En de rest.
- - -
Met trillende vingers voerde hij het nummer van Sonja in. Haar kussen stond nu als afgesloten geregistreerd. Het was een standaardhandeling die iedere medewerker van Traumwerk kon volbrengen in het geval van wanbetalers. Hij had nog tien minuten de tijd voordat het gros van de mensen zou inschakelen en hij moest nog twee verhalen voorbereiden. Hij scheurde de bladzijden uit het boek over de Russische broers en probeerde er een stapel van te maken die de machine kon verteren. Over een paar minuten zou er een samenvatting uitrollen die hij na wat sleutelen zo naar het Traumwerkpaneel kon converteren.
Terwijl de machine ratelde, las hij een ander boek met de hand. De bladzijden waren plakkerig met papierschimmel en soms waren er flarden uitgescheurd. Iemand had in een vorige eeuw bepaalde stukken onderstreept en er uitroeptekens of notities bijgezet. Marvin snapte er niets van, maar het verhaal kon hij wel vatten. Onvervalste, ware liefde, zoals het vroeger was. Zodra de eerste uitzending klaar was, zou hij het kussen van Sonja als enige ontvanger selecteren en een tweede uitzending doen. Hij zou het hoofd van Sonja vol met echte liefde pompen en de volgende morgen zou hij haar witte prins op het paard zijn, of wat die uitdrukking ook alweer was.
Marvin kwam naar buiten en de goochem wachtte weer op hem. Dit keer zette hij het op een rennen en achter zich hoorde hij nog een vraag. Iets over microscopische nanotechnologie in een kussen. Thuisgekomen viel hij als een blok in slaap. De hele nacht had hij gespannen met zijn voeten zitten trappelen achter het paneel.
De recensies met betrekking tot zijn stuk plagiaat waren verassend. Niemand had verwacht dat hij nog een interessant werk kon produceren en sommigen dachten zelfs dat er nog hoop voor hem was. Alsof de hoop zich materialiseerde ging de telefoon over. Marvin nam op en het was Sonja.
“Ik heb fijn gedroomd, Marvin”, zei ze koud.
“Oh? Is dat zo?”
“Ja. Ik vond het een erg goed verhaal. Ik hoop alleen dat je er een vervolg op maakt, want ik wil weten wie de vader nu vermoord heeft, en ik ben niet de enige.”
“De vader…?”
“Ja. Nu, ik moet weer verder. Ik zie je vanavond.”
Marvin kon niets meer uitbrengen en Sonja had al opgehangen. Op de één of andere manier had zij ook de droom over de Russen ook gekregen. Dit kon niet!
Met een schaar ging Marvin het kussen van Sonja te lijf. Misschien was het nummer op het label niet het goede nummer en moest hij binnenin iets vinden. Ergens moest een printplaat zitten en printplaten liegen niet. Pas nadat hij de rand van de sloop opengeknipt had, dacht hij aan de dodelijke schok waar Traumwerk de wereld voor waarschuwde. Hij scheurde de rand los en de zachte vulling dwarrelde uit het kussen op het bed. Marvin wachtte tot er iets zwaars uit zou vallen, maar dit kwam niet. Hij graaide in de sloop, keek erin en keerde hem binnenstebuiten, maar er zat niets in. Alleen maar zachte vulling.
“Toen in de recensies las, wist ik dat het goed was”, zei een geanimeerde Sonja tegen een doodse Marvin. Nu was het zijn beurt om lusteloos met brokken voer heen en weer te schuiven. “Die jongste broer alleen al, hoe heette hij? Alexej? Alleen met hem zou je al een reeks verhalen kunnen maken. Ik denk dat iedereen het eens is met Robertson als hij zegt dat een koude, Russische winternacht je heerlijk doet slapen.”
“Ja”, stamelde Marvin. Hij was niet bezig met de Russen. Hij was bezig met Traumwerkkussens. Met doodnormale kussens die alleen een logo en een label erop hadden. Hij was bezig met zijn werk en het paneel waarop hij werkte. Was dat soms een kartonnen doos met plastieken knoppen? Wat deed hij daar al die avonden als de kussens doodnormale kussens waren? En hoe kreeg iedereen dezelfde droom in zijn hoofd als het niet via de kussens was? Hij begreep er niets van.
Die avond slenterde hij lusteloos naar zijn werk. Ook al hadden sommigen hem gefeliciteerd met zijn jonge, kleine succes, bleef hij zelf van binnen zuur. Hij plofte neer in zijn stoel en keek naar de knoppen. Nog vijf minuten de tijd maar hij had nergens zin in. Het zou toch niet uitmaken wat hij deed. Hij besloot niets te doen. Hij zette zich af tegen het paneel, rolde met zijn stoel naar de koffieautomaat en wilde er zo lang mogelijk blijven.
