Er zit sowieso een wereld van verschil tussen spreektaal, en schrijftaal
Bepaalde termen daarin zijn niet zozeer 'verplicht' maar eerder gemeengoed of passen gewoon beter in die vorm van schrijven. Andere termen en uitdrukkingen uit de spreektaal zijn dan weer niet goed op hun plek. Analogieën gebruiken we ook niet zo vaak, in de schrijfwereld zijn ze gemeengoed. In de schrijfwereld heeft iedereen perfecte zinnen en staat gestotter, ge-uh en zo meer lelijk. In de praktijk verhaspelen de meeste mensen hun zinnen. Als je in het echt iets moet omschrijven zoek je gewoon een paar basisbegrippen om het kort, bondig en helder te houden - in schrijftaal doe je dit vaak veel uitgebreider of specifieker.
Maar 'hoge jukbeenderen' en 'vierkante kaaklijn' zijn toch vrij typische beschrijvingen die snel een bepaald aangezicht beschrijven - mits dat een sterk herkenbare eigenschap is. Als je gevraagd zou worden om ieder persoon wat je tegenkomt gedetailleerd te omschrijven, dan zal je het zo nu en dan vast wel eens tegen komen en gebruiken
In die context heb ik het in mijn recente werk maar één keer gebruikt om een gezicht te omschrijven; de overige keren is het gewoon een gebied in het gezicht wat getroffen werd.