nederlands boekverslag

[ard16slot]

Keuls, Yvonne
Het verrotte leven van Floortje Bloem

Yvonne Keuls – Het verrotte leven van Floortje Bloem
Amboboeken, Baarn (1982)

Titelverklaring:

In het boek wordt het verhaal verteld van Floortje Bloem. Zelf zegt zij tegen haar konijn: 'Ik ga jou het verhaal vertellen van het verrotte leven van Floortje Bloem'.

De auteur:

Yvonne Keuls wordt geboren op 17 december in 1931 in Batavia, in het toenmalige Nederlands-Indie. In 1938 keert het gezin weer terug naar Nederland. Na de Kweekschool heeft ze als onderwijzeres gewerkt. Ze trouwt in 1954 met R. Keuls. Ze begint met het schrijven van gedichten en verhaaltjes. Ze maakt ook bewerkingen van romans van een aantal bekende schrijvers voor de televisie. Ze wordt bekend met Jan Rap en zijn maat (1977). De schrijfster gebruikt meestal een sobere stijl.

Meest recente werk:

Lowietjes Smartegeld, of het gebit van mijn moeder (1995)

Keulsiefjes (1996, columns).

Literaire stroming:

Moderne Nederlandse literatuur.

Genre:

Caleidoscopisch-psychologische roman.

Samenvatting:

De moeder van Floortje (Floortje is dan nog niet geboren) trekt met haar dochtertje Beppie in bij tante Gerda. Ze is getrouwd geweest met een twintig jaar oudere man en inmiddels van hem gescheiden. Tante Gerda heeft een volkscafé in Leiden. Wanneer de moeder van Floortje zwanger blijkt te zijn, is niet bekend wie de vader is. Er is bij tante Gerda geen ruimte voor een tweede kind en Floortje wordt in een tehuis geplaatst. Ze krijgt de achternaam van de ex-man van haar moeder. Op driejarige leeftijd wordt Floortje in een pleeggezin geplaatst. Ze heeft veel aandacht nodig, maar wordt helemaal in het gezin opgenomen. Haar pleegvader komt in een auto-ongeluk om en Floortje wordt op haar achtste in een onderwijzersgezin opgenomen.

In dit gezin is ze onhandelbaar en ze wordt al snel in een observatiehuis geplaatst. Ook hier kan ze zich niet aanpassen. De conclusie van het observatierapport is, dat ze in een internaat geplaatst moet worden in plaats van in een gezin. Zo wacht Floortje vier jaar lang op nieuwe pleegouders. Ze heeft voortdurend gesprekken om haar te testen, maar ze is er handig in geworden om haar begeleiders te misleiden. De enige die zich echt voor haar interesseert, is Annemarie. Zij zorgt ervoor, dat Floortje een vakantiegezin toegewezen krijgt. Na een maand wordt Annemarie ontslagen, omdat ze partij kiest voor Floortje.

Met het vakantiegezin, de familie Peperzak, kan Floortje heel goed opschieten. Vooral met mevrouw Peperzak en haar oudste dochter Trini heeft ze een goed contact. Ze mag zelfs op het 25-jarige huwelijksfeest komen. Ze is echter zeer teleurgesteld als ze niet op de familiefoto mag. Daarom gaat ze in haar eentje naar boven, terwijl de zoon van de familie, Gerard haar volgt. Deze dwingt haar om hem af te trekken. Zij schrikt daar zo van, dat ze moet overgeven. Floortje wil nooit meer naar de familie Peperzak toe. In het kindertehuis hoort ze dat haar moeder opnieuw getrouwd is. Haar nieuwe man heet Adri, die 9 jaar jonger is dan haar. Ze wonen in Rotterdam. Adri schrijft veel brieven aan Floortje en dat leidt ertoe dat zij elk weekend naar haar moeder mag. Ze mag dan met Beppie en haar vriendje Lexie mee naar de Keet, een jongerencentrum. Floortje drinkt veel wijn en als ze thuiskomt ziet ze Beppie en Lexie vrijen. Ze moet weer overgeven.

Floortje en Beppie kunnen goed met elkaar opschieten en ze gaan vaker naar de Keet. Daar maakt Floortje kennis met Sjon, de buurthuiswerker. Hij studeert in zijn vrije tijd voor orthopedagoog. Beppie rookt hasj in het buurtcentrum en omdat iedereen dat doet, rookt Floortje ook mee. Samen komen ze helemaal stoned thuis. Terwijl ze dagenlang in de stad slenteren, worden ze steeds handiger in het stelen van allerlei dingen.

