Oud 07-11-2002, 16:16
Anne
Avatar van Anne
Anne is offline
Het is wel lang, maar neem alsjeblieft de moeite het te lezen!

Toen Jasmijn me belde, wilde ik net onder de douche gaan. Het was ongeveer half twaalf ‘s avonds en de volgende dag zou ik een tentamen hebben. Ik wilde daar redelijk uitgerust verschijnen, maar ik had het koud en daarom wilde ik me opwarmen aan het warme water.
Ik stond met mijn blote voeten op de koude stenen vloer. Het resultaat daarvan diende zich meteen aan. Kramp in mijn linkervoet. Met een van pijn vertrokken gezicht zette ik mijn voet op de grond neer. Rillingen gingen door mijn lichaam. Mijn moeder had me geleerd dat je, als je kramp had, altijd dat bepaalde lichaamsdeel moest strekken. Maar het lukte me echt niet, het deed pijn. Chagrijnig schopte ik met mijn andere voet tegen de wc-pot aan. Ik was helaas even vergeten dat ik geen schoenen aan had en met een kreet liet ik me op de harde vloer vallen. Nu had ik het pas echt koud.
Ze belde op het verkeerde moment. Omdat ik nog niet bekomen was van de kramp in mijn voet en omdat ik de blauwe plek op mijn grote teen steeds groter zag worden, kon ik de telefoon niet meteen vinden. Dat lag daar niet alleen aan, op mijn kamer was het altijd een grote bende, maar het speelde wel mee. Toen ik de telefoon eindelijk in mijn handen had, had ze alweer neergelegd. Op de nummermelder zag ik dat zij gebeld. Even overwoog ik meteen terug te bellen, maar ik had er geen zin in. Bovendien deed mijn linkervoet geen pijn meer en wilde ik mijn rechtervoet onder de koude kraan houden, ik had geen zin in een zwelling. Morgen zag ik haar toch weer, dan moest ze maar zeggen waar ze voor gebeld had.
Eindelijk stond ik onder de douche. Gedachten schoten door mijn hoofd. Het was daar weer een warboel. Ik dacht aan het tentamen, ik dacht aan Jasmijn en ik dacht aan vanavond. We waren in het café geweest, Jasmijn, Sara, Tomas en ik. Het was gezellig, maar ik voelde me wel schuldig, want eigenlijk moest ik nog leren. Maar Jasmijn en Femke wisten me er van te overtuigen dat ik mijn tentamen wel zou halen en anders kon ik het toch opnieuw maken. Toch ging ik om half elf weg, samen met Sara, want zij moest bij haar vader slapen vannacht en dan mocht ze niet zo laat thuiskomen. Jasmijn zou met Tomas mee rijden.
Even leek het of in de verte de telefoon weer over hoorde gaan, maar toen ik de douche snel uitzette, hoorde ik niets meer. Ik droogde me op mijn gemak af en net toen ik mijn pyjama aan wilde doen, ging de telefoon weer. Ze moesten me wel hebben vanavond!
Het was mijn moeder.
“Hoi Em, met mama.”
“Hoi?” Ik was heel verbaasd dat ze me nu nog belde. Het was immers al bijna twaalf uur, normaal lag ze dan altijd al in bed!
“Is alles goed met je?”
“Ja hoor. Waarom?” Ze was zelfs in een bezorgde bui, dat kwam niet vaak voor!
“Jasmijn belde net hierheen. Ze kon je niet bereiken.”
Ik hoorde mijn moeder slikken. Ik schrok. Waarom had Jasmijn naar mijn ouders gebeld? Had ik haar net toch terug moeten bellen? Binnen twee seconden stond ik bij de nummermelder. Het nummer herkende ik niet. Waar was ze? Het was niet Tomas’ nummer. Was ze ontvoerd?
“Emma?”
“Ja, ik ben er nog. Wat is er aan de hand?”
“Jasmijn is in het ziekenhuis. Ze heeft een ongeluk gehad en ze heeft geen vervoer. Ze vroeg of jij haar kon komen ophalen.”
Een schok ging door me heen. Een ongeluk? Hoe kon dat nou?
“In welk ziekenhuis is ze?”
“Vlakbij het park, het academisch,” antwoordde mijn moeder, “zal ik je even brengen?”
Ik kon niets meer uitbrengen. Jasmijn... een ongeluk... als het maar niet ernstig was. Soms hoopte ik dat ze meer was dan alleen maar mijn beste vriendin, vooral de laatste weken.
“Ik kom er nu aan met de auto. Zorg dat je klaarstaat.” Mijn moeder had neergelegd.
Verdwaasd staarde ik naar de muur. Ik kon het niet bevatten. We hadden zo’n gezellige avond en nu liep het zo af. En Tomas? Tomas! Mama had niets over hem gezegd. Was hij er niet bij geweest? Ik schoot in een spijkerbroek en een trui en deed snel mijn gympen aan. Buiten was het koud, dus ik pakte mijn winterjas van een stoel. Bij Sara schoof ik een snelgeschreven briefje onder de deur.

Ben in het ziekenhuis. Maak je niet ongerust. Met mij is niets aan de hand, ik moet een vriendin ophalen. Liefs Emma.

Mijn moeder kwam net aan rijden toen ik de deur van het studentenhuis achter me sloot.

