Registreer FAQ Ledenlijst Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Kunst & Cultuur / Verhalen & Gedichten
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 17-05-2007, 10:02
leiv
leiv is offline
De vlucht van een nachtvlinder

In de verte, aan de overkant van het uitgestrekte parkeerterrein, ontwaarde Laura de contouren van haar Ford Mustang. Opgelucht blies ze haar ingehouden adem uit en keek hoe de wasem zich vermengde met de neerdwarrelende sneeuwvlokken.

De gedachte dat haar Mustang gestolen kon worden was tijdens de voorstelling haast ongemerkt haar bewustzijn binnengekropen, om zich aldaar in een vochtige spelonk te nestelen en zich te ontpoppen tot een gevleugelde overtuiging.
Luid zoemend had deze haar aandacht voor de gebeurtenissen op het scherm volledig opgezogen. Haar voeten en handen waren een eigen leven gaan leiden en aan haar oksels waren druppels zweet ontrold, welke ze langzaam naar beneden had voelen glijden.
Op het moment dat haar buurman haar met sissende woorden had verzocht niet zo met haar schoenen te tikken, had ze niets liever gedaan dan de zaal uitvluchten. Maar de woorden van de man hadden zich strak rondom haar lichaam gewikkeld - zo strak, dat ze haar spieren verlamden.
De resterende duur van de voorstelling had ze onbeweeglijk op haar stoel gezeten, wachtend tot de opgloeiende lampen haar gevangenis zouden doen smelten.
Toen het eindelijk zover was had ze de vertrekkende mensen nagekeken, diep van binnen hopend, verlangend, dat iemand zich zou omdraaien, haar zou wenken en zacht zou roepen dat het tijd was om naar huis te gaan.
Tegelijkertijd hoopte een ander deel van haar dat iets dergelijks vooral niet zou gebeuren.
Nadat haar hoop en haar angst met de laatste bezoekers de zaal hadden verlaten, had ze zich met veel moeite aan het pluche weten te onttrekken - haar bovenarmen zo ver mogelijk van haar romp houdend om de klamme plekken in haar trui niet te hoeven voelen.


Met golvende handbewegingen volgde Laura haar vervluchtigende adem en liet de sneeuwvlokken welwillig op haar gezicht neerdalen. Geleidelijk hoorde ze de zoemende overtuiging verworden tot een zacht geruis, een minieme weerklank van haar eerdere zorgen.

Ze liet haar blik over de parkeerplaats glijden. Over het terrein stonden zes lantaarns verspreid, in de lengterichting verdeeld over twee rijen van elk drie. Hun door sneeuw vertroebelde schijnsels hulden de parkeerplaats in een vaal licht. Aan de randen van het terrein bevond zich een muur van dennenbomen, welke de duisternis in hun armen slootten en behoedden voor de lantaarnschijnsels. Ze kwamen Laura voor als puntige tanden, dreigend silhoueterend tegen de blauwzwarte hemel. Aan de overkant van het parkeerterrein, ongeveer zestig meter van de plek waar Laura stond, bevond zich een opening in de dennenmuur, waardoor ze nog net twee achterlichten in het duister zag verdwijnen.
Daarmee leek het terrein verlaten te zijn. Haar Mustang was de enige overgebleven wagen.
Ze zuchtte diep en streek enkele vochtige haarslierten uit haar gezicht. Vervolgens wierp ze een laatste, onderzoekende blik op de dennenbomen, haalde diep adem, rechtte haar rug - zoals ze op cursus had geleerd - en begon richting de Mustang te lopen.

***

Halverwege de wandeling bekroop haar het gevoel dat ze werd gadegeslagen vanuit de donkerte tussen de dennenbomen.
Meteen voelde ze haar buikspieren verkrampen tot een harde schors. Het deed haar naar adem happen, maar de koude lucht, die even geleden zo strelend zuiver was geweest, leek te zijn veranderd in een harsachtige substantie die zich kleverig aan haar longen hechtte. Terwijl ze trachtte de controle over haar lichaam te behouden en haar pas niet te versnellen, schoten er allerlei woorden en verklaringen van haar psychiater door haar heen, woorden die haar vertelden dat een dergelijk gevoel louter voortkomt uit een zwart gat in haar belevingswereld, uit kleine kortsluitingen in de complexe bekabeling van haar hersenen. Met deze woorden probeerde ze het gevoel te overwinnen, het terug te dringen in het hol waar het uit was geklommen - maar het was te sterk en verpulverde haar bezwerende woorden tot geestelijk gruis, waarna het stampend en snuivend door haar lichaam denderde, haar hart en longen omsloot, bezit nam van haar benen en haar steeds sneller liet voortbewegen over de krakende sneeuw.

