Oud 21-10-2005, 01:01
T_ID
Avatar van T_ID
T_ID is offline
Ik ben de laatste tijd bezig om een verhaal te schrijven, science fiction (dat komt ervan als je teveel Star Trek kijkt ).

Nu is dit de eerste keer dat ik me waag aan zoiets omvangrijks, alles dat ik tot nu toe schreef was hoofdzakelijk korte teksten voor fantasy roleplaying, voor verhalen die daar (digitaal dus) uitgespeelt werden.


Nu is dit boek druk bezig om erg groot te worden (40 pagina's op de pc, en ik ben ergens op de helft, terwijl ik ook hoofdstukken in de uitwerking van het verhaal heb overgeslagen)

Nu vroeg ik me af of mijn schrijfstijl een beetje over komt. pakt het? nodigt het uit om verder te lezen? schrikt het juist af? waarom?

Ik maak door het boek heen gebruik van een ik-perspectief met wisselde ik-personen, met een uitzondering waarin ik een niet-persoonlijke verteller gebruik.

Wat ik hieronder post zijn twee hoofdstukken die grootdeels af zijn en deel uitmaken van een soort actiescene die zich afspeelt binnen een oorlog die in het boek woedt.



Voor iedereen die niet zonder achtergrond info kan : het speelt zich af rond twee beschavingen die eeuwenlang gescheiden zijn door een grote nevel in de ruimte waardoor het heelal op die plek als het ware in tweeën werd gedeeld. Aan de ene kant is een onmetelijk rijk van allerlei planeten die tot in lengte van dagen bewoont zijn geweest, aan de andere kant vier staten (landen past niet echt bij iets dat meerdere planeten omspant, toch? ) die ontstaan zijn nadat de mensen die erin wonen eeuwen terug verdreven werden naar de andere kant van deze grote nevel. Op een gegeven moment ontdekt de een de ander en knopen ze relaties aan. Het duurt echter niet al te lang eer de 'oude wereld' die nieuwe landen binnen probeert te vallen. Deze hoofdstukken spelen zich af op de planeet die van de vier staten het dichtst bij de nevel staat. In de voorgaande hoofdstukken werd de invasie van de planeet zelf beschreven, het hoofdstuk zelf speelt een paar weken na de eigenlijke inval en zoomt in op een soldaat (die tot nu toe naamloos blijft, hij komt maar twee hoofdstukken voor) van de verdedigers en beschrijft hoe een dorp wordt ingenomen.





Jullie vallen dus midden in het verhaal met maar een weinig aan achtergrondinformatie. Wat valt je op aan mijn schrijftstijl? Wat kan beter denk je? (wijs me op d/t fouten maar hang me er niet aan op, op dat onderdeel is Nederlands namelijk echt mijn goederste vak ) en vooral, is het een beetje pakkend? Lees je de hoofdstukken erna als je dit gelezen zou hebben in een boek?

Anyway, lees en barst los.
__________________
"Republicans understand the importance of bondage between a mother and child." - Dan Quayle
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 21-10-2005, 01:11
T_ID
Avatar van T_ID
T_ID is offline
15

De drie morituri zaten in hun witte camouflagepakken losjes over hun zwarte uniform in de sneeuw tegen de helling aan geleund. De morituri waren geharde elitesoldaten, in kleine groepen moesten ze vooral ’s nachts zoveel mogelijk schade en chaos veroorzaken, ik had allerlei verhalen over hen gehoord, ze zouden ter dood veroordeelden zijn die niets te verliezen hadden, fanatieke vrijwilligers die over ieders lijk zouden gaan om te bereiken wat ze wilden. Vreemd genoeg zagen ze er nu ik ze rustig zag zitten eten helemaal niet uit als de mythische demonen zoals ze voorgesteld werden.
Ik pakte mijn rugzak op en liep naar Jalmar toe, die een paar meter verder zijn maaltijd op zat te eten. Hij was sergeant in dezelfde eenheid als ik, ik kende hem. “Heb je die morituri gezien die hier al een paar dagen zijn?” informeerde ik. “Jalmar haalde zijn schouders op en stopte even met eten. “We mogen wel blij met ze zijn, iedereen die zij tot nu toe omver hebben geschoten. Scheelt ons later werk, en voor mijn part mogen ze het hebben ook.”
Ik keek langs hem nog een keer naar de etende morituri, hun officier stond op de heuvel waar we achter lagen te praten met onze commandant, Anderson. Jalmar grijnsde “Kloppen de verhalen als je zo kijkt?” Ik keek hem aan. “Ik weet niet wat ik ervan moet denken, het zal niet allemaal waar zijn. Weet jij wel wie ze precies zijn?”
Jalmar knikte “Een kennis van me kreeg na zijn dienstplicht een aanbod om bij de morituri te gaan.” Jalmar keek me aan. “En nu moet je dit niet verkeerd opvatten, maar wat er zo speciaal is aan die mensen is dat ze gehandicapt zijn.” Ik fronsde. “Ze zijn geboren met een afwijking waardoor ze bij andere mensen niet in staat zijn de emotie van angst, en doodsangst, te herkennen. Het zit ze dus ook niet zoals andere mensen, dwars om dat te zien.” “Dus in feite lopen ze geen trauma’s op als ze iets ergs meemaken?” Vroeg ik. “Niet helemaal, natuurlijk kennen ze emoties zoals wij, maar als het om doden gaat dan voelen ze niets, ze kijken met dezelfde emotie naar een lijk als naar een blanco vel papier. Daardoor zijn ze veel beter geschikt voor het smerige werk dan een normaal iemand. Je weet zelf dat overal in de opleiding en in gevechten wordt voorkomen dat onze soldaten hier zwaar getraumatiseerd vandaan komen omdat we voor ons land hebben gevochten.” Ik knikte en haalde mijn schouders op, niet echt in staat me voor te stellen wat Jalmar bedoelde.

“Zeg Jal, achter deze heuvel, waar de commandant naar staat te kijken, dat is toch het dorp waar je zelf woont? Holmgard toch?” Informeerde ik. Jalmar pauseerde even en keek me aan. “Klopt. Ik was nog thuis toen de inval begon, maar ik heb me weer aangemeld voor dienst toen duidelijk werd hoe groot de overmacht was. Gelukkig waren mijn vrouw en zoon op vakantie, want een week geleden werd het dorp bezet.”
Zelf woonde ik in Hamburg-Stad, vlakbij de ruimtehaven waarvandaan al het vliegverkeer de dampkring uit geregeld werd. Hamburg-Stad werd fel verdedigd en zou als hoofdstad als laatste vallen.
Jalmar grijnsde wrang “Je hebt ook de rookwolken gezien die uit het dorp komen? Ik troost me maar met het idee dat ze meubels opstoken omdat ze niet voorbereid waren op de kou.” Ik knikte terwijl ik rondkeek door het kleine dal waar we in zaten, het vroor nu al weken een graad of twintig, veel anderen van onze eenheid waren nu klaar met eten en pakten hun spullen in. De morituri soldaten waren opgestaan en liepen met hun wapens losjes over hun schouders rondjes te lopen tussen de mensen door. Opeens gooide Jalmar met een grom zijn eten van zich af, greep zijn geweer en sprong op. “Ik heb er genoeg van. We zitten hier nu al bijna twee uur ons te verstoppen. Wanneer gaan we die klootzakken nu eens te lijf?!”

De aandacht van een van de morituri was getrokken door Jalmars opspringen. Hij kwam rustig onze kant op slenteren. “Nerveus?” Informeerde de man toonloos. “Dat dorp, ik woon daar. We zitten niets te doen. Ik ben het zat!” Beet Jalmar de man toe. De man haalde een hand door zijn lichtblonde haar “Tja, je moet begrijpen dat er in je dorp een slordige vierhonderd man zitten. Zomaar erop af stormen is zelfmoord.”
De man tilde zijn wapen op, een aangepaste versie van de energiewapens die wij zelf gebruikten en zette het wat beter op zijn schouder. “Kom anders, we hebben een observatiepost aan het eind van het dal. Je kan van daar even kijken zonder dat we kans lopen zelf gezien te worden.”
De man draaide zich om en begon voor Jalmar uit te lopen, ik stond op en besloot hen ook te volgen. Het dal maakte een kleine bocht en na een paar honderd meter zagen we een kleine inham in de heuvel. Over de kleine inham was een zeil gespannen waar weer een net overheen lag dat op zijn beurt helemaal onder gesneeuwd was.
De morituri soldaat schoof het net aan de achterkant opzij kroop onder het zeil. Ik volgde Jalmar en de andere man en kroop onder het zeil, ik ging naast Jalmar liggen en tuurde over de rand die de morituri in de post hadden gebouwd.
We hadden een uitzicht over het wijde dal dat de heuvel waarop Holmgard lag omcirkelde en konden ook het dorp zelf prima zien. Uit een hoek achteraan het dorp stegen langzaam zwarte rookwolken op. Ik pakte mijn verrekijker uit zijn tas aan mijn riem en keek naar het dorp. Tussen de huizen zag ik hier en daar Etaanse soldaten lopen in hun groen-gele uniformen.
Ik grinnikte bij mezelf, ze waren in de sneeuw prachtige doelwitten, en ze zouden het wel koud hebben, maar ze konden niet weten dat zelfs de systemen die het klimaat van de planeet beinvloedden tegen hen gebruikt zouden worden.


