Oud 13-03-2005, 12:56
Tovenaar
Tovenaar is offline
Alle kritiek is uiteraard welkom. Enjoy reading.

Liefde in F Majeur

‘Tik, tak. Tik, tak.’ Voorzichtig kwam de grote wijzer weer een stap dichter bij zijn kleine broer. Bijna was het precies een maand geleden. Dertig dagen waarin elke druppende kraan een bulderende waterval leek. Bij het zachtste geluidje trokken mijn spieren zich samen, terwijl in mijn hoofd een kerkklok twaalf uur sloeg. Slechts tijdens een cd van Mozart konden mijn onrustige geest en ik ontspannen achterover leunen. De muziek deed ons aan haar denken.

Natuurlijk, we hadden het zien aankomen. Groeven ontsierden haar ooit zo zachte lichaam, delen van haar huid waren al afgestorven. Praten ging nog maar een enkele keer, en dan fluisterend, happend naar lucht. Het sloopte haar, dat hoorde iedereen, al gaf ze het niet toe. Ze wist heel goed dat niemand haar nog zag als de gracieuze verschijning, de elegante Française die ze vroeger was. Maar ze behield haar klasse, weigerde te bezwijken. ‘Die stort nooit in’, verzekerden vrienden mij. Ze hadden ongelijk.

Op maandag de vijfde droegen ze haar weg. Geen glorieuze symfonie van Beethoven, zelfs geen droevige marsmuziek om haar uitgeleide te doen. Stilte. Ik had haar aangeraakt, nog niet beseffend dat het de laatste keer zou zijn. Maar ik hoorde de pijn, het verdriet en toen de klap.
Dat was nu dertig dagen, drieëntwintig uur en vijfenvijftig minuten geleden. Uitgeput van het vechten lag ze in haar favoriete hoekje. Dezelfde plek waar ze altijd zo uitdagend had gestaan. Met haar krachtige rug tegen de muur gedrukt, schitterend in het zonlicht, ondeugend lonkend naar weer een tedere streling.

Geërgerd over mijn eigen medelijden draaide ik mijn nek de andere kant op. Hij voelde stijf, verkrampt door het urenlange staren naar één punt. Dat was niet goed voor me, zei dokter Wolf. Ik moest haar uit het hoofd zetten, er waren meer dingen in het leven, en meer van dat soort zelfingenomen zinsneden spuwde hij over mij heen. Toch, misschien was er een alternatief voor het zwelgen in wroeging. Deze versleten leren bank had mijn zoute vloeistof immers ook niet over zijn kussen gewild. Ik wist waar ik behoefte aan had, maar durfde die woorden niet van mijn tong te laten rollen. ‘Ik wil…’. Nee, dat hardop zeggen zou haar heengaan geen eer aandoen. Ik zweeg en liep naar de deur.

Buiten speelde het weer een symfonie die ik lang niet meer gehoord had. Miezeren. Ik rende over de gladde straatstenen, tot ik mijn oude stamkroeg had gevonden. Vroeger had ik mijn vaste barkruk, helemaal links, zo dicht mogelijk bij de tap. Er speelde een band. Melancholieke liedjes, waarvan je zo ontroerd raakte dat je nog maar een keer het vocht van de duivel bestelde. Dat zorgde weer voor de wil om te zingen, dus dan speelde ze nog een nummer. Weer ontdaan, weer drinken. Die barkeeper had het goed bekeken.
Nu wilde ik alleen maar schuilen in dit bruine station, wetende dat mijn laatste halte aan de overkant lag. Vanuit het raam vloog een opzwepende beat mijn oren in. Toch maar doorlopen.

Hoe dichterbij ik kwam, hoe meer ik mij afvroeg of deze stap de juiste was. Zou ze het me kunnen vergeven? Zou ik zelf ooit kunnen leven in de wetenschap dat ik, een man die altijd vrijheid predikte, zijn toevlucht zocht tot iets wat eigenlijk slavernij was? Macht kon mij nooit bekoren, maar nu was ik op weg om mijn wil aan een ander te gaan opleggen. Ja, mijn geliefde deed ook wat ik haar vroeg, maar zij vertrouwde me, kende me al zolang. Daar was nooit geld aan te pas gekomen, wel een oude vriend die ons met elkaar in contact had gebracht.
Ik mijmerde even over die eerste keer, totdat er op mijn rug werd getikt. ‘Wat wilt u nu, aan deze kant blijven of oversteken?’ snauwde een agent. Ik verontschuldigde me beleefd, keek naar het groene stoplicht en wandelde naar het pand. Voor het raam brandde een rood licht.

