Advertentie | |
|
15-12-2005, 09:55 | |
Hier wordt zin voor zin uitgelegd wat Nietsche in aldus sprak zarahoestra (volgens de schrijver van de site) bedoelde.
|
16-12-2005, 01:38 | ||
Citaat:
__________________
In Memoriam: Matthew Shepard(1976-1998)-Wake up, meet reality! mccaine.blogspot.com|geengodengeenmeesters.blogspot.com
|
16-12-2005, 15:40 | |||||
Verwijderd
|
Citaat:
Citaat:
Ik weet niet of het voor de TS nodig is, maar ik zal nog even een wat uitgebreidere analyse van de tekst geven (hoe ik erover denk, niet dus hoe je erover moet denken!). Het stuk begint met de gekke man die op klaarlichte dag het plein oploopt met zijn lantaarn (!) en roept om god. Waar is god roept hij. De atheisten verzamelen zich om hem heen en beginnen de gek uit te lachen. Wist hij nog niet dat god dood was? De atheisten vertellen hem dat zij allen god hebben gedood. Zij hebben zelfs de messen nog en het bloed zit nog op hun handen. De preciese reden waarom de atheisten god hebben gedood is dus wel onduidelijk. Wat T_ID al zei zijn de meest gangbare opvattingen. Alleen wil ik eraan toevoegen dat het ook eventueel de wetenschap geweest kon zijn. Het probleem wat zich dan opwerpt is de gevolgen van hun daad. Zij hebben met een spons de gehele horizon weggevaagd. Hiermee bedoelt Nietzsche dat door de dood van god elk orientatiepunt voor de mens verdwenen is. (hier geeft hij direct na het wegvegen van de horizon nog 10 andere soort gelijke vergelijkingen, oa dat de mens misschien nu wel lantaarns aan moest doen op klaarlichte dag!!). Dan begint Nietzsche over het rotten van het lichaam van god. Want goden ontbinden ook! Hiermee laat Nietzsche zien dat hij god niet als iets totaals bovennatuurlijks ziet, God heeft blijkbaar ook mensenlijke eigenschappen. Hierna vraagt Nietzsche zich af hoe de atheisten (of eigenlijk de moordenaars van god) het bloed ooit van hun handen kunnen krijgen. Hoe kan deze daad dus ooit rechtvaardigd worden? De gek laat dan zijn lantaarn vallen en zegt dat hij te vroeg gekomen is. In andere geschriften en aantekeningen (die zeer nodig zijn om dit stuk goed te begrijpen!) zegt Nietzsche dat wij na de dood van god in het licht van een uitdovende ster leven. De ster is al lang weg maar wij hebben het nog niet door omdat wij nog steeds zijn licht zien. Dit is wat ik kan zeggen over deze tekst zonder al te uitgebreid te worden. Nietzsche wordt vaak gezien als iemand die godsdienst verafschuwd. Maar het tegendeel is waar, Nietzsche sprak zelfs zeer lovend over bijvoorbeeld het Boedhisme! Het was alleen omdat het Christendom ons zoveel leugens voorhield waarom Nietzsche zo af gaf op het christendom. Maar daarom was het christendom niets slechts. Ook het tegendeel zelfs, het heeft ons zeer geholpen in onze vooruitgang. Alleen begon Nietzsche in te zien welke leugens zij voorhield (het Joods-Christelijke moraal). Maar wij zijn er dus nog lang niet klaar voor om dit in te zien. Wij zien nog steeds het licht van de uitgedoofde ster. Daarom zijn wij nu ronddwalende zielen zonder doel en totdat wij de gevolgen inzien van de dood van god zullen wij dat blijven. Pas daarna kan de mens weer vooruitgang boeken richting de Ubermensch. Citaat:
Nietzsche was in de eerste plaats een geweldig schrijver (hij was niet voor niets afgestudeerd in de fylologie!) en daarna pas filosoof. En Hegel pain in the ass number 1?? Ja zijn Phenomenologie des Geistes misschien. Maar zijn rechtsfilosofie is vele malen toegankelijker dan een "ass" en dan dat vele andere filosofen zijn. En Kant is op sommige punten zeer lastig ja. Vooral omdat hij in 3 lange alinea's maar 4 zinnen weet te gebruiken. Maar dat betekent niet dat bijvoorbeeld zijn categorisch imperatief zeer goed te begrijpen is. Ook wat hij bijvoorbeeld over de taak van de metafysica schreef is zeer goed te volgen. Citaat:
Ecco Homo Woord Vooraf "Ik leef voor eigen rekening..." en "Ik ben bijvoorbeeld absoluut geen boeman, geen moraal-monster,-ik ben zelfs van nature een en al tegenstelling tot de mensensoort die men tot nu toe als deugdzaam heeft bewonderd. Onder ons gezegd, het lijkt me dat juist dat mijn trots uitmaakt. Ik ben een leerling van de filosoof Dionysus, ik geef er nog eerder de voorkeur aan een sater te zijn dan een heilige." en (over Zarathustra) "Hier is geen profeet aan het woord, niet een van die griezelige tussenwezens tussen ziekte en wil tot macht die men godsdienststichters noemt. Men moet vooral de toon die uit zijn mond komt, die alcyonische toon werkelijk horen om de zin van zijn wijsheid niet op erbarmelijke wijze onrecht te doen." Nu heb ik geen zin nog meer dingen aan te slepen om te laten zien dat Nietzsche zichzelf absoluut niet als profeet zag. |
