|
11
Ik liep voor het laatst de oude toegangspoort door, tegelijk met de anderen, vanaf nu waren we volleerde priesters, we zouden een opdracht krijgen en mochten die helemaal zelf invullen als we dat wilden. Ik zuchtte toen ik onder de boog door was, nu was er alleen ik, een tas, en een opdracht van God.
Een paar anderen uit mijn gooiden liepen direct naar de overkant van de weg en scheurden de pakketten open waarin hun opdracht zat. Ik volgde hen en zette mijn tas neer op het gras. “Arcana, ik moet het Geloof stabiliseren onder dat barbaarse stelletje.” Iemand anders grijnsde naar de man die naar Arcana zou moeten “Ze worden vast en zeker blij van je, ze zijn nauwelijks acht jaar geleden pas bezet, daarvoor hadden ze hun eigen godheid en een soort magie.”
Ik hoopte dat mijn opdracht iets me naar iets minder gevaarlijke landen zou sturen, maar ja, het rijk was groot en had vele plekken met problemen. Ik ging zitten en nam het kleine pakje en verbrak het stempel van de tempel. Ik slikte onwillekeurig terwijl ik de officiële brief nam die op die bovenop een paar voorwerpen geplakt zat en hem open vouwde. Ik begon te lezen:
“Voor: Priester Beristin Fynolts.
Doel: Bekeren van de barbaren in de nieuw ontdekte werelden achter de Barrière
Plaats: Hamburg
Uw opdracht is als volgt: u, Fynolts, zult afreizen naar de nieuw ontdekte planeten achter de Barrière en daar beginnen met het verspreiden van het Geloof onder de barbaren die daar leven. Voor zover we hebben kunnen achterhalen bezitten de barbaren daar geen heersende religie, verwacht wordt dat u slechts enkele gebruiken in de trend van magie zult moeten overwinnen om de mensen te overtuigen van uw gelijk.
We zijn ons ervan bewust dat er nog weinig fatsoenlijke middelen van transport bestaan en dat de overheid in uw doelgebied de controle voorbehoud over de immigratie naar hun planeten, daarom is voor u vervoer geregeld via een drietal smokkelaars uit deze nieuwe werelden. U dient geen poging te doen hen te bekeren om vervoer veilig te stellen. Gebruik de radio in het pakket om contact met hen op te nemen, de frequenties zijn voorgeprogrammeerd.
Uw toegestane middelen om te bekeren op uw missie:
-Kopiëren heilige schriften: toegestaan
-Kopiëren onware geschriften voor belachelijk maken ervan: niet toegestaan
-Het gunstig interpreteren van de Doctrine voor bekering: toegestaan
-Gebruik van illegale middelen voor het verkrijgen van financiën: toegestaan
-Gebruik van geweld tegen priesters van plaatselijke religies: toegestaan
-Gebruik van geweld tegen aanhangers van plaatselijke religies: niet toegestaan
-Inroepen van (gewapende) hulp van de Centrale Kerk: niet toegestaan
Niet genoemde zaken zijn voor u zelf te besluiten omdat u waarschijnlijk de eerste paar jaren niet met de Kerk zult kunnen communiceren op uw missie, die tenminste tien jaar moet duren alvorens u terug mag keren naar de beschaafde wereld.
Ingesloten vind u een videoboodschap met enkele hoofdstukken uit de geschiedenis van negen tot acht eeuwen terug die belangrijk is voor uw achtergrondinformatie, leert u hierover terwijl u wacht op uw reis of tijdens het reizen.
Veel geluk, Beristin Fynolts”
Ik keek op, de man die naar Arcana ging riep iets “Kijk nou, ik krijg per definitie soldaten mee op mijn missie, veel veiliger.”
Ik bleef nog even zitten kijken naar alle anderen. Sommigen zaten voor zich uit te staren nu het lezen van hun opdrachten, anderen waren juist kinderlijk blij. Ik las de brief nog een keer door en begon te bedenken wat ik zou moeten doen. Eerst contact opnemen met de mensen die me naar de nieuwe wereld moesten brengen en met hen afspreken.
