Advertentie | |
|
15-11-2004, 16:00 | ||
Citaat:
Er is veel onderzoek gedaan naar het rouwproces dat mensen doormaken, vooral Kübler-Ross heeft hier een groot aandeel in geleverd. Voor degene die daar interesse in hebben, volgt hier een overzicht: Rouwproces ‘achterblijvers’ De vijf componenten: ontkenning, marchanderen, verdriet, aanvaarding en liefde. 1. Ontkenning. Na een verlies reageren we instinctief met het ontkennen ervan. "Nee, het is niet waar. Het kan niet waar zijn. Ik geloof het niet." We roepen alle afweermiddelen in het leven om staande te blijven. We roepen dat het niet waar is, alsof we daarmee de werkelijkheid ongedaan kunnen maken. We proberen baas te blijven over onze gevoelens. We bakenen het verlies af. We begrenzen de droefheid. Huilen kunnen we soms niet. Het verlies dringt niet tot ons door. De ontkenning kan een poosje aanhouden. Hoe groter het verlies hoe langer de duur. Ontkenning is een bescherming van de natuur. De natuur zorgt op een milde manier dat de betekenis van een verlies gedoseerd tot ons doordringt. Het maakt dat we niet in één klap ten volle realiseren wat er gebeurt. Het voorkomt dat we in een shocktoestand blijven of zelfs gek worden van verdriet. Een shock is het engelse woord voor schok in de betekenis van sterke verandering. Door de plotselinge shock is er een ernstige verstoring van de algemene toestand van het lichaam. Functies van het organisme kunnen stil komen te liggen. Een langdurige shock kan levensbedreigend zijn. Een shock is een lichamelijke reactie op lichamelijke of emotioneel geweld. De ontkenning speelt zich af op verstandelijk en emotioneel niveau. Er is het idee dat de gebeurtenis nooit heeft plaats gevonden. Langzaam maar zeker realiseer je je dat een bepaald verlies echt waar is. Dat iets onomkeerbaar is. Dat dit verlies bij jouw leven hoort. Dat de ander nooit meer deel zal uitmaken van jouw leven. Het is niet goed om mensen ervan te overtuigen dat een verlies echt waar is. Een poging daartoe geeft de rouwende geen kans om in eigen tempo tot de afschuwelijke realiteit te komen. Mensen moeten de gelegenheid krijgen om op hun eigen manier tot het besef te komen wat er is gebeurd. Het hele bestaan is immers aan het wankelen gebracht. Om volledige instorting te voorkomen, probeert de rouwende met man en macht overeind te blijven. Zeker de eerste dagen en weken is dat noodzakelijk. Er moet veel geregeld worden. Bij een overlijden moet de uitvaart georganiseerd worden. Bij een afscheid moet men naar nieuwe huisvesting zoeken, afspraken maken over de kinderen en tot een financiële regeling komen. Er wordt een groot beroep op het verstand gedaan. Als alle gevoelens meteen ten volle tot uiting zouden komen, zijn we niet in staat om de dingen die gedaan moeten worden; afscheid van iets of iemand nemen. De component 'ontkenning' kan vaak terugkeren. Net als je denkt dat je je wat beter voelt, zijn er weer momenten waarop je opnieuw kunt denken dat een verlies niet waar is. Denk niet dat je een stap terugdoet in het rouwproces. Met het terugkeren van de component 'ontkenning' bereik je een nieuwe bewustzijnslaag. De betekenis van een verlies dringt als het ware nog dieper en vaster tot je door. 2. Marchanderen. Tijdens deze fase proberen we het verlies ongedaan te maken. We doen beloftes. We stellen overeenkomsten voor. Langzaam maar zeker dringt tot je door dat geen enkele uitvlucht helpt. Zo kom je tot de volle betekenis van het verlies. Het is een periode waarin je energie volledig wegvloeit. Het is een periode waarin je moe bent, veel slaapt, het besef van tijd kwijt bent en veel huilt. Het is een periode waarin je beseft dat een deel van de wereld die je zo liefhad van je is weggenomen. Je doet van alles om de pijn te verzachten. Bij overlijden zie je vaak dat degene die achterblijft heel erg zijn best doet om de wensen van de overledene te vervullen. Zaken worden op zijn manier afgerond. Alsof er een soort goedkeuring van de overledene te verdienen valt. Soms neemt de partner het gedrag dat hij afkeurde in de overledene over. Dit om oude gevoelens teniet te doen. De rouwende kan opeens ook dingen gaan doen waar hij zich vroeger tegen verzette. Dit zie je ook bij echtscheidingen. Marchanderen heeft ook te maken met het inlossen van