|
Gewoon een stukje tekst. Kweet niet of ik de inhoud boejend genoeg vind om ermee door te gaan, majah... Xie wel. :-)
Hoe vinden jullie de stijl???
Het was een grauwe, regenachtige dag. Grote regendruppels kwamen uit de lucht vallen. Het was niet druk op straat, de mensen zochten liever hun heil in de warme beschutte huizen, dan buiten in de kou. Hoewel één meisje zich toch, ondanks de grimmige sfeer, buiten waagde. Sacha had haar hoofd gebogen en haar kleine voeten liepen rap de straat door. Ze leek op niks of niemand acht te slaan. Ze had hele andere dingen aan haar hoofd dan een regenbui.
Waarom moest ik nou weer toegeven, dacht ze ergerlijk bij zichzelf. Ik kan ook nooit nee zeggen hè. Ze zuchtte. Als hij maar niet dacht dat ze lang zou blijven. Ze had nog meer dingen te doen dan hem op zijn wenken bedienen. Verdorie, altijd wanneer ze dacht dat ze van hem af was kwam hij rustig haar leven weer binnenwandelen. En ze liet het nog toe ook!
Sacha’s mond stond strak en haar ogen glansden niet zoals ze altijd deden. Ze had er helemaal geen zin in om Joost zo meteen onder ogen te komen. Hij zou wel teveel van haar gaan verwachten. Ze was immers meteen gekomen toen hij haar belde. Omdat ze zo verbaasd was zijn stem te horen, had Sacha stamelend toegestemd dat ze hem zou bezoeken. Hij lag ziek op bed en had, zoals hij dat verwoordde, dringend behoefte aan lief en leuk gezelschap. En toen dacht hij blijkbaar aan haar! Nou, hij moest zich niks in zijn hoofd gaan halen, dacht Sacha haast bozig. Oh, ze haatte dat joch. Dit deed hij nu altijd. Gewoon doen alsof er niks gebeurd was en haar weer lekker inpalmen. Gewoonlijk bezweek ze altijd voor zijn lieve glimlach en zijn mooie felblauwe ogen. Hij kon haar zo om zijn vinger wikkelen. Ze gedroeg zich dan een tijdje slaafs maar dan zag ze in dat hij haar gebruikte en ze voor hem niks meer was dan een makkelijk klein ding waar je even plezier van hebt, maar ook handig weer aan de kant kan schuiven.
Als Joost dacht dat hij zich dit gedrag nu weer kon veroorloven dan had hij het goed mis!
Ze was aangekomen bij een groot appartementcomplex. Dus hier ergens moest de arme zieke jongen liggen, dacht ze verwonderd.
Ze drukte op de bel en wachtte tot ze zijn stem zou horen door de intercom. Sacha werd zenuwachtig. De moed die ze zo even nog had zonk haar in de schoenen. Hoe moest ze dit nou gaan oplossen. Ze wilde dat ze Joost nooit gekend had. Maar omdraaien kon ze nu niet meer, zo laf wilde ze niet zijn.
“Ja, wie is daar?” Een mannelijke stem sprak, maar het was Joost niet, wist Sacha. Deze stem klonk star en afwezig. Alsof hij mijlenver zat met zijn gedachten.
“Ja, hoi, ik ben het Sacha…” Ze aarzelde. “Ik kom voor Joost.”
“Ja, oké.” De deur werd opengedaan.
Nou, dacht Sacha, zeker het zonnetje in huis. Dat was waarschijnlijk een vriend van Joost. Dat kon nog leuk worden, daarbinnen.
Terwijl ze in de lift stond keek Sacha in de spiegel. Ze haalde haar hand door haar haar en ze trok een gekke kop. Succes meisje, dacht ze en ze moest zelf lachen om haar eigen gedrag. Eén ding was zeker, ze liet zich niet gek maken door dat joch! En al helemaal niet door meneer chagrijn van de intercom.
Sacha liep de lift uit en zocht het zocht het appartement van de twee o zo geliefde heren.
Ze drukte op de bel. Het leek eeuwen te duren voordat eindelijk de deur werd opengedaan. Een lange, knappe jongen stond in de deuropening. Geen zieke Joost! Die lag natuurlijk op de bak voor de tv zielig te wezen. Sacha keek haast verlegen naar de jongen op. Ze stak haar hand uit.
“Hallo. Sacha Verburen.”
De jongen keek naar haar hand en stak de zijne ook uit. “Hoi, ik ben Sander.”
Hij had dezelfde stem als degene die door de intercom sprak. Alleen klonk hij nu niet star maar meer verbaasd. Het verwonderde Sacha. Wat had Joost wel niet allemaal over haar zitten roddelen.