Ze gaat naar de huishoudschool, maar spijbelt geregeld. Ze ontmoet Karin, met wie ze naar Gerben gaan. Gerben is pedofiel. Daar doen ze allerlei spelletjes, die Floortje fijn vindt.

Later vraagt ze aan Adri of hij haar ook wil strelen. Wanneer haar moeder dat ziet, moet ze weer naar het tehuis. Gerben stuurt Floortje voor haar verjaardag een speelgoedkonijn. Dit konijn neemt ze mee tijdens haar ontsnappingen uit de tehuizen waarin ze steeds weer geplaatst wordt.

Ze laat zich, samen met Beppie, door Sjon naar tante Gerda brengen. Beppie heeft geprostitueerd en is verslaafd aan drugs. Ze moet naar een afkickcentrum en Floortje moet bij tante Gerda blijven. Wanneer ze naar school moet, loopt ze weg. Maar voordat ze dat doet, besteelt ze haar tante. Ze wordt verliefd op Onim, een Turkse jongen, met wie ze vrijt. Ze moet later ook met andere Turkse jongens vrijen en als de politie binnenvalt, kan ze eindelijk ontsnappen.

Floortje trekt in bij Beppie, die in een kraakpand woont. Beppie is nog steeds verslaafd en omdat ze geen geld meer hebben, gaan ze weer de prostitutie in. Floortje gaat nu ook heroïne gebruiken. Ze denkt hiermee het leven beter aan te kunnen. Sjon komt langs en haalt de zusjes over om met hem mee te gaan. Hij geeft hun pillen tegen de afkickverschijnselen. Halverwege stapt Floortje uit de auto. Ze lift met een man mee naar Rotterdam. Hij vertelt dat zijn vrouw een kind krijgt. Ook vertelt hij waar hij woont. Hij zet Floortje af bij het politiebureau omdat de politie haar verder kan helpen. Zo komt ze weer bij tante Gerda. Weer besteelt ze haar tante en ze gaat er weer vandoor.

Ze komt weer in contact met drugsverslaafden. Samen met hen zet ze een plan op om de man, die haar mee heeft genomen naar Rotterdam, te bestelen. Ze belt de man op en dreigt dat ze voor de trein springt als hij haar niet ophaalt van het station. Wanneer hij op weg naar haar toe is, roven haar 'vrienden' zijn huis leeg. Floortje krijgt echter niets van de buit mee. Later leest ze dat het kindje van deze man maar een paar uur geleefd heeft. Ze komt dan tot de conclusie: 'Mijn leven is niet verrot, ik ben verrot'.

Beppie komt thuis en gooit tijdens een ruzie het konijn van Floortje uit het raam. Floortje kan het konijn niet weervinden. Ze is nu het enige, dat nog écht van haar was, ook kwijt.

Tijd en tijdvolgorde:

Het verhaal wordt in chronologische volgorde verteld. Het speelt zich vermoedelijk rond 1980 af, gezien het jaar van uitgave. Een soortgelijk verhaal kan zich ook in een andere periode van deze eeuw afspelen.

De vertelde tijd is ongeveer vijftien jaar: vanaf iets vóór de geboorte van Floortje tot haar vijftiende levensjaar.

Plaats /ruimte:

Het verhaal speelt zich af in Rotterdam en omgeving.

Karakterbeschrijving en –ontwikkeling /onderlinge relaties:

Floortje (Flora) Bloem:

Floortje is een ongewenst kind. Het is niet bekend wie haar vader is. Als kind is ze moeilijk: ze is driftig en egocentrisch. Ze kan echter ook vriendelijk en behulpzaam zijn. Ze wordt in het begin van haar leven heen en weer geslingerd tussen pleeggezinnen en tehuizen. Door tegenslagen in haar jeugd komt ze in een wereld van prostitutie en drugs terecht.

Haar naam (zowel haar voor- als achternaam hebben betrekking op bloemen) is door de schrijfster gekozen uit waardering voor het werk van het Centrum Bloemendaal. Floortje is als hoofdfiguur een rond karakter.

