Ze huilde. Maar ik niet. Met een kille blik bleef ik haar aankijken.
"Hoe je mij godverdomme zoiets kan flikken."
Ik zei het op een kille, kwade toon want ik wilde dat het pijn deed. Ik wilde haar hart vermoorden, want dat had ze bij mij ook gedaan.
"Je hebt de hele wereld voor het uitkiezen. En mij had je. Waarom heb je hem dan zonodig uit moeten kiezen?!"
Ik pakte haar kin beet en dwong haar in mijn ogen te kijken. De pijn te zien die ze mij had aangedaan.
"Je deed het expres, of niet?" schreeuwde ik.
"Je wilde me jaloers maken. Maar denk je nou echt dat dat nodig was? Zag je niet hoeveel ik van je hield?"
De woordkeus was treffend maar onwaar. Ze keek verschrikt op toen ik het zei.
"Hou je niet meer van me...?"
Ze wist het schor en snikkend uit te brengen. Ik praatte door:
"Nu ben je mij kwijt... hem kwijt. En je hebt onze vriendschap kapot gemaakt."
Ik stond nog steeds voor haar en zij zat. Nu in elkaar gedoken tot een snikkend hoopje ellende. Maar ik had geen compassie. Ik was keihard. Ik was een ongevoelige klootzak.
Toen ik thuis was kwamen de tranen. Ik ging op m'n bed liggen en staarde naar het plafond. Alleen tranen. Geen snik, zucht, schok of verbeten grimas. Alleen tranen over mijn wangen. Dat was het enige dat ik voor haar over had. Ze had me neergestoken. Vanachter. Terwijl ik naakt op het schoolplein stond. Zo voelde het althans.
Ze was vreemdgegaan, met mijn beste vriend. Iedereen was erbij... iedereen. Behalve ik.
Laatst gewijzigd op 13-06-2004 om 21:57.
|