Opeens mompelde de morituri soldaat naast me een vloek en verwisselde zijn verrekijker voor zijn geweer en keek door de kijker die erop zat naar de westkant van het dorp. “Wat is er?” Vroeg ik, terwijl ik met mijn kijker probeerde te zien waar hij zijn geweer op richtte. Voordat de man kon antwoorden vloekte Jalmar hardop. “Ze hebben Ingrid daar!” Ik kreeg nu ook in beeld waar ze op doelden. Aan de rand van het dorp was een Etaanse soldaat verschenen die zo te zien bezig was een vrouw voor zich uit het dorp uit te drijven.
Jalmar vloekte nogmaals en gooide zijn kijker aan de kant en pakte zijn geweer. De morituri soldaat naast hem merkte direct met een snijdende stem op “Als je die man neerschiet dan hebben we binnen drie minuten het hele stelletje op onze nek en kunnen we de aanval om het dorp terug te nemen ook vergeten. Niet schieten dus.”
“Maar.. Maar we kunnen hem zoiets niet laten doen.” Sputterde Jalmar tegen. “Maakt me weinig uit, ik ga vandaag niet sterven omdat jij het zoveelste burgerslachtoffer dat ze maken niet aan kon zien.” Gromde de man zonder verder te bewegen.
Ik verwisselde ook maar de verrekijker voor mijn geweer en tuurde naar het tafereel aan de rand van het dorp. De ingebouwde richtapparatuur zette zich vast op de twee mensen in de sneeuw en begon de invloeden op een eventueel schot te berekenen. Na een seconde gaf het een afstand van 864 meter en een raakkans van 16% aan.
De morituri trok van onder zijn beenplaat in zijn uniform een module voor zijn wapen tevoorschijn en schroefde die zonder uit zijn vizier weg te kijken erop. De Etaanse soldaat dreef de vrouw in haar gehavende kleren nu van het dorp weg richting de bosrand verder op. “Als jij nu het dal door rent naar de plek waar die twee de bosrand zullen bereiken dan ben je net op tijd om haar te helpen en zijn lijk te verbergen.” Zei de morituri terwijl hij Jalmar aanstootte “Laat dit maar aan mij over, zodra zijn vriendjes in het dorp niet meer op hem letten leg ik hem neer.”

Ik keek op, Jalmar leek een moment in tweestrijd, maar verdween toen snel terug het dal in. Ik volgde het tafereel op de open sneeuwvlakte, de soldaat dreef de vrouw steeds verder richting de bosrand en gebruikte daarbij zijn wapen om haar mee te slaan als ze niet snel genoeg liep. De morituri naast me gromde terwijl hij zijn blik op de rand van het dorp richtte en keek of er mensen de vrouw en haar belager nakeken. “Nog een klein stukje verder... goed zo..” Het paar was nu de helling aan het beklimmen. Ik stelde het vizier sterker in, het beeld kwam dichterbij.
De Etaan sloeg de vrouw tegen de grond en keek een moment op haar neer. Hij hief zijn wapen omhoog en deed er iets mee, kennelijk om het scherp te stellen. Hij richtte zijn geweer, ik moest mijn best doen niet zelf de trekker over te halen en de man te bestoken om te voorkomen dat hij de vrouw zou vermoorden.
Opeens verscheen er een zwart gat in zijn zij en zijn uniform vloog in brand. De morituri naast me bracht zijn wapen omlaag en knikte. “Die praat niet meer.”
Ik keek hem verbaast aan, ik had geen energielading uit zijn wapen zien komen en ook niets gehoord. De man verlegde zijn geweer en begon naar de rand van het dorp te turen of iemand zijn slachtoffer zag vallen, maar alles leek rustig te blijven. De vrouw stond verbaasd te kijken naar haar dode belager toen een paar seconden later Jalmer vanuit de bosrand aan kwam rennen, de vrouw meesleurde en het lijk over zijn schouder gooide om het uit het zicht te halen. De morituri soldaat liet zijn geweer zakken en schroefde de laatste module er van af. “We zullen nu binnen de korste keren in de aanval moeten voordat ze hun collega gaan missen, maar het is nog steeds beter dan dat ze nu al gealameerd worden zoals je maat graag wilde bereiken.”
Ik werkte me onder het zeil vandaan en liep weer het smalle dal in. We begonnen rustig terug te lopen naar waar mijn eenheid zich verborgen hield. Ik besloot verder te vragen naar hoe de man een geluidloos schot kon lossen op zo’n afstand, waarbij ook nog eens geen projectiel te zien was geweest. “Wat voor wapen is dat eigenlijk? Ik had 16% kans om te raken op die afstand, maar jij raakte het eerste schot, en nog zonder geluid ook. Wat voor module was dat die je daarnet gebruikte.”
De man trok het wapen van zijn schouder en hield het voor zich tijdens het lopen om me te laten zien. “Ach, het is op zich gewoon hetzelfde standaard VAC geweer als je zelf hebt, maar bijna alle modules krijgen we in verbeterde versies. Er zit een betere generator in zodat ik energie heb voor meer schoten en ook sneller kan vuren.” De man klopte op de loop, die zag er iets anders uit dan op mijn wapen. “En dit is een uitvinding die toepasselijk ‘darkfire’ is genoemd. De enige truc is eigenlijk dat het het geluid dempt tot het nauwelijks hoorbaar is, en de energie zo vervormd dat het niet zichtbaar wordt. Nuttig wanneer je tussen een overmacht in zit en niet gezien mag worden.”
“Dat is waarvoor jullie getraind worden toch?” ging ik nog iets verder in op zijn taken. “Klopt, we zijn hier naar toe gehaald na de bezetting van dit dorp. We hebben ze sinds die tijd elke nacht het leven zuur gemaakt.” De man gebaarde om zij uitleg duidelijk te maken. “Het is een kwestie van moraal. Ze hingen gordijnen en planken rond de rand van het dorp nadat we er een paar neer hadden geschoten. Toen we dat oplosten door er simpelweg lukraak doorheen te schieten groeven ze een soort een loopgraaf om buiten schot te kunnen blijven. Toen zijn we ’s nachts daar op af gegaan en hebben letterlijk van op de rand ervan iemand neergeschoten midden tussen zijn collega’s.
Als je dezelfde seconde weer even onzichtbaar bent als daarvoor dan worden ze bang, ze denken door spoken belaagt te worden, en daardoor raken ze gedemotiveerd. Daar zijn we voor.”
De man haalde zijn schouders op “Daar zijn we goed in, ik heb nooit anders geweten dan dat het neerschieten van iemand weinig anders betekent dan dat hij dood neer valt en maar beter een vijand kon zijn geweest. Iemand moet de vieze klusjes opknappen.” Het viel me op dat het wel leek alsof de man zich voor zijn afwijking probeerde te verontschuldigen, hoewel ik hem duidelijk daar niet op had aangevallen. Het leek wel een soort schuldgevoel over iets dat hij niet kon helpen.

“Maar waarom werden jullie nu speciaal hier naar toe gestuurd? Het dorp heeft geen strategische waarde, en de eenheid die er in zit is ook geen speciale waarde.” De man opende zijn mond om te antwoorden maar bedacht zich toen. “Dat kan ik niet zeggen. Ik kan je wel zeggen dat je er nadat we dat dorp innemen je erachter zult komen. Ik kan je ook vertellen dat wat je daar zult zien overal schijnt voor te komen, en dat we onze handen vol hebben met het bestrijden ervan.” De man versnelde zijn pas, duidelijk om het gesprek te beindigen.

Ik vroeg me af wat hij bedoelde, het klonk cryptisch. Ik liep door en kwam terug waar iedereen tot voor kort had zitten eten. Nu zat iedereen tegen de heuvelrug aan tussen de bomen, hun blik op het dorp gericht. Ik begon te rennen toen ik onze luitenant zag staan om te verantwoorden waar ik was gebleven. Toen ik aan kwam rennen keek hij al op en gebaarde alsof hij iets weg wuifde. “Ik hoor het net. Goed gewerkt, maar we gaan zo direct in de aanval. Maak je klaar.”
Ik draaide me om en zocht naar Jalmar, hij was als sergeant boven me degene bij wie ik moest zijn tijdens de aanval zelf. Hij zat nauwelijks dertig meter verder met de rest van de mensen die onder hem vielen.
Ik knielde naast hem neer, aan de andere kant van de boom waar hij tegenaan zat. “Is alles goed gekomen?” informeerde ik terwijl ik snel mijn uitrusting klaar maakte, alle tassen goed, pantser vast en op de juist plekken, wapen klaar en opgeladen.
Jalmar schudde met een verbeten blik zijn hoofd. “Verkrachting.. Ze is nu bij de doc.”
Het was een enkel woord, te verwachten zelfs naar wat ik al had gezien voordat haar belager neer werd geschoten, maar toch voelde ik me verbaasd en geschokt.
Terwijl de officier via de radio in onze helmsets begon met uitleggen maakte de verbazing al snel plaats voor een gevoel van agressie tegen de mensen die hun eigen ellende uitleefden op een vrouw die hen niets had misdaan. Ik knipperde de woede een moment weg en focuste op de strategie die werd verteld.