Beppie Bloem:

Beppie is de oudere zus van Floortje. Ze heeft de huishoudschool gedaan, maar raakt al snel op het verkeerde pad. Ze neemt haar zusje overal mee naar toe, waardoor Floortje ook op het slechte pad komt. Ze raakt aan de hasj en later aan de heroïne. Deze hasj en heroïne bekostigt ze eerst met het plegen van diefstallen. Later verdient ze geld met het werken in de prostitutie. Ze is een rond karakter.

Floortjes moeder:

Floortjes moeder is een gescheiden vrouw die, samen met haar dochtertje, inwoont bij haar tante. Deze tante heeft een café. Wanneer ze zwanger blijkt te zijn, is er geen plaats voor het kind. Ze voelt zich erg schuldig, omdat ze haar dochtertje naar een tehuis moet sturen. Ze ziet er dan ook slecht uit. Rond haar veertigste trouwt ze opnieuw, nu met Adri. Deze man is negen jaar jonger dan haar. Ze is een rond karakter.



Tante Gerda:

Tante Gerda is de tante van Floortjes moeder. Ze is gescheiden en heeft een café. Ze biedt Floortjes moeder en haar dochtertje onderdak. Een tweede kind kan er niet meer bij. Als Floortje later in de problemen komt, kan zij wel bij haar terecht. Ze is erg moederlijk en heeft een sterke wil. Ze is een vlak karakter.

Sjon:

Sjon is een buurtwerker. Hij studeert orthopedagogie en denkt daardoor dat hij de twee zussen kan helpen. Hij is een idealist en de meisjes noemen hem een 'zachte'. Aan het eind van het verhaal blijkt, dat hij gek geworden is. Zijn vader brengt hem naar een psychiater. Hij is een vlak karakter.

Adri, de verschillende pleegouders en hulpverleners:

Deze mensen willen Floortje allemaal helpen, maar telkens als ze op de goede weg zijn, loopt er weer iets mis. Ze zijn allemaal vlakke karakters.

De mensen uit 'het wereldje':



De pooiers, hoertjes en dealers die Floortje ontmoet, willen alleen maar beter van haar worden. Het zijn allemaal types.

Geloofwaardigheid van het verhaal:

…..

Thematiek:

Heroïnehoertjes hebben een mensonterend bestaan

Floortje volgt het voorbeeld van haar zus en wordt ook heroïnehoertje. In het boek wordt dit leven duidelijk beschreven.

Een belangrijk motief in het boek is het ontwrichte gezinsleven, dat vaak de oorzaak is van problemen als die van Floortje. Verder spelen ook ontsporingen op seksueel gebied (incest, prostitutie) en verslaving een rol. Er wordt ook een goed beeld gegeven van het functioneren van de maatschappelijke hulpverlening en het leven in internaten.

Motto:

Geen.

Taalgebruik:

Het taalgebruik is zeer realistisch, dit zorgt voor een boeiend verhaal. De personen in het boek vertellen elk hun eigen visie op het levensverhaal van Floortje.

Opdracht:

Het boek is opgedragen aan Jan van der Wel en Gerard Stam van het Prostitutie Begeleidings Team van de Gemeentepolitie Rotterdam. "Ik heb diepe bewondering voor de toewijding en de liefde waarmee zij hun bijna onmogelijke taak verrichten."

Vertelsituatie:

Het verhaal wordt verteld door verschillende ik-figuren. Zo wordt het leven van Floortje vanuit verschillende oogpunten beschreven.

Perspectief:

Wisselend ik-perspectief.

Verhaalopbouw:

Het verhaal is opgebouwd uit drie hoofdstukken, die onderverdeeld zijn in alinea's. In deze alinea's is telkens een ander persoon aan het woord.

Keuls, Yvonne
Het verrotte leven van Floortje Bloem
LET OP: Dit verslag is uitsluitend bedoeld als hulpmiddel bij het maken van je eigen verslag en niet om zomaar in te leveren bij je docent(e).
1 De titel van het boek is: Het verrotte leven van Floortje Bloem.

2 Yvonne Keuls is de auteur van het boek.

3 Het genre van het boek is een psychologische jeugd roman. Dat weet ik omdat je in het boek de gedachten van een meisje goed kan lezen. Ook wordt er in het boek haar hele leven tot nu toe beschreven.