schuld. Schuldgevoelens kunnen reëel of irreëel zijn. Irreële schuld zorgt dat we een gevoel van controle over de situatie houden. Het zorgt dat we ons niet machteloos uitgeleverd voelen aan de situatie. Vraag jezelf af of je echt te kort bent geschoten. Had je echt meer kunnen doen? Geef zo uitgebreid mogelijk antwoord op deze vragen. Verlies hierbij de realiteit niet uit het oog. 3. Boosheid. Woede is een natuurlijk gevoel. Het heeft de functie grenzen af te bakenen. Door boos te worden, zeggen we 'nee' tegen iets dat met ons gebeurt. We zeggen 'nee' tegen dingen die niet goed voor ons zijn. We zeggen 'nee' tegen dingen die we niet willen. Tijdens het rouwproces is de rouwende vaak boos op degene die hem heeft verlaten, boos op de situatie, of boos op het lichaam dat hem in de steek laat. Vaak ontlaadt deze woede zich op iemand anders. De rouwende reageert zich af op zijn omgeving. Hij projecteert zijn woede op anderen. Op de artsen die niet goed zouden hebben gehandeld, op verpleegsters die nalatig geweest zouden zijn, maar ook op mensen waar hij veel van houdt: kinderen, partner, een vriend of God. De woede ontlaadt zich vaak op iemand bij wie hij zich het meest vertrouwd en beschermd voelt. Dat is veilig. Je weet dat die persoon je niet zal afwijzen.Het afreageren op anderen wordt niet altijd begrepen. Er kunnen pijnlijke situaties ontstaan. De omgeving ziet niet dat de geuite woede een natuurlijk proces is tegen iets wat er in het leven gebeurt: het verlies van een dierbaar iemand, het verlies van gezondheid of het verlies van een baan. Er kunnen leed-op-leed reacties ontstaan. De omgeving neemt het de rouwende kwalijk dat die zijn woede afreageert op anderen. Het beste is begrip op te brengen voor de rouwende. Vraag naar moeilijk bespreekbare gevoelens zoals eventuele schuldgevoelens, boosheid en jaloezie. Op die manier geef je de rouwende toestemming om zijn hart te luchten. Er ontstaat een opening om te praten over zijn verlies en over het feit dat hij je kwetst met zijn gedrag. 4. Verdriet. Er ontstaat een wond als we iemand (of iets) verliezen die van grote betekenis voor ons was. Een wond dienen we te verzorgen, aandacht te geven en we moeten de wond gelegenheid bieden om te helen. Vaak blijft zelfs dan nog een litteken over. Dit litteken kan soms flink opspelen en pijn doen. Verdriet is noodzakelijk. Verdriet moet er mogen zijn om onze pijn te kunnen helen. Verdriet is de meest aanvaardbare component van het rouwproces. We begrijpen allemaal dat er verdriet is bij een verlies. We weten alleen niet zo goed hoe we er mee moeten omgaan. Verdriet mag in de ogen van anderen niet te lang duren. Het wordt gezien als een uiting van negatieve gevoelens en niet als gezondmakend aspect om te helen. Maar het is ook een manifestatie van innerlijke groei. Het lijkt er geen plaats mag zijn voor het negatieve. Als we om ons heen kijken, zie je dat de samenleving het positieve erg sterk belicht. Alles moet mooi. jong, gezond, vitaal, succesvol en leven zijn. Maar er is licht en donker. Er is dag en nacht. Er is blijdschap en pijn. Er zijn positieve en negatieve ervaringen. Net zoals vreugde hoort ook verlies bij het leven. Beide mogen - en moeten - bestaan om het leven een evenwichtige balans te geven. Iedereen kent de uitdrukking 'je moet het positief bekijken'. Deze uitdrukking wordt vaak verkeerd gebruikt. Het zegt dan in feite dat mensen hun verdriet en pijn niet mogen tonen. Toch kunnen pijn en verdriet ook waardevolle aspecten zijn van ons bestaan. Door liefde, verdriet en pijn kunnen we leren en groeien. Als we dat ontkennen, ontkennen we een belangrijk deel van onszelf. We negeren dan belangrijke mogelijkheden om te groeien. Iedereen vindt het normaal om tijdens een gezellige bijeenkomst te praten over vreugdevolle en leuke ervaringen. Grappige momenten van jaren geleden kunnen we vertellen en er wordt hartelijk om gelachen. Verdrietige en pijnlijke ervaringen mijden we. Daar praten we niet over. Met elkaar komen we zo in een zeer onevenwichtige stroming terecht. Hardnekkig verzwijgen we de pijnlijke gebeurtenissen uit ons bestaan, terwijl ze evenveel over ons leven en over onszelf vertellen als de vreugdevolle momenten. Gezamenlijk negeren we een belangrijk deel van ons bestaan. We weten goed