ik moet een sk verslag maken over conductometrische bepaling van de molariteit van 0.1 M natronloog.
dit was de werkwijze:
Weeg nauwkeurig 0,5 gram (tussen de 0,45 en 0,55 gram) kaliumwaterstofsulfaat af en breng over in een maatkolf van 100ml. Los het zout op en vul daarna aan met water tot de maatstreep en homogeniseer. Pipetteer 10,00 ml uit de 100 ml maatkolf in een bekerglas waarin zich een roerboon bevindt. Breng het volume in het bekerglas met demiwater op ongeveer 60 ml. Laat de twee elektroden zo diep mogelijk in de vloeistof hangen. Zet de roermotor aan zodat de roerboon rustig draait. (Mag de elektroden niet raken!)
Zet de spanningsbron aan. Let erop dat de elektroden op wisselspanning zijn aangesloten. Zet zoveel spanning op de elektrodes dat de stroommeter ongeveer 40 mA aangeeft.
Pipetteer met de 1,00 ml verdeel pipet telkens 0,50 ml 0,1 molair natronloog. Noteer na elke toevoeging de stroomsterkte. Doe dat totdat je 17 meetpunten hebt. Tip: zorg ervoor dat de natronloog niet tegen de elektrodes wordt gespoten, maar direct in de oplossing. En, zorg ervoor dat je de elektrodes met de pipet niet aanraakt. Hierdoor kan de afstand tussen de elektrodes tijdens de meting veranderen.
Voer de conductometrische titratie (dus niet het afwegen en oplossen in de maatkolf) minstens 2 keer uit.
en dit de meetresultaten:
Resultaten:
Titratie 1 Titratie 2
V natronloog (ml) I (mA) I (mA)
0.00 41 41
0.50 39 38
1.00 36 36
1.50 32 33
2.00 29 30
2.50 25 26
3.00 26 24
3.50 30 26
4.00 32 29
4.50 36 32
5.00 39 35
5.50 42 38
6.00 44 41
6.50 47 44
7.00 48 46
7.50 50 48
8.00 52 50
nu moet ik een conclusie maken maar ik heb geen idee wat ik erin moet zetten
kan iemand mij op weg helpen?
alvast bedankt