Advertentie | |
|
17-10-2002, 18:48 | |
Het is wek komisch, maar het loopt vrij moeilijk. Ik weet niet hoe ik dat uit met leggen, maar het was vrij moeilijk te begrijpen. Ik heb wel mooiere/ betere verhalen van je gelezen, maar deze had wel humor.
__________________
Al is de reiziger nog zo snel, de ns vertraagt hem wel.
|
18-10-2002, 15:40 | |
Verwijderd
|
Ik heb teveel hoofdpijn en 'shiplag' (van één heel uur, jawel!) om er diep op in te gaan, maar je zult me moeten vergeven. Het is geven en nemen, nietwaar?
Wat je zou kunnen doen om te bereiken wat ik denk dat je wilt bereiken, is het volgende. Nu ben je nog flits-flits bezig van gesprek met die jongen naar het hoofd dokter Piet (vreselijke naam; moet echt anders). Het zou wat fijner lezen als er één lijn in zat. Geef de dialoog weer als ingewoven in het verhaal. Dat kan je wel. Werk die jongen, Robert heet hij, zie ik nu, meer uit. Dit hoef je niet persè te doen door te vertellen wat er in hem omgaat, maar bijvoorbeeld door hem dingen op een andere manier te laten zeggen, of door zijn uiterlijk, zijn gedrag, te beschrijven. Maak hem boeien. Niet alleen voor Pietje, maar ook voor de lezer. Het einde is inderdaad niet al te sterk. Ik ben niet bekend met het spreekwoord/gezegde/wat-dan-ook 'Als de liefde langt blijft, steekt ze.', dus musschien ligt het daar aan, maar ik zou het toch anders proberen. Het einde is nu een losstaand iets dat ons als lezer geen stap verder helpt. We kunnen het maar met moeite een zinvolle betekenis geven in het kader van het verhaal, maar over Robert weten we geen steek meer. LUH-3417 - Het zou verboden moeten worden om water in grote plaats te verzamelen en steden aan de overkant van dat water te bouwen. |
20-10-2002, 20:10 | |||
In de grote, net nieuw ingerichte psychologiekamer van Van Veen B.V. zit dokter Jan-Jaap Appelscha zenuwachtig te wachten op zijn eerste patiënt. Verder op de gang, zeven kamerdeuren verder, staat Robert. Hij staat op zijn gemak een sigaret te roken. Elke sigaret behandeld hij als zijn laatste, daar liefde nog steeds niet verboden was en liefde is, zoals elke simpele ziel hoort te weten, kwaadaardig. Het is een kwaadaardig gezwel of, om het kort, simpel en duidelijk te zeggen, een paard.
Hij besluit dat hij genoeg heeft gewacht en gooit zijn sigaret op het kleed. Na hem wat brandplekken laten veroorzaken, trapt hij de sigaret uit. “Dag vriend, je was een goede sigaret.” Robert klopt op de deur en komt binnen. Na een korte, maar duidelijke “snif” gesnoven te hebben, beweegt Robert zich in de naar verf riekende kamer naar een stoel. Het mannetje, blijkbaar zijn bedrijfspsychiater zijnde, begint te praten. “Zeg eens Robert, wat vind je van liefde?” “Van liefde, dokter Appelscha”? “Ja, van liefde.” Bij het uitspreken van het woord liefde verandert de gezichtsuitdrukking van meneer Jan-Jaap Appelscha meteen. Zijn norse gezicht metamorfoost naar het gezicht van de drie vrolijke konijnen, Karin, Kathleen en Kristel, K3. De liefde die de psychiater in de kamer brengt, in combinatie met de verflucht, doen hem overgeven in de stoel naast hem. Dokter Jan-Jaap Appelscha kijkt verbouwereerd naar zijn eerste patiënt. Hij begint zich te vervloeken om het feit dat hij, op zijn eenendertigste, per sé de stoute schoenen aan moest trekken en het advies van zijn mama te negeren. “Psychiaters zijn niks, het is een heidens beroep!” Hij kan het zich nog zo goed herinneren. Het is als de dag van gisteren, dat hij, inmiddels een week geleden, uit het huis ging. “Ik geloof, dokter Appelscha, dat ik er misselijk van word.” “Da’s krek. Maar waarom?” “Het bevalt me niet, dokter Appelscha.” “Oh. Als je van alle liefde ter wereld een beeld zou moeten maken, hoe zou je liefde dan zien?” Robert gaf nogmaals over. Appelscha’s liefde was overweldigend en díe liefde, die de psych door de kamer verspreidde, was nou juist het gene waarvoor Robert de mensheid wilde waarschuwen. Maar niemand begrijpt hem. Toch wil hij het nog eens uitleggen. Voor de laatste keer. Dan zou hij dit maal misschien wel begrepen