De Grote Draad der Prachtelbare Woorden

[Not for Sale]

mooie woorden toch weer mensen <3

in·toxi·ca·tie (de ~ (v.), ~s)
1 vergiftiging
2 bedwelming, zinsbetovering

[leiv]

Patriarch

pa·tri·arch (de ~ (m.), ~en)
1 aartsvader
2 bisschop in de oosterse kerk
3 bisschop van een voornaam bisdom
4 eerwaardig grijsaard

pa·tri·ar·chaal (bn.)
1 waarbij de vaderfiguur overheerst => aartsvaderlijk
2 betr. hebbend op een patriarch

pa·tri·ar·chaat (het ~, -chaten)
1 waardigheid van patriarch
2 gebied van een patriarch
3 ordening waarbij de kinderen behoren tot de stam van hun vader, en waarbij het gezag over de kinderen wordt uitgeoefend door de vader

en·gel·ach·tig (bn.)
1 als van een engel => lief

(er zijn zoveel mooie/leuke bijvoegelijke naamwoorden &hearts; )

[leiv]

Ode

ode (de ~, ~n/~s)
1 lofdicht

[pino123]

Anakoloet

ana·ko·loet (de ~, ~en)
1 onregelmatige woordschikking, zin die niet 'loopt'

[Lilium]

even·zeer (bw.)
1 [form.] in even hoge mate
2 [form.] eveneens, ook

[Roosje]

loep·zui·ver (bn.)
1 zeer zuiver

[niña]

ver·ach·te·lijk (bn.)
1 verachting tonend
2 waard veracht te worden => abject, miserabel, onwaardig

[leiv]

Quatsch

quatsch (de ~ (m.))
1 onzin

taal·pu·rist (de ~ (m.))
1 iem. die zijn moedertaal wil zuiveren van vreemde invloeden en andere onzuiverheden => purist, taalzuiveraar

ge·voel·vol (bn.)
1 vol van of blijk gevend van gevoel => gevoelig

[Nienna*]

ont·lui·ken (onov.ww.)
1 zich ontsluiten => uitkomen
2 zich ontwikkelen => ontkiemen

ont·lui·ken (ov.ww.)
1 (van bloemen) (de kelk) openen

[Muspel]

re·mi·nis·cen·tie (de ~ (v.), ~s)
1 verschijnsel dat de herinnering oproept aan iets overeenkomstig uit het verleden
2 passage in een werk, die aan een ander werk herinnert

[Lilium]

tu·re·luurs (bn.)
1 verdwaasd, gek

[leiv]

Navrant

na·vrant (bn.)
1 hartverscheurend, schrijnend

[Lilium]

al·pi·nis·me (het ~)
1 het beklimmen van bergen als sport

[Dolores]

mo·no·liet (de ~ (m.), ~en)
1 monument of bouwdeel dat uit één stuk steen gehouwen is

[Not for Sale]

roes (de ~ (m.), roezen)
1 lichte bedwelming door sterkedrank, drugs, opwinding, overspanning e.d.

[Dolores]

oe·ver·loos (bn.)
1 zonder begrenzing of zonder beperking

[Lilium]

scham·per (bn.)
1 op minachtende of geringschattende wijze => minachtend

scham·pe·ren (onov.ww.)
1 schamper spreken

[pino123]

Cynisme

cy·nis·me (het ~)
1 wijsgerige school bij de oude Grieken
2 levenshouding waarbij men afwijzend staat tegenover idealisme of geestdrift

[Waltz]

slaapdronken

1 licht bedwelmd door de slaap en daardoor onzeker in gedachten en bewegingen

fla·ne·ren (onov.ww.)
1 wandelen om te zien en gezien te worden

[Droomz]

ijs·pe·gel (de ~ (m.))
1 kegel, gevormd door het bevriezen van afdruppelend water => ijskegel, pegel

dag·dro·men (onov.ww.)
1 mijmeren, fantaseren => dromen

[Not for Sale]

waar·ma·ken₂ (wk.ww., zich ~)
1 laten zien wat men kan

spe·lonk (de ~, ~en)
1 berghol, donkere en gevaarlijke grot

[Makaveli]

sa·pris·ti (tw.)
1 bastaardvloek => sakkerloot

sak·ker·loot (tw.)
1 [inf.] bastaardvloek om verbazing uit te drukken => sakkerju, sapperdekriek, sapperloot, sapristi