hoe we moeten reageren op geboorte, het huwelijk, een examen waarvoor we geslaagd zijn. We laten de ander duidelijk merken dat we blij voor hem zijn. We geven ten volle uiting aan positieve gevoelens. Het wegvallen van een waardevolle relatie, een waardevol iets of iemand zijn even belangrijke gebeurtenissen. Door die gebeurtenissen niet te benoemen - het als het ware niet te laten bestaan - doen we onszelf en anderen tekort. Verdriet is ook een steeds terugkerend component. Verdriet zal steeds opnieuw om aandacht vragen. Stop je verdriet niet weg. Geef er aandacht aan. Je kunt het dan meenemen met je verdere ervaringen. Je blijft dan niet 'hangen' in je pijn. Je kunt alleen op een evenwichtige manier met pijn omgaan als je erkent dat het bij je levensgeschiedenis hoort. Verdriet hoeft ons niet uit balans te brengen. Verdriet dat gehoord wordt - dat zich veilig voelt - kan een gerechtvaardigde plaats krijgen in je bestaan. 5. De aanvaarding. Aanvaarding is voor de rouwende een moeilijk te omvatten begrip. Aanvaarding betekent: beseffen dat iets of iemand definitief uit je leven is verdwenen, Dit roept dan geen heftige gevoelens meer op. Je accepteert het. Aanvaarding betekent dan ook zeker niet: berusting. Aanvaarding betekent erkenning. Erkennen dat er een wond is die voortaan deel van je leven is. Aanvaarding betekent niet dat de componenten verdriet, ontkenning en woede niet meer aan de orde zullen komen. Ook voor aanvaarding geldt: we nemen het mee op verschillende lagen van ons bewustzijn. Soms denken we iets voorgoed aanvaard te hebben. Door een gebeurtenis of verandering in ons leven kan de 'oude' pijn, woede of ontkenning weer de kop opsteken. Op zulke momenten kunnen we moedeloos worden. Kan dat wel, een verlies voorgoed aanvaarden? Ja en mee. Nee, je bent er nog niet, want je bent er nooit. Leven en leren doe je een heel leven lang. Ook leren leven met verliezen doe je een leven lang. En ja, je hebt een deel van het rouwproces achter de rug: op die bewustzijnslaag waar je nu op dit moment zit. Door veranderingen en ervaringen groei je innerlijk. Je bereikt diepere bewustzijnslagen. Ook je verlies neem je mee op die diepere bewustzijnslagen. Schrik niet als 'oude' pijn, woede en ontkenning de kop opsteken. Je laat niet stil. Je bent niet terug bij af. Je bent aan het groeien. Je neemt je verlies op je verdere levensreis mee. Respecteer de gevoelens die zich aandienen. Neem ze serieus. Geef ze aandacht. Dat is alles wat ze nodig hebben. Rouwverwerking v/d stervende De fasen-theorie bestaat uit vijf kernwoorden. Dit zijn: ontkenning, woede, marchanderen, depressie en aanvaarding. 1 Ontkenning Ontkenning is de eerste fase. Deze fase wordt ook ‘ontkenning en isolering’ genoemd. ‘Nee dat kan niet waar zijn, ik niet.’ ‘De ontkenning werkt als een buffer na een onverwacht schokkend bericht en geeft de patiënt gelegenheid weer tot zichzelf te komen en intussen andere minder radicale afweermechanismen te mobiliseren.’ Het is een grote schok en daarvan moet men zich geleidelijk herstellen. Hij kan de slechte tijding niet als waar aanvaarden. Het is belangrijk dat hij, zowel verbaal als non-verbaal, zijn gevoelens kan uiten. Een vertrouwensrelatie is dus belangrijk. Zo kan de stervende naar de tweede fase toegroeien. Bij de meeste mensen zal de fase van ontkenning niet zo lang duren. 2 Woede Als blijkt dat men niet langer kan blijven ontkennen, volgt de fase van woede en ergernis. In deze fase stelt men zich de vraag: ‘Waarom ik?’ Er komen gevoelens van ergernis, woede, afgunst en wrok. Deze fase is vaak moeilijk op te vangen door familie, vrienden en hulpverleners. Dit komt doordat de woede zich op van alles kan richten en ook geprojecteerd wordt op de omgeving. In de reacties lijken de mensen in deze fase vaak onvriendelijke, ondankbare en kritische mensen. Ze kunnen het leven voor iedereen in hun omgeving erg moeilijk maken. Een respect- en begripvolle, verdraagzame houding kan hun stemming verzachten en de eisen langzamerhand milder maken. De intensiteit van woede kan ook te maken hebben met gevoelens uit het verleden. 3 Marchanderen In deze fase komt de vraag: ‘Ja, ik, maar…’, naar boven. Men probeert op alle mogelijke manieren om onder de verschrikkelijke werkelijkheid uit te komen. Juist in deze fase wordt er vaak over een ‘onderhandelen’ met God gesproken. ‘Bijna iedereen marchandeert met God, ook al heeft hij Hem tevoren niet erkend.’ In gebed wordt om genezing gevraagd en als ‘dank’, belooft de stervende God iets. Dit kan variëren van een trouw synagoge bezoek, veel christelijke barmhartigheid tot het afstaan van bijvoorbeeld nieren. Van alles wordt beloofd, mits er maar levensverlening aan vastzit. Pastorale gesprekken in deze fasen kunnen heel zinvol zijn. 4 Depressie De werkelijkheid is niet langer meer met beloften te voorkomen. Er is geen vraag meer maar een erkenning: ‘Ja, ik.’ De waarheid dringt steeds meer door. Men komt in de fase van depressie. Er zijn twee soorten depressies te onderscheiden: een terugwerkende of reactieve depressie en een voorbereidende depressie, ook wel het stille verdriet of voorverdriet genoemd. ‘Eerst maken ze een soort reactieve depressie door, waarin ze treuren over geleden verliezen; ze praten over de zin van het verlies van een borst of een been, of over hun colostomie. Ze vertellen u hoe moeilijk het is niet thuis te zijn bij de kinderen, of, bij een man, zijn werk op te geven. Tijdens de depressieve periode kunnen we veel doen, omdat we allemaal wel eens een verlies hebben geleden en met onze patiënten kunnen meevoelen. Maar daarna maken ze een ander soort depressie door, waar erg moeilijk iets aan te doen is, niet alleen door de familie, maar ook door het verplegend personeel. Dat is het stille verdriet of het voorverdriet. Tijdens deze periode treuren ze niet over hun geleden verliezen, maar over toekomstige verliezen. Ze beginnen om hun eigen dood te treuren, beginnen zich het feit te realiseren dat ze niet één beminde persoon verliezen, maar alle mensen en dingen die hun leven zin geven. Tijdens dit stille voorverdriet praten ze niet veel meer; ze kunnen hun verdriet en benauwing niet onder woorden brengen’ In deze fase dringt de realiteit van het komende sterven goed door. Dit geeft depressieve gevoelens en uitingen. Hoe je er als begeleider mee om kunt gaan is mede afhankelijk van de depressievorm waarin de patiënt zich bevindt. In de literatuur wordt zelden over beide soorten depressies gesproken. 5 Aanvaarding In deze fase hoopt de zieke niet langer op genezing, behandeling of verlenging van het leven. Hij is niet meer gedeprimeerd of verontwaardigd over zijn lot. De gevoelens zijn onder woorden gebracht. Hij heeft getreurd over zijn verlies en nagedacht over het leven. In zekere zin kan hij het naderende levenseinde met open ogen tegemoet treden. Nu kan hij (van de vorige fasen) uitrusten. Volgens Kübler-Ross betekent het, dat men aanvaard heeft dat het leven eindig is. Men hoeft zich niet langer zorgen te maken voor de dag van morgen. Geniet vandaag. ‘Er is wel een verschil tussen aanvaarding en berusting. Aanvaarding is een gevoel van triomf, een gevoel van vrede, van rust, van positieve onderwerping aan dingen die we niet kunnen veranderen. Berusting is meer het gevoel van verslagenheid, van bitterheid, van: waar dient het voor, ik ben het vechten moe. Ik denk dat tachtig procent van de patiënten in verpleeghuizen in een toestand van berusting verkeren.’ In deze fase zal de familie meer behoefte hebben aan ondersteuning dan de stervende zelf. Wanneer het sterven werkelijk nadert zullen de contacten meer non-verbaal dan verbaal worden. De interesses worden steeds minder. De wens is vaak om de kring omringende mensen steeds kleiner te laten worden.
__________________
Alles gaat fout, maar het is goed zolang ik het beleef. Want ik leef.
|
15-11-2004, 16:22 | ||
Citaat:
__________________
Alles gaat fout, maar het is goed zolang ik het beleef. Want ik leef.
|
15-11-2004, 18:22 | ||
Citaat:
__________________
Ik ga links want ik moet rechts. En we gaan nog niet naar huis.
|
15-11-2004, 19:46 | ||
Citaat:
__________________
Tumtiedum hups.
|
15-11-2004, 19:49 | ||
Verwijderd
|
Citaat:
|
16-11-2004, 16:23 | ||
Citaat:
Maarja, er valt niks aan te doen... @ mushu: sterkte ermee! |
|
|
Soortgelijke topics | ||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Psychologie |
Ze zijn een beetje aan ’t vechten binnen in… Elka | 17 | 09-10-2002 16:58 | |
Psychologie |
Info over MPS en SCHIZOPHRENIE Droomvlucht | 4 | 28-05-2002 10:59 |