Registreer FAQ Ledenlijst Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Kunst & Cultuur / Verhalen & Gedichten
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 06-12-2005, 13:47
*Jan_QLJ*
*Jan_QLJ* is offline
welke vinden jullie het beste?
verhaal 1 of verhaal 2..
ook graag critiek waarom...
danku!

verhaal 1

Het is een druilerige doordeweekse dag. Ik zit in de trein. Waarheen? Dat weet ik niet. Ik weet alleen dat de gedachte impulsief in mij opkwam om in plaats van rechtdoor naar school te fietsen, linksaf te slaan naar het station en in een willekeurige trein te stappen naar verweg van mijn eigenlijke bestemming. Het treinstel waar ik in zit is zo goed als verlaten; Naast mij zitten er twee andere mensen. Een vrouw die steeds ongeduldig op haar horloge kijkt en een jongen met zo te zien barstende koppijn onderuitgezakt op zijn bank. Hij is gekleed in een net pak met een wijd uitgetrokken stropdas. Mijn gok is dat hij ergens van een studentenfeest vandaan komt. Zou hier in de buurt dan een studentenstad zitten? Ik kijk even naar buiten maar tot mijn geruststelling herken ik het hier niet. Ik zak weer weg in de bank zet mijn mp3-speler wat harder en doe mijn ogen dicht.
Even later stopt de trein, ik doe mijn ogen op en zie nog net de vrouw snel wegrennen. Die moet vast ergens op tijd zijn. De student is ondertussen in slaap gevallen. Er komt weer wat leven in de brouwerij als er een stuk of 5 luidruchtige kinderen instappen. ‘Ja, ik ga dus echt niet twee uur lang op die takketeef van Natuurkunde staan wachten!’
‘Nee natuurlijk niet! We hebben wel wat beters te doen met onze tijd.’ Ik hoop dat ze snel weer uitstappen want ik wil rust. Als ik tussen dit soort mensen had willen zitten was ik wel gewoon naar school gegaan. Ik kijk uit het raam in de hoop dat daar nog iets interessants gebeurt. Regen, regen en nog eens regen. Het voelt heerlijk om hier binnen beschut te zitten en te kijken hoe de regen tegen de ramen spat. Ik denk aan iedereen die nu op school zit. Ze zullen onderhand wel Duits hebben. Door de gezelligheid tussen de vijf mensen aan de andere kant van de coupé en het feit dat ik in een trein zit met bestemming onbekend voel ik me opeens heel eenzaam. Ik wou dat er een bekend gezicht binnen zou stappen. Iemand die ik echt aardig vind. Meteen weet ik al iemand waarvan ik het liefst zou willen dat ze de coupé binnen zou stappen. Ik weet dat dat toch niet zal gebeuren. Maar scenario’s van gezellige gesprekken, knus zitten en samen op weg zijn naar nergens doemen toch op in mijn hoofd. Ik weet dat het nog maar kort duurt voor ik haar zie maar toch. Heel toepasselijk begint het nummer ‘She will be loved’ van maroon5 te spelen op mijn mp3. Ik sluit mijn ogen en zak onderuit.
Ik weet niet hoe lang ik daar zo heb gezeten, hoeveel stations ik ben gepasseerd, maar als ik mij ogen weer open doe zit er iemand naast me. Ik doe mijn oordopjes uit, want mijn batterij is inmiddels leeg, en ik kijk even. Ik zie dat het een meisje is van ongeveer mijn leeftijd, ze kijkt een beetje met een verdrietige staar voor zich uit. Dan hoor ik de muziek die ze aan het luisteren is; ‘You’re beautiful’ – James Blunt . ‘Ah een lotgenoot!’ denk ik. Even later doet zij ook haar oordopjes uit. Ik groet haar en zij groet terug. Ik vraag haar waar ze heen gaat en ze zegt:
‘Waar deze trein ook maar naar toe gaat, jij?’
-‘Ik ook, ik denk dat we dezelfde soort dag hebben vandaag.’
‘Hoe heet ze?’
-‘Alexandra, en de jouwe?’
‘Michael’
Het is een tijdje stil, maar geen ongemakkelijke stilte maar meer een stilte waarin tijd ligt om goed over dingen na te denken. Ik ben niet meer alleen, ik heb een lotgenoot gevonden. Ik kijk naar buiten, het is inmiddels al donker geworden. De trein mindert al vaart en door de luidspreker wordt aangekondigd dat we het eindpunt van de trein naderen, het station van Vianen. Als ik en mijn lotgenoot uitstappen is het station zo goed als verlaten. We lopen naar het andere perron toe; er zijn er maar twee. En we gaan zitten. We hebben nog steeds geen woord gesproken, maar het voelt goed. Daar zitten we dan, samen, op een bankje, op een station, in Vianen, waar dat ook ligt, en ik, ik val in slaap.
Als ik de volgende ochtend wakker wordt lig ik daar, alleen. Ik sta op en rek me uit, ik wil niet naar huis, maar als ik mijn trein zie naderen weet ik dat ik wel mee moet.
Dan stap jij in, mijn jij.
“Hoi”
“Hallo”
Je komt naast me zitten en ik sla een arm om je heen, ik val in slaap. De treinreis terug gaat snel, te snel. Voor ik het weet staan we op Rotterdam centraal. samen lopen we door de stad, we praten. het zijn niet per sé belangrijke dingen waar we over praten, maar het voelt goed om te praten. We lopen niet in een bepaalde richting maar uiteindelijk komen we aan bij mijn school. Aan de achterkant klimmen we door een gat in het hek lopen over het veld naar de beschutting van boom en gaan zitten. Daar zit ik, jij op mijn schoot. En we zijn stil, een heerlijke stilte. Ik ben op mijn bestemming. Wij zijn op mijn bestemming, jij en ik, wij samen. Ik zit jij ligt op mijn schoot. 24 uur te laat ben ik op mijn bestemming aangekomen. Maar het voelt goed. Samen vallen we in slaap.
We zijn nooit meer wakker geworden.
Toen hebben we onze laatste reizen gemaakt, samen naar de begraafplaats. Gescheiden door het hout van onze kisten. Hoe ze begrepen hebben dat wij bij elkaar hoorden weet ik niet.
Plechtig reisden we het pad van het kerkhof af, op weg naar twee rechthoekige gaten.
Neergezet, afscheidsbloemen, en de kist begint te zetten.
De begraafplaats loopt leeg, en de grafgraver doet zijn werk en binnen een etmaal ziet het er uit alsof er nooit gaten in de grond hebben gezeten.
De begraafplaats. Naast een spoorlein, af en toe komt er een trein langs. Waar gaat die heen?
Naar zijn bestemming.

