Beste,
Het gaat hem hierom;
"Voor het berekenen van een lijmverbinding moet worden uitgegaan van een analogiemodel, de lijmnaad wordt vergeleken met een hele lijn van puntlassen of klinknagels naast elkaar. Om aan te tonen hoe het op schuifspanning wordt belast komen hier 4 korte berekeningen, een verbinding met 2, 3 en 4 puntlassen of bouten. De kantelmomenten worden verwaarloosd. Aangenomen wordt tevens dat er tussen de bouten geen plaatrek optreedt en geen gat-ovalisatie plaatsvindt.
Bij deze wordt er aangetoond hoe een lijmverbinding zal worden belast op afschuiving. Een lijmverbinding wordt vergeleken met een heel groot aantal bouten na elkaar in één lijn te plaatsen. (Wij nemen telkens bouten met eenzelfde diameter en elasticiteitsmodulus.)"
Dit wordt er bewezen met wat berekeningen.
F … kracht die wordt uitgeoefend tussen 2 verbindingspunten van de platen (in N)
FA, FB, FC ... krachten die de bouten A,B en C overbrengen (in N)
L … verschil in lengte tussen 2 verbindingspunten van de platen (in mm)
A … oppervlak van de dwarsdoorsneden van de platen (in mm²)
E … elasticiteitsmodulus van de platen (in N/mm²)
ε … relatieve rek (in /)
P … kracht waarmee de verbinding belast wordt (in N)
Wat zijn nu dan F1 en F2? Waarom mag je deze gebruiken in de formules om gelijk te stellen?? En dan adhv uitkomt bepalen hoe de bouten worden belast alsof dit een lijmverbinding is..
zelfde
3DE TEKENING (zoals de anderen maar 1 bout meer)
zelfde
Kan iemand mij aub helpen?