Schel gerinkel deed mijn lichaam ineen krimpen. Het geluid boorde zich in mijn trommelvliezen, een langzaam wegstervende giltoon achterlatend. Geschrokken trok ik mijn hand terug, maar toen er geen bevestigende klanken ontstonden, legde ik mijn wijsvinger opnieuw op de veel te luide bel. Aan de andere kant van de deur kraakte de vloer. Steeds krachtiger wordende voetstappen volgden elkaar in een hoog tempo op. Iemand draaide vloekend een zware sleutel om, en enkele seconden later loerden twee felle ogen door een spionnetje naar mij. ‘Alleen open voor mensen die wat willen kopen’ kraste een vrouwenstem. Op dat laatste woord legde ze een sterke intonatie. De betekenis kwam zo benauwend dichtbij. Zwijgend wees ik op mijn portefeuille, waarop de sleutel opnieuw werd omgedraaid en de deur piepend openzwaaide.

Bij het binnengaan van de ruimte voelde ik mijn onderlichaam tintelen. Ik proefde een lust die anders smaakte dan vroeger, maar durfde niet toe te geven dat het ook lekkerder was. Aan het plafond hing een zilveren kroonluchter, bloemrijke landschappen versierden de wanden.
Onder de indruk van de weelderige inrichting, liep ik bijna tegen een schone Duitse op. Mijn gastvrouw greep me bij de arm.‘Excuses voor mijn ietwat ongemanierde gedrag. Ik hoop dat u ondanks de onbeleefde ontvangst uw verblijf aangenaam zult vinden. Klachten over geluidsoverlast noden mij om gasten via deze methode welkom te heten.’ Ze wierp me een ondeugend knipoogje toe en fluisterde: ‘Maar dat geluidsoverlast een essentieel onderdeel van onze passie is, hoef ik een expert als u vast niet te vertellen.’ Heel licht betaste ze mijn vingers, onderwijl prevelend: ‘lang, slank, duidelijk een man die de hartstocht weet los te maken’. Mijn wangen gloeiden. Ik complimenteerde haar met haar diamanten ring, tegelijk beseffend dat ik sinds mijn vijfde niet meer gestotterd had. Dromerig staarde ze in de verte, sloeg een witte bontjas om haar naakte schouders en keek me aan. ‘Veel mensen denken dat ik alleen in luxe kan leven dankzij het product wat ik ze aanbied. Maar ik ben een zakenvrouw, heb mijn bedrijf vanaf de bodem toe opgebouwd. Zonder mijn verkooptalent en keiharde mentaliteit, was de zaak allang verloren gegaan.’
Ze gooide haar blonde haren los, slenterde van me weg en kroop op een verleidelijke Japanse. Ineens leek ze twintig jaar jonger. Sensueel, opgewonden. ‘Maar dat betekent niet dat ik niet blij met jullie ben hoor’, klonk het hees vanuit de hoek.

Enigszins verlegen met de situatie slaakte ik een kort zuchtje. Mevrouw, ik ehh…’ Ze keek op, zei niets, maar gebaarde me dichterbij te komen. Ik liet me gewillig naar haar toetrekken. Met een rechte rug zat mijn gastvrouw achter de Japanse, klaar voor de ultieme bevrediging. Ik hapte naar adem, zag haar ogen schitteren, als ware ze bevangen door hoge koorts. Gehypnotiseerd volgde ik de bewegingen, hoorde ik de geluiden. Vergeten maar toch vertrouwd. Steeds heftiger bewegende handen, steeds ritmischere kreten. Mijn gastvrouw beet haar lippen bijna stuk, naderde hijgend haar hoogtepunt. Nog een keer drukte haar huid zich zo dicht mogelijk tegen de ander. Toen lachte ze. Het gekreun bleef exact vijf seconden hangen.

