|
Oorlog
"Aref! Je moet naar je werk, joh! Wil je nu alweer te laat komen? Het is ook altijd hetzelfde met jou, je wilt niks doen! Je weet dondersgoed dat ma niks extra kan doen! Als ze thuiskomt is ze moe en wil ze slapen! Ik doe de was, ik kook, ik zorg nog voor je broertjes en zusjes en jij? Jij zit de hele dag voor de tv en vreet maar raak, je voert geen ene donder uit! Wie denk je wel niet dat je bent, God ofzo?!?! Help voor eens nou es mee, je bent hier niet meer bij je andere familie, jouw vader en moeder zijn dood en komen niet meer terug. Hier moet je meehelpen. "
Aref hoorde het al enige minuten aan. Meestal hield ze haar kop snel, dan werd ze het zat en had ze door dat hij geen zin had in haar gemekker. Maar vandaag, vandaag was het te erg. Toen ze wakker werd en de kleintjes naar school bracht, deed ze al lastig. Ze had het godverdomde lef om hem wakker te maken, terwijl hij de oudste is en zijn slaap nodig heeft! Kan die doos niet tegen iemand anders aan zeuren, moet ze dan werkelijk zijn vrije dag verpesten?!? En doe durft ze zijn ouders erbij te halen, zij zijn nobel gestorven!
Aref loopt kalm en beheerst naar de grote kast. Hij pakt de sleutel uit zijn zak en maakt de kast open. Zelfs met zijn ogen op haar gericht, weet hij de met diamantjes en robijnen ingelegde stootdolk feilloos te vinden. Wat hij nu zou gaan doen, daar zijn geen ogen voor nodig. Hoe vaak had hij het zich al niet voorgesteld, hoe vaak kwam dat ene beeld zijn hoofd niet binnen? Tess dood. Het was niet meer iets om van te schrikken, zoals de eerste keer dat hij eraan had gedacht. De droom werd een gedachte en de gedachte werd een optie. Nu zal ze het weten. Dood als betaling. Haar sterfelijkheid zal nu bewezen worden, aan haar lijden zal nu een einde komen.
Twijfel is op zijn gezicht niet te bekennen. Het verschil tussen de daad en gedachte is klein. Compassie? Medeleven? De psych wilde dat hij dat voelde. Maar dat was maar een vrouw. Wat weet zij nu van de wereld, een vrouw! Een dom wezen dat geen eigen wil heeft.
Aref loopt naar haar toe. Ze gaat zo op in haar donderpreek dat ze de wereld niet meer opmerkt, ze ziet hem niet eens aankomen! Het was alsof hij een varken aan een spies reeg. Bij de darmen steken, heen en weer bewegen, zodat ze alles voelt. De pijn voorkomt dat ze het uitschreeuwt, ze heeft de kracht er niet meer voor. Erg veel woog ze ook weer niet. Haar eten bestond uit restjes, zoals een vrouw verdiend. De kleintjes hadden niks door en speelden rustig verder. Geert kijkt Tess wantrouwend aan, hij weet ook dat zij de schuld van alles is. Langzaam glijd Tess van het mes af. Met een knal raakt haar hoofd de tegels. Haar moeder zal straks thuiskomen. Hij pakt Geerts' handen en legt de dolk erin. "Voorzichtig schoonmaken en niet bekrassen" zegt hij de 12-jarige jongen. Zonder commentaar of vragende blikken gaat Geert naar de keuken. Al gauw klinkt het geluid van stromend water.
De rest zou Aref zelf doen. Hij pakt de vuilniszakken uit de kast en stopt Tess' lichaam erin. Ze is nog warm en een vredige, rustige uitdrukking staat op haar gezicht. Het beeld van enkele minuten geleden staat nog vers op zijn netvlies, de ratelende Tess en hijzelf, met het mes op haar instekend. Hij sleept de vuilniszak naar zijn auto en zet hem op de achterbank. Hij weet dat de meisjes de boel binnen op zullen ruimen. Dat heeft Tess ze geleerd.