4 Samenvatting: De moeder van Floortje (Floortje is dan nog niet geboren) trekt met haar dochtertje Beppie in bij tante Gerda. Ze is getrouwd met een twintig jaar oudere man en inmiddels van hem gescheiden. Tante Gerda heeft een volkscafé in Leiden. Wanneer de moeder van Floortje zwanger blijkt te zijn, is niet bekend wie de vader is. Er is bij tante Gerda geen ruimte voor een tweede kind en Floortje wordt in een tehuis geplaatst. Ze krijgt de achternaam van de ex-man van haar moeder.

Als Floortje drie jaar is, wordt ze in een pleeggezin geplaatst. Daar heeft ze het erg naar haar zin en ze is dol op haar pleegvader. Als haar pleegvader overlijdt, komt Floortje in een tehuis terecht. Na vier jaar wordt Floortje in een ander pleeggezin geplaatst. Door haar slechte gedrag komt ze al snel in een observatiehuis terecht. Ook daar gedraagt Floortje zich heel slecht. Daarom wordt ze in een internaat geplaatst.
Daar wordt voor Floortje een vakantie adres geregeld bij de familie Peperzakken. Daar heeft ze het altijd erg naar haar zin tot er een feest komt. Gerard, de zoon van de familie Peperzak, komt per toeval met haar alleen te zijn en laat haar foute dingen doen. Floortje schrikt daar zo erg van dat ze over heen overgeeft. Vanaf dan wil ze nooit meer naar de Peperzakken toe.

Ondertussen heeft de moeder van Floortje een nieuwe man gevonden; Adri. Ze wonen samen met Beppie, de zus van Floortje, in Rotterdam. Adri wil Floortjes moeder graag gelukkig maken en daarom probeert hij Floortje terug te krijgen. Uiteindelijk lukt dat dan ook en mag Floortje een weekend komen logeren.

Op zaterdag avond gaan Beppie en Lexie, de vriend van Beppie, altijd naar de Keet, een soort jeugdcentrum. Omdat Floortje er nu is mag ze mee. Floortje vindt het er geweldig en ontmoet allemaal mensen, waar onder Sjon. Hij is daar een buurtwerker en hij studeert voor orthopedagoog. Met Sjon kan Floortje het heel goed vinden. In de Keet drinkt Floortje voor het eerst alcohol en rookt ze voor het eerst hasj en wiet.

Op Floortjes nieuwe school ontmoet ze Karen, samen spijbelen ze veel. Via Karen ontmoet Floortje Gerben, een pedofiel waar ze vanaf dan vaak langs gaan. Bij hem is Floortje erg gelukkig. Als hier een einde aankomt, doordat Karen haar ouders dit ontdekken, is Floortje heel verdrietig. Ze gaat troost zoeken bij Adri. Ze doet dat op dezelfde manier als Gerben haar troostte, ze gaat hem dus strelen. Als opeens haar moeder beneden komt en ze dat ziet is het afgelopen. Floortje wordt weer terug gebracht naar het internaat.

De volgende dag is ze jarig. Ze krijgt een pakketje over de post, van Gerben, met een knuffel konijntje erin. Dit konijntje betekent veel voor haar. Die dag komen ook Beppie en Sjon langs. Beppie vertelt dat ze na een flinke ruzie thuis, is weggelopen en naar tante Gerda is gegaan. Van tante Gerda krijgt Floortje nog dertig gulden, ondanks dat ze haar niet eens kent.

Later moet Floortje naar een ander tehuis omdat ze voor deze te oud is geworden. Op de heen reis naar dat nieuwe tehuis, gaat Floortje ervandoor. Ze verbergt zich in het autokerkhof, zodat ze `s avonds Sjon kan bellen. Hij brengt haar naar Beppie die ondertussen in het huis van Lexie logeert. Er woont ook een andere jongen die Patriek heet. Hij is heel aardig voor hen en zorgt goed voor ze. Beppie en Floortje mogen gratis harddrugs gebruiken, als ze maar niet naar buiten gaan. Op een dag komen Sjon en een vriend Floortje daar weghalen, ondanks dat Floortje het er erg naar haar zin heeft. Als Beppie merkt dat Floortje weg is begint ze te snuiven. Later wordt Beppie een hoertje.

