Dit om het verhaal dat ik laatst van één van mijn beste vriendinnen toegemaild kreeg (ze vindt het goed dat ik het post), wat moet je daar mee? Hoe moet je daar mee omgaan (zij en ik)? Hoe moet je dat zien. Enz. Ik hoop dat iemand tips heeft...
Ik zat ineengedoken achter mijn bed, nee, ik was er niet. Even daardoor was ik doodsbang de trap opgerend met mijn vader achter me aan. De klappen vlogen me om m’n oren. Nu zat ik daar, een gloeiende wang van één van de klappen. De tranen stroomden over m’n wangen, mijn keel en mijn hoofd deden pijn. M’n kop barstte bijna.
Als ik er nu aan terug denkt, dan denk ik dat ik het uitlokte. Ik was werkelijk irritant. Maar als ik dan verder denk, waarom moest me dat met slaan duidelijk gemaakt worden? Ik heb nooit meer aan dat slaan gedacht, het was ook echt niet zo dat ik dagelijks geslagen werd, alleen als ik vervelend was. Hoe vaak dat was weet ik ook niet meer zo. En mijn vader was echt ook wel lief. Ik hield, en houd, van hem en hij hield, en houd, van mij. Ik was alleen wel bang voor hem soms. Ik voelde me onbegrepen. Ik kon met niemand praten. Ik vertrouwde hem niet, je wist nooit hoe hij zou reageren, of hij boos zou worden en dan of hij zou gaan slaan of dat hij drie dagen niet meer tegen me sprak en niks meer voor me deed. Nu denk ik dat ik hem gewoon het bloed onder zijn nagels vandaan haalde en het dus zelf veroorzaakte. En ik weet dat dat zo is. Maar moet je als ouder dan niet de wijste zijn en verder kijken dat het gedrag van je kind? Er is, voor zo ver ik weet, nooit iemand geweest die mij vroeg of er iets was. Niet dat ik het dan gezegd had, maar door de reactie van hem/hun wou ik het ook niet eens. Ik heb een paar jaar een hele slechte relatie met mijn vader gehad en ik wist niet waardoor. Als hij en ik samen waren dan wist ik nooit wat ik moest zeggen en doen, want wat was goed? Dus was ik stil, maar dat was ook niet goed. Ik wist niet hoe en wat ik moest zijn om te voldoen. Nu bedenk ik me dat dat ook wel meegespeeld zal hebben met hoe ik de laatste jaren was, voornamelijk bang, bang voor mensen, voor aanrakingen, om mezelf en om iemand anders te zijn. Ik wist niet wie ik was, niet wie ik moest zijn en niet wie ik wou zijn. Ik wist niet hoe ik was, niet hoe ik moest zijn en niet hoe ik wou zijn. En ik had niemand om er over te praten. Het gevoel van onmacht vrat aan me, ook al wist ik dat het mijn eigen schuld was. Ik was bang. Bang voor alles. Ik heb dagen in mijn kamer in, achter en onder mijn bed doorgebracht, schrijvend in schriften en mappen, hele verhalen en boekwerken heb ik geschreven en getekend. Ik had mijn eigen fantasiewereldje, waar ik wel mensen had die me vroegen wat er was en die me wel probeerden te helpen. Het waren de mensen die ik graag om me heen wou hebben.
Ik pakte mijn kist met schriften en mappen. Shit, het roze schrift zat er niet in! Zou het nog onder mijn kussen liggen? Ik kroop onder mijn bed vandaan en klom het trapje voor de helft op. Tussen de bedrand en het matras lag nog een hele stapel schriften. Wat was ik blij dat ik altijd zelf mijn bed verschoonde. Ik nam de stapel mee onder het bed. En las het geschreven deel in het roze schrift, het hielp een klein beetje, Femke en Anne probeerden me te helpen. Ik wist wel dat ik het niet echt was die ze hielpen, dat het eigenlijk Marike en Marlous waren, maar dat deed er niet toe. Ik zat een beetje in Marike en Marlous. En in alle andere personen die in het verhaal voorkwamen. En er was altijd wel iemand die de ander wou helpen. De mensen gaven om elkaar en zorgden voor elkaar. Nadat ik het gelezen had, begon ik verder te schrijven…
|