Met de radio op z'n hardst, rijdt hij naar zijn enige neef. Hij zal haar verder opruimen en het gaan vieren. Het was ook alweer twee jaar geleden, dat hij nog in Iran was, met die zalige oorlog. . . Waar moorden knap en goed was, in plaats van het verbod en taboe dat er hier op rust. Nederland, het Europese Amerika? Nou, dus niet! Zijn levenloze ouders werden al snel gevonden, zijn neef werd niet als "geschikte voogd" beschouwd! Stelletje bemoeials! Hoe durven ze te zeggen dat hij zorg nodig heeft, alsof je niet volwassen wordt als je vanaf je 8e niet met vriendjes speelt, maar leert hoe je ze af moet schieten!
Eenmaal bij zijn neef aangekomen zag hij meerdere auto's staan. Zou Harad zich wel los willen trekken van het gezelschap van zijn vrienden? Vast wel. Aref belde aan en Harad deed open. "Jij? Ik had je gezegd niet terug te komen. Of heb je gedaan zoals een man betaamd? " "Ja neef, ze is dood. Ze ligt op de achterbank. Helpt u me?" Harad trok Aref naar binnen en omarmd hem. "Goed zo jongen, ik wist wel dat je het in je had! Dat moeten we vieren!" Ze gaan de woonkamer binnen en met het opendoen van de deur duizelde het Aref meteen. De geur van tabac, drank en eten was overweldigend. Dit was een groot verschil met zijn huis, waar het eten grotendeels uit rijst, brood en aardappelen bestaat.
Hier rook hij alles van zijn vaderland, hij kreeg er heimwee van. Hij dacht aan de grote bossen, de rivieren, de slootjes waarin hij dook en de vijanden besloop en hij herinnerde zich de grote gezamelijke feestmaaltijd in het leger na de afslachting van het grootste legioen van het verzetsleger. Hij herinnerde zich hoe zijn grote zus voor zijn ogen door het verzetsleger verkracht werd en ook hoe hij haar, nadat het bekend was, doodde voor de eer van de familie. Toen had hij nog een grote familie... Nu hadden zijn broertjes en zusjes Nederlandse namen gekregen en leerden ze te denken als Nederlanders.
"Haal je broertjes en zusjes zo op, zij moeten weg uit dat huis.", zegt Harad. Aref kijkt hem even verdwaasd aan, alsof hij nog in Iran is. Dan weet hij alles weer en is hij terug bij de realiteit. "We zullen het lijk eerst dumpen. Daarna hebben we feest." Harad loopt naar een vriend toe en fluistert hem wat in het oor. Vervolgens pakt hij Aref bij de arm en loopt hij naar Arefs' auto. De rit verloopt stil. Harad weet waar hij naar toe gaat. Na een half uur rijden, stopt hij de auto. Ze zijn bij het bedrijf aangekomen waar Harad werkt. De afvalverwerking. Hij gebaart Aref op Tess en Aref neemt de vuilniszak met het lijk van Tess erin in zijn armen. Bij de verbrandingsover aangekomen, gooit hij de zak in de oven. Zijn gezicht is volledig emotieloos.
De sterkte geur van verbrandend mensenvlees is nu heel duidelijk te ruiken. Harad gooit een stuk hout op de zak. Met de handen in hun jaszakken staan ze toe te kijken. Langzaam maar zeker is de vuilniszak gesmolten en is het lijk te zien. Haar blonde haren verschroeien, haar kleren verbranden en haar huid begint weg te trekken. Na enkele uren zijn er slechts een verkoold hoopje as en wat botten over. Harad gooit er nogmaals een aantal balken op en loopt weg. Aref blijft nog even staan kijken.
Was het dan werkelijk zo simpel? Is het nog steeds toegestaan, gelden de wetten van de man nog steeds? Vast wel. Als Harad het zegt, is het zo. Hij spreekt namens mijn ouders. Zij hebben het zo gewild.