Floortje wordt weer in een tehuis geplaatst. Daar haalt ze heel veel rottigheid uit en daarom wordt Floortje weer overgeplaatst. Dit keer naar Gelders-End. Ook hier ziet ze de kans om weg te lopen. Floortje belt weer Sjon op en samen met hem pikken ze Beppie van de straat. Floortje en Beppie mogen bij tante Gerda inwonen. Beppie wil afkicken, en is bij een afkick centrum terechtgekomen. De werkwijze in dat centrum vindt Beppie raar, en daarom loopt ze weg. Ze gaat weer tippelen in Rotterdam.

Floortje mist haar zus zo dat ze weer wegloopt om haar te zoeken. Als Floortje in Rotterdam rondloopt, raakt ze in paniek en komt terecht in de armen van een jongen waar ze opslag verliefd op wordt. Hij heet Onim. Hij neemt haar mee naar huis. In het begin lijkt Onim een heel lieve jongen, maar in het echt moet hij jonge meisjes van de straat halen om ze later te gebruiken als hoertje in het pension van zijn vader. Floortje wordt er gedwongen om te doen wat ze zeggen, anders wordt ze in elkaar geslagen. Floortje krijgt er wel geld voor, en als ze eindelijk kan ontsnappen heeft ze heel veel geld.

Floortje vindt tenslotte toch haar zus en ze gaan samen in een kraakpand wonen. Het geld van Floortje raakt snel op doordat Beppie het geld nodig heeft voor drugs. Daarom worden ze weer gedwongen om te tippelen, ook al wil Floortje dat helemaal niet.
In het kraakpand ontmoeten Floortje en Beppie Martien. Met hem kunnen ze het goed vinden, maar op een dag steelt hij al het geld van Floortje. Op een dag komt Sjon langs en hij weet een instelling die zorgt dat je je beter gaat voelen. Beppie en Floortje gaan met hem mee, maar onderweg wil Floortje toch niet meer en stapt uit de auto.
Uiteindelijk komt ze weer bij tante Gerda terecht, maar daar mag ze alleen blijven als ze gaat afkicken. Dat wil ze niet en daarom loopt ze weer weg. Floortje gaat weer naar het kraakpand en komt daar Martien weer tegen. Met hem gaat ze ergens inbreken, maar weer houdt hij de buit voor zichzelf. Gelukkig komt Beppie op een dag weer thuis. Tussen Floortje en Beppie gaat het een tijdje goed, maar na een tijdje krijgen ze heel erge ruzie met elkaar. Uiteindelijk pakt Beppie het geld van Floortje af en loopt weg. Dan is Floortje weer alleen.

5 Het thema in dit boek is drugs en prostitutie en de problemen daaromheen door een slechte opvoeding. Ik vind dat een heel mooi thema, omdat iedereen het kan gebeuren en er heel veel gevallen van bekend zijn. Er zijn veel drugsverslaafden en prostituees in de wereld, dus ik vind het goed als doorsnee mensen die wereld een beetje leren kennen.

6 Personen: Floortje Bloem is een meisje dat aan het einde van het boek 15 jaar oud is. Floortje heeft een oudere zus; Beppie. Ze heeft een moeder en een stiefvader; Adri. Floortje heeft in twee pleeggezinnen gezeten, maar wegens omstandigheden kon ze daar niet blijven. Later is ze bij haar echte moeder terechtgekomen. Daar is ze weggelopen en ze woont nu in een kraakpand in Rotterdam. Eerst samen met haar zus, maar die is nu weggelopen van haar.

Floortje heeft ongeveer een half jaar op de huishoudschool gezeten, maar ze spijbelde wel heel veel.

Floortje is erg geïnteresseerd in de baas zijn over jezelf. Ze doet er dan ook alles voor om de baas te zijn over zichzelf. Floortje is ook erg geïnteresseerd in drugs. Voordat ze ging gebruiken wilde ze er niets van weten, maar toen ze ermee begon raakte ze verslaafd en wilde ze steeds meer drugs gebruiken.

Floortje is een onzeker meisje. Doordat ze zo onzeker is gaat ze heel druk doen. In de tehuizen bijvoorbeeld, is ze heel druk en ze maakt daar vaak ruzie met de anderen kinderen. Maar eigenlijk wil ze helemaal niet zo druk en gemeen doen tegen anderen, het komt alleen maar doordat ze geen ouders heeft. Ze wil in de tijd dat ze in de tehuizen zit zo graag naar haar echte moeder toe, dat ze onzeker wordt als dat niet lukt. Ze is bang dat het aan haar ligt.

