Ik zeg meestal 'slet' of 'kut*naam*' maar dat is eigenlijk liefkozend bedoeld en gebruik ik alleen voor mensen die dichtbij me staan. Vriendje, gaybestfriend, bff, die mensen.
Ik roep vaak kut!, godverkut!, godver! en Jezus Christus!
En anderen uitschelden doe ik niet heel ernstig, alleen maar met woorden als oelewapper, snoodaard, mutskwaf, sukkel(tje), blupski en dòske. En soms trutje.
Ik heb de uitdrukking 'naar persoon' van mijn huisgenootje overgenomen. Voorheen noemde ik dat soort mensen altijd 'kutwijf', 'teringhoer', 'ongelooflijke lul' en meer van zulks. Tegenwoordig zijn het gewoon allemaal nare personen
__________________
Wouldn't it be great if there was a war and nobody came?