Het duurde niet lang voordat ze de Mustang had bereikt.
Ze graaide in haar broekzak naar haar sleutelbos en vloekte toen haar vingers slechts wat kleingeld beroerden. Met vluchtige handbewegingen klopte ze op haar andere zakken, haar blik op het portierslot gericht houdend. Bij elke lege zak voelde ze de dennenmuur nader op haar toe komen, om bij de laatste hun armen te openen en haar te bedelven onder hun schaduwen.
Terwijl ze haar keel voelde dichtslibben bedacht ze zich dat ze de sleutelbos in haar handtas had opgeborgen.
Zo snel als haar bevende handen het haar toestonden ontsloot ze het portier, rukte dit open en werkte zich op het donkere leder, waarna ze het portier dichttrok en met haar vuist op de knop van de centrale vergrendeling ramde. Hierop drukte ze haar handen op haar mond en liet zich achterover tegen de stoel vallen. Bij elke ademtocht klonken van onder haar handen piepende geluiden.

***

Na enkele minuten begon haar keel zich langzaam te ontsluiten. Diep ademhalend staarde ze met haar kin rustend op haar vuisten voor zich uit.
De sneeuw op de ruiten weerhield de lantaarnschijnsels ervan in het binnenste van de wagen door te dringen. Als in een cocon gesponnen zat Laura in het gebroken duister. Gedachten aan wat er tussen de dennenbomen zou kunnen rondwaren probeerden zich te vormen, maar Laura, gesterkt door de veiligheid van haar schuilplaats, stond het niet toe.
Net op het moment dat ze vaststelde dat haar geest van indringers geschoond was, begon haar beschermende omhulsel scheuren te vertonen. Door de kracht waarmee ze het portier had dichtgetrokken was de sneeuw van de ruiten onthecht geraakt en begon nu langzaam naar beneden te schuiven. In de verte zag ze de neonletters verschijnen die op de gevel van het bioscoopcomplex hingen, door het veelvertakte netwerk van sneeuwkristallen op de voorruit vervormd tot een onleesbare gloed.
Terwijl ze naar deze gloed zat te staren werd ze zich ineens intens bewust van de volkomen stilte in de Mustang en het rumoer in haar geest.
Ze ramde met beide vuisten op het stuur.

‘Waarom ben ik zó, godverdomme!’ schreeuwde ze huilend, ‘Godverdomme, verdomme, verdomme!’
Bij elke vloek die ze uitstootte sloeg ze beurtelings op het stuur, haar slapen en haar benen. Na een tiental slagen kon ze de pijn niet langer verdragen, waarna ze haar handen voor haar gezicht sloeg en zich tegen het stuur liet vallen.

***

‘Gestoord mens,’ murmelde ze, toen haar gehuil na enige tijd was verstomd tot een bedrukt gesnik.
Hierop maakte ze zich los van het stuur en wierp een blik in de achteruitkijkspiegel.

De vrouw in de spiegel keek haar een moment vragend aan, trok toen haar mondhoeken hoog op en barstte uit in een soort hysterisch huilgelach. Met een wezenloze blik in haar ogen staarde Laura naar de spiegelvrouw.
‘Idioot!’
Abrupt stopte de vrouw met lachen, deinsde terug en keek Laura geschrokken aan.
‘Kijk niet zo zielig! Rot op!’

Laura keek de vrouw nog even lakend aan, waarna ze zich weer in de stoel liet zakken.
De uitval had haar opgelucht. Het voelde goed om dat mens de waarheid te zeggen en ze voelde zich opmerkelijk kalm worden.
Ze sloot haar ogen en probeerde te bedenken welke route haar het snelst naar huis zou leiden. Op de heenweg was ze over de provinciale weg door het Heidebos gereden, maar in het donker zou ze deze nimmer volgen.
Ze besloot de rijksweg te nemen - een omweg, maar deze zou haar in elk geval om het bos leiden. Ze opende haar ogen en bracht haar hand naar het contactslot. Terwijl ze ontdekte dat er zich geen sleutel in haar hand bevond, werd er hard op het zijraam getikt.