16-12-2005, 18:02 | ||
Verwijderd
|
Citaat:
|
16-12-2005, 18:26 | |
[QUOTE]Robo schreef op 15-12-2005 @ 14:18 :
[B]Ik moet zeggen Sanctus, ben het niet helemaal eens met dat stukje over Nietzsche, maar dat terzijde. (...) Ik Control-c Control-v Wikipedia gewoon hoor - don't blame me -
__________________
Des milliers et des milliers d'années / Ne sauraient pas suffire / Pour dire / La petite seconde d'éternité / Où tu m'as embrassé
|
17-12-2005, 18:54 | ||
Verwijderd
|
[QUOTE]Sanctus schreef op 16-12-2005 @ 19:26 :
[B] Citaat:
|
31-12-2005, 14:31 | |
toch maar hier posten:
Wat is architectuur? Inleiding In dit verslag wil ik de vraag beantwoorden wat architectuur voor mij is of betekent. Dit zal ik doen aan de hand van een selectie van de getoonde videobanden en locatiebezoeken van het college ARS6. Allereerst zal ik de overeenkomsten en verschillen tussen architectuur en muziek beschrijven. Om vervolgens in te gaan op de vraag of architectuur een vorm van kunst is. Naast mijn eigen gedachtes heb ik citaten van architecten, filosofen en anderen gebruikt om stellingen te onderbouwen, te ontkrachten en mijn eigen gedachtes de vrije loop te laten. Architectuur en muziek In de collegereeks zag ik een videoband van een muziekgezelschap die een muzikale rondleiding gaf door het VPRO-gebouw van MVRDV. Ik vond de overeenkomst tussen de muziek die gespeeld werd en het gebouw ver te zoeken. Ik vond het zelfs lachwekkend. Toch snijdt het wel het idee aan, waar ik al lang mee rond loop, dat er een grote overeenkomst bestaat tussen muziek en architectuur. Want niets kan mij zo raken als muziek of architectuur. Wat maakt het dat ik zo opgewonden of gedeprimeerd kan raken van een gebouw of van muziek? Het antwoord op deze vraag is misschien tevens het antwoord op de vraag wat architectuur voor mij is. “Zijn muziek en architectuur in feite vergelijkbaar met elkaar? Zijn beide disciplines in staat om tot een zekere symbiose te komen?” (Yves Knockaert, Seminar muziek & architectuur Orpheus instituut) Vele filosofen en kunstenaars hebben de overeenkomst tussen architectuur en muziek al overpeinsd. Beide hebben vorm en orde, structuur en ritme. Zij komen in ruimte en tijd voor om door menselijke zintuigen te worden ervaren. De muziek wordt geschreven door een componist in de vorm van een muziekstuk, geïnterpreteerd door een dirigent, uitgevoerd door musici, die geluiden maken welke door een publiek gehoord worden. De architectuur wordt gecreëerd door een ontwerper in de vorm van tekeningen, geïnterpreteerd door een aannemer, die de bouwvakkers leidt om bouwwerken te maken die bekeken worden door burgers of door cliënten gebruikt worden. Het grote verschil is dat de muziek wordt uitgevoerd en de architectuur wordt gebouwd; de een is vluchtig en ongrijpbaar en de ander vast in tijd en ruimte. Architectuur en muziek zijn, anders dan andere kunsten, maatschappelijk bepaald door regels. Een paar verkeerde noten is vals, een paar verkeerde muren is onpraktisch, maar een paar ‘verkeerde’ penseelstreken is voor de één kunst, maar voor de ander niet. Het is natuurlijk eenvoudig om te zeggen dat er een relatie is, omdat muziek en architectuur beide kunst zijn, maar ik vind de definitie van kunst moeilijk te formuleren en zie een groter verband tussen architectuur en muziek, dan tussen architectuur en bijvoorbeeld schilderkunst, dans of literatuur. Het is ook niet de eerste keer dat architectuur en muziek met elkaar vergeleken of tegenover elkaar uitgespeeld worden. Zo wordt zowel muziek als ook architectuur de moeder van de kunsten genoemd. Muziek omdat het de meest abstracte en autonome kunst zou zijn, naar niets anders verwijzend dan naar zichzelf. Architectuur omdat het de meest integrale kunst zou zijn, die alle overige kunsten in zich verenigd. Maar ondanks deze tegenstrijdigheid gaan juist architectuur en muziek hand in hand. “Als muziek een hoorfenomeen is, speelt het beluisteren van (steeds bepaalde) muziekstukken zich ergens af, zodat muziek ook een