|
Verhaal wat ik heb gemaakt. Alle commentaar is welkom
groetjes
Alles anders
Alles lijkt hetzelfde, normaal zoals men dat zegt. Echt alles is identiek, gelijkend en toch, toch is alles anders. Niks is meer hetzelfde.
Ik zit in de klas, dinsdagmiddag het vijfde uur. Verveelt zit ik voor me uit te staren. Het maken van een beschouwing Nederlands is immers niet bijster interessant. Ik kijk naar de klok waarop de wijzer tergend langzaam ronddraait. Het lijkt wel of hij me wil plagen, de tijd gaat zo langzaam. Nog een paar minuten en dan is de les eindelijk afgelopen. Ongeduldig tel ik de minuten af.
Verdomme, denk ik nu. Ik telde gewoon. Ik zat de minuten eenvoudigweg af te tellen, terwijl zich in diezelfde minuten zich een gebeurtenis voltrok die mijn leven en dat van de mensen om mijn heen voorgoed zou veranderen. Een verschrikkelijke gebeurtenis. Er gebeurde iets waardoor mijn geplande leventje in elkaar zou storten. Alles overhoop, alles kapot.
Het zijn net de kleine dingen die ik ga missen en nu al mis. Van die kleine zogeheten onbelangrijke dingen. Dingen die zo onopvallend en vanzelfsprekend waren voor mij dat ik er nooit over nadacht. Maar juist deze geven het leven een waardevolle inhoud. Zij geven het leven echt betekenis, je vergeet ze niet, ze blijven bij je. Op deze kleine maar tegelijkertijd grote dingen kun je met weemoed of juist met vreugde terug kijken.
Ik heb nog geen maand eerder mijn verjaardag gevierd als ik mijn nieuwe bijbaantje krijg, met een vast contract nog wel. Een scooter heb ik niet en wil ik ook niet dus zal ik met de fiets moeten gaan. Maar hij fietst met me mee, keer op keer, tot aan de ingang. Het is altijd heel erg gezellig en alleen gaan, dat hoef ik niet.
Nooit had ik kunnen denken dat ik met zoveel heimwee op zoiets kleins zou kunnen terug kijken. Ik mis dat nu, heel erg. Kon ik de tijd maar simpelweg terugdraaien, dat zou alles zoveel makkelijker maken. Kon dat maar.
De mensen om me heen zeggen hoe erg ze het allemaal vinden en vragen hoe het met me gaat. Een antwoord geven op die vraag is heel moeilijk. Alles is op het moment moeilijk, het leven trekt immers als een waas aan me voorbij. Veel dingen die eerst een belangrijke plaats in mijn leven innamen hebben nu een ondergeschikte betekenis en plaats gekregen. Politiek en geld wat maken die zaken nu eigenlijk uit? Zij geven het leven totaal geen waarde. Als ik nu naar de tv kijk denk ik: “Wat stellen die mensen zich aan, waar maken ze zich toch druk om?”
Maar alles gaat gewoon door. De nacht wordt morgen en de dag duurt nog steeds 24 uur. Continu gaat alles verder, net zoals altijd. Maar voor mij? Voor mij staat alles stil en lijkt alles oneindig lang te duren. Als een klok die is opgehouden met tikken. Alles stop, kapot. Ja, zo zie ik het nu. Waarom? Simpele vraag? Dus niet, niemand kan er een antwoord op geven. Waarom moest dit gebeuren? Constant spoken dezelfde beelden door mijn hoofd al weken lang. Steeds beleef ik alles opnieuw. Steeds weer komen dezelfde dingen terug.
Ik heb me voorgenomen mijn haren te wassen met de nieuwe shampoo die ik net in de winkel gekocht heb. Het moet heel fijne shampoo zijn er zit immers perzikextract in en goedkoop is hij niet. Ik wil net het spul in mijn haar doen als de bel gaat. Het zal wel voor de collecte van de hartstichting of de buurvrouw die haar laatste nieuwtjes wil vertellen. Toch ben ik nieuwsgierig en probeer te verstaan wat er beneden aan de trap gezegd wordt. Volgen kan ik het echter niet de badkamerdeur heb ik dicht gedaan. Een gil! Een afschuwelijke gil, een gil die je ziel doorboort! “Wat is er aan de hand! Wat zou er gebeurd zijn, mijn oma, zou ze dood zijn? Ze had ook niet weg moeten gaan.” Deze gedachten volgen elkaar in razend tempo op. Terwijl ik van alles bedenk, hoor ik geroep. Het is bestemd voor mij! “kom, kom snel naar beneden er is iets heel, heel ergs gebeurd!” Snel grijp ik naar de badjas doe hem aan en ren naar beneden. Volgens mij ben ik nooit zo snel de trap afgegaan. Geschreeuw, iedereen huilt! Mijn blik dwaalt door de ruimte waar eerst nog muziek had geklonken en waar nu niks anders te zien was dan de eventuele scène van een horrorfilm. Het zag er uit als een nachtmerrie. Dan blijven mijn ogen gefixeerd op twee mannen in blauwe pakken. “Wie zijn dat, wat doen ze hier, wat hebben ze aangericht?”