Huizen vlogen voorbij. Af en toe een boom, die kwam je niet vaak tegen in de stad. De meeste gordijnen waren al gesloten, af en toe zag ik nog ergens licht branden of een tv aan staan.
“Mama?”
Mijn moeder keek me niet aan toen ze antwoordde. Ze had haar blik op de weg gericht. Ik kon haar geen ongelijk geven, het was echt donker.
“Heeft Jasmijn iets over Tomas gezegd?”
Mijn moeder schudde haar hoofd.
“Echt niet?”
“Wie is Tomas?”
Shit. Dat was ik vergeten. Ik had haar nooit iets over Tomas verteld. Ze wist niet wie hij was. Ze wist niet dat hij mijn beste vriend was. En dat ik Jasmijn via hem had leren kennen.
“Een vriend.”
“Die ken ik niet.”
“Nee.”
We voerden nu wel het meest uitgebreide gesprek dat we ooit gevoerd hadden. Ik haalde mijn schouders op. Ik had nu geen zin om het aan haar uit te leggen. Trouwens, ze zou het toch niet begrijpen. Ze zou niet begrijpen wat hij op zijn leeftijd nog in ons café te zoeken had. En ze zou het ook niet begrijpen als ik zou vertellen dat Jasmijn en ik hem hadden uitgenodigd omdat we hem wilden afleiden. Mijn moeder begreep zulke dingen niet. Daar was ze te ouderwets voor.
“Waar is papa?”
“In zijn bed natuurlijk.”
Ik gaf het op. Ik kon geen normaal gesprek met haar voeren en zeker niet middenin de nacht.
Voor het ziekenhuis zette ze me af.
“Wil je wachten?”
Ze schudde haar hoofd. Nee, ze had het koud en ze was moe. We moesten maar met de bus teruggaan ofzo. Ik mocht al blij zijn dat ze me gebracht had.
Ik haalde mijn schouders op.
“Bedankt.”
Toen draaide ik me om en liep naar de hoofdingang.

Jasmijn stond bij het restaurant op de eerste verdieping op me te wachten. Ze staarde uit een raam en stond met haar rug naar me toe. Ik riep voorzichtig haar naam, maar ze reageerde niet. Ik liep naar haar toe, maar ik wilde haar niet laten schrikken. Op twee meter afstand stond ik stil.
“Jasmijn.”
Ze draaide zich om. Ik schrok. Ze had een grote schaafwond aan de zijkant van haar voorhoofd en een blauwe plek onder haar oog. Ik liep naar haar toe en omhelsde haar. Ze verborg haar gezicht in mijn schouder. Ze huilde.
Stil bleven we staan. Ik keek uit het raam waar zij net uit keek. Het keek uit op een tuin. Ik zag wat schimmen van bomen, maar verder was het te donker. Ondertussen wreef ik over haar rug. Ik wist niet precies wat ik moest doen, ik voelde me wat ongemakkelijk, maar ik wilde haar laten merken dat ik er voor haar was.
Plotseling hief ze haar hoofd op. Haar zwarte mascara was uitgelopen. Ze wreef het van haar wang, keek me aan en ze merkte op:
“Daar koop je nou dure mascara voor.”
Ik glimlachte.
“Zie ik er niet leuk uit?” Ze wreef over de blauwe plek.
Ik knikte aarzelend.
“Nieuwste mode?”
Jasmijn lachte opeens hardop. Toen zag ze mijn blik.
“Het doet geen pijn hoor. Alleen dit hier,” ze wees naar de schaafwond, “brandt een beetje, maar dat komt door de jodium.”
“Wat is er gebeurd?”
Haar gezicht betrok. Ze zuchtte.
“We gingen net na jullie weg. Er kwam twee grote koplampen op ons af. Hij gaf een ruk aan het stuur, maar het was al te laat.”
Ik slikte.
“Tomas?”
Jasmijn gebaarde naar een groene deur.
“Hij is daar ergens. Ik weet het niet.” Ze begon opeens heel hard te huilen.
“Ik weet het niet, Em, ik weet het echt niet!”
Ik trok haar tegen me aan. Rustig maar, dacht ik, rustig maar, het komt allemaal wel goed. Ik ben bij je. Alles komt goed. Ik hou van je. Maar ik durfde het niet hardop te zeggen.

“Emma? Hallo, ik ben Tomas. Zullen we even ergens gaan zitten?” Ik knikte. Terwijl we een plaatsje in de kantine zochten, bekeek ik de man eens goed. Hij zag er uit als een Griekse god. Blond haar en blauwe ogen. Hij kon net zo goed een Zweed zijn. Ik was die zomer in Zweden geweest, daarom viel het me op. Bij nader inzien kwam ik terug op mijn eerste reactie. Hij zag er niet uit als een Griekse God. Daar was zijn figuur te schriel voor. Een boodschapper van de Griekse goden, dat dan maar. Inwendig lachte ik om mijn eigen fantasie.
Tomas had een plaatsje gevonden. Hij keek achterom of ik hem wel volgde. Hij leek ongeduldig, hij had het vast heel druk. Dat zei hij ook.
“Het is heel druk op de faculteit op het moment. Begin van het jaar, weet je wel?”
Ik knikte. Wist ik veel.
“Bedankt dat u tijd voor me vrij kon maken.”
“Zeg maar je, hoor.”
Ik glimlachte. “Bedankt dat je tijd voor me vrij kon maken.”
Hij lachte ook. Het ijs was gebroken.
“Nou, vertel het eens.”
Ik legde hem mijn probleem voor. Omdat ik een nota moest schrijven over de klassieke oudheid, had ik boeken nodig. Die waren, inderdaad, ook in de bibliotheek te vinden, maar ik was eigenlijk op zoek naar het boek dat hij geschreven had. En dat was tot het eind van deze maand uitgeleend. En ik had het nu nodig.
“Dus je vraagt nu aan mij of je het mag lenen?”
Ik knikte. “Als dat zou kunnen.”
Hij zweeg even. Ik hield mijn adem in. Alsjeblieft, smeekte ik, alsjeblieft, laat hem dat boek hier hebben liggen. Ik heb het nodig en anders zit ik hier voor niets. Dan laat ik een slechte indruk achter.
“Goed, ik zal het even voor je halen.” Hij stond op.
“Gaaf!” Ik stond ook op.
Bij zijn werkkamer wachtte ik op de gang. Dit had ik goed geregeld. Nu zou ik zeker een goed cijfer krijgen, al was het alleen maar om mijn initiatief. Hoewel ik dat laatste er zelf bij had bedacht... dat zou vast alleen maar op de middelbare school gelden. En daar was ik nu van af.
Hij overhandigde het mij met de vraag of ik er voorzichtig mee wilde doen, want het was het allereerste gedrukte exemplaar. Ik antwoordde dat dat geen probleem zou zijn.
“Als je nog vragen hebt, weet je me te vinden,” lachte hij.
“Ja hoor. Bedankt!”
Ik voelde me heel vrolijk toen ik naar mijn kamer fietste. Wat was dat een vriendelijke en behulpzame man! Hij had vast een heel goed boek geschreven. Ik nam me voor om als bedankje een enorme bos bloemen voor hem te kopen. Of was dat te vrouwelijk?