verhaal 2

Ik pakte die rammelige bak en drukte het zadel onder me. Ik tilde m’n voet op en drukte die tegen de trapper, alles kwam in beweging en ik schoot met een enorme snelheid naar voren, een snelheid die ik nooit had kunnen durven dromen. Ik tuurde met m’n ogen in de nog een beetje mistige omgeving. De mist voelde koud aan en had de geur van een stukje kauwgom met frisse smaak, die net fijn gekauwd werd. In de verte zag ik een gifgroen stuk grond verschijnen en wist dat ik de bewoonde wereld aan het verlaten was. Het veld naderde en al snel werd duidelijk dat er koeien stonden; niet alleen door de donkere zwarte en fel witte kleur, maar ook door het trillende boe geroep van de beesten. Het veld was nu precies naast me. Plotseling schoot de misselijk makende lucht van verse bruine drapperige mest m’n neus in. Ik liet m’n benen sneller en harder tegen de trappers drukken, zodat ik niet langer die ranzige geur hoefde te blijven inademen. Ik keek nog even achterom en zag het groene veldje , maar nu ook met kleine bruine stippen steeds kleiner worden. Ik minderde weer vaart, omdat de mest niet meer te ruiken was. 5 minuten later, mijn benen nog steeds op hetzelfde tempo bewegend, zag ik plots een donker bos naderen. Een bos met lange smalle, maar soms ook weer dikke bomen. De bomen reikten tot de hemel, ik kon nog net de prachtige donkere kleur van de naalden en bladeren zien, voordat de mist deze mooie aanschouwing zou opslokken. Normaal zou ik linksaf hebben afgeslaan, maar de schitterende uitstraling van het bos als geheel verleidde mij en ik moest een omweg maken om deze schittering van binnenuit te kunnen meemaken. Net toen ik het bos was ingereden, rook ik de geur van pepermunt, net als je een nieuw rolletje openscheurt. Jammer genoeg was deze heerlijke geur gemengd met de kille, ruwe geur van afstervend organisch materiaal, dat als een deken samengeperst op de bodem van het bos lag. Ik stopte de beweging van mijn benen en haalde het zadel onder me vandaag weg, legde de fiets op de grond en ging even rond kijken. Mijn benen waren uitgeput van het snelle bewegen en stonden op instorten, net als de houten palen van een oever die te zwaar is. Ik ging daarom zitten en liet me naar achteren vallen. De laag afbrekend materiaal voelde, toen ik neerkwam, aan als een zacht bed, waarin je je laat vallen na een dag onophoudelijk gewerkt te hebben. ik keek omhoog en probeerde me te ontspannen. Ik kon net nog het uiteinde van de bomen zien, die als pilaren de lucht in staken. Bovenin was de lucht zo helder blauw als een zee in de buurt van Hawai. Ik heb daar ongeveer wel 20 minuten gelegen, alleen maar kijkend naar de blauwe lucht waar af en toe een paar wolken voorbij kwamen die een apart figuur aannamen. Ik zag honden, katten en natuurlijk een hoop watten.


