ik ga nooit liegen of bedriegen, waarom zou ik en niemand gaat ooit liegen tegen mij. Ik neem niet van die vieze vette grijze pieken en ik ga zeker ook niet stinken uit mijn mond. Ik neem een hond drie poezen en een geit die binnen mag, dat is gezellig, de keutels kunnen mij niet schelen. De poezen mogen in mijn bed de hond gaat op het kleedje. Ik neem ook hele leuke planten met veel bloemen niet van die saaie sprieten en geen luis, of zoiets raars. ik neem een hele lieve man die tamelijk beroemd is de hele dag en ook de hele nacht blijven wij alsmaar bij elkaar Rutger Kopland eindelijk zag ik dat alles voorbij zou gaan als deze dag boven land dat ik lief heb Ik zeg niet dat dat erg is ik zeg alleen wat ik dacht te zien Ga nu maar liggen liefste in de tuin de lege plekken in het hoge gras, ik heb altijd gewild dat ik dat was, een lege plek voor iemand, om te blijven Toon Telligen - Een streep Ik trok een streep; tot hier, nooit ga ik verder dan hier. Toen ik verder ging trok ik een nieuwe streep, en nog een streep. De zon scheen en overal zag ik mensen, en iedereen trok een streep iedereen ging verder ...................................................................... ...................... Gepost door: Frummel Eb Ik trek mij terug en wacht. Dit is de tijd die niet verloren gaat: Iedre minuut zet zich in toekomst om. Ik ben een oceaan van wachten, Waterdun omhuld door ’t ogenblik. Zuigende eb aan het gemoed, Dat de minuten trekt en dat de vloed Diep in zijn duisternis bereidt. Er is geen tijd. Of is er niets dan tijd? M. Vasalis ( ) (ik weet niet uit welke bundel, hangt bij mij op school) Impasse de man was moe, hij zag het leven niet meer zitten hij zag zichzelf alleen maar zitten op z'n stoel hij had geen kracht meer om z'n tuintje om te spitten en kreeg een grenzeloos, vereenzaamd, leeg gevoel toen heeft hij heel lang aan zijn kamerraam gezeten alsof hij wachtte op een teken, een geluid van buitenaf, dat hem weer nieuwe kracht zou geven maar tevergeefs keek hij er elke dag naar uit zo heeft hij héél lang aan dat stille raam gezeten de tuin werd groen en toen weer grijs en toen weer groen totdat hij godzijdank ten slotte heeft begrepen dat er geen teken kwam ... dat hij het zelf moest doen Toon Hermans Uit 'Fluiten naar de overkant' (Vind ik persoonlijk het meest rakende gedicht dat ik ooit gelezen heb) ...................................................................... ................................... Gepost door: Leonoor Leven is als sneeuw Je kunt het niet bewaren Troost is dat jij er was Uren, maanden, jaren Door: Herman van Veen Dankzij Goede Fee. ![]() ![]() ...................................................................... ................................... Gepost door: Ems Dit is Schreeuwlandschap van Jotie t Hooft. Ik heb zijn verzamelde gedichten van hem : In mij is ontstuitbaar de doodsbloem ontloken, maar die heb ik uit geleend dus dit komt van internet Het was waar, zei ik Hij speelde met woorden als geen ander Maar wat had dat te betekenen Zo bleek was hij in mij Op de foto van toen En wat toen? Te doen? Schreeuwlandschap, junkieverdriet Een jongen van éénentwintig jaar Vlaanderens grootste poète maudit Hij flirtte met het einde De mens, een naald zoekend naar een ader De cultus van de dood Waarom is dit bestaan zo hard, Grote Vader Het icoon van de zwarte romantiek Een zielsmelodie in contramine Roodbruine vloeistof op de kale muur van zijn sterftplaats …overdosis cocaïne… ...................................................................... ................................. Gepost door: Live Onderstaande van JC Bloem is een van de mooiste gedichten die ik ooit gelezen heb. Daarbij ook nog enkelen van Rawie (en Bloem en een vertaling van shakespeare) (ik zal in mijn eigen topic nog wel die twee herfstgedichten plaatsen Dreamerfly) Deze twee dichters zijn naar mijn idee de besten in de Nederlandse poezie. Dus als je daar nog niet zo veel van gelezen hebt, raad ik je dat zeker aan. ~Het portret~ Wanneer ik dood ben en de donkren komen, Geef me 't portret niet mee, dat altijd mij Ten hoofdeneinde stond en in mijn dromen. Ik merk er toch niets van. Het is voorbij. Neen, ik wil niet, dat na de laatste morgen De beeltenis van dit bemind gelaat, In een tot molm geworden kist geborgen, Diep in de muffe grond met mij vergaat. Doch als ik stervend ben, maar nog niet henen, Dan wil ik 't houden in mijn vege hand. Mijn laatste denken moet nog zijn doorschenen Door 't liefste waar het zich aan had verpand. Want ik berust erin. 'k Heb in mijn streven Naar iedere andre liefde om niet gehaakt - Door deze alleen is dit rampzalig leven Tot onuitsprekelijk geluk gemaakt. © JC Bloem ~Bezit~ Waar ik mijn hart aan heb verpand in mijn verspild verleden, het ging voorbij, het hield geen stand, het is als zand vergleden. Ik heb mij steeds het meest gehecht aan sterfelijke zaken, aan dingen die ik nimmer echt tot mijn bezit kon maken. Maar alles wat zo dierbaar was dat ik het heb verloren, is mij sinds ik het kwijt ben pas voorgoed gaan toebehoren. © Jean Pierre Rawie ~Interieur~ Wanneer ik over het verdwijnen van weer een zielsgeliefde treur, sluit ik behoedzaam de gordijnen en schuif de grendel voor de deur. Niets blijft mij in mijn misogyne momenten meer dan dit houvast: het lamplicht op de schrijfmachine, de boeken in de boekenkast. Ik hoor de regen langs de ramen en hoe een late motor start. De liefdes gingen als zij kwamen. Ik hoor de wind, en hoor mijn hart. © Jean Pierre Rawie ~Rendez-vous~ Er wordt nog altijd over je gesproken, terwijl je langzaam een wordt met de grond, en onze liefde gaat van mond tot mond, want wat ons bond is door geen dood verbroken. Wij waren zo betrokken met elkaar, dat lijf en ziel elkaar blijven bestoken. Maar lief, kom soms een beetje bij me spoken; wij zijn nog lang niet met elkander klaar. © Jean Pierre Rawie ~Sonnet 81~ Of ik leef lang en zal je grafschrift schrijven, Of jij gedenkt dat ik tot stof verging, Al zou er ook van mij niets overblijven, De dood rooft nimmer jouw herinnering. Dit vers geeft aan jouw naam het eeuwig leven, Al ben ik voor de wereld heengegaan, Mij kan de aarde een arm graf maar geven, Jouw tombe blijft voor 's werelds oog bestaan, Mijn teder vers, voor jou een monument, Zullen nog ongeboren ogen lezen, Terwijl menige tong jouw naam nog kent Als geen die ademhaalt er nog zal wezen. Mijn pen zal maken dat jij overleeft Zolang de mensheid mond en adem heeft. Shakespeare ~Ursa minor i~ De hemelboog wordt sedert weken slechts door jouw sterrenbeeld beheerst, en of ik nimmer had gekeken zie ik de wereld voor het eerst. Ik heb de straten