“..ondersteuning ligt aan de west en oostkant van de aanval en zal vuursteun leveren. Scherpschutters blijven direct achter liggen en vuren op gelegenheidsdoelen, voorkom slachtoffers in de opmars. We moeten een stuk open veld over voordat we tussen de huizen zitten. Geef dekkingsvuur en laat je niet vast pinnen. De morituri ondersteunen van tussen de rangen in, hou er rekening mee en loop ze niet in de weg.”
Anderson ratelde systematisch de standaardaanpak voor stadsgevechten af. “Ramen inslaan, plasmagranaten. Daarna naar binnen en zuiveren. Geen andere gebouwen innemen dan je verteld is, we mogen elkaar niet opblazen door fouten. Ik verwacht mogelijk burgers in het dorpsgebouw op het centrale plein, voor de rest geen. Dat gebouw nemen we als laatste in. Samentrekken rond het plein, dus eerst de rand van het dorp volledig omsluiten zodat ze niet weg kunnen. We moeten deze eenheid in een keer helemaal oprollen.”

Die laatste zin viel me, hoe kon het een volledig bewoond dorp zijn en toch maar op een plaats mogelijk brugers hebben om rekening mee te houden? Anderson besloot “Het is drie tegen een. We moeten over ze heen rollen en de stand gelijk maken voordat ze weten wat er gebeurd. Ik weet dat jullie vechten als de beste, maar zorg ervoor dat ik morgen niemands familie hoef te vertellen dat ze hun familielid niet meer terug zullen zien. Iedereen klaar?” De officieren van de subgroepen meldden zich met hun kleur, stuk voor stuk dat ze klaar waren, Jalmar reageerde in de juiste volgorde “Team blauw, klaar. We wachten op signaal ” Het bleef een paar seconden stil, toen klonk bij iedereen één enkel woord uit de helmradio’s. “Aanvallen.”




16

Als één man stormde de gehele eenheid naar voren over de top van de heuvel heen. Iedereen wierp zich in de stuifsneeuw en begon er doorheen te ploegen richting het dorp, ondertussen af en toe gespannen door de geweersvizieren kijkend of al iemand ons had gezien.

Na ongeveer een halve minuut begonnen de mensen die ons met zware wapens moesten ondersteunen opeens te schieten en namen een paar van de daken onder vuur.
Er klonken een paar hoge korte knallen die aankondigden dat de scherpschutters zich vanuit de bosrand ook met de zaak begonnen te bemoeien.
Ik stopte een moment om een snel salvo af te vuren over een dak waar ik eerder een aantal soldaten had zien staan. Ik rende achter Jalmar aan die tijdens het rennen de mensen onder hem gebaarde welke gebouwen aan de dorpsrand ze ieder moesten innemen.
Jalmar draaide zich om en gebaarde naar me “Kom mee, we gaan met z’n tweeën!” Iedereen begon de rand van het dorp te bereiken en de eerste vijandelijke soldaten verschenen in de straten.

Jalmar en ik stormden een hoek om en liepen recht tegen drie Etaanse soldaten aan die verbaasd opkeken, verrast omdat we opeens voor hun neus stonden.
De tijd leek haast trager te verlopen dan normaal, ik zag Jalmar al van tevoren wegduiken toen een Etaan zijn wapen op hem richtte en zelf tijdens zijn val de man neerschieten, zelf richtte ik op de middelste soldaat. Terwijl in een raar soort slowmotion mijn geweer flitste en zijn energieprojectielen uit begon te spuwen verscheen er een klein gaatje in het gezicht van de man, een van de sluipschutters had ons van op afstand gevolgd en een voltreffer geplaatst. Al schietend draaide ik naar de meest linkse man die terwijl hij zijn wapen van zijn schouder haalde door zowel Jalmar als mijn vuur werd weggemaaid.

Twee seconden later lagen de drie dood op de grond en stond Jalmar naast me, zonder nadenken renden we door naar het huis dat ons doel was. We ploften onder een raam tegen de muur en hijgden een moment na van de sprint en de adrenaline.
Jalmar wees omhoog en haalde een plasmagranaat los van zijn gordel. Ik knikte en sprong op terwijl Jalmar het beveiligingskapje van de granaat trok en de knop indrukte waarmee het ding scherp gesteld werd.
Ik sloeg met de achterkant van mijn wapen de ruit in, dezelfde seconden ramde Jalmar de granaat door het raam en we sprintten direct rond het gebouw naar de deur. Terwijl de ramen met een overvloed aan de voor onze granaten zo karakteristieke witte vonken uit elkaar spatten stelden we ons naast de deur op.
Een seconde na de explosie beukten we door de deur heen en stormden een hal in. Het was een gewoon woonhuis, maar het hele interieur was vernield, op de vloer lagen twee dode Etanen.
We liepen snel door de andere vertrekken heen zonder iemand te vinden en renden terug naar buiten voor het volgende huis. Om ons heen was de hele eenheid bezig om op dezelfde manier het dorp huis voor huis in te nemen, enkele teams bleven op straat en hielden gelijke pas met de huizenveroveraars om alle vijanden die zich op straat waagden te stoppen.
We waren nu dichtbij de kern van het dorp en de vuursteun vanuit het bos was stilgevallen, overal klonk alleen nog maar de knallen van de Etaanse geweren en de korte felle flitsen die onze geweren produceerden, onderbroken door explosies. We renden een paar teams voorbij en bereikten een iets groter huis.
Dit keer greep ik een granaat en trok alvast de beveiliging er af. Jalmar rende langs een raam aan de zijkant en sloeg het in. Ik drukte de knop op de granaat in en ving nog een glimp op van drie Etanen die als verlamd keken toen ik de granaat door het raam heen gooide.
Ik dook onder het raam en een stroom aan vonkende energie vloog over me heen terwijl de explosie al het levende in de kamer uit elkaar trok.
Een paar seconden later stonden we binnen, een moment pauzerend om alle deuren te zoeken. “Links” riep Jalmar terwijl hij zelf naar een tweede deur aan de rechterkan van de hal waar we in stonden stormde. Ik rende naar de hoek toe, met mijn geweer alvast om de hoek wijzend.
Toen ik door de opening heen ging verscheen tegelijk een Etaanse soldaat die in dezelfde houding de hoek om kwam rennen. Een ondeelbaar moment staarden we elkaar aan terwijl we allebei de trekker over haalden. Een blauwe lichtflits maakte zich los van de loop en vloog tergend traag op de Etaan af die langzaam zijn mond opende voor een schreeuw, een tweede, derde en vierde volgden en schepten de man. De uitdrukking op zijn gezicht veranderde in stomme verbazing terwijl hij werd opgetild en van me af gesmeten terwijl er in zijn vlucht gaten ontstonden in zijn groen en gele uniform om daarna tegen de muur van de gang aan te landen.
Een eindeloze tijd stond ik te kijken naar de laatste beweging van het lichaam. Ik liet mijn wapen zakken en werd terug getrokken in de normale wereld doordat mijn arm over iets ruws heen schuurde.
Ik keek omlaag en zag twee zwarte beschadigingen in mijn pantser zitten, op mijn zijkant, ter hoogte van mijn hart.
Jalmar dook achter me op en duwde het lijk tegen de muur zijn geweer onder de neus, controlerend of de man ook daadwerkelijk dood was. “Leef je nog?” Informeerde hij terwijl hij het lijk liet voor wat het was.

Ik hijgde met een onverklaarbare, onlogische grijns op mijn gezicht, nu pas beseffend dat een anderhalve centimeter stugge kunststof alles was wat tussen mij en mijn dood in had gestaan. “Pantser.. hield het.. niks geraakt..” wist ik uit te brengen.
Zonder ver te wachten beende Jalmar door naar de deur aan het eind van de gang, de ruimte waarin in de granaat was gegooid erachter. Ik volgde hem, nog steeds bijkomend van de blik die de man had gehad toen hij geraakt en weggeslingerd werd.
Jalmar beukte door de deur heen en stapte de kamer in. Hij keek een seconde rond en stapte toen uit de deuropening. “Krijg nou...” hoorde ik hem uit de kamer roepen. “Deze leeft nog zo te zien.” Ik liep de kamer binnen en zag Jalmar over een van de Etanen geleund staan.
Hij stapte achteruit, zijn wapen nog losjes op de man gericht. “Hij is bewustloos. Blijf jij bij hem, kom op adem. Ik moet doorgaan.” Ik knikte terwijl Jalmar de kamer alweer uit stoof.

Opeens was het veel stiller, ik hoorde weer andere geluiden, het gevecht leek zich meer op de achtergrond af te spelen.Ik keek naar de bewusteloze man die voor me lag.
De explosie had hem buiten westen geslagen maar had hem kennelijk niet verwond. Geluksvogel, dacht ik, kijkend naar de twee anderen die gemangeld tegen de muren aan lagen.
Ik keek nog een keer naar de beschadigingen in mijn pantser. Godzijdank dat we die dingen droegen, ze waren het gewicht dubbel en dwars waard. Ik verstelde een paar dingen op de display van mijn wapen en controleerde de ‘munitie’, het was al weer bijna helemaal opgeladen.
In mijn ooghoek zag ik de man op de grond ietsjes bewegen. Ik ging voor hem staan en richtte losjes mijn wapen op hem. Ik kon een grijns niet onderdrukken toen hij een paar keer knipperde en me aankeek. “Welkom terug onder de levenden.”
__________________
"Republicans understand the importance of bondage between a mother and child." - Dan Quayle

Laatst gewijzigd op 21-10-2005 om 01:16.
Met citaat reageren
Oud 22-10-2005, 22:33
T_ID
Avatar van T_ID
T_ID is offline
Okay, okay, het is lang.

Niet allemaal tegelijk reageren.
__________________
"Republicans understand the importance of bondage between a mother and child." - Dan Quayle
Met citaat reageren
Oud 22-10-2005, 23:29
Verwijderd
Citaat:
T_ID schreef op 22-10-2005 @ 22:33 :
Okay, okay, het is lang.