Ik bleef en bleef maar naar die prachtige wolken staren, totdat ik een wolk in de vorm van een gebouw zag. Ik bedacht me opeens weer, dat ik op weg was naar mijn bestemming. Ik ging weer recht zitten en keek nog even naar de ondergrond van bladeren en ander afval, die mij een hele lange tijd een heerlijk gevoel hadden gegeven, en nam in stilte afscheid. Mijn fiets lag nog steeds op dezelfde plek als waar ik hem gelaten had, ik tilde hem op en zag dat hij een kleine deuk in de bodem had achtergelaten. Ik drukte het zadel weer onder me en liet m’n benen weer bewegen. Mijn handen stuurde me automatisch door het bos heen, ik had er geen controle meer over. Het leek alsof mijn instinct me van deze prachtige plek weg wilde hebben, maar waarom dat wist ik niet. Net toen ik een meter uit het bos weg was gereden, kreeg ik weer de controle over mijn handen en armen terug. Het was waarschijnlijk de heerlijke maar ook kille geur van het bos die mij had doen bedwelmen, want toen ik het bos uitreed was ik weer bij volledig bewustzijn. Ik kneep met uitzonderlijke harde kracht in mijn remmen. De fiets stopte met een piepend geluid. Ik keek om en zag het prachtige bos nog steeds op hetzelfde punt staan. Er kwam weer een drang in mij op om terug naar het bos te rijden, maar ik wist dat ik echt moest vertrekken. Ik draaide me dus om en reed weg van het bos met mijn gezicht turend in het eindeloze landschap dat voor me lag. Ik keek op mijn horloge en zag de tijd, wetend dat ik nergens moest stoppen om er op tijd te zijn. Na 20 minuten gefietst te hebben, was het natuurlijke landschap verwisseld voor een grauwe, sombere en saaie stad. Ik rook daarom al snel de geur van duizenden auto’s waar de motor van aan stond. De geur van die auto’s was dominerend over alle andere geuren die je in de stad kan tegen komen. Ik stopte daarom m’n neus in mijn jas om die sterke geur niet te hoeven ruiken. Mijn humeur was al snel veranderd na die afwisseling van het landschap, ik werd alleen maar somberder en wilde zo snel mogelijk mijn bestemming bereiken. Ik fietste en fietste, zonder veel op te letten. Al veel stoplichten waren langsgekomen, niet alleen groen, maar ook oranje en rood, hoeveel dat weet ik niet meer. Ik weet alleen nog dat ik mijn bestemming snel wilde bereiken en die wil werd steeds maar groter. Ik kwam bij een groot gebouw aan, daar stond ook een paaltje. Dit was een perfecte plek om mijn fiets aan vast te zetten, die mij m’n hele reis als enige trouw was gebleven, waar de geuren verdwenen, bleef hij bestaan. Waar het landschap verwisselde bleef hij onder mij doorrijden. Ik zette hem daarom goed vast, zodat ik wist dat ik hem weer kon wederzien. Ik stapte het gebouw binnen en zocht de plek op waar ik net moest zijn. Ik was precies op tijd, mijn trein kwam al net aan. Ik wist nu dat mijn reis op beginnen en op eindigen stond.

jan bouman
__________________
they love it when you make you busines public, so fuck it.. I've got herpes while we're on the subject...

Laatst gewijzigd op 06-12-2005 om 13:57.
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 06-12-2005, 14:30
Vogelvrij
Avatar van Vogelvrij
Vogelvrij is offline
Citaat:
Het treinstel waar ik in zit is zo goed als verlaten; Naast mij zitten er twee andere mensen.
Of een punt, of geen hoofdletter

Citaat:
‘Ik ook, ik denk dat we dezelfde soort dag hebben vandaag.’
‘Hoe heet ze?’
Ik dacht eerst dat het je moest zijn, maar dat is niet zo, toch? Dan snap ik het namelijk niet

Ik vind het sowieso een vreemd verhaal.. De tweede vind ik leuker.
Citaat:
5 minuten later, mijn benen nog steeds op hetzelfde tempo bewegend, zag ik plots een donker bos naderen.
Cijfers onder tien languit schrijven. Je hebt ook ergens 20 in plaats van twintig staan.
__________________
Het werkelijke leven is een veel oppervlakkiger gedoe dan men zichzelf bekennen wil. (T. Thijssen)
Met citaat reageren
Oud 06-12-2005, 15:34
*Jan_QLJ*
*Jan_QLJ* is offline
Citaat:
Vogelvrij schreef op 06-12-2005 @ 15:30 :
Ik dacht eerst dat het je moest zijn, maar dat is niet zo, toch? Dan snap ik het namelijk niet
het is zo bedoeld dat ze allebei van elkaar inzien dat ze verliefd zijn.
__________________
they love it when you make you busines public, so fuck it.. I've got herpes while we're on the subject...
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
De Kantine Regeersaaikoord "Bruggen saain" #1733
Chick Rock
500 01-11-2012 10:54
Verkeer & Vervoer Wat is jouw favoriete vervoer?
hoihoi5
13 09-09-2011 10:00
Verhalen & Gedichten Op plaats van bestemming
ZitriN
12 30-03-2010 19:55
Verhalen & Gedichten Laatste Schooldag
Magican
9 26-10-2005 13:26
Werk, Geld & Recht ns - geld terug bij vertraging
miekmuis
101 23-12-2004 16:05
Algemene schoolzaken Hoe ga jij naar school?
M1d0
108 04-09-2003 09:38


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 00:36.