ruimtelijk fenomeen is. In het louter esthetisch paradigma van het zuivere smaakoordeel, is de concertzaal de plaats bij uitstek om naar muziek te luisteren. Nemen bepaalde muziekstukken een plaats in, in de levensloop van de luisteraar, dan verbinden zich ook plekken met de receptie van de muziek. Het concrete van de muziek gaat hier gepaard met het concrete van de architectuur, met name het wonen. In een 'existentieel huwelijk' van de beleefde ruimte en van de beleefde tijd krijgen architectuur en muziek een unieke vervulling.” (Jacques de Visser, Seminar muziek & architectuur Orpheus instituut) Het is te simpel om te zeggen dat architectuur of de gebouwde omgeving zijn vormentaal gebruikt om geluid te bevatten of te verspreiden. Het vormt geluid en geeft het een eigen ruimtelijke identiteit. Waardoor de ruimtelijke beleving voor ons een grotere diepte krijgt dan het alleen te zien met onze ogen. We kunnen het ook horen. Zo hebben geluid en architectuur dus wederzijds invloed op elkaar en op onze waarneming en beleving en dat maakt ze zo bijzonder. "A painter paints pictures on canvas, but musicians paint their pictures on silence" (Leopold Stokowski) "Muziek is geordend geluid" (Louis Andriessen) “De vaas geeft de leegheid een vorm, zoals de muziek dat met de stilte doet.” (George Braque 1881-1963) Zoals Stokowski zegt dat een schilder zijn schilderij op canvas schildert en de musicus zijn “schilderij” op stilte schildert, zo schildert een architect zijn “schilderij” op ruimte. Een musicus en architect gebruiken dezelfde middelen om tot zijn “schilderij” te komen, dezelfde elementen. Ook wanneer ik kijk naar de opbouw van muziek en een gebouw zie ik overeenkomsten. Vaak begint een muziekstuk met een intro, een begin, waarmee je langzaam in de sfeer van het nummer wordt gebracht, je wordt mee naar binnen genomen als ware het een ingang is, zoals bij een gebouw. Er wordt je wat getoond zonder dat je exact weet wat de rest brengt, daarna ontvouwt de muziek of het gebouw zich langzaam voor je, steeds meer onthullend tot in de kleinste details. Repeterende elementen en een georganiseerde samenhang maken het tot een stuk, of gebouw. Bouwcomponenten worden geordend en gerangschikt tot een architecturaal geheel, zoals een musicus zijn bouwcomponenten ordent en rangschikt tot een muzikaal geheel. De relaties tussen deze bouwcomponenten onderling en tot het geheel worden vaak omschreven met metaforen die afkomstig zijn uit de muziek, waaronder compositie, harmonie en ritme. Natuurlijk betekenen ze in de architectuur niet exact hetzelfde als in de muziek, maar ze tonen wel de specifieke verwantschap aan. Wat de twee kunsten ook verwant maakt is de duidelijke sociaal-culturele geschiedenis die zij delen. Er wordt wel eens gezegd dat architectuur het grootste en duurste is dat de mens kan maken en het enige is dat de mens overleeft. Maar ook de muziek overleeft de mens, er wordt nog steeds muziek geluisterd die al honderden jaren oud is, sterker nog is dat in veel muziek nog een duidelijke link te vinden is met haar oorsprong. Het zijn beide kunsten die een boodschap brengen en ons iets vertellen over de makers, hun gedachtegoed en hun geschiedenis. Het zijn ook beide kunsten die uit een noodzaak zijn ontstaan. Mensen hadden een onderkomen nodig om in te wonen, net zoals ze muziek nodig hadden om boodschappen over te brengen. Deze oernoodzakelijkheden zijn uitgegroeid tot kunstvormen. Bouwkunst is gestolde muziek (Goethe) of was het: Steen is gestolde muziek (Pythagoras) Men heeft de architectuur bevroren muziek genoemd; evenzo kan men de muziek vloeibare architectuur noemen. (M. Hauptmann) In mijn zoektocht naar een antwoord op de vraag wat architectuur en muziek nu bindt kwam ik langs de website van de Israëlische Michal Levy. Hij heeft (visuele) kunst gestudeerd alsook saxofonie. Voor een afstudeerproject heeft hij een video gemaakt om visueel te maken wat hij ervaart, voelt of waarneemt wanneer hij muziek luistert. Deze video wordt ondersteund door een nummer van de legendarische saxofonist John Coltrane. Hij zegt er het volgende over: “When I listen to music I see colors and shapes and when I watch visual art I hear sounds. I wanted to express my sensing of shapes, colors and music in this short movie. I have chosen a short Jazz piece, which I have known for many years of my