Floortje is een soms ook een heel lief en behulpzaam meisje. In een tehuis is ze dat meestal niet, maar bij de Peperzakken was ze dat weer wel. Daar voelde ze zich op haar gemak. Ze vond de Peperzakken ook heel erg aardig, en daarom wilde ze graag lief zijn hen.

Floortje is ook een spontaan meisje. Ze praat snel tegen mensen. Ze praatte bijvoorbeeld heel makkelijk tegen Sjon toen ze hem voor het eerst zag. Ook tegen andere mensen praat ze makkelijk, bijvoorbeeld tegen Karen, toen ze haar voor het eerst zag.


Floortje is erg afhankelijk van andere mensen. Ze is altijd bang om alleen achter te blijven. Daarom is ze bijvoorbeeld ook begonnen met drugs. Ze was bang dat Beppie haar in de steek liet als ze niet drugs nam. Ook is ze door iemand anders begonnen met kerels en met pillen slikken. Ze wil het eigenlijk niet, maar ze doet het toch omdat ze bang is om alleen over te blijven.

Beppie is de oudere zus van Floortje. Ze is aan het eind van het boek 19 jaar oud. Beppie woonde tot ongeveer haar 18e bij haar moeder en bij Adri. Toen is ze weggelopen. Later heeft ze nog een tijdje met haar zusje in een kraakpand gewoond, maar nu is ze ook daar weggelopen.
Beppie heeft de huishoudschool gedaan.

Beppie is goed in het maken van vrienden. In de Keet had ze namelijk heel veel vrienden.

Beppie interesseert zich erg voor geld, niet alleen omdat ze aan de drugs is, maar ook omdat ze zich goed voelt als ze geld heeft.

Beppie kan soms een heel gemeen mens zijn. Dat zie je bijvoorbeeld aan de keer dat Floortje werd gedwongen door Beppie, om met een kerel mee te gaan. Floortje was doodsbang en wilde dat helemaal niet. Maar ze moest van Beppie. Ook heeft Beppie haar gedwongen om naar een dealer te gaan. Ook dat wilde Floortje niet, maar ze moest van Beppie. Door Beppie is Floortje dus aan de drugs gekomen.

Beppie is ook een lui mens. Ze werkte namelijk eerst in het ziekenhuis, waar ze brood klaar maakte voor de patiënten. Daar wilde ze niet meer werken omdat ze het te zwaar vond. Toen ze eenmaal begonnen was met tippelen hoefde ze niet meer terug naar het ziekenhuis. Ze vond het makkelijker om een avondje te tippelen en dan lekker veel geld te hebben, dan een week of een maand te werken in het ziekenhuis.

Beppie is niet altijd even sympathiek. Ze troggelt namelijk vaak geld af van Floortje als zei wat heeft verdiend. Floortje wil het dan voor zichzelf houden omdat ze het zelf verdiend heeft, en omdat Beppie er dan niets aan gedaan heeft. Maar Beppie haalt haar dan steeds weer over om wat geld aan haar te geven. Op het laatst steelt Beppie zelfs al het geld van Floortje.

Buiten al deze negatieve karaktertrekjes heeft Beppie ook goede karaktertrekjes. Beppie kan bijvoorbeeld ook heel zorgzaam zijn voor Floortje. In de Keet, bijvoorbeeld, probeert Beppie Floortje te beschermen door steeds vlak bij haar te blijven en drinken voor haar te kopen.

Tante Gerda: Ze is de zus van Floortjes moeder. Ze is een wat oudere vrouw van 68 jaar met krullend haar tot haar schouders. Ze is een echte zakenvrouw met een eigen café. Tante Gerda komt soms wat ruw over, maar ze heeft een hart van goud en iedereen kan bij haar aankloppen. Ze probeert iedereen te helpen zoveel ze kan. Ze heeft Beppie, Floortje en hun moeder vaak geholpen. Tante Gerda verandert niet in het verhaal, ze blijft wie ze is.

Gerben: Hij is een pedofiele man en komt daardoor twee keer in de gevangenis. Hij houdt van kinderen, doet alles voor ze. In de ogen van Floortje is Gerben altijd begripvol en heel erg lief. Hij geeft Floortje het gevoel van vader/vriend.

