Haar wangen, zo koud, zo zacht.
Haar ogen, lichtgevend in de nacht.
Haar neusje, glimmend, zodra ze lacht.
Betoverd, door al haar pracht.
De zon, de sterren, zien haar gaan.
Haar vleugels, mijn zwarte zwaan.
Zo bang, vragend, kijkt zij mij aan.
Gewichtloos, ik kan niet meer staan.
De tijd, te snel, ons vijandig gezind.
We ontwaken, gestreeld door de wind.
Een kus, liefdevol, die een wang vindt.
Wachtend, tot alles opnieuw begint.
__________________
Zoek De Engelen Niet Boven Je, Zoek Ze Om Je Heen.
|