playing the saxophone: "Giant Steps" by John Coltrane. Coltrane made a major break through with his album "Giant Steps" in the year 1959. It was the first time in the history of Jazz music that someone based his music on symmetrical patterns, which stemmed from a mathematical division of the musical scale. The structural approach of John Coltranes music is associated with architectural thinking. The musical theme defines a space and the musical improvisation is like someone drifting in that imaginary space.” Hij legt dus de link tussen architectuur en muziek in het feit dat er een kader, een thema, wordt gedefinieerd en deze wordt ingevuld door een creatieve geest op een vaak improviserende manier. Dit betekent ook dat architectuur net als het maken van muziek een proces is en geen resultaat op zichzelf. Dus wanneer je praat over architectuur praat je over het proces van idee tot ontwerp en het gebouw of de gebouwde omgeving is het resultaat. Dit maakt dat een gebouw ook geen moment-opname is, maar een proces reagerend op veranderingen in de tijd. De enige tijdloze gebouwen zouden monumenten en dodensteden (begraafplaats) moeten zijn, maar sommige monumenten zijn nooit bedoeld als monument, dus dit valt in twijfel te trekken. “Every man’s work, whether it be literature or music or pictures or architecture or anything else, is always a portrait of himself.” Architectuur en kunst Bij het zoeken naar de relatie tussen architectuur en muziek rees bij mij eigenlijk meer de vraag, is architectuur eigenlijk wel kunst en wat voor kunst is architectuur dan? Architecture is the art of how to waste space. (Philip Johnson) De Duitse filosoof Immanuel Kant heeft in zijn esthetica onderzocht wat er gebeurt als de mens door iets moois wordt overweldigd. Bijvoorbeeld door een kunstwerk louter en alleen om de kunst te beleven, dan komt hij dichter bij een beleving van “das Ding an sich”. De kunstenaar kan ongehinderd met zijn vermogen tot inzicht spelen en iets overbrengen wat filosofen bijvoorbeeld niet uit kunnen drukken. De Duitse dichter Schiller werkte Kants gedachten verder uit en schrijft dat het werk van kunstenaars een soort spel is, en alleen wanneer mensen spelen, zijn ze vrij, omdat ze hun eigen wetten maken. Sommigen gingen nog verder en vergeleken de kunstenaar met God, omdat alleen de kunst ons dichter bij het “onuitsprekelijke” kon brengen. ‘Want de kunstenaar schept zijn eigen wereld net zoals God de wereld heeft geschapen.’ De kunstenaar zou een wereldscheppende verbeeldingskracht hebben. In zijn artistieke en creatieve uitlatingen kan hij beleven dat de scheiding tussen droom en werkelijkheid wordt opgeheven. Zoals Novalis zegt dat “de wereld een droom wordt, en de droom werkelijkheid” Ook voor een kunstenaar is het vaak belangrijk het verstand en de rede niet de kans te geven om een ontplooiing te beheersen. Voor een kunstenaar is het belangrijk dat hij “de teugels laat vieren”. De surrealistische kunstenaar is in zeker zin een medium, een tussenpersoon. Hij is medium voor zijn eigen onderbewustzijn. Misschien zit in ieder creatief proces wel een onbewust element. Creativiteit is eigenlijk niet meer dan het maken van iets nieuws. En dat gebeurt nu juist door een knap samenspel tussen fantasie en verstand. Het gebeurt maar al te vaak dat het verstand de fantasie verstikt. En dat is een ernstige zaak, want zonder fantasie ontstaat er nooit iets echt nieuws. Ik denk dat de fantasie een soort darwinistisch systeem is. Misschien is het de fantasie die iets nieuws schept, maar de fantasie maakt niet de keuze. De fantasie componeert niet. Een compositie – wat elk kunstwerk toch is – ontstaat door een wonderlijk samenspel tussen fantasie en verstand, of tussen ziel en rede. Want er zit altijd een element van toeval in een scheppingsproces. In een bepaalde fase kan het belangrijk zijn om je niet af te sluiten voor zulke toevallige ingevingen. Je moet schapen immers eerst loslaten voor je ze kunt hoeden.’ (ontleend van het boek De wereld van Sophie van Jostein Gaarder) “Uiteindelijk kun je geen architect zijn zonder het idee te hebben dat je in zekere zin de wereld verandert. Je moet een visie op de wereld hebben, maar je moet ook niet zo aanmatigend en brutaal zijn dat je werkelijk denkt dat je de wereld verandert. Ik hou niet van arrogante mensen en ik denk dat de manier waarop je je als architect, schilder, schrijver, musicus gedraagt niet arrogant hoeft te zijn. Dat betekent niet dat wat je doet bescheiden is. Wat je doet, mag soms zelfs niet bescheiden zijn omdat mensen meer van je verwachten dan een eenvoudige retoriek van bescheidenheid.” (Renzo Piano in De Groene Amsterdammer van 4 juni 1997) Zoals een musicus een muziekstuk bedenkt, componeert, de muziek ten gehore brengt dat door de luisteraars bewonderd wordt, zal een architect zijn gebouw ontwerpen en ook bewonderd worden. Maar nog meer en belangrijker, zijn gebouw zal gebruikt worden. Een muziekstuk kan honderden malen gespeeld worden, maar zal altijd dezelfde invulling blijven van de stilte, waar mensen voor kiezen om naar te luisteren, mits je het niet remixed of andere gekke dingen mee doet. Bij architectuur of eigenlijk de bebouwde omgeving wordt er niet voor gekozen het te aanschouwen, sterker nog, daar moet je wel in wonen, in werken of langs lopen, of je wilt of niet. Belangrijker is, dat de mens actief deelneemt aan de bebouwde omgeving en niet passief vanaf de zijlijn toekijkt. Hier komt het grootste verschil tussen architectuur en de andere kunsten, zoals muziek om de hoek kijken. Bouwen is zowel techniek als kunst. Een verschil met andere kunsten is, dat je bouwkunst niet kunt ontlopen. Als je niet van schilderijen houdt, dan ga je gewoon niet naar het museum . Als je niet van gebouwen houdt, dan heb je een probleem, want je verkeert haast elke dag in en tussen gebouwen. En gebouwen hebben invloed op mensen. (Winston Churchill: We shape our buildings, afterwards they shape us.) Architectuur is een taal. Wat de mens bouwt, weerspiegelt hoe het met hem gesteld is en wat zijn idealen zijn. Architectuur uit een bepaalde periode vertelt het verhaal van de in die periode heersende cultuur. Architectuur is een taal die de bebouwde omgeving leesbaarder moet maken. (De Berkel Vrije School, architectuur 12e klas) Maar er is ook een andere, meer actieve definitie van architectuur. In deze definitie gaat het in de eerste plaats om de ordening van functies en het mogelijk maken en reguleren van het gebruik, om het proces van bedenken, uitvoeren en gebruiken en om de interactie tussen het gebouw en zijn omgeving. Architectuur is in deze definitie niet zozeer een kunst, maar meer de culturele component van een proces; het bouw- en gebruiksproces. In deze definitie komt het integrale aspect van architectuur, de verhouding tot de maatschappij, de omgeving, de gebruikers aan de orde. Autonomie is in een dergelijke definitie nog wel denkbaar, maar niet meer vanzelfsprekend. (Piet Vollaard, uitgesproken tijdens de themadag op 31 oktober 2003 in Oranjewoud) Eigenlijk ontstijgt architectuur hier de kunst, en rijst de vraag is architectuur wel kunst of is het kunde? Het is namelijk niet alleen het kunstzinnige van de architect, die daarmee een uiting wil geven van zijn onbewuste, zijn emoties, maar ook het rationele aspect van de door de cultuur en samenleving opgelegde wensen, de inpassing van een antwoord op de vraag van de consument, of gebruiker van het gebouw. Hiermee bereiken we de hamvraag: wat dient een architect te doen, wat is een architect en wat is bovenal architectuur? Een goede taakomschrijving voor een architect zou zijn dat hij of zij binnen een gegeven maatschappelijke en culturele context antwoorden op een aantal complexe problemen bedenkt, zoals analyse van het bouwprogramma, de relatie tussen vorm en inhoud, keuze van materialen en technieken, financiële haalbaarheid. De architect heeft bovendien de maatschappelijke taak om de geboden oplossingen zo uit te werken volgens een scala van cultuurhistorische, socio-economische, technische, stedenbouwkundige en ecologische waarden. Maar hier verliezen we dan weer het kunstzinnige uit het oog, die er wel degelijk is. Want een architect speelt met de ruimte, componeert en arrangeert, maar ogenschijnlijk via door de cultuur en samenleving opgelegde regeltjes. Misschien componeert en arrangeert hij deze regeltjes ook wel. En om niet tot de door Piet Vollaard benoemde proces-architecten te eindigen (waarbij de architect zich primair als een (computer)programmeur opstelt en pas secundair als vormgever of wellicht een kunstenaar.) zal gekeken moeten worden waar het kunstzinnige in de architectuur zit en hoe daar mee omgegaan moet