Jasmijn en ik wilden allebei niet naar huis toe toen een verpleger ons dat voorstelde. We wilden in het ziekenhuis blijven. Bij Tomas. En we gingen met z’n tweeën op één stoel zitten, Jasmijn bij mij op schoot. Mijn hart klopte in mijn keel. En niet alleen van de zenuwen. Maar ik kon het goed verdringen. Ik wilde het verdringen!
Een vrouw in een witte jas kwam naar ons toe lopen. Ze stelde zich voor als dokter, maar haar naam drong niet tot ons door. Ze zei dat ze de arts van Tomas was.
“We zijn nu bezig met opereren. Het kan wel tot morgenochtend duren. Jullie kunnen beter naar huis gaan.”
Jasmijn schudde haar hoofd en keek mij aan. Ik schudde ook mijn hoofd. We wilden hier blijven.
“Is er familie die we kunnen bellen?” vroeg de vrouw.
“Zijn vrouw,” antwoordde ik.
“Zijn éx-vrouw,” verbeterde Jasmijn mij.
“O ja.”
“Hebben jullie een nummer?”
Jasmijn sprong overeind. Opeens voelden mijn knieën heel koud en leeg aan.
“Ik bel wel. Ik kan hier toch niet stil blijven zitten. Ik wil iets doen.”
De vrouw keek haar bezorgd aan. Ik ook.
“Doe jij wel rustig aan?”
Jasmijn knikte.
“Het gaat wel. Waar kan ik een telefoon vinden?”
De vrouw wees naar het eind van de gang. Toen Jasmijn wegliep, keek ze mij aan.
“Houd jij je vriendin wel goed in de gaten? Het zou kunnen dat ze een kleine shock heeft.”
Ik haalde mijn schouders op, maar beloofde het. Een kleine shock? Daar zou zij op moeten letten, niet ik!

Voor mijn nota haalde ik een negen.
Nog dezelfde dag stond ik met het boek en een boekenbon voor de deur van Tomas. Hij was niet op de faculteit geweest, dus ik had zijn adres achterhaald met behulp van een adressenlijst bij de conciërges. Omdat ik daar eigenlijk niet in mocht kijken, had Sara de twee mannen afgeleid door haar band leeg te laten lopen en te beweren dat ze een lekke band had. In de tussentijd zocht ik het adres op. Hij woonde ongeveer tien minuten van mijn kamer af.
Sara had me bezworen dat het heel stom was om met een bos bloemen aan te komen en ze zei dat een hoogleraar een boekenbon veel leuker vond. Mij leek dat nogal saai, maar ik twijfelde zelf ook al aan die bos bloemen. En die boekenbon was nog best duur geweest. Ik kon kiezen tussen vijf euro en twintig euro. Verder hadden ze niets meer. Vijf vond ik te weinig en twintig was eigenlijk te veel. Maar ach, dat geld kreeg ik toch wel weer van mijn vader terug. Ik hoefde hem alleen maar te bellen en hij zou het aan me overmaken. Geen ramp dus.
Er deed een vrouw open. Dát had ik niet verwacht!
“Ja?”
“Eh... ik kom voor Tomas”, hakkelde ik. Hij had gezegd dat ik hem met ‘je’ mocht aanspreken, dan mocht ik toch zeker ook wel zijn voornaam noemen? Trouwens, meneer van den Voort klonk pas echt stom.
“Hij is er niet. Kan ik iets doorgeven?”
“Wanneer is hij er weer?”
Op de achtergrond hoorde ik opeens een kind huilen.
De vrouw keek geërgerd over haar schouder en toen op haar horloge. Ze wilde me vast weg hebben.
“Over een paar dagen. Hij zit in het buitenland.”
“O.” Wat nu? Ik deed de boekenbon in het boek en gaf het aan de vrouw. Pech dan maar.
“Zou u dit aan uw man willen geven? Dat had ik van hem geleend.”
Ze keek me vreemd aan. Oeps. Het was toch wel haar man?
“Dat boek heeft Tomas zelf geschreven,” zei ze opeens verbaasd. Ik knikte.
“Hij leent dat eerste exemplaar nooit uit. Zelfs niet aan familie. En niemand mag er aan zitten, ik ook niet. Hij is er heel voorzichtig mee.”
Ik dacht opeens aan de beker met thee die naast het boek was omgevallen en ik slikte.
“Dat wist ik niet.”
“Maakt niet uit, hij moet het zelf weten. Ik zal het hem geven.”
“Dank u wel.”
De vrouw sloot de deur. Ik draaide me om en liep naar mijn fiets. Vreemde gast, die Tomas, dacht ik. En zijn vrouw ook. Als er maar geen theevlekken meer in het boek zaten. Ik schrok me te pletter toen onze huiskat op tafel sprong en de thee omviel. Met een doekje en de verwarming probeerde ik de schade te beperken. Ik dacht dat het gelukt was.