De bar was typisch een achteraf gelegen verwaarloosd hok waar de achterwijken van de stad vol mee stonden. Hier en daar op de vloer lag afval en licht kwam door de vuile ramen nauwelijks binnen. Ik liep door de deuropening en keek rond, aan verschillende tafeltjes zaten mensen te drinken, sommigen duidelijk dronken. Links van me lag een gfh-verslaafde voor dood tegen de muur aan.
Drugsgebruikers, dacht ik bij mezelf, ze verspillen het leven dat hen door Hem gegeven is, ze verdienden niet beter.
Ik keek de tafeltjes af terwijl ik langzaam richting de bar liep, ik viel duidelijk op met mijn felgekleurde kleren tussen de mensen die hier kwamen. Nog voordat ik de bar bereikte stond een kale man in groezelige kleren op en hield me tegen. “We moeten jouw soort hier niet.” Hij greep me bij mijn schouder. “Tenzij.. ik zou wel blij zijn met wat geld voor iets drinken.”
De man trok de tas die ik bij me had met mijn materialen en geld uit mijn handen en draaide zich om terwijl hij erin keek. Direct botste hij tegen een boom van een man aan die met een glimlach hem de tas afhandig maakte.
Hij zag er duidelijk anders uit dan de andere mensen om ons heen, ik weet niet waaraan ik dat zag. “Bedankt dat je de tas van mijn klant hebt bewaard, maar ik denk dat je nu toch echter beter kunt vertrekken.” De man die me had willen beroven twijfelde even, achter de man verscheen een tweede man. “Problemen?” vroeg hij, zijn wenkbrauwen optrekkend.
De eerste man reikte over mijn belager heen en gaf me mijn tas terug. “Ik denk het niet. Toch?” Mijn belager knikte bedeesd en maakte zich uit de voeten.
“Zo, en jij bent dus Beristin Fynolts. Aangenaam. Mij kan je Trent noemen” de man grijnsde “En dat is eigenlijk zoveel als we van elkaar moeten weten. Kom mee, we hebben daar achterin een tafel.” Ik volgde de twee mannen naar hun tafel in een hoek van de bar, waar nog een derde man zat. De man keek op en knikte naar me als een soort begroeting. “Trieste zooi hier, ze zouden alles stelen dat los en vast zit als ze er kans toe zouden krijgen.”
De man die zich had voorgesteld als Trent ging zitten en reageerde “Tja, wat wil je ook, ze worden door de overheid hier arm gehouden, ze moeten haast wel in zulke omstandigheden. Een familie profiteert hier van de opbrengsten van een hele planeet, en de rest krijgt niets.”
"Ik stond toch wel een beetje verbaast dat ze als buitenlanders direct zo’n scherp oordeel over de aangestelde leiders hadden, dat ze zich afvroegen waarom de mensen arm waren als dit zo voorbestemd was.
Maar, niet bekeren was mijn opdracht, ik moest deze mensen observeren om iets te kunnen leren over de manier waarop de mensen uit de nieuwe wereld functioneerden.
De man die net was gaan zitten en kennelijk ook de leider was richtte zich tot me “We zijn ingehuurd om je door de Barrière heen te vliegen en op planeet Hamburg in Rheinland af te zetten. Er is al betaald door degenen die jou gestuurd hebben. We kennen slechts enkele spelregels…”
Ik knikte, wat hij ook zou noemen zou ik toch moeten accepteren. “Een, we hebben elkaar nooit gezien. Twee, wij hebben je nooit ergens heen gevlogen, drie, we zijn daar ook nooit voor betaald. Daarna vliegen wij door naar Liberty en we zien elkaar nooit weer, ok?” Ik stemde in.
“Mooi” zei de man “We vertrekken tegen het vallen van de avond, we vliegen buiten de normale ruimtehaven om de dampkring uit om aan de belastingen en controle te ontkomen.”
Hij legde een kleine kaart voor me neer waar een rode punt op was gezet ergens buiten de stad. “Ontmoet ons daar over precies drie uren, neem niemand mee. Bagage is geen probleem, daar hebben we op gerekend.”
Het gesprek leek uit zichzelf stil te vallen, de drie mannen dronken hun drankjes op en stonden op van de tafel en liepen weg alsof ik niet bestond.
Het viel me nu pas op dat ze alle drie holsters op hun heup droegen met iets dat waarschijnlijk een handwapen was. Dat was wel raar, het was bijna overal op planeten verboden voor gewone burgers om wapens te bezitten, veel te gevaarlijk voor de machthebbers, zo hoorde het ook.