worden. Een ‘mooie’ gevel is niet genoeg, wie ‘mooi’ dan ook moge bepalen, de beleving van buiten moet binnen voortgezet en uitgewerkt worden. De gevel immers vormt de schil van de derde huid van de mens, het gebouw. Deze moet ademen, leven en passen bij de gebruiker. De ruimtes moeten zo optimaal mogelijk gemaakt worden voor de gebruiker, gebruik makend van psychologische aspecten als licht-donker, helder en diffuus, open of gesloten, direct-indirect, hoog-laag, maat-schaal, markant of bescheiden, etc. Deze hebben invloed op het welbevinden en de emoties van de mens, een ruimte kan stimuleren, activeren, verlammen, beklemmen, bezielen, helend werken of ziek maken. Het spreekt voor zich dat een gebouw moet functioneren voor zijn gebruiker. Dat is de basis waarop architectuur is ontstaan. Daarbij dragen de gebouwen ook iets uit, ze zeggen iets over én tegen de mensen. Ik ben van mening dat de kunst zit in het vernieuwen en opnieuw ontwikkelen van de wensen van de gebruiker en het inpassen van wat de architect wil zeggen met elk nieuw gebouw. “Als de mens vergeten is wie hij is, dan heeft de architectuur de taak hem daaraan te herinneren.” (Imre Makovecz) Architectuur verenigt in mijn ogen alle kunsten bij elkaar, het is taal, muziek, dans, poëzie en schilderkunst in één. Het probeert op alle mogelijke vlakken de mens te raken en te bewegen. Bewust en onbewust probeert het invloed te hebben op de mens en wat de mens doet. Om dit te bereiken is een speciale kunde nodig, wat architectuur ook is. Het beheersen van technieken om ruimten te creëren die mensen raken en doen bewegen. Een architect die de kunst(en) niet beheerst is niet meer dan een kundige bouwer. Hij construeert in hout of steen, maar bouwt in ruimten en volumes, in licht en kleur die in materiële zin niet weegbaar of meetbaar zijn. Dus architectuur is een kundige kunst of een kunstzinnige kunde, maar bovenal door zijn vele facetten voor een ieder wat anders. Architectuur, licht en kleur Geluid kan beeldend werken voor de architectuur, je kunt horen in wat voor ruimte je bent, op basis daarvan kun je een beeld maken van hoe die ruimte eruit moet zien. Maar dat zien kan niet zonder het belangrijkste element voor de architectuur, licht. Licht maakt een ruimte, geeft het dimensie, kleur, contrast, sfeer, diepte en hoogte. Kortom een plaats, een beleving. Ondanks dat wij warmbloedige wezens zijn verschaft licht ons van de nodige energie, letterlijk en figuurlijk, om te (over)leven. Dus speelt licht in een gebouw om die reden natuurlijk ook een grote rol. Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar het is de moeite waard er eens stil te blijven staan. Het is immers nog geen honderd jaar geleden dat mensen nog werden weggestopt in donkere vertrekken en hier in Nederland de eerste stemmen opgingen voor een andere tijd. Wat zou resulteren in de eerste woningwet. Sindsdien heeft de architectuur en bouw wat dat betreft een vlucht genomen. Er verrezen steeds meer lichtere en openere gebouwen, steeds geschikter om in te wonen en werken. Maar toch ontbreekt er iets in die vaak kale, vierkante bouwwerken uit beton, staal en glas. Een gebouw als de Van Nellefabriek was vernieuwend, vooruitstrevend en uniek voor zijn tijd. Maar bewonderen wij dat gebouw nu nog om hoe die er uit ziet, of om de idealen uit zijn tijd. Want het blijft een kaal, vierkant gebouw van beton, staal en glas. Enerzijds geschikt voor ‘de arbeider’ door het vele licht, anderzijds technisch natuurlijk niet meer in staat te voldoen aan onze hedendaagse wensen. Maar zou een beetje kleur niet een extra dimensie en gelaagdheid gegeven hebben aan het gebouw, waarom geef je zoveel aandacht aan het (levens)licht van de arbeider, maar laat je zijn broertje kleur links liggen. En die trend resulteerde wellicht uiteindelijk in de glazen, betonnen en stalen torens die gebouwd worden door architecten als Philip Johnsen, opgejaagd door het grote geld van de rijke projectontwikkelaars. Want die moeten veel betalen om iemand zoiets te laten bouwen. Zijn deze droefgeestige blokkendozen, deze 3-dimesionale uitwerpselen van het totalitaire regime, de nieuwe monumenten van de toekomst? Het straalt macht uit, wat het moet doen, maar in mijn ogen is die macht toch echt onmacht. Onmacht om iets blijvends en imponerends te bouwen wat mensen duizenden jaren aan jou blijft