Ik hoop op commentaar!
xxx
Uiteindelijk sta ik maar op. Het is te warm om te slapen, en vanuit mijn bed kan ik niet naar je kijken. Zo mooi als je bent, wanneer je slaapt.
Op dit soort momenten ben ik zo blij met m’n brede vensterbank, als ik daar op ga zitten kan ik tegelijkertijd uitkijken op de straat, en jouw lieve gezicht zien.
Zachtjes open ik het raam, gelijk voel ik een vlaagje warme wind langs m’n gezicht strijken. Ik klim in de vensterbank en steun met m’n hoofd op m’n opgetrokken knieën. Ik kijk naar buiten, naar de winkelruiten met ijzeren hekken ervoor. Ik zou willen dat we buiten waren, jij en ik. Ik hoor je mompelen in je slaap. Ik verlang naar je, zoals ik al jaren doe. Sinds de dag dat je hier kwam wonen droom ik over je. Het zou zo mooi zijn als wij samen waren, jij en ik. We zouden elkaar aanvullen, elkaars persoonlijkheid compleet maken. Zelfs ons uiterlijk is mooi bij elkaar. Mijn bruine haar heeft bijna dezelfde kleur als jouw grote ogen.
Ik ben zo blij dat mijn vader en jouw moeder elkaar hebben gevonden. Toen ik haar voor het eerst zag vond ik haar maar niets, met haar harde lach en felle shawltjes. Tot ze jou een keer meenam, verstopte ik me op mijn kamer al zij bij ons was. Ik schrok, toen ik je zag. Zo’n jongen als jij bent had ik nog nooit gezien. Je lijkt in niets op je moeder. Nog steeds vind ik het vrijwel ongelooflijk dat jullie moeder en zoon zijn.
Toen onze ouders samen wilden wonen, vond ik het een beetje eng. Mijn vader, met een nieuwe vrouw. Alsof hij mama gelijk was vergeten, terwijl ze nog maar vier jaar geleden overleden is. Maar de gedachte dat ik jou dag en nacht om me heen zou hebben maakte het een leuk avontuur.
Het is fijn om naar je te kijken terwijl ik hier zit. Het is niet de eerste keer dat je op mijn kamer slaapt. Op jouw kamer op zolder is het nou eenmaal veel te warm in een zomer als deze. Ik geloof dat het jou niet uitmaakt of je hier slaapt of ergens anders. Waarom zou je je er druk om maken? Jij hebt al maanden een vriendin. Dat mooie meisje, ik vraag me af waarvan je haar kent.
Een diepe zucht van jou maakt dat ik opschrik uit mijn gedachten. Gelukkig, je slaapt nog. Ik zou me zo schamen als je me zo zou zien, je mag nooit weten dat ik van je houd. Je zou me afwijzen, je ziet me als je kleine zusje.
Ik kijk nog even naar je, dan stap ik zachtjes van de vensterbank af, voorzichtig dat ik je niet wakker maak. Ik ga weer in m’n bed liggen, proberen te slapen. Ik hoop dat ik over je ga dromen, als ik slaap ben ik dichter bij je dan ik ooit in het echte leven zal komen.
|