‘Mooi hè’, zuchtte ze. ‘Een mens moet zijn lusten niet proberen te beheersen, maar eraan toegeven.’ Ik stamelde een aantal instemmende woorden. Ze stond op, keek nog even vertederd naar de Japanse en kwam voor me staan. ‘Keus kunnen maken meneer?’ Weer die ondeugende knipoog. ‘Ze zijn allemaal verleidelijk, en beeldschoon, maar de waarheid is…’ Ik voelde dat een vuurrode blos mijn gelaat begon te vullen. ‘De waarheid is?’ De spottende lach bevestigde mijn vermoedens. Ze had geen antwoord nodig. ‘Ik heb niet zoveel geld bij me.’

Vroeger dacht ik dat een kamer zonder geluiden een kamer vol rust betekende. Niets is minder waar. Wanneer je op het moment bent aangekomen, dat er zelfs geen speld meer is om op de vloer te laten vallen, begint de waanzin je verstand te overheersen. Net toen ik mij bijna had overgegeven aan de gekte, murw gebeukt door alle emoties van de laatste maand, begon mijn gastvrouw weer te praten. ‘Ik zei u al, ik ben een zakenvrouw. Maar wel één van de weinige met een hart. Ik zie dat u veel hebt meegemaakt, nee ik wil niet weten wat. Gaat u dat kamertje binnen, gooi het verdriet eruit en laat de vreugde terugkomen. Ze is wel wat oud, maar zeker niet versleten.’ Ik knikte, begaf me erheen, wat kon ik anders. Toen ik bijna bij de deur was, voegde ze er nog aan toe: ‘Ik hoop niet dat u het erg vind als er een oude man meekijkt? Hij is een, laten we zeggen, vaste klant. He really likes to watch.’ Ik aarzelde, schudde toen mijn hoofd en stapte over de drempel.

Spinnenwebben aan de muren, slechts belicht door een smal peertje bij het raam. Wijnvlekken die diep in het gifgroene vloerkleed waren getrokken. Een krukje dat één poot miste, wat er waarschijnlijk nog twee zou verliezen als ik mijn vettige kont erop zou laten neerdalen. Ik hoopte niet dat dit decor symbolisch was, om aan te duiden welke verschrikking er in dit vertrek huisde. Voorlopig was er geen bewoonster.

Ik vond hem het eerst. Grote wenkbrauwen, glad geschoren. Hij hield zijn blik op één plek gericht. Ik wilde hem nog zeggen dat zo’n houding funest is voor je nek, maar zag aan de norse trekken dat zo’n opmerking de duistere sfeer niet zou verlichten. Ik deed een paar passen naar achteren, en daar was zij. Achter een gordijn, volledig gekleed in het zwart. Rouwde ze om mijn komst, of had ook zij een minnaar verloren? Een dikke stoflaag had in de afgelopen uren haar jurk bedekt. Toen ik dichterbij kwam, merkte ik dat ze voor haar gezicht een voile droeg. Ik probeerde haar ervan te ontdoen, maar ze stribbelde tegen. ‘Luister, ik heb voor je betaald, dus doe niet zo lastig. Ik vind het vervelend voor je, het is nu eenmaal niet anders. Laten we er het beste van maken.’ Ze antwoordde niet, maar liet deze keer wel gewillig haar sluier los.

Zonder oogcontact te maken begon ik haar te observeren. Klein, tenger. Donkere plekken ontsierden haar ranke gestalte. Waarschijnlijk ruwe behandelingen, van mijn voorgangers. Flitsen van afranselingen schoten voorbij. Ze creëerden een schuldgevoel, en een haat tegenover de persoon die ik was geworden. Hoe zou ik zoiets kwetsbaars kunnen gebruiken om mijn leed te verzachten? Zij had immers mijn geliefde niet naar het dodenrijk geroepen. Ik probeerde haar gerust te stellen, vertelde haar dat ik geen perverse vent was die haar voor zijn eigen genot wilde pijnigen. Onaangeroerd bleef ze staan, zonder in te gaan op mijn pogingen tot het beginnen van een conversatie. Iets in mij wilde haar aanraken. Misschien zou lichamelijk contact de muur die tussen ons in stond kunnen slechten. ‘Ik zal je geen pijn doen, dat beloof ik, maar ik moet weten hoe je aanvoelt.’ Geen reactie.
Ik besloot haar heel voorzichtig te betasten. Vinger voor vinger legde ik eerst mijn linkerhand op haar blanke huidje, en toen de rechterhand. Ze begon te praten, eerst onrustig, later kalm. Haar stem straalde een behaaglijke warmte uit. De klanken vlogen door de lucht, daalden op me neer als zachte kusjes. Plotseling voelde ik iets kils ertussen. Het waren twee mannelijke ogen.