Niet allemaal tegelijk reageren.
Relax even man, we hebben net meeting achter de rug Maar ik zal er binnenkort naar kijken!
Met citaat reageren
Oud 22-10-2005, 23:46
Sketch
Avatar van Sketch
Sketch is offline
Ja, ik vind het best wel goed geschreven.
Af en toe een paar storende herhalingen, en wat komma's die ik liever als punt had gezien, maar over het algemeen vind ik het erg fijn. En eigenlijk wil ik de rest ook wel lezen
Met citaat reageren
Oud 23-10-2005, 02:34
T_ID
Avatar van T_ID
T_ID is offline
Ja, ik maak te lange zinnen. dat krijg ik als sinds de eerste klas bij zowat elke zin die mijn pen of printer verlaat te horen. ^^

Het valt me zelf net op dat er in het tweede hoofdstuk wel erg veel van alles gebeukt wordt, ik moet een paar synoniemen gebruiken denk ik.
__________________
"Republicans understand the importance of bondage between a mother and child." - Dan Quayle
Met citaat reageren
Oud 27-10-2005, 20:04
proycon
Avatar van proycon
proycon is offline
Het lijkt me een leuk verhaal ja! Ga vooral verder! Ik ben zelf nl. ook bezig met een SciFi verhaal "The Wall", ik zit op 34 pagina's op het moment.
__________________
Things are not what they appear, nor are they otherwise -- Surangama Sutra
Met citaat reageren
Oud 27-10-2005, 20:45
Rodion
Rodion is offline
De drie morituri zaten met hun witte camouflagepakken losjes over hun zwarte uniform heen (in de sneeuw./ tegen de helling aan geleund. )

('In' kan volgens mij niet, dan zouden ze in hun camouflagepakken zitten, terwijl het eigelijk zo is dat ze in hun uniform zitten, waar een camouflagepak over heen zit. Lijkt mij tenminste. En 'heen' vond ik er beter bij klinken. En ik zou één van de laatste delen van die zin schrappen/verplaatsten, omdat de zin anders zo lang is dat hij niet meer goed te begrijpen is.)

De morituri waren geharde elitesoldaten, in kleine groepen moesten ze vooral ’s nachts zoveel mogelijk schade en chaos veroorzaken. Ik had allerlei verhalen over hen gehoord: ze zouden ter dood veroordeelden zijn die niets te verliezen hadden, fanatieke vrijwilligers die over ieders lijk zouden gaan om te bereiken wat ze wilden.
Vreemd genoeg zagen ze er, nu ik ze rustig zag zitten eten, helemaal niet uit als de mythische demonen zoals ze voorgesteld werden.



Dit zou ik van de eerste paar zinnen maken. Zie maar of je zoiets prettiger vindt, doe ermee wat je wilt. Over het algemeen vind ik het een pakkend verhaal

Ga je nog meer plaatsen?

Laatst gewijzigd op 27-10-2005 om 20:48.
Met citaat reageren
Oud 27-10-2005, 23:43
T_ID
Avatar van T_ID
T_ID is offline
Hangt ervan af. Ik heb nog wel een aantal andere hoofdstukken klaar, maar nog niet degenen die voor of achter aansluiten bij de twee die hier staan.

Goeie suggestie trouwens, het zal een betere intro van het hoofdstuk zijn denk ik ook.
__________________
"Republicans understand the importance of bondage between a mother and child." - Dan Quayle
Met citaat reageren
Oud 28-10-2005, 22:19
T_ID
Avatar van T_ID
T_ID is offline
Okay, ik heb twee hoofdstukken af die zich afspelen voor de twee die ik hiervoor al postte. Het perspectief switcht vaak per hoofdstuk naar een ander persoon, ik gebruik een aantal karakters die in wisselde volgorder terug komen en iedere keer andere delen van de gebeurtenissen belichten. Hier te beginnen bij iemand die onbedoeld midden in de uitbrekende oorlog terecht komt nadat hij als een soort zendeling is gestuurd naar het gebied dat wordt aangevallen.

maar ja, daar zit je als burger van de tegenpartij midden in een oorlog die door de mensen waar je vandaan komt wordt uitgevochten tegen de mensen die je hartelijk onthaald hebbem.

Het thema is nog niet compleet, maar deze persoon en zijn belevenissen moeten een groot stuk van de thema's uit gaan schetsen.


Hieronder het begin van zijn eigenlijke ontwikkeling in het verhaal, de man is net klaar met zijn opleiding en wordt uitgezonden.

In het stuk dat zijn aankomst beschrijft tot aan waar de oorlog daadwerkelijk uitbreekt ben ik over een paar stukken niet tevreden, die post ik later totdat ze het verhaal aan elkaar gebreid hebben tot aan hoofdstuk 15, dat jullie al gelezen hebben.
__________________
"Republicans understand the importance of bondage between a mother and child." - Dan Quayle
Met citaat reageren
Oud 28-10-2005, 22:52
T_ID
Avatar van T_ID
T_ID is offline
11

Ik liep voor het laatst de oude toegangspoort door, tegelijk met de anderen, vanaf nu waren we volleerde priesters, we zouden een opdracht krijgen en mochten die helemaal zelf invullen als we dat wilden. Ik zuchtte toen ik onder de boog door was, nu was er alleen ik, een tas, en een opdracht van God.
Een paar anderen uit mijn gooiden liepen direct naar de overkant van de weg en scheurden de pakketten open waarin hun opdracht zat. Ik volgde hen en zette mijn tas neer op het gras. “Arcana, ik moet het Geloof stabiliseren onder dat barbaarse stelletje.” Iemand anders grijnsde naar de man die naar Arcana zou moeten “Ze worden vast en zeker blij van je, ze zijn nauwelijks acht jaar geleden pas bezet, daarvoor hadden ze hun eigen godheid en een soort magie.”
Ik hoopte dat mijn opdracht iets me naar iets minder gevaarlijke landen zou sturen, maar ja, het rijk was groot en had vele plekken met problemen. Ik ging zitten en nam het kleine pakje en verbrak het stempel van de tempel. Ik slikte onwillekeurig terwijl ik de officiële brief nam die op die bovenop een paar voorwerpen geplakt zat en hem open vouwde. Ik begon te lezen:


“Voor: Priester Beristin Fynolts.
Doel: Bekeren van de barbaren in de nieuw ontdekte werelden achter de Barrière
Plaats: Hamburg

Uw opdracht is als volgt: u, Fynolts, zult afreizen naar de nieuw ontdekte planeten achter de Barrière en daar beginnen met het verspreiden van het Geloof onder de barbaren die daar leven. Voor zover we hebben kunnen achterhalen bezitten de barbaren daar geen heersende religie, verwacht wordt dat u slechts enkele gebruiken in de trend van magie zult moeten overwinnen om de mensen te overtuigen van uw gelijk.

We zijn ons ervan bewust dat er nog weinig fatsoenlijke middelen van transport bestaan en dat de overheid in uw doelgebied de controle voorbehoud over de immigratie naar hun planeten, daarom is voor u vervoer geregeld via een drietal smokkelaars uit deze nieuwe werelden. U dient geen poging te doen hen te bekeren om vervoer veilig te stellen. Gebruik de radio in het pakket om contact met hen op te nemen, de frequenties zijn voorgeprogrammeerd.

Uw toegestane middelen om te bekeren op uw missie:

-Kopiëren heilige schriften: toegestaan
-Kopiëren onware geschriften voor belachelijk maken ervan: niet toegestaan
-Het gunstig interpreteren van de Doctrine voor bekering: toegestaan
-Gebruik van illegale middelen voor het verkrijgen van financiën: toegestaan
-Gebruik van geweld tegen priesters van plaatselijke religies: toegestaan
-Gebruik van geweld tegen aanhangers van plaatselijke religies: niet toegestaan
-Inroepen van (gewapende) hulp van de Centrale Kerk: niet toegestaan

Niet genoemde zaken zijn voor u zelf te besluiten omdat u waarschijnlijk de eerste paar jaren niet met de Kerk zult kunnen communiceren op uw missie, die tenminste tien jaar moet duren alvorens u terug mag keren naar de beschaafde wereld.

Ingesloten vind u een videoboodschap met enkele hoofdstukken uit de geschiedenis van negen tot acht eeuwen terug die belangrijk is voor uw achtergrondinformatie, leert u hierover terwijl u wacht op uw reis of tijdens het reizen.

Veel geluk, Beristin Fynolts”



Ik keek op, de man die naar Arcana ging riep iets “Kijk nou, ik krijg per definitie soldaten mee op mijn missie, veel veiliger.”
Ik bleef nog even zitten kijken naar alle anderen. Sommigen zaten voor zich uit te staren nu het lezen van hun opdrachten, anderen waren juist kinderlijk blij. Ik las de brief nog een keer door en begon te bedenken wat ik zou moeten doen. Eerst contact opnemen met de mensen die me naar de nieuwe wereld moesten brengen en met hen afspreken.