Jasmijn was nog steeds niet terug. Ik stond op en rekte me uit. Mijn horloge gaf één uur aan. Was ik hier al zo lang? Net toen ik besloot om Jasmijn op te zoeken, misschien was er wel iets met haar gebeurd, kwam ze de gang weer in. Ze schudde met haar hoofd en keek ietwat chagrijnig. Ik vroeg me af wat Maja, de ex-vrouw van Tomas, gezegd had.
“Dit zul je niet geloven!”
Jasmijn plofte neer op een stoel. Ik ging naast haar zitten en keek haar vragend aan.
“Dat mens is niet goed bij haar hoofd!”
“Wat is er dan?” wilde ik, onwetende, weten.
Jasmijn deed verslag van het teloofgesprek. Dat Maja eerst niet eens wilde luisteren en de hoorn er al op gooide. Dat Jasmijn nog een keer belde en haar duidelijk maakte dat ze nu echt moest luisteren, omdat het belangrijk was. Dat Maja haar niet in de reden viel, maar na afloop van haar verhaal zei dat haar ex de pot op kon. Hij had haar niet meer nodig, dan had hij nu maar pech. Ze hoefde hem echt niet meer te zien.
Ik keek Jasmijn verontwaardigd aan.
“Maar zij wilde hem niet meer zien! Zij had een ander! Nu verdraait ze het verhaal.”
Jasmijn zuchtte.
“Dat is niet eens zo erg, Emma. Dat niet.”
Ik knikte. Natuurlijk wist ik wel dat dat niet zo erg was. Maja moest hierheen komen, voordat het te laat was. Maar verder wilde ik daar niet over na denken.
Jasmijn ook niet. Ze boog haar hoofd. Ik zag tranen over haar wangen lopen en ik aarzelde geen moment toen ik mijn armen om haar heen sloeg en haar tegen me aan drukte. Ik huilde niet, ik was de sterkste.

‘s Avonds zat ik in de trein naar huis. Mijn vuile kleren had ik een grote plunjezak naast me staan. Ik keek steeds op mijn horloge. Acht uur, ik had nu op een feest kunnen zijn, maar mijn ouders hadden bedacht dat ik dit weekend echt naar huis moest komen, want mijn oma zou er ook zijn. Met een hoop gezucht en gesteun stemde ik uiteindelijk in. Wat kon ik anders? Ze betaalden wel mijn kamer en eten. Sara had nog heel erg haar best gedaan mij over te halen. Het was haar bijna gelukt.
Op het perron in mijn oude woonplaats zuchtte ik. Het was koud en met de gedachten aan thuis voelde ik me steeds somberder worden. Het liefst nam ik nu de eerstvolgende trein terug naar mijn kamer.
Mijn vader had speciaal voor mij warme chocolademelk gemaakt en mijn moeder nam meteen mijn grote zak met was in ontvangst. Ik plofte neer op de bank en trapte mijn schoenen uit.
Ik keek om me heen. Elke keer verbaasde ik me weer over de ruimte in dit huis. Toen ik net op kamers woonde, vorig jaar was dat, hadden mijn ouders opeens het huis verkocht en kwamen ze bij mij langs met de mededeling dat ze gingen verhuizen. Dat wilden ze altijd al, zei mijn moeder, maar nu ik eindelijk weg was, waren er geen belemmeringen meer. Ze hadden een huis gekocht in het noorden van het land. Ja, het was vervelend dat ik dan ver moest reizen in het weekend, maar ik had toch een OV-kaart, dus dat was geen probleem. Vonden zij, maar ik kwam steeds minder vaak thuis. Trouwens, in dit huis voelde ik me toch niet thuis meer. Dit was hun huis, er was niets dat nog aan mij herinnerde. Misschien de foto in de werkkamer van mijn vader, maar ik had zelfs geen eigen kamer meer. In het weekend sliep ik op één van de drie ‘gastenkamers’, zoals ze dat noemden. En ik voelde me ook een gast als ik hier was. En in ieder geval geen dochter. Op de klok boven de leunstoel zag ik dat het al negen uur geweest was. Toen riep mijn moeder me.
“Je moet zo die zwarte rok maar aan doen. En dat rode bloesje, het ligt in mijn kamer. Als oma komt moet je er wel netjes uitzien.”
Ik keek verontwaardigd. Zag ik er dan niet netjes uit? Ik had mijn netste kleren speciaal voor oma aangetrokken!
“En je haar zit niet goed. Het zou leuk zijn als je het nog even kamde, dan vlecht ik het daarna in.”
“Heb je een leuke week gehad?” mompelde ik chagrijnig, “ja hoor mam, het was heel gezellig. Ik heb een negen voor mijn nota gehaald. En heb jij nog iets leuks gedaan deze week?”
Mijn moeder keek verstoord op. “Wát zei je?”
“Niets, laat maar.”
“Je mag ook wel een vrolijker gezicht trekken, hoor!”
Op slag begon ik te glimlachen, maar het was niet goed genoeg.
“Alsof ik het leuk vind om elk weekend jouw kleren te wassen.”
Ik draaide me om en wilde naar beneden lopen. Ik had hier echt geen zin meer in. Maar een spijkerbroek raakte mijn hoofd.
“Blijf hier, rotkind!”

