Ik heb uit pure verveling een verhaal geschreven.. Kritiek is meer dan welkom!!!
En ohja ik kan geen leuke titel verzinnen voor dit verhaal. Suggesties?
De man keek uit zijn raam. Het regende. Hij gaapte en peuterde in zijn neus. Na een paar keer ronddraaien haalde hij er een dikke groene korst uit en bracht zijn vinger langzaam naar zijn mond.
Net op het moment dat hij zijn mond opensperde om het groene lekkers op zijn tong te leggen, hoorde hij zijn vrouw binnenkomen. Snel veegde hij zijn vinger aan zijn trui af. ' Wat deed je daar?' Klonk het vanuit de andere hoek van de kamer. Zijn vrouw was knokig en droeg een blauwe jurk. Haar lange haakneus prikte in de lucht. De man zuchtte en keek naar de uitgesmeerde korst-vlek op zijn trui. ' Oh niks schat.' Zijn vrouw keek hem argwanend aan. Ze had in de afgelopen vijfendertig jaar geleerd dat dit antwoord eigenlijk ' Oh niks dat jij hoeft te weten schat' betekende en besloot dat ze vandaag inderdaad geen zin had om het te weten.
" Ik ga bij de buurvrouw op de koffie, maar ik ben wat later terug omdat we nog de vergadering van de kanteklosclub moeten doornemen.' De man kon nog net een zucht van verlichting onderdrukken en er ' tot straks' van maken, toen zijn vrouw de deur achter zich dichttrok.
Hij pakte de afstandsbediening en plofte neer in zijn luie stoel en zapte wat, terwijl hij probeerde zo goed mogelijk de snotkorst van zijn trui af te schrapen. Hij legde zijn voeten op het bijzettafeltje en stak zijn vinger weer in zijn neus. Helaas was die nu leeg, maar de man liet zich niet zomaar uit het veld slaan. Hij trok zijn schoenen en sokken uit en begon pluisjes en ongedierte tussen zijn tenen weg te pulken. Deze stak hij niet in zijn mond. Hij keek wel uit, de vorige keer had hij nog drie dagen een soort koortslip en een slechte adem er aan over gehouden. In plaats daarvan veegde hij ze af aan het tafelkleedje dat zijn vrouw ooit op kanteklosclub gemaakt had. De man zapte een tijdje en kwam (zoals gewoonlijk) uit op het tellsell kanaal. Hij keek niet voor de aanbiedingen, maar voor de strak afgetrainde vrouwenlijven die voorbij kwamen.
De bel ging. Daar had de man een gloeiende rothekel aan. Mensen die aanbelden op zondagochtend om twaalf uur ' s ochtends moesten wel ongelovig zijn en met dat soort volk ging hij niet om. Hij deed dus ook niet open en toen het ge bel maar doorging zette hij zijn tv harder zodat hij het niet meer hoorde.
Het begon te hagelen en te onweren. Even keek de man op de klok. Zijn vrouw had al een half uur gelden thuis moeten zijn! Straks moest hij zijn eigen eten nog koken.. twee uren gingen voorbij, zonder dat zijn vrouw thuiskwam. Toen werd er opnieuw aangebeld.
De man werd nu echt boos. Hij woonde op een boerderij en zoveel gebel op een dag kon toch echt niet! In zijn hoofd degene vervloekend die op de bel drukte, liep hij naar de deur. Hij rukte de deur open en haalde alvast adem om degene die ervoor stond te begroeten met een luid ' wat moet je? !" Toen zijn adem bleef steken in zijn keel. Twee mannen in blauwe uniformen en walkietalkies keken hem aan. Politie! Er was politie op het erf dacht de man. Wat moesten de buren wel niet denken? ! Toen keek de man verder. Achter de twee mannen stond een ambulance. Er werd iemand ingeladen. Een vrouw met een blauwe jurk en knokige benen. Haar haakneus stak ver de lucht in. ' Meneer? ' Vroeg een van de agenten. " Kent u deze vrouw?' Maar de man had zijn vrouw allang herkend. ' Mijn naam is Woutersen, politie regio Lullingawier. Uw vrouw is vanochtend fataal geraakt door de bliksem terwijl ze aan probeerde te bellen. Ze was vermoedelijk de sleutel vergeten.'
' Heeft u niks gehoord?'