De bar was typisch een achteraf gelegen verwaarloosd hok waar de achterwijken van de stad vol mee stonden. Hier en daar op de vloer lag afval en licht kwam door de vuile ramen nauwelijks binnen. Ik liep door de deuropening en keek rond, aan verschillende tafeltjes zaten mensen te drinken, sommigen duidelijk dronken. Links van me lag een gfh-verslaafde voor dood tegen de muur aan.
Drugsgebruikers, dacht ik bij mezelf, ze verspillen het leven dat hen door Hem gegeven is, ze verdienden niet beter.
Ik keek de tafeltjes af terwijl ik langzaam richting de bar liep, ik viel duidelijk op met mijn felgekleurde kleren tussen de mensen die hier kwamen. Nog voordat ik de bar bereikte stond een kale man in groezelige kleren op en hield me tegen. “We moeten jouw soort hier niet.” Hij greep me bij mijn schouder. “Tenzij.. ik zou wel blij zijn met wat geld voor iets drinken.”
De man trok de tas die ik bij me had met mijn materialen en geld uit mijn handen en draaide zich om terwijl hij erin keek. Direct botste hij tegen een boom van een man aan die met een glimlach hem de tas afhandig maakte.
Hij zag er duidelijk anders uit dan de andere mensen om ons heen, ik weet niet waaraan ik dat zag. “Bedankt dat je de tas van mijn klant hebt bewaard, maar ik denk dat je nu toch echter beter kunt vertrekken.” De man die me had willen beroven twijfelde even, achter de man verscheen een tweede man. “Problemen?” vroeg hij, zijn wenkbrauwen optrekkend.
De eerste man reikte over mijn belager heen en gaf me mijn tas terug. “Ik denk het niet. Toch?” Mijn belager knikte bedeesd en maakte zich uit de voeten.

“Zo, en jij bent dus Beristin Fynolts. Aangenaam. Mij kan je Trent noemen” de man grijnsde “En dat is eigenlijk zoveel als we van elkaar moeten weten. Kom mee, we hebben daar achterin een tafel.” Ik volgde de twee mannen naar hun tafel in een hoek van de bar, waar nog een derde man zat. De man keek op en knikte naar me als een soort begroeting. “Trieste zooi hier, ze zouden alles stelen dat los en vast zit als ze er kans toe zouden krijgen.”

De man die zich had voorgesteld als Trent ging zitten en reageerde “Tja, wat wil je ook, ze worden door de overheid hier arm gehouden, ze moeten haast wel in zulke omstandigheden. Een familie profiteert hier van de opbrengsten van een hele planeet, en de rest krijgt niets.”

"Ik stond toch wel een beetje verbaast dat ze als buitenlanders direct zo’n scherp oordeel over de aangestelde leiders hadden, dat ze zich afvroegen waarom de mensen arm waren als dit zo voorbestemd was.
Maar, niet bekeren was mijn opdracht, ik moest deze mensen observeren om iets te kunnen leren over de manier waarop de mensen uit de nieuwe wereld functioneerden.
De man die net was gaan zitten en kennelijk ook de leider was richtte zich tot me “We zijn ingehuurd om je door de Barrière heen te vliegen en op planeet Hamburg in Rheinland af te zetten. Er is al betaald door degenen die jou gestuurd hebben. We kennen slechts enkele spelregels…”
Ik knikte, wat hij ook zou noemen zou ik toch moeten accepteren. “Een, we hebben elkaar nooit gezien. Twee, wij hebben je nooit ergens heen gevlogen, drie, we zijn daar ook nooit voor betaald. Daarna vliegen wij door naar Liberty en we zien elkaar nooit weer, ok?” Ik stemde in.
“Mooi” zei de man “We vertrekken tegen het vallen van de avond, we vliegen buiten de normale ruimtehaven om de dampkring uit om aan de belastingen en controle te ontkomen.”
Hij legde een kleine kaart voor me neer waar een rode punt op was gezet ergens buiten de stad. “Ontmoet ons daar over precies drie uren, neem niemand mee. Bagage is geen probleem, daar hebben we op gerekend.”
Het gesprek leek uit zichzelf stil te vallen, de drie mannen dronken hun drankjes op en stonden op van de tafel en liepen weg alsof ik niet bestond.
Het viel me nu pas op dat ze alle drie holsters op hun heup droegen met iets dat waarschijnlijk een handwapen was. Dat was wel raar, het was bijna overal op planeten verboden voor gewone burgers om wapens te bezitten, veel te gevaarlijk voor de machthebbers, zo hoorde het ook.
Toen de mannen we waren nam ik mijn handcomputer voor aantekeningen en schreef een paar dingen die me op waren gevallen. Wapenbezit, grote gestalte, gemiddeld ontwikkeld taalgebruik, waarschijnlijk gehard, en vooral in bezit van eigen ruimteschepen, ook iets dat normaal ongehoord was. Een burger die wapens bezit en ruimtereizen kan maken, die nieuwe wereld kon nog een aardige chaos blijken te zijn. Ik stond op, verliet de bar en haastte me de wijk uit, blij weg te kunnen.



De drie freelancers hadden gekozen voor een plek buiten de stad tussen een paar dicht begroeide heuvels. Ik nam mijn koffers van de auto die me had gebracht, toen ik hem aanhield had de boer die er mee reed gereageerd alsof God zelf hem om een lift had gevraagd.
De auto reed weg en ik pakte de kaart. Vanaf hier moest ik nog een paar honderd meter naar het oosten. Ik begon een braakliggend veld over te lopen, mijn voeten zakten weg in de grijze vervuilde grond. Kianu was geen planeet met grote industrieën, maar vervuild was het net zo goed als de meeste andere planeten.

Nadat ik een paar akkers was overgestoken kwam ik bij een stuk bos. Ik haalde nog een keer de kaart die ik had gekregen tevoorschijn. Vanaf hier was het nog maar een paar honderd meter. Ik duwde een paar takken van de bosjes op de grond opzij en begon me door het groen heen te worstelen.
Links van me hoorde ik iets van geritsel en ik had het idee dat ik bekeken werd. Ik besloot er niet op te letten en liep door. De twee koffers die ik had werden al gauw een nachtmerrie in plaats van een goed middel om bagage mee te nemen.
Na een kwartier van me door allerlei begroeiing heen wurmen kwam ik bij een open plek. Op de plek stonden drie grote schepen met kleine stompe vleugels, achterop grote motoren, en van de schepen was veel groter dan de andere twee. De twee kleine schepen deden me wel iets denken aan de wespen die op sommige plekken op de planeet nog voor kwamen.

Achter me verscheen opeens een van de freelancers uit de bar, hij klopte me op de schouder terwijl hij voorbijliep en een van de koffers greep en naar de schepen begon te dragen. “Dat ging langzaam joh, je moet aan je conditie werken.” Riep hij met een zwaar accent en een grijns over zijn schouder.
Ik zeulde mijn overgebleven koffer mee naar de schepen waar de andere twee freelancers rustig tegen het grootste schip geleund stonden te praten.
De man die mijn koffer had meegenomen wenkte en verdween achter het schip. Ik liep achter hem aan en vond een openstaand laadruim. Ik liep naar binnen.
De man zelf was bezig mijn koffer aan een rij kisten vast te binden. Ik zette mijn andere koffer ernaast, hij begon direct die ook met een aantal elastische banden vast te zetten. Ik keek naar de kisten. Het hele ruim was ermee vol gestouwd.
“Wat nemen jullie mee in die kisten?” vroeg ik de man toen hij klaar was met mijn koffers. Hij keek me aan en haalde zijn schouders op. “Wat produceren jullie op grote schaal in dit stelsel? Die synthetische drugs.. GHF was de afkorting geloof ik. Hmm, of iets anders. Ach.”

Ik schrok, als we met een lading GFH gepakt zouden worden zouden we zonder veel omzien de doodstraf krijgen. De man zag mijn reactie en zijn gezicht verschoot naar een frons “Je heb daar hoop ik geen problemen mee? In Liberty is met dit soort troep gigantisch veel geld te verdienen.”
Hij grijnsde “En we hoeven ons niet te storen aan de politieorganisaties hier, ze zijn omgekocht, en als ze problemen maken zouden we ze makkelijk kunnen omzeilen. Enig idee hoe log de schepen waar jullie mensen in vliegen zijn?”

Ik vroeg me af wat voor schepen dit waren dat ze zomaar een politiefregat achter zich konden laten maar besloot om de zaak te laten voor wat het was, eerst moest ik naar de nieuwe wereld zien te komen. De leider van het trio verscheen bij de achterkant van het schip. “Kom op, we vertrekken. Jus is al in de lucht.” De man naast me knikte en haalde een apparaat uit zijn zak. Hij drukte een aantal toetsen in en de achterklep kwam met een zoemend geluid omhoog zetten.
Met een bons sloot de klep en er klonk een geklik in de wanden. De man knikte tevreden en testte met zijn hand de banden waarmee mijn koffers vast zaten. Hij liep tussen de kisten door naar de voorkant van het schip en wenkte me te volgen. De man dook in elkaar en ging een klein luik door. De cabine was redelijk hoog, de man kon rechtop staan ondanks dat ik hem op een meter of twee schatte qua lengte. Er stonden twee stoelen, de ging zitten en wees me de andere stoel terwijl hij de systemen begon op te starten. “Riemen vast, we zijn al laat. Over een half uur is ons geld ‘uitgewerkt’ en krijgt de politie weer ogen en oren.”