Om drie uur zagen we de groene deur open gaan. Er kwamen twee mannen in witte jassen uit. Wij veerden overeind, klaarwakker, maar de mannen liepen een andere kant op. We zagen ze verderop met een verpleegster praten. Jasmijn stelde voor om ze af te luisteren, maar ik wilde even wachten. Stel je voor dat ze geen goed nieuws hadden, dat wilde ik liever niet horen. Ik hield Jasmijn stevig beet, maar dat was niet eens nodig. De artsen kwamen onze kant al op, samen met de verpleegster.
“Ga even zitten,” zeiden ze tegen ons. Jasmijn keek mij hulpeloos aan toen we onze stoelen weer op zochten. Ik knikte haar toe, ik wist niet wat ik anders moest doen.
“We hebben slecht nieuws.”
Jasmijn slaakte een gesmoorde kreet.
“Hij is dood,” zei ik.
De oudste arts, tenminste… hij zag er het oudste uit, schudde zijn hoofd. Opgelucht haalde ik adem. Dan kon het toch niet zo erg meer zijn. Hoewel…
“Hij gaat binnen vierentwintig uur dood.”
Jasmijn gaf me een stomp. De twee artsen lachten. Ze lachten! Dan viel het vast wel mee.
“Luister nou gewoon maar even,” merkte de jongere arts op, toen hij zag dat ik hen weer in de rede wilde vallen. Ik zuchtte. Als ze nou maar eens opschoten.
“Jullie vader heeft een zware hersenbeschadiging.”
Jasmijn en ik keken elkaar aan. Jullie vader? De rest van de boodschap ontging ons en we moesten allebei heel hard lachen. De artsen keken heel verbaasd, ja, verontwaardigd zelfs.
“Hij is onze vader niet,” legde ze hen uit, “hij is een vriend.” Dat was nog zwak uitgedrukt, vond ik, maar dat kon me niets schelen. Opeens drong de boodschap namelijk wel tot me door.
“Wat houdt dat in?” vroeg ik. Mijn stem haperde.
De twee mannen begonnen allebei in technische termen te praten. Jasmijn stootte me aan.
“Snap jij het?” siste ze. Ik schudde mijn hoofd.
“Om tot de conclusie te komen,” zei de oudste arts.
We hielden onze adem in.
“Hij ligt in coma.”

Huilend zat ik op mijn kamer. Ik voelde me alleen, zo alleen. Sara was dit weekend naar haar vriend toe en ik was thuis weggevlucht. Mijn was had ik niet eens meer meegenomen, dus dat betekende ook dat ik nieuwe kleren moest gaan kopen, ik had bijna niets meer. Net toen ik in een nieuwe huilbui wilde los barsten, ging de telefoon. Omdat ik zeker wist dat het mijn moeder zou zijn, die haar scheldkanon op me los zou laten, pakte ik de hoorn niet op. Maar ze wist niet van ophouden. Ik verborg mijn oren onder mijn handen.
Eindelijk was het weer stil. Ik haalde opgelucht adem. Toen ging de telefoon opnieuw. Ik pakte de hoorn en legde hem er meteen weer op. Als het nou nog niet duidelijk was?
Mijn jas nam ik van de stoel naast mijn bed. Ik besloot om naar buiten te gaan. Ik was toe aan frisse lucht.
Hij stond opeens voor mijn neus. Hij had een donkergroene jas aan en hij keek bezorgd uit zijn ogen. Hij vroeg wat er was. Ik gaf geen antwoord. Hij vroeg of hij me kon helpen. Tranen rolden over mijn wangen. Hij pakte mijn handen en hij trok me naar zich toe. Ik verstopte me in zijn jas. Het was Tomas.

Coma?
Opeens werd ik me zeer bewust van de omgeving. Ik keek uit het raam en zag dat het volle maan was. Ik dacht aan mijn ouders, die nu gewoon lagen te slapen. Ik dacht aan Femke, die zich ook nog nergens van bewust was en die zich nu alleen nog maar zorgen hoefde te maken om haar moeder. Wist zij veel. Ik dacht aan Maja. Hoe kon ze Tomas voor een tweede keer afwijzen? En ik dacht aan Alexander en Lotte, de tweeling. Hoe zouden zij reageren als ze hun vader zo zagen liggen? Als ze hem tenminste nog zouden zien.
Ik keek naar mijn handen. Ze trilden. Al die uren had ik zo gehoopt dat alles goed zou komen. Dat Tomas alleen iets gebroken had, maar op een ingewikkelde manier, waardoor de operatie langer duurde dan gepland. Of dat er iets anders aan de hand was, maar niet dit! Dit was nog erger dan ik me voorgesteld had.
Plotseling was ik jaloers op Sara. Haar moeder was dan wel zo ziek, ze was tenminste aanspreekbaar. Hoe lang zou het duren voordat wij weer met Tomas konden praten? Zou hij ons ooit nog antwoord kunnen geven?
“Het lijkt me het beste als jullie nu naar huis zouden gaan om te slapen, “ opperde de oudste arts.
“Nee!” Jasmijn sprong overeind. In mijn eigen gedachten was ik haar even vergeten. Ik voelde me meteen schuldig.
Ik schudde mijn hoofd ook.
“We hebben nog zoveel vragen.”
Maar de artsen waren niet te vermurwen. Ze zeiden tegen ons dat we mee moesten lopen, dan kregen we een boekje waar alle informatie in stond. Alsof het om een simpele inenting ging. ‘Het zou kunnen dat u enige verhoging krijgt. Maakt u zich geen zorgen, dat gaat wel weer over.’ Toen ik zei dat ik echt niet wegging, voordat ik Tomas gezien had, begonnen de mannen te aarzelen. Ik keek Jasmijn triomfantelijk aan, maar ze keek van me weg. Arme Jasmijn.
De artsen overlegden met de verpleegster, die de hele tijd bij ons in de buurt was gebleven. We zagen haar knikken, toen kwam ze naar ons toe.
“Jullie mogen zo even naar hem toe. We moeten hem even naar een kamer brengen. Hij krijgt een eigen kamer.”
We lieten ons weer op de stoelen zakken. Nu trilden niet alleen mijn handen, maar ook mijn benen en mijn voeten en mijn armen… alles… en het hield niet meer op. Ik keek opzij. Jasmijn zat met haar vingers te spelen. Ik legde mijn arm op haar arm. Ze keek me aan. Haar ogen glinsterden. Opeens bedacht ik me weer hoe mooi ze was.
In de tijd dat Tomas naar een kamer werd gebracht (ze namen waarschijnlijk een andere uitgang, want we zagen hem niet), praatten we niet met elkaar. Ik wist niet wat ik moest zeggen en Jasmijn was in gedachten verzonken. Ik wilde weten wat er in haar hoofd om ging, maar ik durfde het niet te vragen. Toen de verpleegster terug was om ons te komen halen, legde ze opeens haar arm om mijn schouder. Ik voelde dat ze trilde, net als ik. Maar we mochten wel naar Tomas toe.