Sjon: Hij is een buurtwerker. Hij studeert orthopedagogie en denkt daardoor dat hij de twee zussen kan helpen. Hij is een idealist en de meisjes noemen hem een 'zachte'. Aan het eind van het verhaal blijkt, dat hij gek geworden is. Zijn vader brengt hem naar een psychiater.

Adri, de verschillende pleegouders en hulpverleners: Deze mensen willen Floortje allemaal helpen, maar telkens als ze op de goede weg zijn, loopt er weer iets mis.

7 Plaats: Het verhaal speelt zich op verschillende plaatsen in Rotterdam af: het kraakpand wat eigenlijk van de vriend van Floortjes zus Lexie is, maar waar Beppie en Floortje veel tijd samen doorbrachten, ‘de Keet’ en de straat van Onim waar hoertjes lopen.
Ook speelt het verhaal af in Leiden, waar het café van Tante Gerda is, de flat van Gerben en ook een groot deel van de pleeghuizen en internaten.

8 Tijd: De tijd waarin het boek zich afspeelt is niet precies beschreven. Maar ik denk dat het ‘nu’, in de twintigste eeuw is, omdat de problemen rondom drugs en prostitutie toch van de laatste tijd zijn. Vroeger werd er zo min mogelijk over gepraat. Het boek is in 1982 geschreven.

Het verhaal heeft een verteltijd van 15 jaar. Het boek begint als Floortje geboren wordt en er geen plek voor haar is zodat ze wordt geplaatst in een tehuis. Het boek eindigt als Floortje 15 jaar is.
Er komen een paar flashbacks in het boek voor, bijvoorbeeld dat Floortje terug denkt aan Gerben of haar vader en moeder. Het verhaal is vooral in het heden geschreven, maar zoals ik al zei ook kleine stukjes in het verleden (flashbacks). Het belangrijkste doel van de flashbacks is dat de lezer weet wat er vooraf allemaal heeft gespeeld.
Het boek begint als Floortje wordt geboren. De rest van het boek beschrijft wat Floortje allemaal meemaakt van haar 12e tot haar 15e jaar.

9 Begin: Het verhaal begint gewoon bij het begin dat Floortje haar moeder op haar fiets stapt en naar Leiden vertrekt. Daar aangekomen blijkt ze zwanger te zijn van Floortje, alleen is het onmogelijk om haar daar te houden, dus wordt Floortje naar een tehuis gebracht. Zo volgt verder het leven van Floortje en haar familie.

10 Probleem en afloop: In het boek komen erg veel problemen voor. Floortje is een kind dat in een thuis zit en is erg dwars. Daarom wordt ze steeds doorgestuurd naar andere tehuizen. Later komt ze bij haar ‘echte’ moeder terecht en dan gaat het mis. Ze krijgt ruzie en loopt samen met haar zus Beppie weg. Zo komen ze in de prostitutie en het drugsleven terecht. Er zijn dus veel problemen, maar ze worden bijna allemaal niet opgelost.
Beppie zat bv. in een afkickcentrum om van haar drugsproblemen af te komen, dat is helaas niet gelukt.

11 Perspectief: Het boek geschreven in het ik-perspectief, maar de ikpersoon wisselt voortdurend. De ene keer wordt iets verteld vanuit Beppie of vanuit tante Gerda en de andere keer vanuit Floortje.

12 Titel: ‘Het verrotte leven van Floortje Bloem’ slaat op het leven van een meisje, Floortje, dat door drugs en prostitutie volledig verpest wordt.
Het verhaal is geschreven op waargebeurde basis. Yvonne Keuls wilde een boek schrijven over prostitutie en drugsverslaving. Hiervoor heeft ze als voorbereiding een jaar met prostituees, begeleiders, psychiaters en drugsverslaafden gepraat. Ze kwam ook in aanraking met Klaartje, die ook prostituee was. Klaartje vertelt aan Yvonne haar hele levensverhaal. Klaartje is dus Floortje in het boek.

[marlies]

Dank je wel

je kan het ook even mailen naar de mensen van de uittreksels.

http://huiswerk.scholieren.com/

ga hier maar eens heen en klik op "Stuur het op"
dan komt het in de database en dan kan iedereen het altijd bekijken. (hier zal je topic naar beneden gaan)

[marlies]

Weet je wat?

Ik stuur hem wel naar huiswerk. Dan kan hierbij dit topic dicht