Voor ons stond een van de lichtere schepen. Eronder verscheen een witte gloed en het schip begon los te komen van de grond. Op het instrumentenpaneel tussen ons in verscheen een figuurtje, een kleine holografische afbeelding van de man zelf.
De holografische figuur begon te spreken en direct een lijst af te ratelen. “Systemen actief. Reactor stabiel en actief. Motoren actief. Elektronica online. Communicatiefrequentie gevonden. Schilden geladen en actief.”
Een seconde lang zag ik een kleine flikkering rond het schip in de ruiten. Het figuurtje besloot zijn lijst “Klaar voor opstijgen. Geplotte koers 480 over 310 op 47.”
We begonnen op te stijgen, het schip draaide rustig naar links en steeg boven de bomen uit. Ik wierp een blik over het landschap heen en zag in de verte nog net de stad liggen waar ik zo lang had gestudeerd om dit te kunnen bereiken. De holografische man begon weer. “Inkomende communicatie.. Toelaten?” “Vertel hem dat hij kapot kan vallen.” grijnsde mijn piloot naar zijn holografische alter ego.
Boven de figuur werd een vierkant geprojecteerd en het gezicht van de leider van het groepje freelancers verscheen. “Ik heb nog niets kunnen vinden hierboven. Jus blijft bij je voor het geval iemand besluit om ons ruim te scannen en toch de held te spelen. Ik heb de radar gestoord, maar over twintig minuten zal het ze opeens opvallen, tegen die tijd moeten we weg zijn.” Ons schip trok zijn neus omhoog en begon snelheid te maken, ik werd iets in mijn stoel gedrukt. We gingen al redelijk snel door de wolken heen en vlogen de ruimte in. Na een paar minuten stijgen voelde ik me alsof iets me uit mijn stoel probeerde te trekken, elke beweging voelde erg licht aan.
Het hologram voor mijn strekte zich uit alsof hij zich verveelde en merkte met een droge stem op “Ruimtegrens bereikt, kunstmatige zwaartekracht ingeschakeld.” Het hologram ging binnen zijn eigen projectie zitten en keek me aan. Ik fronste, het leek wel alsof de projectie me kon zien. Om te testen zwaaide ik mijn hand links en rechts voor de projectie langs. De projectie volgde me en begon daarna mijn hand met zijn vinger na te wijzen.
De man naast me keek naar me en begon te lachen “Nog nooit een hologram gezien?” Ik realiseerde me hoe dom het er uit moest zien om te zwaaien naar iets dat niet echt bestond en stopte.
“Nog niet een die kan praten en op me reageert, nee.” ”Ach, een kwestie van programmeren, deze is nog niets eens zo geavanceerd. Ik heb hem maar ingesteld om op mij te lijken, ik kon het origineel dat bij het schip werd geleverd niet uitstaan."

De man trok met een simpel gebaar de riemen van zijn stoel los en leunde achterover. Het hologram richtte zijn aandacht op mijn piloot “Automatische piloot inschakelen?” “Ja, volg vluchtplan Kianu Zwart Zes, geef signaal voor formatievliegen.” “Kianu Zwart Zes, formatie verstuurd.” Bevestigde het hologram. De piloot keek hoe op een scherm werd aangegeven dat de twee andere schepen links en rechts achter ons waren komen vliegen.

Mijn piloot trok de mauwen van zijn kleren met een klein knoopje los en ontspande zich. “Zo, we zijn onderweg. Je kan doen wat je leuk vind.” Ik wierp een blik op hem. Nu hij zijn mouwen los had viel het me opeens op dat op zijn onderarmen aan iedere kant vier stekels uitstaken die wel van bot leken te zijn.
Ik dacht bij mezelf na over wat ik wist over versieringen en decoraties van culturen. Versieringen die op wapens leken kwamen vaker voor, maar altijd onder culturen die nog niet bekeerd waren. Vaak waren het symptomen van hechten aan kracht en geschiktheid om te vechten.
Mijn piloot leunde achterover in zijn stoel en vouwde zijn handen achter zijn hoofd. De stekels bewogen mee en gingen tegen zijn onderarm aan plat liggen.
Ik moest moeite doen een zichtbare reactie te onderdrukken, dit was geen sierraad, de man had controle over die dingen.
Hij was zich niet bewust van mijn reactie en drukte een aantal toetsen in. Voor hem verscheen nog een projectie met een tekst erop en hij begon te lezen. Ik moest weg hiervan. Ik bedacht me dat ik nog steeds de informatie over mijn missie moest bekijken. “Ik moet nog wat dingen bestuderen in mijn bagage. Is dat goed?” Vroeg ik de man. Hij keek even op en knikte afwezig “Mij best, vraag het schip maar als je verder nog iets nodig hebt.” Ik knikte, haalde mijn riemen los en stond op.

Ik ging door het luik naar het ruim en zocht de plek op waar mijn koffers waren neergezet. Ik kon er niet echt uit komen hoe het systeem waarmee de koffers vast zaten werkte. Ik trok aan de elastische lijnen, ze gaven iets mee, maar weigerden toen mijn koffers nog een millimeter verder te laten gaan. Ik keek door het ruim of er ergens een bediening voor was. “Hoe krijg ik deze dingen los?” riep ik in de richting van de cabine. Op de koffer voor me verscheen weer de holografische projectie, deze keer iets kleiner, mischien twintig centimeter groot. “U wenst het bagagerek hier los te halen en deze koffers te openen?” Ik keek het hologram een moment aan en reageerde twijfelend “Uhm.. Ja, ik moet iets hebben dat in de koffer zit.” Het hologram wees naar de punten waar de lijnen tegen de kist erachter geplakt zaten. “Druk uw vingers er tegenaan, knijp en wacht.”
Ik deed zoals het hologram verteld en pakte een van de uiteinden van de lijn vast. Na een seconde reageerde de elastische stof en liet zonder dat ik er verder aan trok los. Ik bekeek het uiteinde, het had geen duidelijke manier om het te bevestigen. Ik hield het tegen de palm van mijn hand aan. Prompt veranderde de stof een plakte zich aan mijn hand vast. Ik kneep de lijn weer in en het plakkerige effect verdween direct.
Ik trok mijn koffer uit de lijnen en plakte ze terug waar ze eerst zaten, het was een handig systeem.

Ik legde mijn koffer bovenop een van de kisten waar ze niet bovenop elkaar gestapeld waren in ging op zoek naar het studiemateriaal. Ik vond een paar videoboodschappen in hun zwarte vierkante hoezen en pakte er een afspeelapparaat bij. Ik pakte de kabels van het apparaat en sloot ze aan op de hoes. Ik zette de boodschap aan en ging op de kist zitten, leunend tegen de stapel kisten erachter.

Het beeld van het apparaat werd wit en een man met de kleren van een hogepriester aan verscheen in het beeld. “Historisch materiaal. Nr 84.257.45, De Zuivering. Jaren 3218 tot 3225. Bezit en bekijken is voorbehouden aan functionarissen van de Centrale Kerk. Onterecht bezit of gebruik is strafbaar.” Ik knikte onbewust en ging rustig voor de film zitten. Er verschenen beelden van politici van bijna acht eeuwen geleden, planeten, kaarten en fotobeelden uit die tijd. De verteller begon zijn verhaal. “3200 was de vierde eeuw waarin Het Geloof zijn rechtmatige plaats in het heelal had ingenomen. De Grote Uitbreiding was dertig jaar daarvoor begonnen en steeds meer planeten bekeerden zich tot het Geloof. Terwijl de goede boodschap tot in de uithoeken van het heelal verspreid werd liep de expansie vast tegen een gigantische nevel die De Barrière werd genoemd omdat hij in alle richtingen zich uitstrekte. Pogingen om de Barrière te verkennen slaagden tot op heden niet vanwege gevaarlijke omstandigheden en navigatieproblemen, honderden dappere ruimteverkenners vonden de dood in allerlei gevaarlijke verschijnselen. Sinds de laatste expeditie in 3202 werden geen pogingen meer gedaan om de Barrière te verkennen. Aangenomen wordt dat God dit heeft bepaald als grens van het heelal waarin we mogen leven.” De tape was duidelijk verouderd aangezien ik naar de andere kant op weg was en daar nog mensen waren ook. De verteller onderbrak zichzelf een moment ging door “3210. Een nieuwe groep laat van zich horen die openlijke kritiek heeft op het beleid van de kerk. Deze groep stelde dat de mens zelf uitgangspunt moest zijn van ons handelen, en dat de Centrale Vergadering omgevormd moest worden en door het volk van iedere planeet zelf gekozen moest worden. De groep kreeg aanhang onder kunstenaars, academici en enkele politici. Ze ontwikkelden zich tot grootschalige godslasteraars en stelden Zijn bestaan aan de kaak, ze vonden onze Godheid onrechtvaardig en stelden op basis daarvan dat deze of niet bestond of niet het aanbidden waard was. In 3212 werden hun uitingen verboden door de Kerk en ging de beweging voor zover dit kon ondergronds door. Een groep splitste zich af en vormde het Groene Front dat streed voor het beperken van de industrie om het onleefbaar worden van planeten te voorkomen. In 3213 werd verbood het huis Atani de groep en arresteerde hun leiders. Dit veroorzaakte een scheuring in het Groene Front, een groep bekeerde zich weer, een andere groep begon met het gebruik van geweld om hun doelen te bereiken. In de affaire die volgde terwijl de overblijfselen van het Groen Front aanslagen pleegden op fabrieken op industrieplaneten viel er een stilte rond de oorspronkelijke groep, onbekend is waar ze zich mee bezig hebben gehouden. In 3213 kwamen de Bewakers der Kerk echter de man op het spoor die werd gezien als de leider van de groep van critici. Het bleek dat hij een aanhang van duizenden mensen om zich heen had verzameld en met hen streefde naar een volledig op de mens zelf gerichte toekomst. De Bewakers arresteerden de leider, Drago, wiens verdere naam niet langer uitgesproken mag worden samen met honderden van zijn volgelingen. De planeet waarop dit gebeurde kwam tegen zijn arrestatie in opstand, en de adellijke familie van de planeet koos ervoor de man te bevrijden en een vrijplaats te bieden. Grote diplomatieke druk werd op deze familie uitgeoefend, ze werden ook officieel uit de Kerk uitgesloten vanwege hun steun aan een godslasteraar. De situatie ging een lange tijd zo door en werd deels vergeten door grote opstanden in een cluster planeten aan de andere zijde van het Kerkelijke rijk. In 3223 kwamen de Bewakers van de Kerk een veel ernstiger probleem op het spoor. De groep der critici was veranderd in hun denken. Ze hadden besloten hun ideaal dichterbij te brengen door de mensheid zelf te veranderen. In laboratoria op de planeet die hen een vrijplaats had geboden werkten Drago en zijn volgelingen aan het genetisch aanpassen van de menselijke soort en hen te veranderen in wzt ze vonden, betere mensen. De Kerkelijke Raad besloot onmiddellijk dat dit een gevaarlijke ontwikkeling was en riep alle adellijke huizen samen om deze vervuiling van de mensheid ongedaan te kunnen maken. Een gigantische militaire macht zette koers naar de planeet en na een kort gevecht werden zowel het plaatselijke Huis als de volgelingen van Drago verslagen. De gecombineerde vloot van alle Huizen zette vervolgens het planeetoppervlak in brand en vernietigde al het leven op de planeet, de vruchteloze pogingen om de menselijke soort te corrumperen schoon brandend.”
Ik fronste, dat was een stuk geschiedenis waar we tot nu toe niets over gehoord hadden, en alle adellijke families die de kerk helpen tegen een bepaalde bedreiging is toch niet iets dat vaak voor kwam. De verteller begon met het afmaken van zijn verhaal. “Drago en zijn volgelingen vonden de dood tijdens de schoonmaak van de planeet, enkele van zijn schepen wisten de Barrière in te vluchten waar ze met enige verliezen aan de zijde van de kerk uiteindelijk vernietigd konden worden, waarmee deze bedreiging voor de mensheid voor altijd beëindigd werd.” De video eindigde met een aantal beelden in de tijd vanuit de vloot van de families genomen. Het hele planeetoppervlak zag er vanuit de ruimte inderdaad uit alsof de hele planeet in brand stond, het beeld switchte naar een paar schepen die de grote nevel van de Barrière in verdwenen, achterna gezeten door schepen van de Kerkelijk vloot.