De kamer zag er uit als een slaapkamer, maar dan wel heel kaal. Hier moesten we veel kaarten en schilderijen op hangen, bedacht ik meteen. In de vensterbank stond een klein, dood plantje. Het gaf me een heel slecht gevoel en door de aanblik van de kamer drong pas echt tot me door dat we in het ziekenhuis waren en dat we hier heel vaak zouden komen. En toen zag ik Tomas.

Vroeger speelde ik altijd doktertje met mijn toenmalige beste vriendje. Ik was altijd doker, want ik had het koffertje met dokersspullen voor mijn verjaardag gekregen. Mijn vriendje zei dat meisjes geen dokter konden zijn en toen werd ik heel kwaad op hem. Daarna had hij een bloedneus en kon ik echt voor dokter spelen, maar hij wilde dan niet meer mee doen.
Op een keer had hij me overgehaald en was hij dokter. Ik moest een heel ziek meisje spelen en ik lag in mijn bed. Hij zei dat mijn gezicht te rood was en met schmink maakte hij me wit. Dat kriebelde. Ik moest heel veel hoesten en overgeven, maar dat kon ik natuurlijk niet. En daarna zei hij dat ik dood moest zijn. Ik mocht wel ademhalen, maar niet bewegen. Ik vond het eng, want ik voelde me een witte pop in een onbekend lichaam.

Jasmijn en ik stonden stil aan zijn bed, we durfden niet dichterbij te komen. De verpleegster gaf me een bemoedigend klopje op mijn schouder, maar ik duwde haar hand weg. Ik kon alleen nog maar Tomas zien. Zo wit, zo anders dan hij vanavond nog was. Alsof hij nooit meer zichzelf zou kunnen zijn.
“Ademt hij nog wel?” vroeg Jasmijn. Ik haalde mijn schouders op. Misschien was het beter voor hem als hij niet meer hoefde te ademen.

Vraag aan jullie: is het begin pakkend genoeg of moet er meer spanning in? Wilden jullie doorlezen of alleen maar omdat je niets anders te doen had?
__________________
Hm... Larstig... ;)

Laatst gewijzigd op 07-11-2002 om 21:43.
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 07-11-2002, 16:29
Verwijderd
'k ga het vanavond helemaal helemaal lezen, nu ff snel gedaan (overal een stukje ), maar tot nog toe vind ik het . Gelezen en nog steeds . Sorry, voor deze zeer slecht onderbouwde mening.

Laatst gewijzigd op 07-11-2002 om 19:01.
Met citaat reageren
Oud 07-11-2002, 17:00
Signy
Avatar van Signy
Signy is offline
Ik heb het helemaal gelezen ... en dat was niet omdat ik me verveelde.
Tot nu toe vind ik het een goed begin. Die flashbacks tussendoor, daar ben ik altijd al een fan van geweest, dus dat sprak me gelijk al aan. Verder vind ik het interessant genoeg om uit te kijken naar het vervolg.

Mindere dingetjes:
- Sommige personen heb je [denk ik] expres niet uitgewerkt. Zoals Sara en Femke. Dit is wel leuk, maar misschien dat je Femke weg kan laten. Ze voegt niet veel toe aan het geheel.
- Ik neem aan dat Emma op Jasmijn is? Ikzelf heb de laatste tijd hier op K&L te veel lesbiverhalen gelezen.... Ik word er een beetje moe van maargoed. Das jouw goed recht om het erin te laten natuurlijk.

