Het begin van mijn nieuwe boek. Reacties zijn van harte welkom! Het is een klein stuk, maar geeft een duidelijke impressie van mijn schrijfstijl en het vervolg laat zich naar mijn mening niet makkelijk raden. Ben benieuwd wat anderen hier over te zeggen hebben! Thanks in advance!
Uitgestrekte duinen, bossen en stranden. Voor velen de saaiste hel op aarde. Voor hem, een plek die hem meer lief is dan zijn leven. Staande op de grens tussen duin en bos sluit hij voor een moment zijn ogen. Hij concentreert zich op het ruizen van de zee en snuift de geur op van het naaldbos achter hem. Waar hij zich ook bevond, die bitterzoete dennengeur kon hij zich altijd voor de geest halen. Alsof hij verschillende potjes in zijn hoofd had met allerlei geuren en er eentje bij iedere gedachtenspinsel kon openen. Met dit inlevingsvermogen kon hij zichzelf laten zijn waar hij gelukkig is. De man opent zijn ogen, maar moet zich enigzins corrigeren om zijn zwakke lijf staande te houden. Ondanks de vroeg invallende schemering hebben zijn ogen moeite het scherpe licht op te vangen. Hij besluit verder de duinen in te lopen, tot een zeker punt, waar hij zichzelf neerlegt in het lange, zachte duingras en zich met de wind laat meevoeren. 'Dit moet de plek zijn', dacht hij, 'dit is het, dat kan niet anders'.
"Luister", fluisterde hij. "Doe je ogen dicht en luister. Hoor je de dat?"
"Wat zijn dat"?
"Krekels. Heel veel krekels jongen. Beestjes die niet bijten"...
'Oh god, laat dit asjeblieft de plek zijn'.
"Hoor je ze jongen"?
'Laat dit de plek zijn'.
"Hoor..."
De man schrikt wakker...
|