Je wil gaan kijken naar de koopkracht, denk ik. Maar er kan bezuinigd worden zonder dat de koopkracht daar echt (merkbaar) minder van wordt. Ook kleding die goedkoper wordt, of juiste mode. Je wil dus als een deelvraag hebben van "wat verstaan we precies onder bezuinigen?".
Ik zou ook aangeven: waarvoor onderzoek je dit? Ga je uit van een relatie tussen het plezier/geluk van een vrouw in verhouding met de kleding die ze kan kopen, of wil je testen hoe de economische situatie invloed uitoefent op het koopgedrag van vrouwen (en dan op het gebied van kleding).
Je kan nog een uitsplitsing maken naar jong en oud, immers zal een meid van 15 die 3,50 per uur verdiend haar geld anders besteeden dan een advocate van 50 die 300 euro per uur in rekening brengt blij clienten. Sowieso wellicht scheiding maken naar mensen die bijv van 1000 euro per maand leven en naar 850 gaan, en van mensen die 4.000 euro per maand verdienen en naar 3.500 gaan?
Je kan kijken of mode een minder belangrijke rol gaat spelen als de economie slechter wordt (en andersom). Ik geloof dat de H&M in de crisis bijzonder goede jaartjes draait. Hetzelfde geldt voor outlet stores en dergelijke. De wat duurdere merken hebben het er moeilijk mee. Men at work heeft geloof ik het concept vrij aardig aangepast ergens in de afgelopen jaren.
Je deelvragen moeten samen je hoofdvraag beantwoorden.
Stel ik maak de hoofdvraag: Hoe ging de 2e wereld oorlog?
Dan zouden de deelvragen (vereenvoudigd) zijn: hoe begon het, hoe verliep het en wat gebeurde er na de oorlog?
Zou je dit niet aanhouden, dan val je midden in een verhaal. Als jij nu je vragen beantwoord weet ik nog steeds niet wat de invloed is.
|