Dingen die opvielen:
- Wordt de ruzie tussen Emma en haar moeder nog verder uitgewerkt of niet? (Maar een spijkerbroek raakte mijn hoofd.
“Blijf hier, rotkind!”
)
- Daarna had hij een bloedneus en kon ik echt voor dokter spelen, maar hij wilde dan niet meer mee doen. Ik zou bij deze zin het woordje "dan" weglaten
__________________
MAYNARD! I rest my case --- And Colin & Ricky. --- Ik ben zo blij dat ik ben wie ik ben, dat ik ga waar ik ga, dat ik sta blablabla
Met citaat reageren
Oud 07-11-2002, 18:47
oeski
Avatar van oeski
oeski is offline
Hoi, ik vind dat je heel goed schrijft. Je omschrijft dingen heel mooi en zo, maar ik vond het nogal verwarrend worden. Na de zoveelste flashback ben ik afgehaakt. Ik houd er namelijk niet zo van. Dan zit je net in het verhaal en wil je erg graag weten hoe het afloopt, komt er een flashback!! Mijn probleem is dandus dat ik totaal geen zin heb om die te lezen en er een beetje snel doorheen ga. Uiteindelijk snap ik het verhaal dus niet meer helemaal.
Maar oke, als je van flashbacks houdt is het volgens mij een erg goed verhaal.
Met citaat reageren
Oud 07-11-2002, 19:41
Anne
Avatar van Anne
Anne is offline
Even wat opmerkingen van de schrijfster.
* Dit verhaal is nog maar een opzet, het is een begin en meestal verander ik de helft later. Ik wilde alleen weten hoe het lezen beviel.
* Ik werk voor het eerst met flashbacks en ik vind het heel moeilijk om die tussen het werkelijke verhaal te plaatsen. Ik heb het nu zo gedaan: eerst het werkelijke verhaal geschreven, daarna de flasbacks. Dat werkt wel goed. Maar nu staat het nog veel te rommelig, dat moet ik veranderen. Ook moet het duidelijker worden dat het flasbacks zijn.
* Sara is eigenlijk Femke, ik ben vast ergens vergeten dat te wijzigen. Sara wordt uitgewerkt in de flashbacks.
* Emma is inderdaad verliefd op Jasmijn (waar staan die verhalen? ). De verhaallijn, die ik in mijn hoofd heb, is wat ingewikkeld, daarom weet ik nog niet zeker of ik dit zo laat of dat ik het er uit ga halen.
* Ruzie tussen Emma en moeder wordt zeker uitgewerkt!
__________________
Hm... Larstig... ;)
Met citaat reageren
Oud 07-11-2002, 21:30
euro
Avatar van euro
euro is offline
Mooi !!!! Ik had het echt zo uitgelezen en de flashblacks tussendoor brengt wel wat verwarring, maar dat maakt het juist weer interessant! Alleen dat van Femke vond ik ook een beetje wazig...
__________________
nein
Met citaat reageren
Oud 07-11-2002, 23:34
Verwijderd
Ik hoop dat ik van het weekend tijd heb om te lezen.

LUH-3417 - Het leven is zo vreemd. Ik heb zes uur college in de week en vijf dagen weekend. Waarom kom ik altijd tijd tekort?
Met citaat reageren
Oud 09-11-2002, 21:46
Vlooienband
Avatar van Vlooienband
Vlooienband is offline
Leuk verhaal. Het boeide me zeker, hoewel ik het lef niet heb om het voor een klas voor te lezen. Mijn klas is een liefhebber van bloed en verderf, niet van dit soort verhalen.

Het begin is zeker pakkend genoeg, alleen stoorde ik me, maar dan ben ik ook een mierenneuker, aan de fouten in de tijdsaanduiding. Dat je bijvoorbeeld een zin in de verleden tijd schreef en er een tegenwoordige tijdsaanduiding in gebruikte. Dat las soms lastig. De zinsopbouw is goed gedaan, met een enkele uitzondering hieronder.

Schrijf je vaak in de verleden tijd? het leek alsof je er moeite mee had, maar dat kan ik ( duh) natuurlijk ook mis hebben.

Het is overduidelijk dat Emma Jasmijn leuk vind. Ik vond dat je het er een beetje dik oplegde.

Maar desalniettemin vond ik het een goed verhaal. Die flashbacks heb je goed gedaan, .


Spelling, stijl en ander geblaat:

Laatste zin van de tweede alinea:
"Nu had ik het pas koud"
Nu terwijl het verleden tijd is, dat kan niet.

Eerste zin van de derde alinea is erg lang.

"Ze moesten me wel hebben, vanavond!"
Kan/mag dat, in de verleden tijd een tegenwoordige tijdsbepaling gebruiken?

"We voerden nu wel het meest uitgebreide gesprek dat we ooit gevoerd hadden."
Kan/mag dat, in de verleden tijd een tegenwoordige tijdsbepaling gebruiken? En je gebruikt twee keer hetzefde werkwoord in een zin. Dat leest minder fijn, daar het onder de term 'Hinderlijke Herhaling (HH)' valt. Als je "voerden" vervangt door 'hadden', heb je hier geen last meer van.

"Ik hield Jasmijn stevig beet."
Je haalt de werkwoorden vasthouden en beetpakken door elkaar. Kies.

"Daarna had hij een bloedneus en kon ik echt voor dokter spelen, maar hij wilde dan niet meer."
'Dan' hoort 'toen' te zijn. Je schrijft in de verleden tijd, dus de tijdsaanduidingen moeten ook van de verleden tijd zijn.

