Het is 12 uur als ik mijn bed uit kom strompelen, ik heb tot diep in de nacht Sex and the City liggen kijken. Nog half in coma zet ik mijn pc aan op, zoek naar wat vermaak klik ik naar uitzendinggemist.nl, waar mijn oog valt op Puberruil. Ik kijk een aflevering over Nico de Gothic die als hobby rookt, en Akwasi de rapper die voor zijn moeder aan het sparen is voor een vliegticket naar Ghana. Leuke jongen, geďnteresseerd en open-minded. Nico daarentegen is openlijk racist en een plaatsvervangende schaamte maakt zich van mij meester.
Na afloop maak ik mij klaar om de stad in te gaan. Ik moet een nieuw abonnement voor mijn telefoon en vandaag is de dag. Na werkelijk iedere telefoonwinkel bezocht te hebben ben ik dan eindelijk weer fatsoenlijk bereikbaar. Op weg naar het station loop ik langs de Britain waar mijn oog valt op een mooi paar Vans. Ik loop naar binnen, voor de schoenen sta ik een tijdlang te kwijlen. ‘Kun je het vinden?’ Ik kijk op, het is Akwasi, ik besef mij dat ik hem aankijk met een 'ik-herken-jou' blik, en probeer tevergeefs mijn gezicht zo strak te houden. ‘Als er iets is weet ik je te vinden’ Na een tijd naar de schoenen gestaard te hebben vind ik een paar dat ik toch wel wil passen.
Akwasi zoekt nog 3 paar uit die ik echt moet proberen. Na enige tijd heeft hij de te mooie gympen is alle soorten en kleuren gevonden. ‘Mag ik wat vragen, jij zat toch in Puberruil?’ Mijn vermoeden wordt breed glimlachend bevestigd.
Trouw pas ik de aangeboden schoenen terwijl hij verteld over zijn Puberruil-ervaring. De schoenen zijn het toch niet helemaal. We zoeken nog een stel schoenen uit. Hij wijst me op een werkelijk afzichtelijke paar, ik pas ze uit beleefdheid. Ik laat vallen dat ik vlak bij Panama woon, en dat er zondag een 'dik' feest is. Hij moet er ook heen voor zijn werk. Ik check ondertussen of mijn rekening deze schoenen gaat betalen. Helaas, ik excuseer mij voor het hem laten lopen. Hij vraagt of hij als vergoeding mij nummer mag noteren. ‘Als vergoeding mag je mij jouw nummer geven’ Ik noteer ‘Bedankt, en tot morgen’
Twintig minuten later loop ik naar buiten, zonder schoenen maar met zijn nummer, ik voel me heel even Sex and the City’s Carrie. Het gevoel mag niet duren, ik sta op het punt mijn tram te missen en trek een sprintje. Ik sta weer met beide benen op de grond; Carrie zou nooit hoeven rennen voor haar tram.
|