en de stegen waarvan ik elke tegel weet om jouwentwille liefgekregen en met betekenis bekleed. En alle nooit van mij geweken en steeds ondragelijker druk verliest zijn dreiging vergeleken met dit onmogelijk geluk. Wat is geweest is om het even, wat wordt van geen belang, zolang ik zulke liefde nog kan geven en zulke liefde nog ontvang. Ik weet niet of dit nieuwe teken mijn noodlot wel of niet vervult, maar hart, ik sta voor deze weken voor eeuwig bij je in de schuld. © Jean Pierre Rawie ~Vader~ Mijn vader sterft; Als ik zijn hand vasthoud, voel ik de botten door zijn huid heen steken. Ik zoek naar woorden, maar hij kan niet spreken En is bij elke ademtocht benauwd Dus schud ik kussens en verschik de deken Waar hij met krachteloze hand in klauwt ik blijf zijn kind, al word ik eeuwen oud, en blijf als kind voor eeuwig in gebreke Wij volgen een voor een hetzelfde pad, en worden met dezelfde maat gemeten; Ik zie mijzelf nu bij zijn bed gezeten zoals hij bij zijn eigen vader zat Straks is hij weg, en heeft nooit geweten, hoe machteloos ik hem heb liefgehad © J.P. Rawie ~Grafschrift~ Het in zijn roes slechts half geleegde glas Staat naast de stoel, waar hij heeft uitgestreden; Het laatste boek is op de grond gegleden In de om de kachel heen gemorste as. Wat geeft het of men zo of anders leeft? Dit zagen de verschrikten, die hem vonden: Een mens, die niet meer bloedt uit duizend wonden, Maar 't leven eindlijk overwonnen heeft. © JC Bloem Nou, ik stop maar want anders worden het er veel te veel, maar er zijn nog veel meer mooie gedichten van deze heren!!! ...................................................................... ............................... Gepost door: DaisyDeadPetals Over verdriet, dit vind ik echt een van de mooiste gedichten ooit geschreven! Emily Dickinson is zowieso geweldig, heerlijk eenzaam en deprimerend als je in de stemming bent . -I measure every grief I meet- --Emily Dickinson-- I measure every grief I meet With analytic eyes; I wonder if it weighs like mine, Or has an easier size. I wonder if they bore it long, Or did it just begin? I could not tell the date of mine, It feels so old a pain. I wonder if it hurts to live, And if they have to try, And whether, could they choose between, They would not rather die. I wonder if when years have piled-- Some thousands--on the cause Of early hurt, if such a lapse Could give them any pause; Or would they go on aching still Through centuries above, Enlightened to a larger pain By contrast with the love. The grieved are many, I am told; The reason deeper lies,-- Death is but one and comes but once And only nails the eyes. There's grief of want, and grief of cold,-- A sort they call 'despair,' There's banishment from native eyes, In sight of native air. And though I may not guess the kind Correctly yet to me A piercing comfort it affords In passing Calvary, To note the fashions of the cross Of those that stand alone Still fascinated to presume That some are like my own. -I cannot live with you- --Emily Dickinson-- I cannot live with you, It would be life, And life is over there Behind the shelf The sexton keeps the key to, Putting up Our life, his porcelain, Like a cup Discarded of the housewife, Quaint or broken; A newer Sevres pleases, Old ones crack. I could not die with you, For one must wait To shut the other's gaze down,-- You could not. And I, could I stand by And see you freeze, Without my right of frost, Death's privilege? Nor could I rise with you, Because your face Would put out Jesus'. That new grace Glow plain and foreign On my homesick eye, Except that you, than he Shone closer by. They'd judge us--how? For you served Heaven, you know Or sought to; I could not, Because you saturated sight, And I had no more eyes For sordid excellence As Paradise. And were you lost, I would be, Though my name Rang loudest On the heavenly fame. And were you saved, And I condemned to be Where you were not, That self were hell to me. So we must keep apart, You there, I here, With just the door ajar That oceans are, And prayer, And that pale svustenance, Despair! -The heart asks pleasure first- --Emily Dickinson-- The heart asks pleasure first And then, excuse from pain- And then, those little anodynes That deaden suffering; And then, to go to sleep; And then, if it should be The will of its Inquisitor, The liberty to die. ...................................................................... ................................ gepost door:Liefkleinmeisje Hendrik Marsman - Heerser Hij schreed en ruimte was hem soepel kleed aan 't koele lijf de gladde luchten spatten uit elkander en rode sterren walmden ál hun wonder in wankelenden nacht hij schreed en ruimte brak aan zijn metalen tred en lucht verkromp voor zijn doorzengden zucht leven was enkle vlokken violette geur hij at en aarde trok haar gillende spiralen hij had geproefd hij stond, atoom en kosmos beide, en heersend was in ertsen greep over den werveldans der elementen d'ivoren glimlach van den stillen knaap ...................................................................... ................................. Gepost door: floorzub Passage uit Two gentleman of Verona: Act III Scene I William Shakespeare And why not death rather than living torment? To die is to be banish'd from myself; And Silvia is myself: banish'd from her Is self from self,—a deadly banishment! What light is light, if Silvia be not seen? What joy is joy, if Silvia be not by? Unless it be to think that she is by And feed upon the shadow of perfection. Except I be by Silvia in the night, There is no music in the nightingale; Unless I look on Silvia in the day, There is no day for me to look upon. She is my essence; and I leave to be, If I be not by her fair influence Foster'd, illumin'd, cherish'd, kept alive. I fly not death, to fly his deadly doom: Tarry I here, I but attend on death; But, fly I hence, I fly away from life. EEN VERS DAT ALS EEN NACHTKAARS UITGAAT Eliza Laurillard (1830-1908) Uit: Ernstig en los, 1874 http://web.inter.nl.net/users/R.Hid.../nachtkaars.htm In een dilligence zaten Negen menschen bij elkaar; 't Was een dag van groote hette, En de lucht was drukkend zwaar. Alles wat die menschen zeiden, Kwam zoowat op 't zelfde neer: Niemand hunner sprak tenminste Anders dan van 't heete weer. Naast een jongen, dwazen dandy Zat een onderofficier; Nevens hem een rijzig zeeman, Over dien een rentenier. Naast den rentenier een nufje, Als een uitgeknipte prent; En naast haar een burgerjufvrouw Met een Amsterdamsch accent. 