Op de terugweg gingen er allerlei gedachten door Arefs' hoofd. Hij dacht aan alle keren dat Tess hem lastig had gevallen, hem dingen had opgedragen en hem de kleintjes op wilde dringen. De blauwe plekken die hij haar had gegeven, de scheldpartijen die zij begon en die hij altijd beïndigde met een klap en aan kerstmis. Toen had ze zich goed tegen hem gedragen. Maar wat is nu één keer tegenover honderden keren van brutaalheid, ongehoorzaamheid? Het blijft een Nederlandse, dat zijn barbaren, varkens!
"Als ze nog leefden, zouden je ouders trots op je zijn. Je hebt juist gehandeld." "Dank u, neef Harad. Gaan we nu de kleintjes ophalen? Straks komt de moeder thuis, die kan ze weghalen." Harad draaide de auto onmiddelijk om en reed richting Arefs' huis. "Vertel eens, wat heb je dat jaar bij hen gedaan? Ik heb gehoord dat je naar een school bent gegaan, hoe is dat afgelopen?", vraagt Harad. Aref vertelt alles, van het diploma dat hij gehaald had, hoe hij terecht kwam in het pleeggezin, wat zijn broertjes en zusjes hadden gedaan en hoe zijn pleegouders waren. Hij vertelde over de vader, die altijd lange werkdagen had en alleen in het weekeinde thuis was, omdat hij een maitresse had, die hem verdacht vaak 's nachts op zijn buzzer oppiepte. En over de moeder, die meende respect te verdienen voor het werk dat ze deed en hem naar de psychiater stuurde toen hij haar meerdere malen een klap had gegeven. Harad luistert andachtig. Eenmaal klaar, denkt Haref even na en zegt: "We zullen uit Nederland weg moeten gaan. Dat pleeggezin en de authoriteiten zullen het niet goed vinden als jij met je broertjes en zusjes bij mij komt, dus we gaan hier weg. Pak je spullen, pak voor je broers en zussen wat spullen in, dan rijden we meteen naar mijn huis. Over 5 dagen gaan we.".
"Waar gaan we naar toe?", vraagt Aref ontstelt. Harad mompelt iets wat als 'naar een vriend van me' klinkt.
De auto stopt voor de kleine nieuwbouwwoning wat Aref een jaar zijn 'thuis' had moeten noemen. Aref gaat met zijn huissleutel naar binnen en pakt, zoals Harad zei, zijn spullen in en die van Geert, Jos, Bert, Nina en Anne. 6 Koffers waren in het huis, dezelfde koffers die ze hadden toen ze van zijn ouders naar dit huis, naar dit verdoemde pleeggezin gingen. Hij gaat naar de woonkamer, waar alle vijf de kinderen rustig tv kijken. Geert heeft het mes op tafel gelegd, zodat de kleintjes er niet bij kunnen. Alles was al schoongemaakt, op het behang zaten slechts nog wat bloedvlekken. Hij spuwt erop en met een handdoek veegt hij ze weg. "Jongens, pak Nina en Anne bij de hand en ga mee naar buiten. We gaan naar huis.", zegt Aref.
Hij leidt de kleintjes naar de auto en vervolgens stoppen Harad en hij de koffers in de auto. Dan gaan ze samen naar binnen en pakken het geld uit de keukenlade.
Snel loopt Aref terug naar de huiskamer en pakt hij de stootdolk. Geschonken door zijn opa aan zijn vader. En zijn vader gaf het weer aan hem. Ooit zal hij het doorgeven. Het was de erfenis van de familie.
Harad rijdt naar zijn huis. Het is inmiddels al acht uur. 5 uur geleden had hij Tess verlost. Harad laat de koffers in de auto zitten. Faghra, Harads' vrouw, doet de kleintjes in bed.
Harad en Aref gaan naar de woonkamer, waar Faghra verschillende lekkernijen uit Iran heeft klaargezet. Dit is feest, vrij van onderdrukking van de wet. Alles zou goed komen.
__________________
Cry 'Havoc' and let slip the dogs of War.
Laatst gewijzigd op 10-09-2002 om 20:05.
|