Registreer FAQ Ledenlijst Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / School & Studie / Huiswerkvragen: Exacte vakken
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 14-12-2013, 09:55
FM-Lover
FM-Lover is offline
HEELP!!

Ik ben zoooo ontzettend slecht in wiskunde...
Ik sta een 3,7 op mn rapport. Ik wil het echt hoger hebben maar het lukt niet!

Kan iemand me wat uitleggen over de stelling van Pytagoras (ofzo )

Alvast bedankt
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 14-12-2013, 10:03
Tochjo
Avatar van Tochjo
Tochjo is offline
We kunnen je van alles uitleggen over de stelling van Pythagoras, maar het lijkt me beter dat je eens overlegt met je docent over hoe je je cijfer kunt ophalen (of eigenlijk: waarom het nu zo laag is). Je docent kent jou en je werk, wij niet.
Met citaat reageren
Oud 14-12-2013, 10:04
joeryvg
joeryvg is offline
De stelling van Pythagoras stelt dat: a^2 + b^2 = c^2
Deze stelling geldt alleen in rechthoekige driehoeken. A en B stellen de rechthoekszijden van de driehoek voor en c is de schuine zijde. Als de lengtes van a en b gegeven zijn kun je dus de lengte van c uitrekenen. Dit doe je door de lengte van a en b te kwadrateren en bij elkaar op te tellen. Nu heb je c kwadraat, maar je wil c weten dus doe je de wortel van dat antwoord. Ik hoop dat je t snapt!
Met citaat reageren
Oud 14-12-2013, 11:00
mathfreak
Avatar van mathfreak
mathfreak is offline
Citaat:
De stelling van Pythagoras stelt dat: a^2 + b^2 = c^2
Deze stelling geldt alleen in rechthoekige driehoeken. A en B stellen de rechthoekszijden van de driehoek voor en c is de schuine zijde.
Even een opmerking: Het is gebruikelijk om de hoekpunten van een driehoek met een hoofdletter en de zijden van een driehoek met een kleine letter aan te geven. Tegenover hoekpunt A ligt de zijde BC met lengte a, tegenover hoekpunt B ligt de zijdeAC met lengte b, e, tegenover hoekpunt C ligt de zijde AB met lengte c.

@FM-Lover: De stelling van Pythagoras luidt als volgt: in iedere rechthoerkige driehoek is het kwadraat van de schuine zijde gelijk aan de som van de kwadraten van de rechthoekszijden. Even een paar voorbeelden: stel ΔABC is een rechthoerkige driehoek met . In dit geval is BC de schuine zijde en zijn AB en AC de rechthoekszijden. Volgens de stelling van Pythagoras geldt dan dat BC² = AB²+AC². Indien BC en AB bekend zijn volgt uit BC² = AB²+AC² dat AC² = BC²-AB².
Indien BC en AC bekend zijn volgt uit BC² = AB²+AC² dat AB² = BC²-AC².
Wat je doet is het volgende: ga na welke hoek recht is, dan ligt de schuine zijde daar tegenover. Als de rechthoekszijden bekend zijn is het kwadraat van de schuine zijde gelijk aan de som van de kwadraten van de rechthoekszijden. Door de wortel te trekken vind je de lengte van de schuine zijde. Als de schuine zijde en een van de rechthoekszijden bekend is, vind je de andere rechthoekszijde door van het kwadraat van de schuine zijde het kwadraat van de gegeven rechthoekszijde af te trekken. Door de wortel te trekken vind je de lengte van de gevraagde rechthoekszijde.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Met citaat reageren
Oud 15-12-2013, 16:14
the economist
the economist is offline
Citaat:
Even een opmerking: Het is gebruikelijk om de hoekpunten van een driehoek met een hoofdletter en de zijden van een driehoek met een kleine letter aan te geven. Tegenover hoekpunt A ligt de zijde BC met lengte a, tegenover hoekpunt B ligt de zijdeAC met lengte b, e, tegenover hoekpunt C ligt de zijde AB met lengte c.

@FM-Lover: De stelling van Pythagoras luidt als volgt: in iedere rechthoerkige driehoek is het kwadraat van de schuine zijde gelijk aan de som van de kwadraten van de rechthoekszijden. Even een paar voorbeelden: stel ΔABC is een rechthoerkige driehoek met . In dit geval is BC de schuine zijde en zijn AB en AC de rechthoekszijden. Volgens de stelling van Pythagoras geldt dan dat BC² = AB²+AC². Indien BC en AB bekend zijn volgt uit BC² = AB²+AC² dat AC² = BC²-AB².
Indien BC en AC bekend zijn volgt uit BC² = AB²+AC² dat AB² = BC²-AC².
Wat je doet is het volgende: ga na welke hoek recht is, dan ligt de schuine zijde daar tegenover. Als de rechthoekszijden bekend zijn is het kwadraat van de schuine zijde gelijk aan de som van de kwadraten van de rechthoekszijden. Door de wortel te trekken vind je de lengte van de schuine zijde. Als de schuine zijde en een van de rechthoekszijden bekend is, vind je de andere rechthoekszijde door van het kwadraat van de schuine zijde het kwadraat van de gegeven rechthoekszijde af te trekken. Door de wortel te trekken vind je de lengte van de gevraagde rechthoekszijde.
dit verhaal is echt te lang voor iemand die het niet snapt. Je moet het met een plaatje voor je zien, dan beperkt je het aantal woorden aanzienlijk. Niets ten nadelen van het antwoord hoor, want het verhaal klopt heus wel, maar....te lang
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Huiswerkvragen: Exacte vakken [WI] Stelling van Pythagoras
Caviamax
13 24-06-2009 17:30
Huiswerkvragen: Exacte vakken [WI] Pythagoras
Chris-Verhoeckx
6 12-06-2008 15:21
Huiswerkvragen: Exacte vakken Stelling van Pythagoras
DikkeBanaan
4 28-11-2005 17:25
Huiswerkvragen: Exacte vakken stelling van pythagoras
YouKnow?
9 17-03-2001 14:38
Huiswerkvragen: Exacte vakken stelling van pythagoras!!!
Verwijderd
1 13-03-2001 19:31
Huiswerkvragen: Exacte vakken Stelling van pythagoras?
Lightening bolt
22 06-03-2001 20:23


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 21:19.