Sander keek vol verbazing naar het meisje tegenover hem. Ze mocht er zijn vond hij. Haar half lange, donkere haar viel elegant op haar schouders. Haar rustige grijze ogen keken hem verlegen aan. Het vertederde hem. Zonet had hij van Joost te horen gekregen dat er een mooi meisje op de stoep zou staan, maar dit had hij niet verwacht. Hoe kent Joost haar, vroeg hij zich af. Dit was niet het type waar hij normaliter mee te maken had.
Ze stonden een aantal seconden stil tegenover elkaar, totdat Sacha vroeg of ze binnen mocht komen.
“Ja, ja, natuurlijk,” haperde Sander. Hij schoof aan de kant zodat ze erlangs kon.
Sacha kreeg een benauwd gevoel van de priemende ogen die op haar waren gericht. Ze kon er nooit tegen als er veel aandacht aan haar werd besteed. Het liefst ging ze onopvallend door het leven. Maar ze wist dat dit onmogelijk was. Ze deed haar natte jas uit en hing hem op. Sander was al naar de woonkamer gelopen omdat hij voelde dat Sacha niet echt op haar gemak was.
Ze liep ook Sanders richting uit en ze zag Joost liggen op een riante bank in de hoek van de kamer. Hij keek naar de tv, maar toen hij haar in de gaten kreeg was al zijn aandacht gericht op Sacha. “Heeey meisje, ik wist wel dat je komen zou!” Hij glimlachte breed. “Ga zitten.”
Het klonk haast gebiedend en Sacha gaf braaf gehoor. Ze had meteen door wat ze deed en ze zuchtte onhoorbaar.
“Ik heb je gemist meisje. Ik heb je wel drie maanden niet gesproken of zo!”
“Een half jaar…” verbeterde Sacha kalm. Ze keek hem koel aan en nam hem in haar op. Hij was geen spat veranderd. Ja, hij zag nu wat bleekjes, maar voor de rest was het nog steeds een zeer knappe verschijning. Maar hij zou haar hoofd niet meer op hol laten brengen. Ook al wilde hij het nog zo graag!
“Een half jaar? Oh, nou dan zou ik me helemaal moeten schamen dat ik niet es wat eerder iets van me heb laten horen.” Sander keek lief naar Sacha en glimlachte. “Hoe is het met je?”
Sacha had geen zin om over haar eigen leven te praten. ‘t Ging hem niks aan vond ze.
“Ik kan beter vragen hoe het met jouw gaat. Jij bent degene die ziek op de bank ligt, niet ik.”
De woorden klonken bits en ze schrok zelf eigenlijk wel een beetje van.
Joost daarentegen lachte. “Ha, wat doe je fel. ‘t Ligt je wel.” Hij grijnsde. “Ja, nou, zoals je ziet ben ik ziekjes. Gewoon een griepje hoor… Maar ik verveelde me zo, en die zak van een Sander is ook niet echt een leuke afleider.” Hij keek half beschuldigend naar zijn huisgenoot. Sander zat aan de grote tafel, aan de andere kant van de woonkamer, een krant te lezen en reageerde maar half op Joost zijn beschuldiging. “Sommige dingen zijn belangrijker.” Hij keek niet op en leek ook niet meer tijd aan Joost te willen uitbesteden.
Joost keek naar Sacha en haalde zijn schouders op. “Ruzie met zijn vriendinnetje,” fluisterde hij en hij leek wel geamuseerd, zo vond Sacha. Ze fronste haar wenkbrauwen.
“Hé, maar jij wilt me wel gezelschap houden hè meisje. Ik verveel me stierlijk.” Joost trok een zielig gezicht. Vroeger zou Sacha meteen keurig ja geknikt hebben en hem op zijn wenken bedienen, maar nu wist ze eindelijk hoe Joost in elkaar stak en ze had er geen zin meer in.
“Sorry Joost, daarvoor ben ik niet naar je toegekomen.” Ze keek hem in zijn ogen en probeerde zo kalm mogelijk over te komen. Van binnen echter ging haar hart tekeer.
Hij keek haar verbaasd aan. “Hoe bedoel je? Waarom ben je dan hier?” vroeg hij.
“Ik ben hier om je te vertellen dat ik er niet van gediend ben dat je steeds opbelt wanneer je je verveelt en dat ik dan zonder pardon op moet komen draven. Ik heb er genoeg van. Van jouw en je buien.” Sacha vond het niet fijn dat Sander erbij zat. Ze zat met haar rug naar hem toe, maar ze voelde dat zijn ogen op haar gericht waren.
“Wat praat je raar Sacha! Welke buien? Doe es niet zo raar meisje.”
“Ik ben je meisje niet. En je weet best welke buien ik bedoel. Eerst heel erg op me leunen en bij me willen zijn…dat duurt dan een paar weken en dan laat je me keihard vallen. Het is een paar keer voorgekomen, jammer genoeg. Ik was zo naïef om er in te trappen, maar nu niet meer. Ik heb er genoeg van,” herhaalde ze.
|