|
Er was eens een rood wit blauw riddertje met een rood wit blauw paardje, een rood wit blauw schildje en een rood wit blauw zwaardje en hij wilde met de dochter van de koning trouwen. Dus ging hij naar het paleis, waar hij langs een aantal wachters moest.
'Halt!' riep de eerste wachter, 'wie ben je en wat kom je doen?'
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en wil je met de dochter van de koning trouwen?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Loop dan maar door.'
En zo kwam hij bij de tweede wachter.
'Halt!' riep de tweede wachter, 'wie ben je en wat kom je doen?'
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en wil je met de dochter van de koning trouwen?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Loop dan maar door.'
En zo kwam hij bij de derde wachter.
'Halt!' riep de derde wachter, 'wie ben je en wat kom je doen?'
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en wil je met de dochter van de koning trouwen?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Loop dan maar door.'
En zo kwam hij bij de vierde wachter.
'Halt!' riep de vierde wachter, 'wie ben je en wat kom je doen?'
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en wil je met de dochter van de koning trouwen?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Loop dan maar door.'
En zo kwam hij bij de vijfde wachter.
'Halt!' riep de vijfde wachter, 'wie ben je en wat kom je doen?'
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en wil je met de dochter van de koning trouwen?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Loop dan maar door.'
En zo kwam hij bij de koning.
'Wie ben je en wat kom je doen?' vroeg de koning.
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ik wil met uw dochter trouwen.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en wil je met mijn dochter trouwen?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met uw dochter trouwen. Mag dat?'
'Het mag als je de vijfkoppige draak verslaat.'
Dus ging het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje op weg. Eerst moest hij weer langs alle vijf de wachters.
'Halt! Wie ben jij en wat ga je doen?' vroeg de eerste wachter.
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik ga de vijfkoppige draak verslaan.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ga je de vijfkoppige draak verslaan?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik ga de vijfkoppige draak verslaan.'
'Loop dan maar door.'
En zo kwam hij bij de tweede wachter.
'Halt! Wie ben jij en wat ga je doen?' vroeg de tweede wachter.
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik ga de vijfkoppige draak verslaan.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ga je de vijfkoppige draak verslaan?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik ga de vijfkoppige draak verslaan.'
'Loop dan maar door.'
En zo kwam hij bij de derde wachter.
'Halt! Wie ben jij en wat ga je doen?' vroeg de derde wachter.
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik ga de vijfkoppige draak verslaan.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ga je de vijfkoppige draak verslaan?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik ga de vijfkoppige draak verslaan.'
'Loop dan maar door.'
En zo kwam hij bij de vierde wachter.
'Halt! Wie ben jij en wat ga je doen?' vroeg de vierde wachter.
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik ga de vijfkoppige draak verslaan.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ga je de vijfkoppige draak verslaan?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik ga de vijfkoppige draak verslaan.'
'Loop dan maar door.'
En zo kwam hij bij de vijfde wachter.
'Halt! Wie ben jij en wat ga je doen?' vroeg de vijfde wachter.
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik ga de vijfkoppige draak verslaan.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ga je de vijfkoppige draak verslaan?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik ga de vijfkoppige draak verslaan.'
'Loop dan maar door.'
En zo kwam het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje bij de vijfkoppige draak.
'Hallo', zei de eerste kop. 'Wie ben je en wat ga je doen?'
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ik ga je verslaan.'
'Oh, ben je het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ga je me verslaan?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ik ga je verslaan.'
En het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje sloeg de eerste kop eraf en ging naar de tweede.
'Hallo', zei de tweede kop. 'Wie ben je en wat ga je doen?'
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ik ga je verslaan.'
'Oh, ben je het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ga je me verslaan?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ik ga je verslaan.'
En het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje sloeg de tweede kop eraf en ging naar de derde.
'Hallo', zei de derde kop. 'Wie ben je en wat ga je doen?'
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ik ga je verslaan.'
'Oh, ben je het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ga je me verslaan?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ik ga je verslaan.'
En het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje sloeg de derde kop eraf en ging naar de vierde.
'Hallo', zei de vierde kop. 'Wie ben je en wat ga je doen?'
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ik ga je verslaan.'
'Oh, ben je het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ga je me verslaan?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ik ga je verslaan.'
En het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje sloeg de vierde kop eraf en ging naar de vijfde.
'Hallo', zei de vijfe kop. 'Wie ben je en wat ga je doen?'
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ik ga je verslaan.'
'Oh, ben je het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ga je me verslaan?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ik ga je verslaan.'
En het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje sloeg de vijfde kop eraf en de vijfkoppige draak was verslagen.
Dus ging het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje weer terug naar het paleis, waar hij weer langs een aantal wachters moest.
'Halt!' riep de eerste wachter, 'wie ben je en wat kom je doen?'
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en wil je met de dochter van de koning trouwen?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Loop dan maar door.'
En zo kwam hij bij de tweede wachter.
'Halt!' riep de tweede wachter, 'wie ben je en wat kom je doen?'
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en wil je met de dochter van de koning trouwen?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Loop dan maar door.'
En zo kwam hij bij de derde wachter.
'Halt!' riep de derde wachter, 'wie ben je en wat kom je doen?'
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en wil je met de dochter van de koning trouwen?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Loop dan maar door.'
En zo kwam hij bij de vierde wachter.
'Halt!' riep de vierde wachter, 'wie ben je en wat kom je doen?'
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en wil je met de dochter van de koning trouwen?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Loop dan maar door.'
En zo kwam hij bij de vijfde wachter.
'Halt!' riep de vijfde wachter, 'wie ben je en wat kom je doen?'
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en wil je met de dochter van de koning trouwen?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met de dochter van de koning trouwen.'
'Loop dan maar door.'
En zo kwam hij bij de koning.
'Wie ben je en wat kom je doen?' vroeg de koning.
'Ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje, en ik wil met uw dochter trouwen.'
'Oh, ben jij het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en wil je met mijn dochter trouwen?'
'Ja, ik ben het rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje en ik wil met uw dochter trouwen. Ik heb de vijfkoppige draak verslagen.'
'Oh, heb je de vijfkoppige draak verslagen, rood wit blauwe riddertje met het rood wit blauwe paardje, het rood wit blauwe schildje en het rood wit blauwe zwaardje?'
'Ja, ik heb de vijfkoppige draak verslagen. Mag ik nu met uw dochter trouwen?'
'Het zou best mogen, maar ik heb geen dochter.'
__________________
That's what happens when you look, lady. Now you're a salt pillar, and all the deer are gonna lick ya.
|