Toen de mannen we waren nam ik mijn handcomputer voor aantekeningen en schreef een paar dingen die me op waren gevallen. Wapenbezit, grote gestalte, gemiddeld ontwikkeld taalgebruik, waarschijnlijk gehard, en vooral in bezit van eigen ruimteschepen, ook iets dat normaal ongehoord was. Een burger die wapens bezit en ruimtereizen kan maken, die nieuwe wereld kon nog een aardige chaos blijken te zijn. Ik stond op, verliet de bar en haastte me de wijk uit, blij weg te kunnen.
De drie freelancers hadden gekozen voor een plek buiten de stad tussen een paar dicht begroeide heuvels. Ik nam mijn koffers van de auto die me had gebracht, toen ik hem aanhield had de boer die er mee reed gereageerd alsof God zelf hem om een lift had gevraagd.
De auto reed weg en ik pakte de kaart. Vanaf hier moest ik nog een paar honderd meter naar het oosten. Ik begon een braakliggend veld over te lopen, mijn voeten zakten weg in de grijze vervuilde grond. Kianu was geen planeet met grote industrieën, maar vervuild was het net zo goed als de meeste andere planeten.
Nadat ik een paar akkers was overgestoken kwam ik bij een stuk bos. Ik haalde nog een keer de kaart die ik had gekregen tevoorschijn. Vanaf hier was het nog maar een paar honderd meter. Ik duwde een paar takken van de bosjes op de grond opzij en begon me door het groen heen te worstelen.
Links van me hoorde ik iets van geritsel en ik had het idee dat ik bekeken werd. Ik besloot er niet op te letten en liep door. De twee koffers die ik had werden al gauw een nachtmerrie in plaats van een goed middel om bagage mee te nemen.
Na een kwartier van me door allerlei begroeiing heen wurmen kwam ik bij een open plek. Op de plek stonden drie grote schepen met kleine stompe vleugels, achterop grote motoren, en van de schepen was veel groter dan de andere twee. De twee kleine schepen deden me wel iets denken aan de wespen die op sommige plekken op de planeet nog voor kwamen.
Achter me verscheen opeens een van de freelancers uit de bar, hij klopte me op de schouder terwijl hij voorbijliep en een van de koffers greep en naar de schepen begon te dragen. “Dat ging langzaam joh, je moet aan je conditie werken.” Riep hij met een zwaar accent en een grijns over zijn schouder.
Ik zeulde mijn overgebleven koffer mee naar de schepen waar de andere twee freelancers rustig tegen het grootste schip geleund stonden te praten.
De man die mijn koffer had meegenomen wenkte en verdween achter het schip. Ik liep achter hem aan en vond een openstaand laadruim. Ik liep naar binnen.
De man zelf was bezig mijn koffer aan een rij kisten vast te binden. Ik zette mijn andere koffer ernaast, hij begon direct die ook met een aantal elastische banden vast te zetten. Ik keek naar de kisten. Het hele ruim was ermee vol gestouwd.
“Wat nemen jullie mee in die kisten?” vroeg ik de man toen hij klaar was met mijn koffers. Hij keek me aan en haalde zijn schouders op. “Wat produceren jullie op grote schaal in dit stelsel? Die synthetische drugs.. GHF was de afkorting geloof ik. Hmm, of iets anders. Ach.”
Ik schrok, als we met een lading GFH gepakt zouden worden zouden we zonder veel omzien de doodstraf krijgen. De man zag mijn reactie en zijn gezicht verschoot naar een frons “Je heb daar hoop ik geen problemen mee? In Liberty is met dit soort troep gigantisch veel geld te verdienen.”
Hij grijnsde “En we hoeven ons niet te storen aan de politieorganisaties hier, ze zijn omgekocht, en als ze problemen maken zouden we ze makkelijk kunnen omzeilen. Enig idee hoe log de schepen waar jullie mensen in vliegen zijn?”
Ik vroeg me af wat voor schepen dit waren dat ze zomaar een politiefregat achter zich konden laten maar besloot om de zaak te laten voor wat het was, eerst moest ik naar de nieuwe wereld zien te komen. De leider van het trio verscheen bij de achterkant van het schip. “Kom op, we vertrekken. Jus is al in de lucht.” De man naast me knikte en haalde een apparaat uit zijn zak. Hij drukte een aantal toetsen in en de achterklep kwam met een zoemend geluid omhoog zetten.
