Registreer FAQ Ledenlijst Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / School & Studie / Huiswerkvragen: Cultuur, Maatschappij & Economie
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 12-01-2012, 19:22
Bella-x
Avatar van Bella-x
Bella-x is offline
Hey, ik had een paar vragen over economie..

-weet iemand misschien wat het verschil is tussen constante en variabele kosten en hoe je dat berekent..

-en ik was ook een beetje in de war met TO TK TW .. en MO MK

-en wat nou exact de verschil is tussen BBP BNP
hoort intermediair bij het BBP trouwens?

-hoe bereken je het aanbod overschot en tekort..

-en het verschil tussen bruto toegevoegde waarde en netto toegevoegde waarde..

het zijn nogal wat vragen , zou echt heel dankbaar zijn als iemand antw zou willen geven hierop ) ..

x

Laatst gewijzigd op 12-01-2012 om 19:34.
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 12-01-2012, 20:12
AzN
Avatar van AzN
AzN is offline
Ik doe de eerste vraag!

De hoogte van de variabele kosten is afhankelijk van de productieomvang en de hoogte van de constante kosten is daar NIET afhankelijk van.
Bijvoorbeeld 'n autofabriek: de inkoopkosten van de banden is afhankelijk van 't aantal te produceren auto's, maar de huur van de fabriek is daar NIET afhankelijk van.
__________________
En dat meen ik!
Met citaat reageren
Oud 12-01-2012, 21:37
Em.
Avatar van Em.
Em. is offline
Uit mijn hoofd:

TO = Totale Omzet (alles wat je verdiend)
TK = Totale Kosten (dus de constante kosten die je altijd betaald + de variabele kosten die bijvoorbeeld opgaan aan grondstoffen en personeelskosten en afhangen van hoeveel je produceert)
TW = Totale Winst (dus alles wat je overhoudt - al het geld wat je verdient (TO) min alle kosten (TK))

MO = Marginale Opbrengst
MK = Marginale Kosten

Marginaal betekent 'als je er één meer zou verkopen, hoeveel die 1e dus zou kosten/opbrengen'. Het gaat dus over 1 éxtra product. (En MK gaat over hoeveel het zou kosten en MO dus over hoeveel het zou opbrengen.)

De marginale kosten kunnen hetzelfde zijn als de gemiddelde kosten. Dat gebeurt bijvoorbeeld als elk dingetje dat je maakt €5 kost. Dan kost het gemiddeld €5 en als je er ééntje extra maakt, kost dat ook altijd €5.

Maar soms is het goedkoper om 1000 producten te maken dan 10, omdat je dan efficiënter kunt werken, korting krijgt op grondstoffen, de machines/kennis al had... Dan kan het bijvoorbeeld dat je om er 10 te maken €6 zou moeten betalen per product, en als je er 1000 maakt dat het nog maar €5 kost. En als je er bij 10 ééntje extra zou willen maken (11) dat je dan dus €6 kwijt zou zijn (Marginale Kosten) en bij één extra in het geval van 1000 stuks, het maar €5 kosten (dat zijn dán de Marginale Kosten).

En met Marginale Opbrengst (MO) werkt het ook zo, alleen dan met opbrengt.

Het handige daarvan is, dat als je denkt 'hm, zal ik nu meer gaan verkopen of niet?' dat je dan naar de MK en MO kijkt. Als je marginale kosten hoger zijn dan de marginale opbrengt, moet je er dus niet nog 1 gaan maken! Maar als je marginale opbrengt hoger is dan je marginale kosten (en je dus op 1 extra product meer verdient dan het kost) moet je het juist wél doen.
__________________
(...) en ik hou zo van verlangen en ik hou zo van alleen zijn en ik hou zo van het denken dat het zou kunnen als het kon. - Tjitske Jansen
Met citaat reageren
Oud 12-01-2012, 22:16
Zanzonyx
Zanzonyx is offline
Langzamerhand worden al je vragen beantwoord!

Aanbod overschot/tekort.
Als je een vraag hebt van 1000 producten, en je hebt er 1200 gemaakt, dan hou je er 200 over! Je aanbod overschot!
Andersom als je er maar 800 geproduceerd hebt, dan kom je er 200 tekort! Je aanbodstekort!
Al is het in de economie meestal met de formule qV-qA/qA-qV

En dan het verschil tussen bruto en netto toegevoegde waarde.
Als jij een tussenhandelaar bent, en je koopt bijvoorbeeld 1 auto in voor 5.000 euro, en je verkoopt hem daarna voor 12.000 euro, dan heb je een Brutotoegevoegde waarde van 7.000 euro.

Nu weer dezelfde auto, van 5.000 verkocht voor 12.000 euro, maar stel dat je dit keer zo'n grote vrachtwagen gebruikt( ik weet ff niet meer hoe die heten xD) om de auto te vervoeren, dan maak je daar kosten mee, bijvoorbeeld tanken, en afschrijvingen. Als die kosten 500 euro bedragen, haal je dit van je bruto toegevoegde waarde af.
Dus dan wordt je Netto toegevoegde waarde: 12.000-5.000= 7.000- 500(tank+afschr)= 6.500 netto toegevoegde waarde.