[leiv]

Holocaust

ho·lo·caust (de ~ (m.))
1 massale vernietiging, volkerenmoord

Ho·lo·caust (de ~ (m.))
1 de massale moord op de Joden in de Tweede Wereldoorlog => Jodenvernietiging

[Ray]

epi·bre·ren (onov.ww.)
1 [scherts.] niet nader aan te geven werkzaamheden verrichten, waarvan men de indruk wil geven dat ze belangrijk zijn

Love it

ener·ve·rend (bn.)
1 op de zenuwen werkend => opwindend

[originelenaam!]

de·li·ri·um (het ~, -ria/~s)
1 bewustzijnsverlaging veroorzaakt door een organisch defect, vaak gepaard gaand met het optreden van wanen of hallucinaties

le·gen·de (de ~, ~n/~s)
1 verhaal van een wonder of een heilige
2 op de volksoverlevering berustend verhaal
3 randschrift van een muntstuk, gedenkpenning

[Lilium]

ont·stemd (bn.)
1 in lichte mate boos => gramstorig
2 (van muziekinstrumenten) niet meer zuiver gestemd

ma·tro·ne (de ~ (v.), ~n/~s)
1 deftige vrouw op leeftijd
2 [pej.] bazige vrouw

ana·chro·nis·me (het ~, ~n)
1 fout tegen de tijdrekening
2 persoon of zaak die niet thuishoort in het betrokken tijdvak

[Not for Sale]

weer·om·stuit (de ~ (m.))

Het staat wel in het woordenboek, maar zonder omschrijving

pa·ra·fra·se·ren (ov.ww.)
1 een parafrase geven van

[Lilium]

fee·ë·riek (bn.)
1 sprookjesachtig mooi

[Little Sister]

lu·ci·de (bn.)
1 helder van geest => scherpzinnig

[Roosje]

Lilium schreef op 17-04-2007 @ 08:35 :
fee·ë·riek (bn.)
1 sprookjesachtig mooi

Die had ik al een keertje gepost. Doet er niet toe natuurlijk, maar dan nog.

be·sog·nes (de ~ (mv.))
1 zaken die veel tijd vergen => rompslomp

[Lilium]

Roosje schreef op 17-04-2007 @ 14:12 :
Die had ik al een keertje gepost. Doet er niet toe natuurlijk, maar dan nog.

Dan mag ik een herkansing.

blan·co (bn.)
1 oningevuld, opengelaten

[Ray]

cy·nis·me (het ~)
1 wijsgerige school bij de oude Grieken
2 levenshouding waarbij men afwijzend staat tegenover idealisme of geestdrift

[Lilium]

god·vre·zend (bn.)
1 vroom

[leiv]

Wasdom

wasdom
was - dom
de -woord (mannelijk)
groei;
zijn volle wasdom bereikt hebben
volgroeid zijn

schar·la·ken·rood (bn.)
1 zo rood als scharlaken

Hihi, die omschrijving &hearts;

per·ti·nent (bn.)
1 onbetwistbaar, onmiskenbaar => stellig
2 stellig, nadrukkelijk
3 [jur.] relevant, ter zake dienend

im·per·ti·nen·tie (de ~ (v.), ~s)
1 brutaliteit

[Lilium]

slon·zig (bn.)
1 slordig en haveloos

eru·diet1 (de ~ (m.), ~en)
1 persoon met uitgebreide kennis, smaak en kritische zin

idi·o·te·rie (de ~ (v.))
1 totale gekheid

[Lilium]

ril·le·rig (bn.)
1 onderhevig aan rillingen door kou of een opkomende ziekte => koortsig