Met een bons sloot de klep en er klonk een geklik in de wanden. De man knikte tevreden en testte met zijn hand de banden waarmee mijn koffers vast zaten. Hij liep tussen de kisten door naar de voorkant van het schip en wenkte me te volgen. De man dook in elkaar en ging een klein luik door. De cabine was redelijk hoog, de man kon rechtop staan ondanks dat ik hem op een meter of twee schatte qua lengte. Er stonden twee stoelen, de ging zitten en wees me de andere stoel terwijl hij de systemen begon op te starten. “Riemen vast, we zijn al laat. Over een half uur is ons geld ‘uitgewerkt’ en krijgt de politie weer ogen en oren.”
Voor ons stond een van de lichtere schepen. Eronder verscheen een witte gloed en het schip begon los te komen van de grond. Op het instrumentenpaneel tussen ons in verscheen een figuurtje, een kleine holografische afbeelding van de man zelf.
De holografische figuur begon te spreken en direct een lijst af te ratelen. “Systemen actief. Reactor stabiel en actief. Motoren actief. Elektronica online. Communicatiefrequentie gevonden. Schilden geladen en actief.”
Een seconde lang zag ik een kleine flikkering rond het schip in de ruiten. Het figuurtje besloot zijn lijst “Klaar voor opstijgen. Geplotte koers 480 over 310 op 47.”
We begonnen op te stijgen, het schip draaide rustig naar links en steeg boven de bomen uit. Ik wierp een blik over het landschap heen en zag in de verte nog net de stad liggen waar ik zo lang had gestudeerd om dit te kunnen bereiken. De holografische man begon weer. “Inkomende communicatie.. Toelaten?” “Vertel hem dat hij kapot kan vallen.” grijnsde mijn piloot naar zijn holografische alter ego.
Boven de figuur werd een vierkant geprojecteerd en het gezicht van de leider van het groepje freelancers verscheen. “Ik heb nog niets kunnen vinden hierboven. Jus blijft bij je voor het geval iemand besluit om ons ruim te scannen en toch de held te spelen. Ik heb de radar gestoord, maar over twintig minuten zal het ze opeens opvallen, tegen die tijd moeten we weg zijn.” Ons schip trok zijn neus omhoog en begon snelheid te maken, ik werd iets in mijn stoel gedrukt. We gingen al redelijk snel door de wolken heen en vlogen de ruimte in. Na een paar minuten stijgen voelde ik me alsof iets me uit mijn stoel probeerde te trekken, elke beweging voelde erg licht aan.
Het hologram voor mijn strekte zich uit alsof hij zich verveelde en merkte met een droge stem op “Ruimtegrens bereikt, kunstmatige zwaartekracht ingeschakeld.” Het hologram ging binnen zijn eigen projectie zitten en keek me aan. Ik fronste, het leek wel alsof de projectie me kon zien. Om te testen zwaaide ik mijn hand links en rechts voor de projectie langs. De projectie volgde me en begon daarna mijn hand met zijn vinger na te wijzen.
De man naast me keek naar me en begon te lachen “Nog nooit een hologram gezien?” Ik realiseerde me hoe dom het er uit moest zien om te zwaaien naar iets dat niet echt bestond en stopte.
“Nog niet een die kan praten en op me reageert, nee.” ”Ach, een kwestie van programmeren, deze is nog niets eens zo geavanceerd. Ik heb hem maar ingesteld om op mij te lijken, ik kon het origineel dat bij het schip werd geleverd niet uitstaan."
De man trok met een simpel gebaar de riemen van zijn stoel los en leunde achterover. Het hologram richtte zijn aandacht op mijn piloot “Automatische piloot inschakelen?” “Ja, volg vluchtplan Kianu Zwart Zes, geef signaal voor formatievliegen.” “Kianu Zwart Zes, formatie verstuurd.” Bevestigde het hologram. De piloot keek hoe op een scherm werd aangegeven dat de twee andere schepen links en rechts achter ons waren komen vliegen.