De derde alinea van onder ("Op een keer...een onbekend lichaam") vind ik niet mooi. Hij wijkt een beetje af van je stijl, het is minder goed geschreven en niet bepaald fijn om te lezen. Nu heb ik hem nog een paar keer doorgelezen en ik weet waarom:
zin 2, 3, 4 en 5 hebben allemaal dezelfde samenstelling-> onderwerp - persoonsvorm - ander zinsdeel of geen zinsdeel meer. Dan heb je één zin die dit ritme doorbreekt en daarna ga je weer op de oude voet verder. Dit leest echt niet prettig. Een voorbeeld, wat leest fijner:
Toen ik vanochtend opstond ging ik de honden zo snel mogelijk uitlaten. Jazz en Sam, ze stonden al te kwijlen op mijn kussen. De eerste verkocht ik een rotschop, omdat het kleine schattige pupje dondersgoed weet dat hij niet op MIJN kussen mag kwijlen. Ik schoot in mijn spijkerbroek en hield mijn T-shirt, waar ik de hele nacht in had geslapen, aan. Toen de honden me naar buiten trokken sloeg de kou me om mijn oren. Het was winter, geen zomer. Verdoem het leven op de Mont-Blanc.

Toen ik vanochtend opstond ging ik de honden zo snel mogelijk uitlaten. Jazz en Sammy stonden bovenop mijn kussen te kwijlen. Ik verkocht de eerste een rotschop, omdat het pupje dondersgoed weet dat hij niet op MIJN kussen mag kwijlen. Ik schoot in mijn spijkerbroek en hield mijn T-shirt, waar ik de hele nacht in had geslapen, aan. De honden trokken me naar buiten en de kou sloeg me om mijn oren. Het was winter, geen zomer. Verdoem het leven op de Mont-Blanc.

De meeste mensen kiezen, zonder te twijfelen voor het eerste stuk. Dit komt omdat de zinsopbouw hier regelmatig wordt afgewisselt.
__________________
Cry 'Havoc' and let slip the dogs of War.
Met citaat reageren
Oud 10-11-2002, 11:53
Anne
Avatar van Anne
Anne is offline
Citaat:
scimmia schreef:

Laatste zin van de tweede alinea:
"Nu had ik het pas koud"
Nu terwijl het verleden tijd is, dat kan niet.

"Ze moesten me wel hebben, vanavond!"
Kan/mag dat, in de verleden tijd een tegenwoordige tijdsbepaling gebruiken?
Dat is erlebte rede. Zo heb ik het bedoeld en dan mag dat . Misschien heb ik het wel fout, maar je mag toch best tijdsbepalingen als 'nu' in verhalen de verleden tijd gebruiken. Wat zou ik anders moeten gebruiken? Inderdaad, ik schrijf bijna altijd in de tegenwoordige tijd, maar dit leek me voor dit verhaal mooier. Maar tis even wennen.
__________________
Hm... Larstig... ;)
Met citaat reageren
Oud 10-11-2002, 13:06
Quiana
Avatar van Quiana
Quiana is offline
Kewl verhaal
Citaat:
Anneee schreef:

Vraag aan jullie: is het begin pakkend genoeg of moet er meer spanning in? Wilden jullie doorlezen of alleen maar omdat je niets anders te doen had?
Ik vind het hele verhaal eiglijk wel pakkend,
mij lijkt het zo goed..
Wilde doorlezen, zat in het verhaal

Citaat:
Anneee schreef:
Dat is erlebte rede. Zo heb ik het bedoeld en dan mag dat . Misschien heb ik het wel fout, maar je mag toch best tijdsbepalingen als 'nu' in verhalen de verleden tijd gebruiken. Wat zou ik anders moeten gebruiken?
Misn toen?
Naja, het viel me pas op toen Scimmia het zei,
mij stoorde het niet..
__________________
Drie.
Met citaat reageren
Oud 10-11-2002, 16:05
DarkCat
DarkCat is offline
Citaat:
Signy schreef:
- Ik neem aan dat Emma op Jasmijn is? Ikzelf heb de laatste tijd hier op K&L te veel lesbiverhalen gelezen.... Ik word er een beetje moe van maargoed.
Ik heb die verhalen niet gezien..
Behalve dan dus deze en mijn eigen verhaal ("Eva"). Zijn er zoveel dan?
__________________
Kijk op teletekst pagina 666 voor meer opties.
Met citaat reageren
Oud 10-11-2002, 16:34
Mysterons
Mysterons is offline
wow, ik vind het echt ge-wel-dig. ik wil echt doorlezen en doorlezen! fantastisch!


1 opmerking: als de eerste flashback komt van dat tomas zich voorsteld enz. lijkt het net alsof hij de dokter is in het echte verhaal die ook tomas heet, dat vond ik echt heel verwarrend.
__________________
_love is gonna save us
Met citaat reageren
Oud 10-11-2002, 19:52
Verwijderd
Ik vind het echt goed
Alleen 1 ding, waarschijnlijk begrijp ik het weer eens niet:
Emma's ouders zijn verhuist, naar het noorden, maar haar moeder kan haar wel gewoon naar het ziekenhuis brengen vanaf het studentenhuis? Of mis ik iets?
Met citaat reageren
Oud 11-11-2002, 13:22
Anne
Avatar van Anne
Anne is offline
Citaat:
Andijvie schreef:
Ik vind het echt goed
Alleen 1 ding, waarschijnlijk begrijp ik het weer eens niet:
Emma's ouders zijn verhuist, naar het noorden, maar haar moeder kan haar wel gewoon naar het ziekenhuis brengen vanaf het studentenhuis? Of mis ik iets?
Ik = dom dank je wel
__________________
Hm... Larstig... ;)
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren

Topictools Zoek in deze topic
Zoek in deze topic:

Geavanceerd zoeken

Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Muziek Conceptalbums
newmapsofhell
3 10-11-2009 19:33
Verhalen & Gedichten Verhaal: de traagheid van het bestaan
Tisch
19 20-05-2004 23:19
Films, TV & Radio AJMouse's Premières - Week 16: Kill Bill: Vol. 2 (en meer)
AJMouse
7 26-04-2004 14:11


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 00:42.