't Was een ruwe paardenkooper, Die weer achter deze zat, En gewoon was zóó te spreken, Of hij hooge ruzie had. Aan zijn zijde een reizend hand'laar, In zijn spreken razend vlug, En daarnaast een rimp'lig bestje, Bevend en gekromd van rug. - " 't Is fameus!" zoo spreekt de dandy, En daarbij wordt uiterst net Met twee vingers en twee duimen 't Kneveltjen in krul gezet: " 't Is fameus vandaag, meneeren! Etouffant is de atmosfeer! Men gaat waarlijk languisseeren Naar wat vocht, - mijn woord van eer!" "Ja!" zoo antwoordt hem de zeeman, En zijn dasknoop zit al laag, Maar hij trekt dien nog wat lager, Tot zoowat de streek der maag: "Erger nog as in Oostinje Brandt de zon hier op je huid; 't Merg druipt weg uit al je knokkels; 't Pek loopt al de naden uit." "Ja, 't is warm," zoo zegt de man nu Die stil van zijn renten leeft, En wiens hals een hooge heining, Wit en helder om zich heeft: " 't Is zeer warm," vervolgt hij, - keurig, Of 't zóó naar de drukpers moet: "Anders is de zon zoo lieflijk, Maar thans kwelt derzelver gloed." "Stel je voorr," zoo zegt de krijger Trekkend aan zijn kinnebaard, - Hand'ling, waar een ernstig fronsen Van het voorhoofd zich mee paart: "Stel je voorr, 'k heb met zoo'n hette Eens vijf u...rren gemarrcheerrd; 't Was wat! Maar - in mijn carrière Dient bepaald geobediëerrd." "Nou maar,"spreekt de paardenkooper Op zijn ouden ruzietoon, - En zijn pet, heel schuin gestooten, Dekt zijn hoofd niet, maar zijn koon, - "Nou maar, wat wou jullie praten! 'k Leg hier de verklaring af, Dat ik eens een dag beleefd heb, Dat een peerd geen schaduw gaf. 'k Was op weg: 'k wou wat schuilen Achter 't peerd, maar ja! toen scheen - 't Is zoo waar als ik 't je zeg, hoor! - 't Zonnelicht er dwars doorheen." " 'k Weet nog wel," zegt nu het bestje, En het bruine bovenvlak Van haar hand loopt langs haar neus heen, - "Dat de musschen van het dak Zoo maar morsdood kwamen vallen, Doe ik nog een meiske was; En het vee kreeg 's zeumers koeken, Want er stond geen sprietje gras." "Ja, enfin!" zoo spreekt de hand'laar In een snellen woordenvloed: "Zie je? een glaasje grog van bessen Straks in 't Posthuis, dat doet goed. Ik ben altijd reizend , zie je? Nu, enfin, dan kent men dat. Grog of Beiersch, - prachtig! heerlijk! Van dat Beiersch, frisch van 't vat!" "Och!" zucht nu de burgerjufvrouw "Liefe minsch! 'k bin sou verhit! 't mot wel sijn, sou 'k haast geloufen Da'k sou an de sonsij sit. Op uws plaassie is 't nog beiter, Maar hier sweit een minsch sich doud; 'k mot u seggen: van mijn handen Loupt een plassie in me schout." Van de hette spraken allen, - Maar die eene stijve nuf? Wel, die zei daarbij maar telkens Met haar zakdoek waaiend: "pf!" In meer dan éénen zin, maar ook door dit besluit, Gaat dit verheven dicht gelijk een nachtkaars uit. ...................................................................... ................................... Gepost door:Multilot Hans Andreus Voor een dag van morgen wanneer ik morgen doodga, vertel dan aan de bomen hoeveel ik van je hield. Vertel het aan de wind, die in de bomen klimt of uit de takken valt, hoeveel ik van je hield. Vertel het aan een kind, dat jong genoeg ik om het te begrijpen. Vertel het aan een dier, miscchien alleen door het aan te kijken. Vertel het aan de huizen van steen, vertel het aan de stad, hoe lief ik je had. Maar zeg het aan geen mens. ze zouden je niet geloven. Ze zouden niet willen geloven dat alleen maar een man alleen maar een vrouw, dat een mens zo liefhad als ik jou. ...................................................................... ................................ Gepost door: Woodstock Annie M.G. Schmidt: Bijziende De wereld waar ik door loop zonder bril, bestaat vooral uit vlekken en uit vegen. De vlekken staan voor 't grootst gedeelte stil, terwijl de vegen allemaal bewegen. Mijn vrienden zeggen: Doe toch niet zo dwaas, zet toch een bril op. Al dat malle turen... Maar zij begrijpen niet, hoe juist dat waas mij helpen kan het leven te verduren. Wel zit ik wel eens in lijn zeventien, terwijl het twee moet zijn. En ik val voorover de trappen af, ondat ik niet kan zien waar ze beginnen. Maar daartegenover zie ik soms ineens een kangoeroe met een bruin jonkie, op het Leidseplein. Erg lief is dat, al geef ik later toe dat het geen kangoeroe geweest kan zijn. Zo is het nou. En ik ga kippig door en zeg: hallo Mies, tegen een pastoor... (uit mijn hoofd opgeschreven, er kunnen dus enkele woorden een beetje verkeerd zijn. ik weet ook niet meer uit welke bundel het komt, maar ik vind het geniaal.) Willem Wilmink - Mijn broertje Ik heb een klein broertje met wit haar en een grote snottebel, ik heb een klein broertje van twee jaar, en `t is een leuk ventje, dat wel. Als-ie stout is krijgt-ie weinig straf, want hij is ook nog zo klein. Met mij loopt dat wel ànders af: ik moet verstandig zijn. Hij begrijpt er nog zo weinig van wanneer ik hem vertel, dati-ie niet met mijn speelgoed spelen kan, maar `t is een leuk ventje, dat wel. Hij maakt wel `es dingen van me stuk, en dat is niet zo fijn. Maar het is ook nog zo`n kleine puk, en ik moet verstandig zijn. Hij zit aan mij meccanodoos en aan mijn voetbalspel, en soms is het hopeloos, maar `t is een leuk ventje, dat wel. Dat wel. ...................................................................... ................................. Gepost door:Dhyana Van http://www.kindermishandeling.nl Door Arthur Ik ben lucht voor mijn vader In een hoekje getrapt en vergeten Ik ben niks Ik ben niemand en nergens toe in staat dan te janken in mijn slaap Zie mij, kijk maar goed van voor en van achter Ik spring in het rond Maar daaronder koud en kil Warmte ken ik niet Want ik ben de lucht die ik adem niet waard ...................................................................... ................................ Gepost door:Anneee Ruzie voorbij (Johanna Kruit) Ik pluk de sterren uit de hemel en graaf de maan op uit het zand. Kijk alle schaduwen verdwijnen ze lopen weg, ik zing en dans. Ik haal het zonlicht naar beneden en stop het in mijn schoudertas. Nu loop ik zingend door de dagen: het is zoals het vroeger was. Ik danste die morgen toen de schepping begon. Ik leidde de dans van de sterren, de maan en de zon. De golvende velden en de deinende zee en alles wat ademt, danste mee. Ik danste voor blinden die mij riepen om licht. Ik gaf aan verschopten een naam en een gezicht. Ik danste voor kinderen, de koning te rijk. Ik danste het lied van gerechtigheid. De dans leek te sterven, maar ik deelde het brood en danste uit liefde veel sterker dan de dood. Ik zal in jouw leven als je meedanst met mij om vrede voor héél de schepping, zegt Hij. (Sleumer, uit: Vrede voor jou) ...................................................................... .................... Gepost door:dinki Dit gedicht vind ik echt heel erg mooi, het komt uit de film 'Four Weddings And A Funeral', wordt voorgelezen tijdens de funeral. er is ook een vertaling in het nederlands, maar die vind ik minder goed. W.H. Alden - 'Funeral Blues' Stop all the clocks, cut off the telephone, Prevent the dog from barking with a juicy obne, Silence the piano's and with muffled drum Bring out the coffin, let the mourners come. Let aeroplanes circle moaning overhead Scribbling on the sky the message He Is Dead, Put crêpe bows round the white necks of the public doves, Let the traffic policemen wear black cotton gloves. He was my North, my South, my East and West, My working week and my Sunday rest, My noon, my midnight, my talk, my song; I thought that love would last forever: I was wrong. The stars are not wanted now: put out every one; Pack up the moon and dismantle the sun; Pour away the ocean and sweep up the wood; For nothing now can ever come to any good. ...................................................................... ....... Gepost door: Sublime (dit zijn wel mijn aller aller aller lievelingste gedichten ![]() The Tiger - William Blake Tiger! Tiger! burning bright In the forests of the night, What immortal hand or eye Could frame thy fearful symmetry? In what distant deeps or skies Burnt the fire of thine eyes? On what wings dare he aspire? What the hand dare seize the fire? And what shoulder, and what art, Could twist the sinews of thy heart? And when thy heart began to beat, What dread hand, and what dread feet? What the hammer? what the chain? In what furnace was thy brain? What the anvil? what dread grasp Dare its deadly terrors clasp? When the stars threw down their spears, And watered heaven with their tears, Did he smile his work to see? Did he who made the Lamb made thee? Tiger! Tiger! burning bright In the forests of the night, What immortal hand or eye Dare frame thy fearful symmetry? -------------------------------------------------------------------------------- Herman Gorter Zie je ik hou van je, ik vin je zo lief en zo licht - je ogen zijn zo vol licht, ik hou van je, ik hou van je. En je neus en je mond en je haar en je ogen en je hals waar je kraagje zit en je oor met je haar er voor. Zie je ik wou graag zijn jou, maar het kan niet zijn, het licht is om je, je bent nu toch wat je eenmaal bent. O ja, ik hou van je, ik hou zo vrees'lijk van je, ik wou het helemaal zeggen - Maar ik kan het toch niet zeggen. -------------------------------------------------------------------------------- Vlinders - Johanna Kruit Zoals de zachte nachtgeluiden stil komen dwalen in je droom raken gedachten je soms aan. Dat moeders ook dood kunnen gaan. Dat vaders wel eens kunnen huilen. En dat je nooit weet wat er komt. Hoe kun je een gedachte laten zwijgen? Het zijn net vlinders: kun je vlinders slaan? Je wilt gewoon dezelfde blijven. En dat er niemand weg zal gaan. -------------------------------------------------------------------------------- Diep weggedoken in mijzelf - Nannie Kuiper diep weggedoken in mijzelf omringd door dikke muren wel gaatjes om te gluren naar wat buiten is maar wie erdoor naar binnen kijkt ziet duisternis en ik heb mijn favoriete plint gedichten op mn website gezet: KLIK VOOR PLINT ...................................................................... .................... Gepost door: In Your Room Vliegen Vliegen is een beetje dromen zonder einde en begin. Ergens weggaan, ergens komen en de droom daar tussenin: aan de wolken kunnen raken, dichter bij de sterren zijn en de wereld kleiner maken. Klein, klein, kleiner, kleinst…. Dromen is een beetje vliegen, fladderen in het begin leren stijgen, hoger komen tussen twee gedachten in. Even aan de wolken raken, even bij de sterren zijn en de wereld kleiner maken. Klein, klein, kleiner, kleinst… Leren vliegen, toch weer dalen, zien opnieuw omhoog te komen, grijpen en het net niet halen, dat is dromen. Dromen is toch blijven vliegen, weer beginnen bij ‘t begin. Dromen is een beetje liegen tegen beter weten in auteur: Mies Bouhuys bron: Omdat ik in de wereld loop Uitgever: Holland - Haarlem 1985 http://home.quicknet.nl/qn/prive/liedgenootschap/ ------------- Dit alles Ik was je kwijt voordat ik je bezat, ik heb je al gemist voor ik je kende; er is klaarblijkelijk nog meer ellende dan ik voor mogelijk gehouden had. En elke keer dat wij elkaar bekenden, en alles wat je zogenaamd vergat – Ik zou iets voor ons willen doen, maar wat ik doe, het zal zich nooit ten goede wenden. De ergste droefenis is trouwens pas gekomen met het vreselijke weten dat ik je nooit in wezen heb bezeten, terwijl ik zo bezeten van je was. Ik wilde dat ik even kon vergeten hoe onvergetelijk dit alles was. Auteur: Jean Pierre Rawie http://www.geocities.com/la_vertigo/nedpoezie.html ------- Composed Upon Westminster Bridge, September 3, 1802 Earth has not anything to show more fair: Dull would he be of soul who could pass by A sight so touching in its majesty: This City now doth, like a garment, wear The beauty of the morning; silent, bare, Ships, towers, domes, theatres, and temples lie Open unto the fields, and to the sky; All bright and glittering in the smokeless air. Never did sun more beautifully steep In his first splendour, valley, rock, or hill; Ne'er saw I, never felt, a calm so deep! The river glideth at his own sweet will: Dear God! the very houses seem asleep; And all that mighty heart is lying still! Auteur: William Wordsworth http://www.breakoutofthebox.com/westminster.htm ...................................................................... .................... Gepost door: Tha Joker written by: Edgar allen Poe out of: Fairlyland, The Raven and other poems The Raven Once upon a midnight dreary, while I pondered, weak and weary, Over many a quaint and curious volume of forgotten lore, While I nodded, nearly napping, suddenly there came a tapping, As of some one gently rapping, rapping at my chamber door. "'Tis some visitor," I muttered, "tapping at my chamber door— Only this, and nothing more." Ah, distinctly I remember it was in the bleak December, And each separate dying ember wrought its ghost upon the floor. Eagerly I wished the morrow;— vainly I had sought to borrow From my books surcease of sorrow— sorrow for the lost Lenore— For the rare and radiant maiden whom the angels name Lenore— Nameless here for evermore. And the silken sad uncertain rustling of each purple curtain Thrilled me— filled me with fantastic terrors never felt before; So that now, to still the beating of my heart, I stood repeating, "'Tis some visitor entreating entrance at my chamber door— Some late visitor entreating entrance at my chamber door;— This it is, and nothing more." Presently my soul grew stronger; hesitating then no longer, "Sir," said I, "or Madam, truly your forgiveness I implore; But the fact is I was napping, and so gently you came rapping, And so faintly you came tapping, tapping at my chamber door, That I scarce was sure I heard you"— here I opened wide the door;— Darkness there, and nothing more. Deep into that darkness peering, long I stood there wondering, fearing, Doubting, dreaming dreams no mortals ever dared to dream before; But the silence was unbroken, and the stillness gave no token, And the only word there spoken was the whispered word, "Lenore!" This I whispered, and an echo murmured back the word, "Lenore!"