Jouw leven.
Als ik in je ogen kijken,
zie ik de stralen van wanhoop.
Jouw glimlach verdwijnt,
zodra het leven zich verwikkeld in een onlosmaakbare knoop.
Ik hoor de melancholiek in je stem,
het geluid van een stille traan.
De glans van jouw stralende ogen lossen op,
zoals een rode roos na enige tijd zal vergaan.
De bladeren van die eens zo mooi bloeiende roos,
vallen pijnlijk en ontwetend naar beneden.
Vol verdriet keek iedereen toe,
hoe jij je ooit, lange tijd terug, aan zijn doornen hebt gesneden.
Toen is jouw onophoudbare ongeluk begonnen,
zoals het bloed jouw handen omving.
Niemand kon zorgeloos toekijken,
hoe jouw sinistere leven langzaam verging.
Nu ben je ingehaald door je eigen verleden,
maar is jouw verdorde leven nog steeds niet vergaan.
Het nieuwe zaadje van de reeds gestorven roos,
is niet gevallen op de onvruchtbare grond maar een stuk hier vandaan.
Vliegend door de lucht, hoopvol zoekend naar een goede plek.
Gevonden, en neer gedaald op vruchtbare grond.
Dat moment wordt niet meer vergeten,
het moment dat geluk jouw leven vond.
Het kleine worteltje krijgt zijn eerste glimpje licht,
zoals jij je eerste liefde vindt.
De groene blaadjes volgen, tezaam met het rode hart.
Dit is waar het boze leven eindigt en jouw gelukkige leven begint
Schat, ik houd van je.
__________________
Schrijven is georganiseerde spontaniteit!
|