"Boeken van tafel, we gaan beginnen." De wiskundeleraar deelt de blaadjes en repetities uit en gaat aan zijn tafel zitten. Ik pak mijn pen, lees de eerste som. Djeez, die begrijp ik dus niet.
Ik kijk opzij, naar mijn vriendin. Zij zit al te pennen, evenals de 2 jongens voor me. Ik ben weer eens de enige die niets weet.
Wat kan ik doen? O ja, mijn naam opschrijven. En de datum, het vak en de klas. Nu staat er in ieder geval iets op mijn blaadje.
Buiten loopt een leerling in de regen. Hij heeft een rode jas aan en is aan het vegen. Wat zou hij gedaan hebben? Of is hij gewoon aan het corveeën?
Hey, wel bij de les blijven, hè! Dat je de eerste som niet begrijpt wil niet zeggen dat je ze allemaal niet begrijpt.
Braaf naar mijn innerlijke stem luisterend lees ik alle sommen een keer over. Ik begrijp ze allemaal niet.
Mijn hoofd bonkt, ik verveel me. Hoe moet ik dit uur doorkomen? Sommen maken? Dat heeft toch geen zin, ik kan het toch niet. Ik ben veel te dom voor deze Wiskunde, ik haal sowieso een 1. Dus waarom zou ik al die moeite doen? Ik heb toch al niet geleerd hiervoor, omdat ik van tevoren al wist dat het zo zou gaan. Ik ben een mislukkeling.
De wiskundeleraar kijkt me bezorgd aan, dan naar mijn blaadje. "Hup, begin eens, je kan het heus wel."
Nu weet ik zeker dat ik niets kan maken, ik zal hem wel even laten zien hoe slecht ik ben. Maar toch... misschien heeft hij gelijk.
Dus begin ik maar met som 3, die er het gemakkelijkst uitziet. En waarempel, ik krijg nog een uitkomst ook. O nee, hij is vast niet goed, maar er staat nu in ieder geval iets op mijn blaadje.
Tijd voor een pauze, even naar buiten kijken. De leerling is weg, er zitten enkel 3 duiven op het plein. Saai zeg...
"Nog 5 minuten" de wiskundeleraar kijkt op zijn horloge.
Ik geraak in paniek en begin nu wild te schrijven. Som 4, som 5 nog een klein stukje en dan...
Ring!!!!! De bel gaat.
Hoera, weer een repetitie verknald...
__________________
Het werkelijke leven is een veel oppervlakkiger gedoe dan men zichzelf bekennen wil. (T. Thijssen)
|