- Merely this, and nothing more. Back into the chamber turning, all my soul within me burning, Soon again I heard a tapping somewhat louder than before. "Surely," said I, "surely that is something at my window lattice: Let me see, then, what thereat is, and this mystery explore— Let my heart be still a moment and this mystery explore;— 'Tis the wind and nothing more." Open here I flung the shutter, when, with many a flirt and flutter, In there stepped a stately raven of the saintly days of yore; Not the least obeisance made he; not a minute stopped or stayed he;But, with mien of lord or lady, perched above my chamber door— Perched upon a bust of Pallas just above my chamber door— Perched, and sat, and nothing more. Then this ebony bird beguiling my sad fancy into smiling, By the grave and stern decorum of the countenance it wore. "Though thy crest be shorn and shaven, thou," I said, "art sure no craven, Ghastly grim and ancient raven wandering from the Nightly shore— Tell me what thy lordly name is on the Night's Plutonian shore!" Quoth the Raven, "Nevermore." Much I marvelled this ungainly fowl to hear discourse so plainly, Though its answer little meaning— little relevancy bore; For we cannot help agreeing that no living human being Ever yet was blest with seeing bird above his chamber door— Bird or beast upon the sculptured bust above his chamber door, With such name as "Nevermore." But the raven, sitting lonely on the placid bust, spoke only That one word, as if his soul in that one word he did outpour. Nothing further then he uttered— not a feather then he fluttered— Till I scarcely more than muttered, "other friends have flown before- On the morrow he will leave me, as my hopes have flown before." Then the bird said, "Nevermore." Startled at the stillness broken by reply so aptly spoken, "Doubtless," said I, "what it utters is its only stock and store, Caught from some unhappy master whom unmerciful Disaster Followed fast and followed faster till his songs one burden bore— Till the dirges of his Hope that melancholy burden bore Of 'Never— nevermore'." But the Raven still beguiling all my fancy into smiling, Straight I wheeled a cushioned seat in front of bird, and bust and door; Then upon the velvet sinking, I betook myself to linking Fancy unto fancy, thinking what this ominous bird of yore— What this grim, ungainly, ghastly, gaunt and ominous bird of yore Meant in croaking "Nevermore." This I sat engaged in guessing, but no syllable expressing To the fowl whose fiery eyes now burned into my bosom's core; This and more I sat divining, with my head at ease reclining On the cushion's velvet lining that the lamplight gloated o'er, But whose velvet violet lining with the lamplight gloating o'er, She shall press, ah, nevermore! Then methought the air grew denser, perfumed from an unseen censer Swung by Seraphim whose footfalls tinkled on the tufted floor. "Wretch," I cried, "thy God hath lent thee— by these angels he hath sent thee Respite— respite and nepenthe, from thy memories of Lenore! Quaff, oh quaff this kind nepenthe and forget this lost Lenore!" Quoth the Raven, "Nevermore." "Prophet!" said I, "thing of evil!— prophet still, if bird or devil!— Whether Tempter sent, or whether tempest tossed thee here ashore, Desolate yet all undaunted, on this desert land enchanted— On this home by horror haunted— tell me truly, I implore— Is there— is there balm in Gilead?— tell me— tell me, I implore!" Quoth the Raven, "Nevermore." "Prophet!" said I, "thing of evil— prophet still, if bird or devil! By that Heaven that bends above us— by that God we both adore— Tell this soul with sorrow laden if, within the distant Aidenn, It shall clasp a sainted maiden whom the angels name Lenore— Clasp a rare and radiant maiden whom the angels name Lenore." Quoth the Raven, "Nevermore." "Be that word our sign in parting, bird or fiend," I shrieked, upstarting— "Get thee back into the tempest and the Night's Plutonian shore! Leave no black plume as a token of that lie thy soul hath spoken! Leave my loneliness unbroken!— quit the bust above my door! Take thy beak from out my heart, and take thy form from off my door!" Quoth the Raven, "Nevermore." And the Raven, never flitting, still is sitting, still is sitting On the pallid bust of Pallas just above my chamber door; And his eyes have all the seeming of a demon's that is dreaming, And the lamplight o'er him streaming throws his shadow on the floor; And my soul from out that shadow that lies floating on the floor Shall be lifted— nevermore! -The End- ...................................................................... ................................. Gepost door: antispleen~* Charles Baudelaire (uit 'les Fleurs du Mal') Le vampire Toi qui, comme un coup de couteau, Dans mon coeur plaintif es entrée; Toi qui, forte comme un troupeau De démons, vins, folle et parée, De mon esprit humilié Faire ton lit et ton domaine; - Infame à qui je suis lié Comme le forçat à la chaîne, Comme au jeu le joueur têtu, Comme à la bouteille l'ivrogne, Comme aux vermines la charogne, - Maudite, maudite sois-tu! J'ai prié le glaive rapide De conquérir ma liberté Et j'ai dit au poison perfide De secourir ma lâcheté Hélas! Le poison et le glaive m'ont pris en dédain et m'ont dit: <<Tu n'est pas digne qu'on t'enlève A ton esclavage maudit, Imbécile! - de son empire si nos efforts de délivraient, Tes baisers ressusciteraient Le cadavre de ton vampire!>> ik hou echt van het ritme, de alliteratie en assonantie ...................................................................... ............................ Gepost door: mrs me Hans Andreus Voor een dag van morgen Zie bij Gepost door: Multilot ...................................................................... .............................