Ik besloot direct erna maar de instructies te kijken die ik op een tweede videoboodschap mee had gekregen. Nadat ik de boodschap aanzette verscheen dezelfde hogepriester die nu het woord tot mij persoonlijk richtte.
“Voor missionarissen naar de gebieden die bekend staan als de nieuwe wereld. Na het maken van de originele geschiedschrijving zijn er een aantal dingen veranderd. Het is mensen gelukt de Barrière door te komen en erachter een beschaving te stichten. Aangezien het niet bekend of er ooit mensen een poging hebben gedaan de Barrière door te komen moeten we rekening houden dat toch enkele volgelingen van de opstandelingen van destijds ontkomen zijn. Verhalen van de eerste ontdekkers die contact maken duiden hier ook op. Hoe groot het aantal mensen dat aan de andere kant van de Barrière leeft en hoever deze mensen technisch zijn weten we niet. Een van uw taken als missionarissen zal zijn dit uit te zoeken.”

Het viel me op dat de man over een meervoud gesproken had, ik was dus niet de enige. De man besloot met een algemene gelukswens en de video eindigde. Ik overdacht alles dat ik in de video gehoord had. De mensen waar ik naar toe ging waren misschien dus helemaal geen mensen. Hoeveel zouden ze verschillen? Kon ik dat aan ze zien? Zouden ze zich nog wel normaal gedragen?
Terwijl ik duizend dingen tegelijk probeerde te overdenken verscheen opeens het hologram van het schip naast en zwaaide om mijn aandacht te trekken. De stem verschoot naar de normale stem van mijn piloot in plaats van de licht verdraaide stem die het hologram tot nu toe had gebruikt.
“Fynolts, we gaan zometeen door een ruimtegat heen. Ik moet dan de kunstmatige zwaartekracht uitschakelen en het kan hier en daar wat schudden. Het is het beste als je terug komt en je even in je stoel vast zou gespen.”
Ik pakte snel mijn spullen weer in en duwde daarna de koffer terug achter de lijnen waar die eerst zoveel moeite hadden gekost om los te krijgen. Ik haastte me terug naar de cabine waar mijn piloot zich nu weer concentreerde op het vliegen.

Nadat ik was gaan zitten klikte ik de riemen op hun plaats, een blik naar buiten leerde me dat we kennelijk al door een soort nevel vlogen. “Waar zijn we nu precies?” “Een eind de Barrière in, we zitten nu in een stuk dat bekend staat als Wichead. Zometeen springen we naar een heel ander stuk van de nevel. Vanaf daar is het twee sprongen tot aan Tau 20. Vanaf daar kunnen we gewoon doorvliegen tot aan Hamburg. Daar zetten we u af op Station Droschen, en dan bent u er.”
“Sprongen?” informeerde ik, benieuwd naar wat de man precies bedoelde. Voordat hij uitleg kon geven werden we onderbroken door de stem van de leider van de freelancers die door de communicatie klonk. “Hier, ik heb het gevonden. Vlieg vier-acht over zes-twaalf.” Mijn piloot en een andere stem bevestigden.

Na een paar seconden vliegen werd het stof opeens dunner en ik zag een schip naast ons verschijnen. In de verte kwam snel het andere schip uit de formatie dichterbij dat zweefde boven... tja, ik wist niet wat het precies was. Ik zag onder het schip allerlei kleuren door elkaar heen lopen en elkaar met elke seconde afwisselen. Er zat geen patroon in, en een solide object kon ik er ook niet in zien. Mijn piloot wees naar het fenomeen. “Dat bedoelde ik met springen. Die dingen zijn als het ware een gat in de ruimte. Daarachter kom je terecht in wat wordt aangenomen dat een andere dimensie is. Je vliegt daar doorheen en het zuigt je naar nog zo’n gat dat helemaal op een andere plaats ligt. Het bespaart weken of zelfs maanden vliegen.”
Weer verscheen de leider op het scherm. “Ik heb wat metingen gedaan, we kunnen er nog doorheen. Het gat heeft nog een week of twee te gaan voordat het zich verlegd” Ik fronsde en keek mijn piloot aan. “Er doorheen? Wat gebeurd er als het zich verlegd en je er doorheen gaat?”
“Boem.” antwoordde hij droog en grinnikte. Opeens verdween voor ons het schip van de leider uit het zicht. Het schip naast ons vloog ons voorbij een verdween ook in het rare fenomeen voor ons.
Kalm stuurde mijn piloot naar voren en vloog ook de lichtmassa binnen. Opeens werden we door het ding opgeslokt en veranderde de hele omgeving om ons heen.

Het zicht op de ruimte werd vervangen door een fel lichtblauw overal om ons heen en het schip begon flink te trillen. Voor ons uit leek het iets donkerder te zijn en ik zag de twee schepen die ons voor waren gegaan de meest krankzinnige sprongen en maneouvres maken die ons schip een seconde erna leek na te doen.
Ik keek verward van raam naar raam, niet zeker hoe ik me op deze omgeving moest orienteren. De piloot naast me zat volledig geconcenteerd te kijken naar zijn instrumenten en ramde af en toe opeens als een razende op toetsen om dingen te corrigeren. We vlogen een paar minuten op die manier terwijl ik verstijfd in mijn stoel zat, afwachten was waarschijnlijk het beste.

Opeens was het blauw weg en stopte het schip abrupt met trillen. Om ons heen was de ruimte weer verschenen. De ruimte hing vol met witte asteroïden en we minderden snel vaart tot we stilstonden. De twee andere schepen hingen nog steeds voor ons en hingen ook stil. Het hologram van het schip verscheen en kondigde op tevreden toon aan “Sigma 41. Sector HF-91 Carvin asteroïden veld.” aan te kondigen. Mijn piloot haalde met een paar knoppen een grote driedimensionale projectie van een kaart tevoorschijn waarop allerlei objecten werden aangegeven met kleine tekstjes. Hij trok een klein langwerpig voorwerp los van het instrumentenpaneel en wees me een plek ergens rechtbovenin de projectie aan. “We zitten nu hier...” Hij draaide de projectie met een gebaar ondersteboven en wees een tweede plaats aan. “Hier vliegen we langs Holzman. Een buitenpost van de Kruger corporatie. Vanaf daar springen we naar Tau 19, dat is volledig onbewoond. Tau 20 is maar een paar minuten vanaf daar. In totaal zijn we maar 5 uur onderweg.”

Opeens kwam de radio weer tot leven. De stem van de derde freelancer klonk gejaagt door de verbinding heen. “Problemen, en grote ook. We hebben een onbekende formatie in aantocht. Wel twintig schepen, mischien meer. De metingen lijken erg op Zeloten.” Prompt vloog mijn piloot op zijn instrumenten en kwamen we in beweging. De twee andere schepen namen ieder een plek op onze flanken in en vlogen mee.
Voor ons verscheen een projectie op de ramen met de naam Holzman getal, ‘312 Kk’ eronder. Mijn piloot vloekte hardop. “Meer dan driehonderdduizend kilometer tot aan Holzman. Dit kost ons de helft van de lading aan dat stel psychopaten, als we al niet kansloos afgeschoten worden.” Ongevraagd begon hij uit te leggen terwijl nogmaals de kaart voor zich projecteerde, waar nu een aantal rode stipjes de plek waar wij werden aangegeven naderden. “De Zeloten zijn een groep die een paar decennia terug onder de invloed raakte van een of andere mafkees die zichzelf een profeet vond. Zodra hun nieuwbakken religie vastliep in de sceptische houding van de mensen veranderde hun idee van verlossen naar mensen uit de wereld helpen. Zwaarbewapende piraten. Ze proberen geld te verdienen door mensen als ons te beroven of aanvallen op de asteroïdenmijnen die Kruger in dit stelsel heeft. De enige reden dat de UP ze nog niet uitgeroeid hebben is dat Liberty geen militairen in dit grensgebied wil hebben, bang voor de winst van hun bedrijven.”