herinneren. Iets wat de Grieken en Romeinen heel goed beheersten. Deze architecten zijn verheven tot sterren en gedragen zich ernaar. Zij worden grote ego’s met enkel nog oog voor hun eigen imago. Architecten zouden niet moeten zwichten voor het grote geld, ze moeten zwichten voor het belang van de mens in het algemeen. De architect moet de ‘macht’ hebben, hij moet weer bouwmeester worden, bouw’dirigent’. I.M. Pei, de mandarijn van de bouwkunst, wist een aantal belangrijke kenmerken van het confucianisme te verenigen met de Bauhauss principes van Walter Gropius. Hij vindt licht ook belangrijk en essentieel voor de mens. Maar bij licht hoort ook beweging zegt hij. Deze twee probeert hij te integreren in zijn gebouwen. Dat komt omdat hij functie belangrijker vindt dan theorie. Het analytisch denken en zelfontplooing door te beargumenteren, is iets wat hij in het Bauhauss geleerd heeft. Hij ging zelfs zo ver om bij een Zachendorf, zijn tegenpool, te gaan werken om van hem te leren. Deze gedachten worden ook gevoed door het confucianisme, dat in het teken staat van de relaties tussen mensen onderling. Het sociale, om een betere maatschappij te creëren voor de mens, zo wil Pei betere gebouwen voor de mens creëren. De relatie tussen mens en natuur, de schoonheid die hij vond in Shanghai en Suzhao en de manier van denken van het confucianisme, gecombineerd met het functionalistische en maatschappelijk vooruitstrevende Bauhauss. Hij verenigt dit in zijn werk tot grote, abstracte en geometrische vormen gemaakt met moderne technologische middelen. Met abstractie en geometrie als basis werkt hij vaak met driehoeken, omdat deze spannend, zelfs gevaarlijk zijn, maar toch stabiel. Belangrijker is nog dat deze geometrische vormen hem in staat stellen om met licht te spelen. Hij stelt ook dat zonder licht er geen ruimtes en vormen zijn. Hij wil elke plek bijzonder maken en dat doet hij met licht. Elke plek moet je hart vervullen van een schoonheid die je niet vergeet. Maar hoe doe je dat dan? Met licht ruimtes, vormen en spanning creëren? Het is vanzelfsprekend dat je geen compleet glazen gebouwen maakt. Hier kan een mens niet in leven. Ook bouwfysisch is dit niet wenselijk. Nee, licht moet tactisch ingezet worden om een gebouw spannend te maken en de mens te prikkelen. En aan het licht is het gebruik van kleuren gekoppeld. Kleuren zijn zo belangrijk voor materie en hebben invloed op onze gemoedstoestand. Daarom zijn kleuren belangrijk voor het ervaren van een ruimte en dus voor de mens. Niets is zo kleurrijk als de wereld om ons heen. Waarom hebben architecten dan jarenlang bijna elk spatje kleur uit hun gebouwen geweerd? Wat moet een mens met kale betonnen of stalen skeletten omhuld door een armoedig vlies van glas? Dat is toch niet meer dan een skelet met een halfvergane huid? En schept ons dat nu een prettig beeld? Nee, de mens heeft behoefte aan kleur en licht. De oplossing van de kleur in de architectuur is identiek aan de oplossing van het tijdsmoment in de schilderkunst. (Theo van Doesburg, gepubliceerd in het geheel aan de Aubette gewijd nummer van De Stijl in 1928) Bij een decoratieve toepassing van kleuren gaat het alleen om een smaakvol effect van de kleuren in de ruimte. Door middel van kleur (ornament) wordt de ruimte verfraaid en wel zonder dat er een organisch verband bestaat met de constructie. De kleur wordt alleen gebruikt om de constructie te verhullen. Constructie en schilderkunst staan niet in wezenlijke samenhang tot elkaar. Ze bestaan naast elkaar en niet door elkaar en gaan daardoor geen relatie met elkaar aan. Het principe van het decoratieve en het ornamentale is in essentie gebaseerd op het herhalen van een motief, een herhaling die door de factor ‘tijd' wordt opgeroepen. Maar decoratieve en ornamentale motieven vind je terug in alle kunsten door alle eeuwen heen, zelfs bij kunstenaars die pretendeerden geen ornamenten te gebruiken. Een ornament, kleur in dit geval, is niet erg om te gebruiken, als je maar weet waarom en wanneer je een ornament gebruikt. En niet het hele gebouw één groot ornament wordt. Het ornament moet net als een architectonisch detail het concept en het idee van de architect versterken. Maar we moeten de kleur niet tot dienstbaar element degraderen, dan ontken je het bestaan van een kunstenaar. Kleur of gekleurde elementen moeten ook