Ik was zo in extase geraakt, dat ik de andere klant was vergeten. Hij ons niet. Zijn mondhoeken wezen naar beneden, slechts een nauwe spleet bleef er over om te kunnen ademen. Met een boosaardige blik was hij ons gade aan het slaan. Ik hoorde dat zijn afwezigheid haar beangstigde, ze was in mineur. Ik keek naar hem, probeerde hem duidelijk te maken dat hij niet langer gewenst was. Hij staarde terug, zei niets, terwijl zij steeds harder begon te snikken. Hij wilde het harder, dat begreep ik uit zijn gemene kijken. ‘Geniet je soms als iemand lijdt?’ schreeuwde ik. ‘Verdwijn, je maakt haar bang’. Hij bleef staren, net of hij wachtte op het moment tot ik haar rake klappen zou geven.
Nu begon ook zij te schreeuwen, wanhopig smekend naar hem. Haar radeloosheid voelde als messteken. Hij moest weg. Heel even streelde ik haar nog, een bemoedigende zin fluisterend. Toen stak ik mijn hand uit, en deed een krachtige greep naar de nek van de man who liked to watch.

‘Au.’ Een glasscherf was in mijn wijsvinger gevallen. Ik stak het topje in mijn mond, en keek naar de vloer. Die was bezaaid met delen en deeltjes van het portret van Johann Sebastiann Bach. Zijn naar sadisme riekende grijns lag ergens onder de kruk. Het verwachte gestommel op de gang bleef uit. ‘Je hebt een aardige klap gemaakt Johann. Moet je mij ook maar niet storen als ik jouw eigen Toccata et Fugue in D minor aan het opvoeren ben.’ Nog steeds kwam de verkoopster het kamertje niet binnen. Blijkbaar had dit gedeelte van de pianowinkel dikke muren, zodat het gerinkel alleen voor mij te horen was geweest.
Ik draaide mijn hoofd weer naar de vleugel, waarop ik zojuist sinds lange tijd heerlijk had gespeeld. Deze Steinway zou het gat wat mijn ouwe trouwe Pleyel had achtergelaten, moeiteloos opvullen. Ik klom weer op de kruk, en aaide de toetsen. ‘Maar eerst speel ik op jou nog een eigen compositie. Om ons net gesloten huwelijk feestelijk in te luiden. Wees maar niet bang, ik zorg altijd goed voor mijn instrumenten.’ Opnieuw galmden warme klanken door het kamertje, deze keer afkomstig van het stuk ‘Liefde in F Majeur’. De Steinway stond op pianissimo.
__________________
L'art pour L'art. Gaat heen en schrijf!

Laatst gewijzigd op 13-03-2005 om 20:15.
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 13-03-2005, 13:16
I C U
Avatar van I C U
I C U is offline

Very nice!

Een iets wat volgens mij niet klopte:
Citaat:
Ik mijmerde even over die eerste keer, totdat er op mijn rug werd getikt. ‘Wat wilt u nu, aan deze kant blijven of oversteken?’ snauwde een agent. Ik verontschuldigde me beleefd, keek naar het groene stoplicht en wandelde naar het pand. Voor het raam brandde een rood licht.
Een agent vraagt naar mijn idee niet aan iemand of hij over wilt steken of niet. Lijkt mij eerlijk gezegd niet een van zijn taken...

De laatste alinea vind ik verwarrend, misschien dat ik nu een idee heb van hoe en van wat, maar toch geloof ik niet dat ik het helemaal snap

Verder: boeiend geschreven, leest goed weg, en... Nou ja, het is gewoon een goed verhaal!
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
Met citaat reageren
Oud 13-03-2005, 13:20
Tovenaar
Tovenaar is offline
Citaat:
I C U schreef op 13-03-2005 @ 13:16 :

Very nice!