***

Met een ruk draaide ze zich naar het raam en keek midden in een breed grijnzend gezicht. Aan een uitgestoken vinger, omhoog gehouden tussen het gezicht en het raam, zag ze haar sleutelbos bungelen.
Een schreeuw welde op in haar keel, maar uit haar mond stroomde slechts een piepende zucht.
Ze voelde haar hart enkele seconden zijn stuwkracht verliezen, seconden waarin het een aanloop leek te nemen, om vervolgens op volle kracht het bloed door haar aderen te laten razen. Gelijktijdig met het bloed raasden er duizenden gedachten door haar hersenen.
Hoe kwam de gestalte aan haar sleutels?
Aan haar sleutels?
Sleutels!
Het geluid van een in het portierslot draaiende sleutel brandde door haar trommelvliezen.
Voordat ze de vergrendelingsknop weer naar beneden kon slaan werd het portier opengetrokken.

‘Nee!’ schreeuwde ze, en worstelde zich over de lange versnellingspook naar de passagiersstoel, wild met haar benen naar achteren trappend. Ze rukte aan de hendel, duwde het portier open en probeerde zich naar buiten te trekken.
Toen klonk er een hese stem die haar deed stilhouden.
‘Wees niet bang! Wees niet bang!’


***

Over haar schouder kijkend zag ze in de deuropening een oude vrouw staan, voorover leunend met haar handen op de bestuurdersstoel. Ze keek Laura onderzoekend aan. Meteen viel het Laura op dat de vrouw een opmerkelijk uitgesproken gezicht bezat, met een krachtige kaaklijn, een pokdalige huid en diepgelegen ogen, geaccentueerd door borstelige, welhaast witte wenkbrauwen.

‘Wat moet u van me!’
Laura schrok van de plotselinge ontlading die haar mond had verlaten en beet op haar lip.
De oude vrouw sloeg haar ogen neer.
‘Het spijt me. Ik wilde u alleen maar iets vragen.’
‘Iets vragen?’
‘Ja. Maar toen ik bij uw auto aankwam zag ik dat u…’ Ze pauzeerde even en leek na te denken over haar verwoording. ‘Wel, ik zag dat u zich ergens boos over maakte.’
Nu was het Laura die haar ogen neersloeg.
‘Ik had net besloten dat ik u daarom maar niet moest storen, toen ik deze sleutel in het slot zag zitten. Ik tikte ermee op het raam om te laten zien dat u hem vergeten was. Toen u daar niet op reageerde besloot ik het portier te openen. Iets wat ik misschien niet had moeten doen.’
‘Misschien niet had moeten doen,’ mompelde Laura, terwijl ze zich overeind werkte en op de passagierstoel plaatsnam.
De vrouw zuchtte en haalde haar schouders op.
‘Ik hoop dat u mijn excuus wilt aanvaarden en dat ik alsnog mijn vraag kan stellen.’
Op een vreemde manier voelde Laura zich gevleid door de verontschuldigende woorden.
‘Als het niet te lang duurt.’
‘Geweldig. Dank u. Maar zou ik eerst in uw auto mogen plaatsnemen? Ik heb het nogal koud.’
Voordat Laura kon antwoorden gooide de vrouw de sleutelbos op het dashboard en verdween uit de deuropening.


***

Verbouwereerd wisselde Laura van stoel, sloot het portier en pakte de sleutelbos van het dashboard. Terwijl ze door de voorruit naar de vrouw keek, streelde ze de buik van de houten vlinder die ze als sleutelhanger gebruikte.

Ze had het dier van haar vader gekregen op de ochtend van haar eerste werkdag, en ze was blij verrast geweest met het subtiele cadeau.
Echter, enkele minuten later had haar vader haar verzocht de ogen te sluiten, waarna hij haar had meegetroond naar de garage. Toen ze haar ogen weer had mogen openen, had ze haar vader met zijn armen gespreid naast een grote, Amerikaanse wagen zien staan.
Haar woorden hadden van dankbaarheid gesproken, en ze had haar vader omhelsd, maar het waren geveinsde gebaren geweest - in werkelijkheid had ze geen cadeau kunnen bedenken dat minder bij haar karakter zou passen.
Het was de eerste keer dat ze zich diep ongekend had gevoeld.


Zo onopvallend mogelijk keek Laura naar de instappende vrouw. Deze bleek een soort lederen aktetas bij zich te dragen die ze op haar schoot legde. Bij elke beweging die de vrouw maakte kwam Laura een onwelriekende vlaag tegemoet. Het deed haar denken aan de dode rat die ze ooit tussen een stapel oude dekens in haar kelder had gevonden - maar, anders dan bij de rat, was de stank die nu haar neus binnendrong aangelengd met een zware, haast tastbare muskuslucht.