__________________
Dat je wou dat je nog kind was...
Laatst gewijzigd op 28-12-2003 om 11:00. |
![]() |
||
Citaat:
eroos Aan de steenwand grauw wij. verslagenen in staren. Daar, ontzaglijk te ontwaren, macht viervleugelig opgevaren, parende de adelaren voor het blauw.
__________________
www.new-avalon.nl & http://forum.new-avalon.nl -> Schrijvers en dichters site
|
![]() |
|
Sorry Secreet, ik heb het gedicht gevonden. Het was niet van Gerhardt, maar van Vasalis
![]() steen Verdriet kit mijn gevoelens samen, zodat ik roerloos word als steen. Mijn hele wezen word materie, een ondoordringbaar star mysterie, o sla de rots, opdat ik ween. Prachtig toch?
__________________
Dat heb je soms...
|
![]() |
||
Citaat:
![]() ![]() Gaat goed zo, post door post door! ![]()
__________________
Dat je wou dat je nog kind was...
|
![]() |
||
Citaat:
![]() ![]() Liefs, Live |
![]() |
||
Citaat:
__________________
Dat heb je soms...
|
![]() |
||
Citaat:
steen Verdriet kit al mijn krachten samen, zodat ik roerloos word als steen. Mijn hele wezen word materie, een ondoordringbaar star mysterie, o sla de rots, opdat ik ween. Klein beetje anders, maar toch...
__________________
Dat heb je soms...
|
![]() |
||
Citaat:
![]()
__________________
Dat je wou dat je nog kind was...
|
![]() |
||
Citaat:
__________________
www.new-avalon.nl & http://forum.new-avalon.nl -> Schrijvers en dichters site
|
![]() |
|
Niet echt een gedicht, maar een grafschrift. Ik vind het ontzettend mooi, vooral de Latijnse versie.
Indien je een toevallig oponthoud weet te dulden, reiziger, blijf dan even staan. Ik zal leren hoeveel tranen onze akker reeds heeft voortgebracht. Dit was Flavia Nicopolis de dierbaarste echtgenote van Aelus Stephanus. Ze zal mij altijd dierbaar zijn zolang als ik leef. Geen enkele rust verkwikt mij nog behalve het beeld van mijn vrouw; in mijn slaap haal ik haar weer die de goden geroofd hebben. Altijd zal ik herhalen: 'Flavia Nicopolis' jouw zoete, lieve naam en vaak zal ik mijn tranen sprenkelen over jouw graf. Mogen de Schimmen het horen. Hopelijk zullen op jouw graf nieuwe bloemen groeien met een groene tak, ofwel een bloeiende duizendschoon met de roze of purpere glans van viooltjes. Dan zal een voorbijkomende reiziger die deze bloemen zal zien het opschrift lezen en zeggen tot zichzelf: Deze bloem is het lichaam van Flavia Nicopolis."
__________________
... een beetje liefde alstublieft...
|
![]() |
||
Citaat:
Wil je de titel en schrijver nog evn vermelden?, dan zet ik 't er bij...
__________________
Dat je wou dat je nog kind was...
|
![]() |
||
Citaat:
__________________
Dat je wou dat je nog kind was...
|
![]() |
||
Citaat:
Deze staat er al in, ik zet je naam wel in de ''lijst" goed?
__________________
Dat je wou dat je nog kind was...
|
![]() |
|
Je kijkt me aan, ik voel je ogen branden,
Je bent wat zenuwachtig en pakt mijn handen. Deze stilte voelt niet goed, maar jij weet niet wat je zeggen moet. Het liefst zou ik nu weg gaan, ik wil hier niet machteloos staan. Jij probeert het uit te leggen, maar ik ben sprakeloos en kan niks meer zeggen. Je zegt dat ik er niet om moet huilen, dit is de allerlaatste keer dat ik bij jou kan schuilen. Het is voorbij..... ![]() |
![]() |
||
Citaat:
![]() ALs je iets plaatst hier, >van een "bekende dichter(es)" +titel+naam, anders niet.>Lees bij Belangrijk
__________________
Dat je wou dat je nog kind was...
|
![]() |
|
![]() |
Stilte
Ik kon niet zeggen wat ik voelde Ik heb het ook niet uitgelegd Maar toch wist jij wat ik bedoelde De stilte had het al gezegd Als ik je kuste of je griefde In blijheid of in droefenis De liefde is pas echte liefde Als stilte taal geworden is… Trouw Trouw is liefde die niet wijkt Voor verdriet en tegenslagen Trouw kan wachten en verdragen Ook als alles hopeloos lijkt Trouw is liefde die het houd Ook als onbegrip haar teistert Liefdeloosheid haar verbijstert Trouw is echt ze is als goud… Niemand Niemand die het weten kan Hoeveel ik van je hou Niemand die mij troosten kan In mijn verdriet om jou Niemand die begrijpen zal Hoe vreselijk ik je mis Niemand die beseffen zal Hoe erg die pijn wel is… Jij Zoals jij was Zoals jij bent Warme gedachten Ongekend Uit respect Uit verdriet Mis ik je warmte Vergeet mij niet… Veilig Al weet ik dat je veilig bent geborgen bij de Heer de lege plaats blijft onvervuld ik zie je hier nooit meer Al weet ik dat je veilig bent verlost van alle pijn ik kan mijn vragen niet meer kwijt kan nooit meer bij je zijn Al weet ik dat je veilig bent ik zoek en vind je niet ik vraag het aan een lege lucht of je mij hoort en ziet Al weet ik dat je veilig bent mijn hart wil er niet aan dat je, die ik niet missen kan voorgoed bent heengegaan Al weet ik dat je veilig bent ik zie je hier nooit meer maar als het donkert, zeg ik zacht tot ziens, bij God de Heer… Wanneer ik jou het meeste mis Als men dat vragen zou Zeg ik wanneer ik wakker wordt Maar ook `s middags mis ik jou En `s avonds als ik slapen ga Veel meer dan ik had verwacht Mis ik je tot het ochtend wordt Ik mis je dag en nacht… Love memories If I could have a lifetime wish A dream that would come true I`d wish and pray with all my heart For yesterday and you A thousand words can`t bring you back I know because I`ve tried Neither will a thousand tears I know because I`ve cried You left behind my broken heart And happy memories too But I never wanted memories I only wanted you
__________________
***don't be scared to fly alone, find a path that is your own***
|
![]() |
|
Thuiskomen – Mischa de Vreede