niet op zichzelf staan, zodat je als gebruiker van gekleurd naar gekleurd vlak loopt en deze bewondert. Dan zou het gebouw niet meer zijn dan een driedimensionaal doek. Er moet een relatie zijn tussen de gekleurde vlakken en het gebouw. Het gebouw moet één lichaam zijn, zoals alles in de natuur. Constructie en compositie, ruimte en tijd, het statische en het dynamische moeten tot één geheel worden gesmeed. De architectonische ruimte is een blinde, nietszeggende leegte, zolang de kleur en dus het licht er geen ruimte van heeft gemaakt. Het oppervlak is uiteindelijk de enige bepalende factor in de architectuur. De mens leeft niet in de constructie, maar in de atmosfeer die door de oppervlakten wordt opgeroepen. (Theo van Doesburg, gepubliceerd in het geheel aan de Aubette gewijd nummer van De Stijl in 1928) Tot slot Renzo Piano in de Groene Amsterdammer van 4 juni 1997: “Voor mij is de architect te vergelijken met Robinson Crusoë: je bent een uitvinder, je moet steeds de plek waar je bent aangespoeld veroveren, je moet steeds opnieuw beginnen. Hoe kun je dan zeggen: het is mijn methode om gebouwen op zo'n manier te maken? Dan wordt het een soort gimmick. Je moet telkens weer de uitdaging accepteren en de moed opbrengen om koppig in het donker te zien en op het antwoord te wachten. Je kunt niet op een systeem vertrouwen. Dat is mijn bezwaar tegen het postmodernisme, of welk "isme" dan ook - het past een formule toe en zoekt niet meer naar een oplossing.” Bronnen http://michalevy.com/index.html http://www.stichtingtijd.nl/31_oktob..._Vollaard.html http://www.orpheusinstituut.be/pagin..._2001_2002.htm http://www.art-abstract.com/artikele...ndoesburg.html http://www.greatbuildings.com/architects/I._M._Pei.html http://www.pcf-p.com/a/f/
__________________
4ward ever, backwards never, prepare 4 whatever & always stay clever, in any endeavor intelligence is better & be on guard 4 false prophets in leather
|
31-12-2005, 14:37 | ||
Citaat:
Een enorme lap copypaste over architectuur is dus onnodig.
__________________
"Republicans understand the importance of bondage between a mother and child." - Dan Quayle
|
Advertentie |
|
31-12-2005, 18:15 | ||
Citaat:
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
01-01-2006, 12:31 | |||
Citaat:
En ja, ik had het over Hegel's Phenomenologie en niet over zijn andere werken. Ik dacht dat dat ook zijn bekendste werk is. Excuus, dit had ik misschien even mogen vermelden. Ik blijf er echter bij dat dit één van de moeilijkste teksten uit de geschiedenis is. Kant is begrijpelijk, zeker in historisch perspectief. Maar leesbaar, nee, dat stel je zelf al. Er zit een verschil tussen begrijpelijk en leesbaar. Citaat:
Voor de hedendaagse cultuur ben ik echter van mening dat Nietzsche een profeet was, of hij zichzelf zo zag of niet. Ik ben met je eens dat dit debatable is, als je hier zin in hebt wil ik dat ook nog wel doen.
__________________
I reject the reality and substitute my own!!!
|
11-01-2006, 14:03 | ||
Verwijderd
|
Citaat:
Heb het er met een aantal klasgenoten ook even over gehad, het blijft discutabel zoals je zelf ook al zei. Maar laten we er niet verder op ing aan, ik denk dat er veel interessantere discussies omtrent Nietzsche gehouden kunnen worden, dus laten we daar onze tijd aan besteden. Dus ik zou zeggen: tot de volgende Nietzsche discussie, en misschien staan we dan is een keer samen aan dezelfde kant . En hans, ik ga nu even je werkje doorlezen voor een eventuele uitgebreidere reactie erop. Tis denk ik wel een goed stukje zo Hans. En anders heb je vast nog wel een herkansing tog . Laatst gewijzigd op 11-01-2006 om 14:14. |
|
|
Soortgelijke topics | ||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Levensbeschouwing & Filosofie |
Vraagje omtrent Nietzsche; De geboorte van de tragedie maximekuh | 8 | 02-08-2007 13:05 | |
Levensbeschouwing & Filosofie |
Nietzsche larisa18 | 10 | 04-01-2006 00:37 | |
Levensbeschouwing & Filosofie |
Vraag over Nietzsche... Rundfunk | 12 | 14-09-2003 17:14 | |
Levensbeschouwing & Filosofie |
friedrich nietzsche, of andere filosofie Zieke Gnoe | 31 | 28-04-2003 14:20 | |
Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen |
Duitse info/gedichten/recensies Nietzsche Artemis | 0 | 28-11-2002 13:12 | |
Levensbeschouwing & Filosofie |
nietzsche <> hitler <> wagner sublime | 24 | 02-10-2002 15:06 |