Laatst gewijzigd op 12-01-2012 om 22:24.
Met citaat reageren
Oud 13-01-2012, 14:41
the economist
the economist is offline
met z'n allen komen we er wel !
-en wat nou exact de verschil is tussen BBP BNP
Binnenlands = wat er binnen de landsgrenzen geproduceerd wordt.
nationaal = wat er door de natie geproduceerd wordt.
Dus aan het woordje kun je het herkennen en onthouden.

Stel een werknemer woont in Enschede, en werkt in Duitsland.
Zijn loon telt mee voor het nat product in Nederland, maar voor het binnenlands product van Duitsland.
dit geldt ook voor pacht, interest en winsten die over de landsgrenzen gaan. Vooral de laatste twee zijn groot, denk aan de buitenlandse beleggingen. Dus de winsten van Ahold in de VS tellen mee in het binnenlands product van de VS. Maar bij het BNP van NL.

hoort intermediair bij het BBP trouwens?
het is het intermediair verbruik.
Toch even naar een 'echte' website: (je bent tenslotte vwo)
http://statline.cbs.nl/StatWeb/publi...STB=G1,G2&VW=T

hier zie je voor 2010 de volgende getallen: in de eerste drie kolommen.
270 442 205 651 64 791
het eerstte is wat alle bedrijven in die bedrijfstak hebben verkocht. Maar heel veel leveringen zijn aan elkaar, nl aan volgende stappen in het productieproces. Dit is het "intermediaire verbruik"
Dus die reken je eigenlijk niet mee, en je moet ze dus van de eerste afhalen. wat je nodig hebt voor de berekening bbp/bnp is die derde kolom: de 'toegevoegde waarde'


-hoe bereken je het aanbod overschot en tekort..
zie boven.

-en het verschil tussen bruto toegevoegde waarde en netto toegevoegde waarde..
Dat zijn de afschrijvingen. BNP-NNP = afschrijvingen.
het is een grote optelsom van alle producties van een land.
lichten we er één bedrijf uit, dan komen we tot:
omzet - alle inkoop = toegevoegde waarde.
maar sommige productiemiddelen koop je eenmalig, en gaan dan meerdere jaren mee.
Hoe trek je die dan af van de omzet ??
Die inkopen spreidt je uit over meerdere jaren, vaak gelijkmatig.
Zo houd je per jaar een bedrag over wat je 'eigenlijk ook bij de inkopen moet rekenen'
doit ziijn de afschrijvingen.

voorbeedl:
omzet = 1000
inkopen = 600
andere ingekochte diensten = 150
bruto toegevoegde warde = 250

vorig jaar een nieuwe machine gekocht voor 500. Deze gaat 5 jaar mee.
afschrijving is dus 100 per jaar.
Haal je deze er ook af , dan is de netto toegevoegde waarde = 150.

en uiteraard is BNP = Somma van alle bruto toegev waardes
en NNP = somma van alle netto toegev waarden.

(en de toegevoegde waarde vd overhied = ambtenarensalarissen !)
Met citaat reageren
Oud 14-01-2012, 15:56
Bella-x
Avatar van Bella-x
Bella-x is offline
ah heel erg bedankt allemaal!! voor jullie tijd en moeite! Ik heb er echt heel veel aan! )
Want economie is toch wel mijn zwakste vak en moet toch zoveel mogelijk proberen om voldoendes te halen.
Ik ben zo wat nieuw hier en vindt dit gelijk echt heel handig dat je je vragen kwijt kan en dat je vaak snel antwoord krijgt ook nog Hoop voor goede eco cijfers stijgt weer haha ^^
Met citaat reageren
Oud 15-01-2012, 21:07
the economist
the economist is offline
hoe bereken je het aanbod overschot en tekort..
meestal doe je dit als volgt:
je hebt dan twee lijnen gegeven: de aanbodlijn en de vraaglijn.

In plaats van het snijpunt van deze twee lijnen te berekenen, waar dan een evenwichtsprijs uit komt, is er nu al een prijs gegeven in de vraagstelling. Bijvoorbeeld: er is een maximum of minimumprijs.
Deze prijs vul je in in de vraaglijn => dan komt eruit wat bij die prijs gevraagd wordt.
darana deze prijs vul je in in de aanbodlijn => dan komt eruit wat bij die prijs aangeboden wordt.
het verschil tussen deze beide is het vraagoverschot of het aanbodoverschot, al naar gelang of aanbod of vraag groter is.

bijv
Qa = 2p + 40
Qv = -p + 100
Stel er is gegeven dat de prijs 50 is.
Dan Qa,= 2 x 50 + 40 = 140 er wordt 140 gevraagd.
Qv = - 50 + 100 = 50.
Qa - Qv = 90 = aanbodoverschot, want Qa is groter.
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Algemene schoolzaken Ik ga volgend jaar havo doen en ik heb een paar vragen over vakken dus help me alsje
wooper1992
11 23-08-2009 20:24
Lichaam & Gezondheid Een paar vragen over tandpasta...
Verwijderd
8 28-04-2007 16:51
Huiswerkvragen: Cultuur, Maatschappij & Economie Vragen over economie..Wie helpt mij?
barbiebitch
21 17-06-2005 13:22
Algemene schoolzaken Comerciele Economie (sport en marketing)
Patrick_vN
2 02-11-2003 18:25
Huiswerkvragen: Cultuur, Maatschappij & Economie 3 kleine economie vraagjes
Sparkie
8 03-06-2003 15:12
Algemene schoolzaken Management, economie & recht?
jenniffer
6 02-03-2003 18:22


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 18:26.