Een iets wat volgens mij niet klopte:

Een agent vraagt naar mijn idee niet aan iemand of hij over wilt steken of niet. Lijkt mij eerlijk gezegd niet een van zijn taken...

De laatste alinea vind ik verwarrend, misschien dat ik nu een idee heb van hoe en van wat, maar toch geloof ik niet dat ik het helemaal snap

Verder: boeiend geschreven, leest goed weg, en... Nou ja, het is gewoon een goed verhaal!
Dat stukje is gebaseerd op een aantal zeer strenge wijkagenten, die het niet zo prettig vinden als je voor een stoplicht blijft rondhangen.

ps, als je het niet snapt, pm me dan maar hoe je denkt dat het verhaal in elkaar zit. Anders gaan mensen dit al lezen voor ze beginnen en verliest het stuk z'n kracht.
__________________
L'art pour L'art. Gaat heen en schrijf!
Met citaat reageren
Oud 13-03-2005, 13:24
Verwijderd
Magisch.
Met citaat reageren
Oud 13-03-2005, 17:41
Roosje
Avatar van Roosje
Roosje is offline
Als het gaat zoals ik denk dat het gaat, vind ik het erg leuk.

Anders ook.
__________________
Veel lopen, langzaam water drinken.
Met citaat reageren
Oud 13-03-2005, 18:27
Changshan
Avatar van Changshan
Changshan is offline
Erg leuk gedaan.
Ik denk dat ik het zonder dat laatste stuk ook wel leuk had gevonden, maar het is wel een creatieve toevoeging aan het geheel, zo.
Je schrijft sowieso boeiend, en dat hield me vooral aan het begin van het verhaal goed vast bij het lezen.

Ik heb maar één (type)foutje kunnen ontdekken, en dat was een werkwoord dat ergens in het meervoud moest.
__________________
"DAS WAR EIN BEFEHL!"
Met citaat reageren
Oud 13-03-2005, 19:19
Zut Alors!
Avatar van Zut Alors!
Zut Alors! is offline
Het is wel een zware tekst, behoorlijk. Ook als je het terugleest moet je af en toe creatief zijn, maar ik moet toegeven dat hij dan ook zeer creatief is geschreven. Vanaf het begin trapte ik erin.
Één ding begrijp ik echter niet; de 'man who likes to watch'. Zou je dat uit kunnen leggen?

[edit] laat maar, zie 'm al!
Nogmaals: netjes gedaan.
__________________
Recht voor je raapje!
Met citaat reageren
Oud 13-03-2005, 19:28
Tovenaar
Tovenaar is offline
Ik heb geprobeerd het zo subtiel mogelijk te houden, omdat het anders ongeloofwaardig wordt. Ik weet niet of dat helemaal gelukt is (bijvoorbeeld de zinnen waarin ik ''huid'' gebruik vind ik jammer) maar soms moest het wel iets levendiger worden gemaakt, omdat ik er anders niet uitkwam. In ieder geval allemaal bedankt voor jullie reacties.

ps Changshan, ik zie de typefout zelf niet. Zou je hem nog willen opzoeken, dan kan ik het nog verbeteren.
__________________
L'art pour L'art. Gaat heen en schrijf!
Met citaat reageren
Oud 13-03-2005, 20:02
Changshan
Avatar van Changshan
Changshan is offline
Einde van de tweede alinea:

"... verzekerdeN vrienden mij. Ze hadden ongelijk."


Toch mooi dat je zo foutloos (ook qua constructies dus) schrijft. Dat maakt het makkelijk je op de creatieve stijl te storten, die je hier hanteert.

Chan
__________________
"DAS WAR EIN BEFEHL!"
Met citaat reageren
Oud 13-03-2005, 20:15
Tovenaar
Tovenaar is offline
Citaat:
Changshan schreef op 13-03-2005 @ 20:02 :
Einde van de tweede alinea:

"... verzekerdeN vrienden mij. Ze hadden ongelijk."


Toch mooi dat je zo foutloos (ook qua constructies dus) schrijft. Dat maakt het makkelijk je op de creatieve stijl te storten, die je hier hanteert.

Chan
Dank je
__________________
L'art pour L'art. Gaat heen en schrijf!
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren

Topictools Zoek in deze topic
Zoek in deze topic:

Geavanceerd zoeken

Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 06:50.