zullen ze wat zeggen en wat zullen ze zeggen als ik door de deur kom wat zie je eruit je bent ver weg geweest of zullen ze niets zeggen en alleen maar kijken of niets zeggen zelfs niet kijken maar doorgaan met doen hier ben ik dan hun vriendelijke vreemdeling ik spreek de taal der mensen hoe is het weer het weer ja het is weer nee het is weer mooi weer buiten Voorgeslacht – Bergman ’s nachts liggen ze bij mij de boer de visser de koopman ’s morgens staan ze in mij op het stugge hoofd het klinkbare woord de bedachtzame stap e kleden mij zwijgend aan de effen das het weerbarstige boord de behoedzame bril ze blijven over mij gaan de gepaste grap het onwillig verstand het argwanend geloof ’s avonds zitten ze neer de zwijgende wil de zekere hand het matige glas en ’s nachts liggen ze bij mij de koopman de visser de boer Vragenderwijs – Guillaume v.d. Graft Ik vroeg het aan de vogels de vogels waren niet thuis ik vroeg het aan de bomen hooghartige bomen ik vroeg het aan het water waarom zeggen ze niets het water gaf geen antwoord als zelfs het water geen antwoord geeft hoewel het zoveel tongen heeft wat is er dan wat is er dan er is alleen een visserman die draagt het water onder zijn voeten die draagt een boom op zijn rug die draagt op zijn hoofd een vogel. |
![]() |
|
Hoor. Maar ik kan niet horen
GvL618 Hoor. Maar ik kan niet horen. Mijn oren dicht gestopt. Mijn adem opgekropt. Mijn hart van leegte zwaar. Ik ben nog niet geboren. Ik ben niet, ik. Niet waar. Hoor. Maar ik wil niet horen. Zou ik uw woord verstaan, ik moest uw wegen gaan, U volgen hier en nu. Ik durf niet zijn geboren en leven toe naar U. Hoor, roept Gijin mijn oren en jaagt mijn angst uiteen. O stem door merg en been verwek mij uit het graf, uw mens opnieuw geboren. O toekomst, laat niet af. Als kind van God zijn droom A.C. Bronswijk God heeft jouw naam verbonden met zijn Naam. Jouw leven is getekend door zijn zegen. Jij mag als mens nu kiezen voor de wegen, waarop Gods woord jouw voeten vóór wil gaan. Jij mag jouw voeten zetten op het pad, dat leidt naar toekomst en naar een nieuw leven, waarin de liefde, wereldwijd gegeven, de maat wordt van Gods liefde mensenstad. God heeft jouw naam verbonden met zijn droom van mensen, die in Christus willen bouwen, het koninkrijk van recht en van vertrouwen. Leef zegenrijk, als kind van God zijn droom!
__________________
Hm... Larstig... ;)
Laatst gewijzigd op 22-02-2004 om 12:01. |
![]() |
|
Liefe
______ verleid me, verstik me pak mijn vrijheid af bemin me, beperk me ga je gang want ik ben laf je wilt samen smelten een onnozel idee maar ik ben romatisch ik ga erin mee kneed me en knecht me wees lief en gemeen gun me de plek van het blok aan je been als jij mijn vrouw bent ben ik je man dan vechten we samen voor dat wat niet kan we doen nog meer water bij onze wijn todat er alleen nog maar water zal zijn helder maar smakeloos geen kleur meer, geen gloed zo leven we samen de dood tegemoet weg met de eenzaamheid leve de sleur, jaloezie irritatie, gesprekken gezeur de liefde geeft hoop liefde heeft zin de liefde is een valstrik maar ik trap er zo graag in steeds dezelfde fouten steeds dezelde pijn bijna net zo gruwelijk als helemaal alleen te zijn misschien is het deze keer anders misschien is het deze keer waar is alle wijsheid van de wereld maar een fabeltje ik wil het graag geloven want ik houd zoveel van haar het spel is weer begonnen ik zit er middenin verslaafd als een verslaafde verzetten heeft geen zin ik kan alleen verliezen mijn hart en mijn verstand de liefde laat pas los als ze is opgebrand dan ben je weer jezelf alleen en onbemind maar volwassen en verstandig totdat het weer begint _________________________________ Hans Teeuwen, industy of love (2003) |
Ads door Google |
![]() |
|
een gedicht dat ik echt heel mooi vind is deze van Herman Gorter:
Zie je ik hou van je, ik vin je zoo lief en zoo licht - je oogen zijn zoo vol licht, ik hou van je, ik hou van je. En je neus en je mond en je haar en je oogen en je hals waar je kraagje zit en je oor met je haar er voor. Zie je ik wou graag zijn jou, maar het kan niet zijn, het licht is om je, je bent nu toch wat je eenmaal bent. Oh ja, ik hou van je, ik hou zoo vrees'lijk van je, ik wou het helemaal zeggen - Maar ik kan het toch niet zeggen. ik vind het zooooo lief geschreven ![]() ![]()
__________________
There is nothing real outside our perception of reality, is there?
|
![]() |
|
COMMUNION
Viggo Mortensen 1. WE'VE LEFT SHORE SOMEHOW BECOME THE FRIENDS OF EARLY THEORY CLOSE ENOUGH TO SPEAK DESIRE AND PAIN OF ABSENCE OF MISTAKES WE'D MAKE GIVEN THE CHANCE. EACH SMILE RETURNED MAKES HARDER AVOIDING DREAMS THAT SEE US LYING IN EARLY EVENING CURTAIN SHADOWS, SKIN SAFE AGAINST SKIN. BLOOM OF COMPASSION RESPECT FOR MOMENTS EYES LOCK TURNS FOREVER INTO ONE MORE VEIL THAT FALLS AWAY. 2. THIS AFTER SEEING YOU LAST NIGHT, FIRST TIME SMELLING YOU WITH PERMISSION: SHOULDERS TO WONDER OPENLY AT AS CAREFULLY KISSED AS THOSE ARMS WAITED IMPOSSIBLY ON. THEY'VE HELD ME NOW AND YOUR BREATH DOWN MY BACK SENT AWAY NIGHT AIR THAT HAD ME SHAKING IN THE UNLIT ANGLICAN DOORWAY. 3. ARE WE RUINED FOR FINDING OUR FACES FIT AND WANT TO KNOW MORE ABOUT MORNING? IS FRIENDSHIP CANCELLED IF WE CAN'T CALL EACH OTHER ANYMORE IN AMNESIA, INVITE OURSELVES TO LAST GLANCES UNDER SUSPICIOUS CLOCKS TELLING US WHEN WE'VE HAD ENOUGH? 4. YOUR STEADY HANDS CRADLING MY GRATEFUL SKULL: WERE YOU TAKING IN MY FACE TO SAVE AN IMAGE YOU'VE RARELY ALLOWED YOURSELF AFTER LEAVING THAT COLD ALCOVE? AM I A PHOTOGRAPH YOU GAZE AT IN MOMENTS OF WEAKNESS? YOU ORDERED ME OFF MY KNEES INTO YOUR ARMS. WASN'T TO BEG THAT I KNELT; ONLY TO SEE YOU ONCE FROM BELOW. TRIED TO SAY SOMETHING THAT FILLED MY MOUTH AND LONGED TO REST IN YOUR EAR. DON'T DARE WRITE IT DOWN FOR FEAR IT'LL BECOME WORDS, JUST WORDS. Second Opinion Viggo Mortensen The glow inside another red-crossed pelvis Will drain when they crush that little bulb. Menstual minstrels drift in From the weedless garden. the immaculate blue flame from the fake fireplace burns the corner of my eye. can’t stop staring at nothing. A gloved hand opens the door, and the man enters soothingly, with an air of respect for the dead. encourangesus to look on the bright side. black pants hide your pain afterwards, and there’s a cookie on a napkin and a paper cup of red juice to replace your strenth. We drive home without blinking because the sun isn’t real.