“Zal ik het vragen, heb ik de moed te vragen wat er is?”
Terwijl ik voorzichtig de woorden over mijn lippen bracht bleef van alles door mijn hoofd spoken. De meest afschuwelijke dingen bedacht ik maar dat het zoiets verschrikkelijks zou zijn als datgene wat ik ging horen, dat had ik nooit, nooit kunnen denken.
Ik sta stil, doodstil. “Dit kan helemaal niet! Dat is niet mogelijk. Dood, nee onmogelijk!” Mijn ogen vullen zich met tranen en ongeloofwaardig en verbijsterd kijk ik de mannen die dit nieuws brengen aan.”Dood in een ongeluk, een verschrikkelijk ongeluk, dat kan gewoon niet “Is er geen kans meer dat hij nog leeft, gewond maar nog in leven?” ! Ik zie dat ze het er zelf gigantisch moeilijk mee hebben.
De twee mannen die meer de indruk wekken van standbeelden, zo in en in wit zijn ze, schudden hun hoofd. Langzaam schudden ze nee. “Nee! Dit mag niet, niet bij ons!”
Hij heeft niet kunnen vechten voor zijn leven, op geen manier. Letterlijk weg in één klap. Geen moment heeft hij de tijd gehad terug te kunnen kijken op zijn leven, geen moment om nog even aan die dingen te denken die het leven voor hem speciaal maakten, geen kans om even te denken aan datgene wat hij heeft bereikt. Ook geen kans om te zeggen dat hij van ons hield. Het is niet eerlijk.
Ik had nog zoveel willen zeggen, hem willen bedanken voor alles wat hij voor me heeft gedaan. Maar nee, het mocht niet zo zijn. Alles had en heb ik er voor over om nog iets te zeggen. Had ik die ene, bewuste morgen maar wat meer gezegd.
Ik moet opstaan. Het is al tien over zeven en over een klein uur staan mijn vriendinnen al voor de deur. Ik heb er een hekel aan om te laat te zijn. Wat onbezonnen ren ik overal rond om de spullen te zoeken die ik deze dag nodig heb. Zoals vaker gebeurd kan ik mijn schoenen weer eens niet vinden. Met een zeurderige toon vraag ik dan ook waar die dingen nu weer zijn neergezet. Ze staan gewoon in de gangkast, had ik in de haast overheen gekeken, maar ik ben nu eenmaal af en toe ongeduldig. Ik ben helemaal klaar, gehaast ren ik door de keuken naar buiten langs de tafel waaraan hij thee zit te drinken naar mijn vriendinnen die buiten staan te wachten. “Hoie, tot straks”, roep ik. Na deze woorden sluit ik de deur. Zijn antwoord hoor ik niet meer en zal ik nooit horen. Nooit zal hij meer iets tegen me kunnen zeggen. Nooit!
Telkens zit ik eraan te denken hoe het leven zou zijn en zou worden als hij nog leefde. Altijd nam ik het voor vanzelfsprekend dat ik hem nog heel lang zou hebben.
Nu is hij er niet meer. Langzaam ga ik over dingen nadenken. Hij zal niet bij mijn eindexamen zijn, hij zal me niet zien trouwen, nooit zal hij met mijn kinderen kunnen spelen. Op al die belangrijke momenten in mijn leven zal hij ontbreken. Juist op die momenten waarbij ik hem nodig heb. Het zal hetzelfde zijn als bij een puzzel waarbij een stukje ontbreekt. Niet volledig, niet compleet. En nu, nu mis ik voortaan een heel belangrijk stuk.
Toch moet ik verder met mijn leven en dat wil ik ook. Ik moet proberen op de dingen die hij deed met vreugde terug te kijken. Maar nu lukt dat niet, nog niet.Het enige dat ik nu kan is hem missen, mijn vader.
|