De afstand tot Holzman stond nu op 295.000 kilometer. Er klonk een waarschuwingssignaal van de instrumenten gevolgd door nog een vloek. We zijn al bijna binnen hun bereik, binnen een paar minuten gaat hier de hel losbarsten.”
We vlogen nog enkele minuten zo door terwijl de andere schepen dichterbij kwamen. Toen we nog een 200.000 kilometer van de basis van Holzman waren klonk er een nieuwe stem door het communicatiekanaal “In Zeshia’s naam, stop. Wij eisen uw lading als bijdrage aan de profeet!”
De man begon nog meer op te dreunen, maar mijn piloot mepte nijdig op een knop en de stem verdween naar de achtergrond terwijl hij de andere freelancers opriep. “Wat denken jullie? Vluchten of vechten? Ik kan niet snel vooruit komen tussen deze asteroïden. Ze halen ons ver voor Holzman in.”
Het bleef even stil, toen klonk de stem van Trent weer “Jij vliegt door. Nadat we Holzman om hulp hebben gevraagt proberen we ze op te houden. Nadat we een noodsignaal uitzenden openen ze waarschijnlijk toch al het vuur.” Beide andere bevestigden de aanpak.

De twee schepen voor ons lieten hun motoren uitvallen en draaiden terwijl ze doorvlogen op hun resterende snelheid. Ze schoten ons voorbij en verdwenen achter ons terwijl mijn piloot frequenties veranderde en de basis die daar ergens in de verte moest zijn. “Holzman, dit is formatie Freelance B-6, we worden aangevallen door Zeloten en ongeveer 180 van u verwijderd op 80-65. We vragen dringend hulp aan.” De basis reageerde direct. “Dit is Holzman, we hebben u op de radar. op dit moment twee patrouilles die u kunnen bereiken. Neemt u koers 120-35 en vliegt u naar de open ruimte tussen de asteroiden. De Winchester zal zijn koers verleggen om u dekking te kunnen bieden. Holzman uit.”
Mijn piloot keek verbaasd “De Winchester. Wat doet een slagschip van de UP nu hier?”
Hij werd onderbroken door nog een binnenkomend radiobericht. “Freelance B-6, dit is de centrale vluchleiding van UPs carrier Jormungand. Twee vluchten hebben hun koers aangepast om uw vijanden te onderscheppen. Verwachtte onderscheppingstijd drie minuten.”
Mijn piloot haalde weer een projectie tevoorschijn waarop het gevecht tussen onze twee escorte’s en de Zeloten te zien was. De Zeloten vlogen veel grotere schepen en hadden problemen om hen bij te houden, maar als ik keek naar hoeveel projectielen ze in het rond strooiden hadden ze veel meer vuurkracht dan de twee freelancers die hen probeerden op te houden.

Na een paar minuten braken de twee het gevecht af en vlogen in dezelfde richting als wij deden, achterna gezeten door de schepen van de Zeloten.
De projectie rolde om zijn as en zoomde uit om een overzicht van dit stuk van het stelsel te geven. Onze drie schepen zaten nu tussen de groep Zeloten en de twee patrouilles in die nu samen waren gekomen en onze richting op kwamen.
Aan de zijkant van de tangbeweging was een grotere driehoek die langzaam omtrekkende beweging maakte “Als die Zeloten niet in de komende minuut omkeren dan lopen ze tegen de twee patrouilles aan, en zit de Winchester achter ze als ze proberen terug te trekken. Ze gaan eraan.” observeerde de piloot.
Een paar momenten later verscheen inderdaad een formatie schepen voor ons die met hoge snelheid op ons af kwamen zetten.

De schepen waren langwerpig, groengekleurd met blauwe tekens erop, ieder met twee korte vleugels waarop zo te zien wapens gemonteerd waren. De formatie lanceerde raketten die eerst een seconde voor ons bedoeld leken. Toen we een beetje omlaag doken volgden de raketten ons niet en vlogen over onze formatie heen, kort daarop gevolgd door de schepen die ze af hadden gevuurd.
De schepen flitsten ons voorbij en doken het gevecht met de schepen van de Zeloten in. Onze escorteschepen leken het gevecht zonder schade te hebben overleefd waren nu weer naast ons komen vliegen, mijn piloot was duidelijk opgelucht terwijl hij de projectie draaide om het gevecht tussen de Zeloten en de UP schepen te kunnen volgen.
De Zeloten waren door het salvo raketten uit hun formatie gedreven en de UP schepen vlogen tussen hun formatie om de chaos nog erger te maken. Een van de schepen van de Zeloten dreef stuurloos weg met vernielde motoren.
“Dat is regel één. Zoek nooit de confrontatie met de wet hier, want in confrontaties zijn ze veruit de beste. Je mag en kan heel veel, maar doe je iets dat niet mag, dan zijn de consequenties er ook naar.” Merkte mijn piloot op, terwijl hij met een half oog het gevecht bekeek.
De Zeloten leken weg te vluchten en raakten buiten bereik van de camera. De radarprojectie nam het over en we zagen de schepen van richting veranderen en terugvliegen naar waar ze eerst vandaan kwamen. De grotere stip van het slagschip Winchester lag nu echter midden in hun vluchtroute.
Ik keek ademloos hoe twee rode stippen stopten, nogmaals omdraaiden en prompt verdwenen toen de groene stippen van de UP jagers hen bereikten. De overigen probeerden voorbij het slagschip te komen. Een voor een vielen de stipjes weg terwijl ze het slagschip naderden, de laatste verdween vlak voordat hij er voorbij had kunnen komen.

De projectie schakelde zich uit en we vlogen verder, nu vlakbij Holzman.
In de verte kon ik de basis alzien verschijnen tussen de asteroïden. Het zag eruit als een langwerpige metalen doos met afgeronde hoeken, aan zowel de onder-als bovenkant was een grote koepel aangebracht, op de zijkant zaten aan iedere kant twee grote zeshoekige deuren.
Achter de basis zag ik iets liggen dat bijna even groot was en dezelfde kleuren had als de jagers die ons eerst voorbij waren gekomen. Ik wees het aan en vroeg wat het was. “Ow, dat. Dat is de Jormungand die ons daarnet hulp verleende. Het is een schip dat puur bedoeld is om allerlei militaire schepen en uitrusting te vervoeren. Op het moment gebruiken ze de Jormungand als basis voor de patrouilles die het stelsel hier veilig moeten houden. De opbouw is nogal ongebruikelijk. Ze bouwen alle opslagruimtes rond een aantal centrale vervoergangen, en daarop worden vervolgens voor de verdediging geschutstorens geplaatst. Ik moet toegeven, voor zover ik zelf kan analyseren met mijn scanners zitten er geen hoeken rond dat ding die het niet kan beschieten, dus de enige manier om er wat tegen te doen is met zware schepen.”
De man ging nog door. “Ik hoop alleen werkelijk dat ze niet de moeite doen onze lading te scannen. Als ze erachter komen wat we vervoeren dan verdwijnen we achter de tralies.”

Ik dacht er het mijne van, maar ik had weinig keus om naar de planeet Hamburg toe te komen, als we gescand werden, dan was dat zo.
Ik keek naar het schip terwijl we er met een beetje verminderde snelheid voorbij vlogen, het was werkelijk gigantisch, ergens op de zijkant was een groot symbool te zien, een familie omgeven door een krans van bladeren met een aantal sterren boven hen op de achtergrond.

Rond het schip vlogen tientallen kleinere schepen rond, sommige militaire jagers zoals ons eerder te hulp waren geschoten, andere kennelijk vrachtschepen zoals wij.
Na een tijdje leek het er niet op dat een van de schepen een poging zou wagen onze lading te scannen, we vlogen door en lieten de basis achter ons.
We kwamen weer tussen de asteroïden terecht en vlogen door naar het volgende ‘ruimtegat’. Zonder problemen konden we het gat bereiken en er zoals de vorige keer, doorheen vliegen. Weer de blauwe tunnel, deze maal wat korter, en opeens waren we weer in open ruimte, nog een stelsel dichter bij mijn doel.
__________________
"Republicans understand the importance of bondage between a mother and child." - Dan Quayle
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren

Topictools Zoek in deze topic
Zoek in deze topic:

Geavanceerd zoeken

Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Verhalen & Gedichten Wat maakt schrijven moeilijk?
joes
25 25-09-2006 19:48
Verhalen & Gedichten Laatste Schooldag
Magican
9 26-10-2005 14:26
Verhalen & Gedichten De schaapjes aan mijn voeten weten het ook niet meer...
lautie
11 30-03-2005 22:44
Verhalen & Gedichten Verhalenwedstrijd 2: Kies uw winnende verhaal.
Ieke
102 04-01-2004 01:20
Verhalen & Gedichten [verhaaltje]
oeski
4 18-12-2002 23:31


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 12:17.