Safari met een rietje
Op 't terras
met een glas bier
of safari met een rietje.
En een violist speelt
daar in de straat
terwijl de rozen aan tafel
verkocht worden.
Romantiek alom:
je kan je kont niet keren
of je kijkt pal op
voetjegevrij,
kan dan niemand
een eigen kamer nemen?
Die safari is maar saai,
het bier is lauw
en ik lust geen ijsblokjes
die zijn te koud
aan mijn tanden en
ik ben bang dat
mijn hersenen dan
vast vriezen,
net als met ijsjes,
al horen die bij
vrolijke zomers.
Maar het is geen vrolijke zomer.
Zelfs van van die kronkel-rietjes
word ik niet blij.
Al zou er een orkest
spelen terwijl ik dronk,
vrolijk is anders.
Vrolijk is geen viool, geen voetjegevrij,
zeker geen rietjes in je drank.
Chragrijn dat ik ben.
Hufter die je bent.
|