worden. “Als een paard, dokter Appelscha.” “Denkt u er maar over na, dokter Appelscha. U zal zien dat ik gelijk heb. Liefde is een paard.” De hoogst intrigerende patiënt doet Jan-Jaap fronzen, hij denkt en denkt, maar weet dat het geen zin heeft. Van deze denkwijze zal hij de logica op eigen houtje niet zien. Zelfs mama zou het niet weten. Terwijl mama toch zo goed als altijd gelijk heeft. Hij besluit zijn patiënt om opheldering te vragen. “Kerel, zeg eens, waarom vind je het als een paard?” “Omdat het zo is, dokter Appelscha. Paarden worden ook edele dieren genoemd, maar iedereen vindt hen lekker om op te eten. Het meisje in de stal betuigt haar liefde aan een pony en ronselt het beest vijf minuten later af. Geven en nemen.” Robert’s denkwijze begint zich te ontrafelen voor Appelscha. De arme man had vast en zeker geen liefde gekend. Zou dit dan één van die weinige gevallen zijn waarover hij heeft moeten leren? Obsessie voor dieren, met als geneesmethode het dier observeren? ‘Joepie’, denkt Appelscha. Hij wil zijn allereerste patiënt zo graag genezen. “Hoe denk je over paarden, Robert?” “Ik heb een passie voor paarden, dokter Appelscha. Ik mag ze graag.” Steeds vreemder begint Robert zijn psychiater te vinden, daar zijn gezicht af en toe fronzen maakt van droevigheid en dan, enkele seconden later, opfleurt als een meibloesem. “Robert, ga met me mee. We gaan naar een paard. Het is mijn dier. Het is een Turkse volbloed. Hij staat achter het gebouw, in de stallen.” “Oké, dokter Appelscha. Daar heb ik wel zin in.” Appelscha begint zich meer en meer te verheugen op het grote nieuws dat hij zijn mama kan vertellen. “Mama”, zal hij zeggen, “ik heb een diagnose gesteld.”. Het zal professioneel klinken en zijn moeder zal blij zijn. Hij zal misschien weer in de kelder mogen wonen. Ze lopen naar de stallen. Het paard, de grote mooie Turkse volbloed van het bedrijf, blijft rustig in de stal staan. Robert treedt de stal binnen. Hij nadert het edele dier. “Hoi. Hoe gaat het?” “Met mij ook. Heb je er vrede mee?” “Oh. Je weet toch dat het moet? Voor de liefde. Denk aan je voorvaderen en aan die van mij. Het staat vast in de sterren.” “Het zal goed worden. Geloof me.” Robert begint zich een aantal dingen af te vragen. Zou zijn bedrijfspsychiater, die het kwade van de liefde zelf is, zijn gesprek met het paard wel begrijpen? Zou hij compleet gestoord zijn, of is hij nog te redden? Het paard staat rustig, hij accepteert de gebeurtenis die zal komen. “Braaf.” Met de sabel die luttele seconden geleden om Robert’s rug hing, steekt Robert vreugdevol in het paard. Piet Appelscha staat verbijsterd toe te kijken hoe de prijswinnaar, de Turkse volbloed zonder enig grief als speldenkussen wordt gebruikt. Zijn mama heeft dus wel gelijk! Alweer! Hij had thuis moeten blijven toen zijn mama dat zei, hij moest naar haar luisteren. Vol afgrijzen volgt hij het schouwspel. Hij raakt gefascineerd door de valsheid, de nutteloosheid van het afslachten van het paard. “Touché!” “Ha ha! Ik heb u, oh welgeëdelde vierhoever!” “Nogmaals touché!” “Meneer, u bent af.” Triomfantelijk staat Robert bovenop het liggende paard. Hij hijgt van de inspanning. De sabel steekt hij als een tandenstoker door een bitterbal door het hoofd van het paard. Ja, Robert heeft plezier. “Robert, waarom?!? Het is een goed paard, een Turkse volbloed!” “Omdat, dokter Appelscha, liefde net als een paard is.” Citaat:
Het einde heb ik niet veranderd. Ik wist niet wat ik er in vredesnaam anders moest schrijven. Welkom terug in Nederland. Citaat:
Ze zijn té blij. Hoewel ik nu ook erg blij achter de computer zit.
__________________
Cry 'Havoc' and let slip the dogs of War.
Laatst gewijzigd op 22-10-2002 om 20:32. |
21-10-2002, 11:26 | |
Verwijderd
|
Omdat alle punten in het heelal op kunnen treden als het middelpunt, heb ik besloten om de samenloop van omstandigheden te laten als zij was. Opmerkingen over de spelling en de stijl staan door elkaar, met hier en daar een euforische kreet van puur genot of een wijzende vinger van de verhaaltechniek. Sorry daarvoor.