Totdat achter hem een deur opende.
“De directeur wilt u graag spreken, meneer McEwan. Volgt u mij?” Marvin volgde.
“Het is ontoelaatbaar”, borrelde de vettige directeur vanachter zijn sigaar, “dat het personeel van Traumwerk op eigen houtje registratienummers uit het systeem gooit en daarnaast de zendpiraat uit gaat hangen. Je prestaties van de laatste maanden zijn al niet om over naar huis te schrijven, McEwan, maar dit soort acties maken uw positie binnen ons bedrijf er niet zekerder op. Je zal met een verdomd goede verklaring moeten komen, McEwan.”
Marvin had flets naar het tapijt voor zich gestaard. Hij wilde niet meer vechten voor zijn zinloze baan. Hij wilde alleen maar antwoorden en daarna weglopen. Hij wilde weten wat er van deze directeur overbleef als hij met een speld in zijn bolle buik prikte. Wat er van Traumwerk overbleef als hij de zijkant openscheurde en de zachte, zinloze vulling eruit haalde.
“Mijnheer de directeur?” begon Marvin nederig, “ik heb geen verklaring voor mijn gedrag. Althans, geen goede. Maar voordat u mij ontslaat, had ik graag dat u mij antwoord gaf op de volgende vragen; Waarom zijn de Traumwerkkussens niets meer dan een sloop met zachte vulling? Waarom zit er niets in? Hoe kan het dat toch iedereen dezelfde dromen droomt en wat gebeurt er als ik aan de knoppen op het paneel draai? Wie ontvangt die signalen?”
De mond van de directeur viel open en zijn sigaar stuiterde op zijn glimmende, houten bureau. Hij stamelde wat en zweeg weer. Zenuwachtig liet hij zijn vingers over elkaar lopen en zo leek hij wat controle terug te krijgen. “Meneer McEwan, wilt u mij volgen?”
Ze liepen door gangen van het gebouw waar Marvin het bestaan niet afwist. Aan het einde was een zwaar beveiligde deur met een achtcijferslot en vingerafdrukregistratie.
“De code is 68376301”, zei de directeur, “en je vingerafdruk zullen we er straks inzetten.”
De deur schoof open en onthulde een grote ruimte. Het deed Marvin denken aan de radiokamer van een onderzeeboot. Verschillende mensen hadden een koptelefoon op en staarden naar een scherm. Voor zich hadden ze allemaal een toetsenbord waarop ze enthousiast ratelden.
“Dit”, gebaarde de directeur, “zijn de recensenten. Daar linksachter zit Robertson. Je zal zien dat hij helemaal zo’n kwaaie niet is. Hij doet slechts zijn werk.”
“Welk werk?” eiste Marvin.
“Wel,… luisteren en kijken naar de dromen die hierboven op het paneel gecomponeerd worden. Dit is de enige plek op aarde waar de output daarvan terechtkomt en deze jongens schrijven er recensies over. Recensies die allemaal verschillend van elkaar zijn, op één vlak na. De inhoud. Stuk voor stuk bevestigen ze de inhoud. Ze hameren op subtiele wijze het verhaal in hun tekst en overdekken deze harde noten met zoveel zoete saus van eigen waardering dat geen van de lezers door zal hebben de noot doorgeslikt te hebben.”
“Bedoelt u dat… mijn dromen nergens gekomen zijn?”
“Precies. Je dromen komen hier en deze jongens zijn de machine die elke morgen via de terminal van duizenden mensen de herinnering aan een droom suggereren. Het kussen en de droomcomponisten zijn een farce, maar noodzakelijk om ons denkbeeldige product te verkopen.”
“En nu kom ik hier te werken als recensent?”
“Ja.”
“En als ik weiger?”
“Dan is dat erg ongezond. We kunnen ons geheimpje niet de straat op laten komen, nietwaar?”
Marvin stond weer voor het Traumwerkgebouw. Hij krabbelde achter zijn oren en wilde dat hij rookte. Hij trilde overal en had niets om zich te kalmeren. Achter hem klonk gekuch.
“Pardon, u werkt bij Traumwerk, nietwaar? Kunt u mij misschien iets vertellen over waar u daar mee werkt? Uit de kussens worden wij niet wijzer, maar misschien dat u iets kunt zeggen over de machines?” Knisper, knisper.
“Geloof me vriend, daarbinnen werkt men met de oudste techniek ter wereld” antwoordde Marvin. Hij trok zijn kraag recht en verdween in de nacht.
- - -
LUH-3417