Spermatogenese
° start bij aanvang van de puberteit
° is het proces waarbij stamcellen worden omgevormd tot spermatiden
° men onderscheidt hierbij drie stadia met hun overeenkomstig celtype :
spermatogonie of kiemcel (stamcel) : terug te vinden in de basale laag van het epitheel in de tubuli seminiferi, tussen de Sertolicellen – zijn onderling verbonden door cytoplasmatische brugjes, zodat de verschillende cellen die tot eenzelfde generatie behoren steeds samenblijven - door mitosedelingen vormen zij ofwel nieuwe stamcel-spermatogoniën, ofwel spermatogoniën die de meiose zullen aanvatten
spermatocyt : primaire spermatocyten (type I) zijn grote, ronde cellen met grote kernen met duidelijk zichtbaar kernmateriaal (in klompen of fijne draadjes) – ze ondergaan een eerste meiotische deling en hierbij doen zich volgende bijzonderheden voor :
in het pachyteen stadium worden de geslachtschromosomen ruimtelijk gescheiden van de autosomen
in het diploteen stadium gebeurt uitwisseling van chromosomaal materiaal door "crossing-over"
Op het einde van deze eerste deling zijn de homologe chromosomen uit elkaar geweken en zijn kleinere secundaire spermatocyten (type II) gevormd. Deze ondergaan een snelle tweede meiotische deling, waarbij de twee chromatiden, waaruit elk homoloog chromosoom is opgebouwd, uit elkaar wijken. Op die manier worden de haploďde spermatiden (3) gevormd.
Volgens mij is dit oogenese maar dat weet ik niet zeker:
Meiose 2:
Deze deling kan beschouwd worden als een gewone deling (mitrose). Er wordt een nieuwe spoel figuur gevormd die loodrecht op de eerste staat. De centromeren delen zich nu, waardoor de chromatiden, die nu weer chromosomen genoemd worden, zich naar de polen begeven. Er zijn tenslotte vier kernen ontstaan, de zogenaamde tetradefiguur. Iedere kern is haploid. Als het cytoplasma zich heeft gedeeld zijn er, na differentiatie, vier individuele gameten ontstaan. Bij de spermatogenese (vorming van zaadcellen) levert iedere moedercel vier functionele zaadcellen. Bij de oogenese (vorming van eicellen)blijft er slechts een functionele eicel over die zeer veel cytoplasma (reservevoedsel) bevat. Gedurende meiose 1 krijgt een van de dochterkernen vrijwel al het cytoplasma, terwijl de andere kern als zogenaamd poollichaampje degenereert. Gedurende de meiose 2 wordt opnieuw een poollichaampje gevormd, waardoor tenslotte een grote eicel overblijft.
__________________
Welcome to your mom's house!
|