Als een eeuwige beweging
van de aarde, draaiend
doorheen de waas van licht.
Mensen zien, en mensen horen,
maar geen enkel zal weten
waar ik hen van beticht.
Als een vloeiende beweging,
soepel door de fluwelen nacht.
Heelhuids terugkerend naar de plaats,
die zo belangrijk voor je is, als ik.
Wiebelend door de golven, zachtjes gaande
op naar de volgende hindernis.
Woorden noch daden omringen zich,
meer dan ooit is alles nietig. Bovenal
is er geen weg terug, de letters verbieden het.
Er is geen zucht meer over, maar enkel
deze straal van geluk, die zich laat vinden
op de plaats van alle onheil.
Mijn hart.
|