__________________
Cuándo sabes cómo te llamas, cuándo nadie te escucha...
|
![]() |
||
De bijdrage van Snakeboy:
Citaat:
__________________
Dat heb je soms...
|
![]() |
|
Varg Vikernes a.k.a. Count Grishnackh a.k.a. Burzum - Dunkelheit
When night falls She cloaks the world In impenetrable darkness A chill rises From the soil And contaminates the air Suddenly... Life has new meaning http://www.lyricsdomain.com/2/burzum/dunkelheit.html Eigenlijk een songtekst, maar met grote poëtische waarde. |
![]() |
|
Maar hij vergat haar te kussen
en toen hij het kasteel verliet was het stil achter hem, de lucht was grijs, de rozenhagen hoog en stijf, er scharrelden wat mussen rond, maar hij had haast, wist niet waarom, en toen iemand hem staande hield en vroeg of het al donker was wist hij ook dat niet en zei dat het waarschijnlijk nog licht was en dat hij het zelden mis had en reed toen door. thuisgekomen werd hij bestormd: ‘en? heb je haar gekust?’ ‘ach’, zei hij, ‘dát ben ik vergeten’, sloeg zich voor zijn hoofd. maar toen hij terugkwam spoorslags, was het kasteel verdwenen, of was er nooit geweest, en hij kwam niemand tegen, de geur van rozen was hij kwijt. Toon Tellegen. Uit: gedichten 1977-1999 |
![]() |
|
De laatste brief – Bertus Aafjes
De wereld scheen vol lichtere geluiden En een soldaat sliep op zijn overjas Hij droomde lachend dat het vrede was Omdat in zijn droom een klok ging luiden Er viel een vogel die geen vogel was Niet ver van hem tussen de kruiden En hij werd niet meer wakker want het gras Werd rood, een ieder weet wat dat beduidde Het regende en woei. Toen het herbegon Achter de grijze lijn der horizon Het bulderen – goedmoedig – der kannonnen Maar uit zijn jas, terwijl hij liggen bleef Bevrijdde zich het laatste wat hij schreef Liefste, de oorlog is nog niet begonnen. 1 maart, een gedicht van mij, lijkt tamelijk beïnvloed (onbewust) door dit gedicht. Horizon en herbegon, lachen en ontwaken, en meer. Ik vind het echt heel mooi. Wrang, zuur, maar ook mooi.
__________________
I thought we were an autonomous collective!
Laatst gewijzigd op 12-03-2004 om 08:48. |
![]() |
|
I wandered lonely as a cloud
I wandered lonely as a cloud That floats on high o'er vales and hills, When all at once I saw a crowd, A host, of golden daffodils; Beside the lake, beneath the trees, Fluttering and dancing in the breeze. Continuous as the stars that shine And twinkle on the Milky Way, They stretched in never-ending line Along the margin of the bay: Ten thousand saw I at a glance, Tossing their heads in sprightly dance. The waves beside them danced, but they Outdid the sparkling waves in glee. A poet could not but be gay, In such a jocund company: I gazed - and gazed - but little thought What wealth the show to me had brought; For oft, when on my couch I lie In vacant or in pensive mood, They flash upon that inward eye Which is the bliss of solitude; And then my heart with pleasure fills, And dances with the daffodils. ~ William Wordsworth (1770-1850)
__________________
And if rain brings winds of change, let it rain on us forever.
|
![]() |
|
Priére du soir
Laat mij mijn beide handen schutten om de schat, het dwaze glazen beeld van ons beminnen; en laat mij leeren nimmer te bezinnen wat ik eens goede of kwade beelden heb gehad. Het beeld is in mijn warme droomen virginaal, gelijk wij ons dat immers allen wanen. Wij zien zo graag in alle eenden zwanen... zooals wij nog verlangen naar het oud verhaal. Wij moeten onze liefde niet bespreken. Ons hart zegt somtijds wooden die wij niet verstaan. Ik heb ons beeld nu, ach, en laat mij in de waan dat het nooit vallen zal en nooit zal breken. Will Wemerman. Vooral die laatste strofe vind ik zo mooi. Wie kent deze schrijver en kan mij iets over hem vertellen? Het enige wat ik weet is dat hij op 25 jarige leeftijd is overleden.
__________________
Dat heb je soms...
|
![]() |
|
Zoete zoen
Je lippen druipen van honing. Hooglied 4 Wat is dat daar waar smaakt dat naar? Ik sta verstomd met open mond van lippen die van honing druipen je tong die langzaam aan komt kruipen bij mij binnen, draait daar rond. Klaverhoning, volle room witte gesmolten chocolade roze frambozenlimonade van jou, zoete suikeroom Nou weet ik het weer. Jij smaakt naar meer. Karel Eykman Uit: Waar het om gaat: 7 x 7 Bijbelse gedichten Het gedicht zelf vond ik niet zozeer erg goed. Ik erger me aan het metrum in de 3e strofe en het woordje 'suikeroom', ik vind het te gerijmd. Maar de 2e strofe en het onderwerp op zich maakt alles goed. ![]()
__________________
Hm... Larstig... ;)
|
![]() |
Topictools | Zoek in deze topic |
|
|
![]() |
||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Verhalen & Gedichten |
De laatste keer.. PooW | 83 | 02-12-2005 14:36 | |
ARTistiek |
Gedichten Kirre | 9 | 22-07-2004 07:22 | |
Verhalen & Gedichten |
Ladies and gentlemen: 't Harde jsoes | 4 | 24-12-2003 20:48 | |
Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen |
gedichtenbespreking deel 3 Wouty | 6 | 19-10-2001 18:07 | |
Huiswerkvragen: Cultuur, Maatschappij & Economie |
hier zijn bijna alle antwoorden van De Stad... | 0 | 22-03-2001 19:57 | |
Huiswerkvragen: Cultuur, Maatschappij & Economie |
Heeft iemand de antwoorden van CKV De Stad | 2 | 22-03-2001 19:41 |