‘Ik zal mij eerst even voorstellen,’ zei de vrouw, en stak haar hand uit.
Weerwillig beantwoordde Laura het gebaar - de hand van de vrouw voelde ruw aan.
‘Mária.’
‘Laura.’
‘Laura, wat een mooie naam.’ De vrouw keek haar even indringend in de ogen, kneep wat harder in haar hand en liet deze weer los.
‘Woont u hier in de buurt?’
‘Ja, in Otten. Hoezo?’
‘O, ik was gewoon benieuwd,’ antwoordde de vrouw lachend.
‘Oke… maar wat is het dat u wilde vragen?’
‘Wel… Het is nogal vervelend. Mijn man zou mij na de voorstelling ophalen, maar hij is niet komen opdagen. En nu maak ik me nogal zorgen, begrijpt u? Ik wil graag zo snel mogelijk naar huis, maar ik heb niet genoeg geld bij me om een taxi te betalen.’
‘Woont u hier ver vandaan?’
‘In het Heidebos, vlak langs de provinciale weg. Het is voor mij natuurlijk niet te belopen, maar als ik het goed heb, rijdt u door het Heidebos als u naar Otten gaat, is het niet?’
Laura kneep hard in de houten vlinder.
‘Nou, meestal neem ik–’
‘In dat geval zou ik graag met u meerijden.’

Verwoed zocht Laura naar een uitvlucht om de vrouw niet te hoeven meenemen, maar ze kon haar niet achterlaten en ze had ook niet voldoende geld om een taxi voor haar te betalen.

‘Dat kan wel, denk ik,’ mompelde Laura, in de verte naar de neonletters starend.

***

Ze liet de zware motor brullen en knipte de ruitenwissers aan, welke haperend de laatste sneeuwresten van de voorruit veegden. Vervolgens zette ze de Mustang in de versnelling, bracht de wagen behoedzaam in beweging en reed naar de bres in de dennenmuur. Vlak voordat ze het parkeerterrein verlieten wierp Laura een blik naar rechts.
Meteen richtte ze haar blik weer voorwaarts, met beide handen krampachtig het stuur omklemmend.
In het zijraam had ze een moment de blik van de vrouw gevangen, die haar via de weerspiegeling van de ruit bleek te zitten bekijken en met een strak gezicht had geknipoogd toen hun blikken elkaar kruisten.

***

Tijdens de eerste kilometer hing er in het binnenste van de Mustang een benauwende stilte. De wagen was langzaam vervuld geraakt van de walm die de vrouw omhulde, en de stank was zo doordringend dat Laura hem leek te kunnen proeven. Ze probeerde haar samentrekkende maag te negeren door zich op de onverlichte weg te concentreren.
Deze leek evenals de parkeerplaats verlaten te zijn - ze werden enkel omgeven door sneeuwvlokken, die in steeds grotere getale opdoemden in de schijnsels van de koplampen.

De vrouw doorbrak de stilte met het schrapen van haar keel. Een geluid dat Laura als een raspend gegrom in de oren klonk.

‘Gaat u regelmatig naar de bioscoop?’
‘Zo nu en dan.’

In werkelijkheid was het de eerste keer in lange tijd dat Laura zonder noodzakelijke reden haar huis had verlaten. Het bioscoopbezoek was een voorstel geweest van haar psychiater, die ervan overtuigd was dat het een geschikte manier zou zijn om haar angsten tegemoet te treden.

‘En gaat u altijd alleen?’
‘Ja.’
‘Is er niemand die met u mee wil? Geen man? Geen vriend?’
‘Nee.’
‘Dus er zit niemand in spanning op uw thuiskomst te wachten?’ De vrouw, wier stem steeds heser leek te worden, lachte en maakte een medelijdend geluid.
‘Nee… niet echt.’
Laura hoorde naast zich een snuivend inademen, en vanuit haar ooghoek zag ze hoe de vrouw met krachtige bewegingen de lederen aktetas begon te masseren.
Laura huiverde en verstevigde haar grip op het stuur.

Na een volgende zwijgzame kilometer passeerden ze het vage silhouet van de oude graanmolen, wat Laura vertelde dat ze het Heidebos op een paar honderd meter genaderd waren.
‘Is er wel iemand die u kunt bellen als er iets… mis is? Er kan natuurlijk van alles gebeuren met dit slechte weer.’
Laura, opgeschrikt door het verbreken van de stilte, keek vluchtig opzij en zag dat een van de masserende handen zich nu onder de aktetas bevond.
Met haar gedachten bij deze hand, antwoordde ze met trillende stem: ‘Nee, want ik heb geen mobiele tele-’
Ze beet hard op haar lip.

‘Dat is niet zo… verstandig.’