Maar, ik zou niet lekker slapen vannacht als ik nog eens expliciet zou vermelden dat ik dit een geweldig verhaal vond. Rober is een interessant figuur. De eerste alinea is perfect. Later, als we meer komen te weten over Appelscha, wordt het nog mooier. Robert mag dan patient zijn, maar Appelscha heeft zeker niet de macht. Hij is een aandoenlijke kluns en goed voor een komische noot, die je door het hele verhaal behoudt. En dat zonder de zwang van een boodschap te verliezen. Bravo, zoals je dat zelf zegt. Hier mijn gedoe: "Na hem wat brandplekken laten veroorzaken, ..." - Ik heb het vermoeden dat hier ergens 'te' bij moet. “Zeg eens Robert, wat vind je van liefde?” “Van liefde, dokter Appelscha”? - De vraag van de psych. is wat plotseling, zeker als binnenkomer (misschien een witregel?), maar het wordt weer gelegitimeerd door de achtergrond van de psych. Hij moddert ook maar wat aan. Het antwoord van Robbert is daarentegen geweldig. Echt fantastisch. "De liefde die hij in de kamer brengt, gecombineerd met de verflucht, maakt Robert misselijk. Hij geeft daarom ook over in de stoel naast hem." - Hier kan je van maken 'De liefde die de psych in de kamer brengt, in combinatie met de verflucht, doen hem overgeven in de stoel naast hem.' Eerst zeggen dat hij misselijk wordt en daar nogeens dat hij overgeeft met een 'daarom' erbij is wat dubbelop. "Ik geloof, dokter Appelscha, dat ik er misselijk van wordt." - Ik word. "Appelscha’s liefde was overweldigend, die liefde die de psych door de kamer verspreidde was nou juist het gene waarvoor Robert de mensheid wilde waarschuwen." - De eerste 'die' moet volgens mij 'de' zijn. Bovendien vraag ik me af waarom de psych liefde verspreid. Of is het een paranoide idee van Robert? “Als een paard, dokter Appelscha.” “Denkt u er maar over na, dokter Appelscha. U zal zien dat ik gelijk heb. Liefde is een paard.” - Waarom een enter en opnieuw aanhalen? Dit kan achter elkaar, toch? "Jan-Jaap Appelscha begint te denken over zijn hoogst intrigerende patiënt. Hij denkt en denkt, maar weet dat het geen zin heeft, van deze denkwijze zal hij de logica op eigen houtje niet zien." - Niet al te sterk. Maar de mamma die hij daarna aanhaalt is goed. "De bedrijfspsychiater denkt hierover na. Hij begint Robert’s denkwijze te begrijpen. De arme man had vast en zeker geen liefde gekend. Zou dit dan één van die weinige gevallen zijn waarover hij heeft moeten leren? Obsessie voor dieren, met als geneesmethode het dier observeren? ‘Joepie’, denkt Appelscha. Hij wil zijn allereerste patiënt zo graag genezen." - God, wat een vent is die Appelscha. Het terugwijzen naar een leerboek en het denken van 'Joepie' is geweldig. Alleen is het gedoe over het denken weer niet al te sterk. Het behoeft geen inleiding als 'Appelscha denkt hier even over na en,...'. "Oké, dokter Appelscha. Daar heb ik wel zin in." - Ja! Betere formuleringen dan dit zijn er niet! Kijk uit voor alinea's die beginnen met 'Robert/Appelscha begint Appelscha/Robert steeds ...'. Wordt snel flauw. "Of zou hij compleet gestoord zijn, is hij nog te redden?" - Doe maar een punt, of verplaats de 'of' naar het begin van de bijzin. "Met de sabel die luttele seconden geleden om Robert’s rug hing, steekt Robert vreugdevol in het paard." - Tweemaal Robert en waar haalt hij de sabel vandaan? Had Appelscha die nog niet gezien? Laat hem anders het paard in elkaar meppen met een botte tang die hij van de grond raapt of iets dergelijks. Hoewel, 'Touché' is ook wat waard... "...prijzenwinnaar,..." - Prijswinnaar is voor mij bekender en makkelijker. Kan dialect zijn. Over het einde; je kan de laatste zin weglaten. Dat maakt het mooier, denk ik. LUH-3417 |
Advertentie |
|
|
|
Soortgelijke topics | ||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Verhalen & Gedichten |
[Verhaal] Liefde in F Majeur Tovenaar | 9 | 13-03-2005 19:15 | |
Verhalen & Gedichten |
verhaaltje:liefde op het tweede gezicht!? ( let op perspectiefwisseling!) Ronella | 2 | 08-05-2004 15:03 | |
Verhalen & Gedichten |
Lief Charlottetje | 93 | 03-04-2004 16:28 | |
Liefde & Relatie |
raar verhaal; wat moet ik doen? ~- Anakin -~ | 4 | 29-09-2002 12:42 | |
ARTistiek |
[verhaal]Liefde op z'n westers. Mujahideen | 4 | 16-08-2002 11:17 | |
ARTistiek |
[VERHAAL] Liefde, hou ook van mij (helaas) Anne | 15 | 26-07-2002 16:44 |