Tijdens de laatste meters voor het Heidebos kwam het Laura voor dat de vrouw, die nu zacht hijgde, steeds dichter op haar toe begon te schuiven.
Ze haalde haar linkerhand onder de aktetas vandaan, waarna ze haar arm uitstrekte en de houten vlinder in haar hand nam.
‘Wat een prachtig houtsnijwerk.’
‘Ja, van mijn vader gekre-’
Terwijl Laura naar de vlinder keek viel haar blik op de onderarm van de vrouw, welke gedeeltelijk ontbloot was door het omhoog kruipen van haar mouw.
Het was een stevige en zwaar behaarde arm.

Vagelijk hoorde ze naast zich een lage, hijgende stem: ‘Helaas, dat had u nog niet mogen zien.’
Tegelijkertijd klonk er een ritsend geluid.

Verdwaasd keek Laura opzij. In de nu opengeslagen aktetas kon ze enkele roestige gereedschappen onderscheidden, onder welke een beitel en een hamer.

Het volgende moment werden ze omsloten door de hoge bomen van het Heidebos.

‘Eindelijk,’ bracht haar passagier hijgend uit, daarbij de gereedschappen strelend, ‘wij gaan vannacht heel veel plezier aan elkaar beleven.’
__________________
pretentieus vlerkenwerk
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 17-05-2007, 10:39
Zut Alors!
Avatar van Zut Alors!
Zut Alors! is offline
Is de wedstrijd al afgelopen dan?

edit; aha, wel dus
__________________
Recht voor je raapje!
Met citaat reageren
Oud 17-05-2007, 10:41
Vogelvrij
Avatar van Vogelvrij
Vogelvrij is offline
Gefeliciteerd!

Krijgen we de hele uitslag ook nog te zien?
__________________
Het werkelijke leven is een veel oppervlakkiger gedoe dan men zichzelf bekennen wil. (T. Thijssen)
Met citaat reageren
Oud 17-05-2007, 11:05
Tink*
Avatar van Tink*
Tink* is offline
Gefeliciteerd!
__________________
Je was een glasblazer met een wolk van diamanten aan zijn mond
Met citaat reageren
Oud 17-05-2007, 16:51
Verwijderd
Wieeh.
Goed zo leivie.
Met citaat reageren
Oud 17-05-2007, 18:49
Kerboga
Kerboga is offline
Gefeliciteerd!
__________________
Just living my reality
Met citaat reageren
Oud 18-05-2007, 12:07
Verwijderd
Als ik vanavond thuis ben, zet ik de hele lijst erop. Nog even geduld!

LUH-3417
Met citaat reageren
Oud 18-05-2007, 18:08
Verwijderd
Bij deze dus de officiële uitslag:

De vlucht van een nachtvlinder, 10 punten
All the lonely people, 9 punten
Verbrijzelde dromen met kinderlijke onschuld, 8 punten
De wereld van glas, 8 punten
Beter een goede vriend, 6 punten
Strandtafereel, 5 punten
65, of een Ode aan Jon, 1 punt
Het schuldgevoel komt later, 0 punten

De rekensom was dat ieder verhaal drie punten kreeg voor een eerste-plaats-notering, twee punten voor een tweede-plaats-notering en één punt voor een derde-plaats-notering.

LUH-3417
Met citaat reageren
Oud 18-05-2007, 18:32
flyaway
Avatar van flyaway
flyaway is offline
Jeeeej 1 punt jammer dat ik het niet meer had kunnen uitwerken, er zit namelijk meer achter maar ik had moeite met het naar voren te brengen.

Wie heeft er op mij gestemd?
Met citaat reageren
Oud 18-05-2007, 19:06
Vogelvrij
Avatar van Vogelvrij
Vogelvrij is offline
Citaat:
flyaway schreef op 18-05-2007 @ 19:32 :
Jeeeej 1 punt jammer dat ik het niet meer had kunnen uitwerken, er zit namelijk meer achter maar ik had moeite met het naar voren te brengen.

Wie heeft er op mij gestemd?
Ik niet, sorry En je kon wel merken dat je moeite had met het naar voren brengen, dat is wel jammer, want het idee leek me leuk. Wat zat er allemaal nog achter?

Beter een goede vriend was van mij. Zes punten, wel netjes
__________________
Het werkelijke leven is een veel oppervlakkiger gedoe dan men zichzelf bekennen wil. (T. Thijssen)
Met citaat reageren
Oud 18-05-2007, 19:45
Sagana
Avatar van Sagana
Sagana is offline
Gefeliciteerd. Dit verhaal vond ik het leukste.
__________________
I'd rather have a life of 'oh wells' than a life of 'what ifs'.
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Verhalen & Gedichten [Verhalenwedstrijd] Tweede ronde!
Verwijderd
14 17-05-2007 10:40


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 08:07.