Mijn piloot trok de mauwen van zijn kleren met een klein knoopje los en ontspande zich. “Zo, we zijn onderweg. Je kan doen wat je leuk vind.” Ik wierp een blik op hem. Nu hij zijn mouwen los had viel het me opeens op dat op zijn onderarmen aan iedere kant vier stekels uitstaken die wel van bot leken te zijn.
Ik dacht bij mezelf na over wat ik wist over versieringen en decoraties van culturen. Versieringen die op wapens leken kwamen vaker voor, maar altijd onder culturen die nog niet bekeerd waren. Vaak waren het symptomen van hechten aan kracht en geschiktheid om te vechten.
Mijn piloot leunde achterover in zijn stoel en vouwde zijn handen achter zijn hoofd. De stekels bewogen mee en gingen tegen zijn onderarm aan plat liggen.
Ik moest moeite doen een zichtbare reactie te onderdrukken, dit was geen sierraad, de man had controle over die dingen.
Hij was zich niet bewust van mijn reactie en drukte een aantal toetsen in. Voor hem verscheen nog een projectie met een tekst erop en hij begon te lezen. Ik moest weg hiervan. Ik bedacht me dat ik nog steeds de informatie over mijn missie moest bekijken. “Ik moet nog wat dingen bestuderen in mijn bagage. Is dat goed?” Vroeg ik de man. Hij keek even op en knikte afwezig “Mij best, vraag het schip maar als je verder nog iets nodig hebt.” Ik knikte, haalde mijn riemen los en stond op.
Ik ging door het luik naar het ruim en zocht de plek op waar mijn koffers waren neergezet. Ik kon er niet echt uit komen hoe het systeem waarmee de koffers vast zaten werkte. Ik trok aan de elastische lijnen, ze gaven iets mee, maar weigerden toen mijn koffers nog een millimeter verder te laten gaan. Ik keek door het ruim of er ergens een bediening voor was. “Hoe krijg ik deze dingen los?” riep ik in de richting van de cabine. Op de koffer voor me verscheen weer de holografische projectie, deze keer iets kleiner, mischien twintig centimeter groot. “U wenst het bagagerek hier los te halen en deze koffers te openen?” Ik keek het hologram een moment aan en reageerde twijfelend “Uhm.. Ja, ik moet iets hebben dat in de koffer zit.” Het hologram wees naar de punten waar de lijnen tegen de kist erachter geplakt zaten. “Druk uw vingers er tegenaan, knijp en wacht.”
Ik deed zoals het hologram verteld en pakte een van de uiteinden van de lijn vast. Na een seconde reageerde de elastische stof en liet zonder dat ik er verder aan trok los. Ik bekeek het uiteinde, het had geen duidelijke manier om het te bevestigen. Ik hield het tegen de palm van mijn hand aan. Prompt veranderde de stof een plakte zich aan mijn hand vast. Ik kneep de lijn weer in en het plakkerige effect verdween direct.
Ik trok mijn koffer uit de lijnen en plakte ze terug waar ze eerst zaten, het was een handig systeem.
Ik legde mijn koffer bovenop een van de kisten waar ze niet bovenop elkaar gestapeld waren in ging op zoek naar het studiemateriaal. Ik vond een paar videoboodschappen in hun zwarte vierkante hoezen en pakte er een afspeelapparaat bij. Ik pakte de kabels van het apparaat en sloot ze aan op de hoes. Ik zette de boodschap aan en ging op de kist zitten, leunend tegen de stapel kisten erachter.
Het beeld van het apparaat werd wit en een man met de kleren van een hogepriester aan verscheen in het beeld. “Historisch materiaal. Nr 84.257.45, De Zuivering. Jaren 3218 tot 3225. Bezit en bekijken is voorbehouden aan functionarissen van de Centrale Kerk. Onterecht bezit of gebruik is strafbaar.” Ik knikte onbewust en ging rustig voor de film zitten. Er verschenen beelden van politici van bijna acht eeuwen geleden, planeten, kaarten en fotobeelden uit die tijd. De verteller begon zijn verhaal. “3200 was de vierde eeuw waarin Het Geloof zijn rechtmatige plaats in het heelal had ingenomen. De Grote Uitbreiding was dertig jaar daarvoor begonnen en steeds meer planeten bekeerden zich tot het Geloof. Terwijl de goede boodschap tot in de uithoeken van het heelal verspreid werd liep de expansie vast tegen een gigantische nevel die De Barrière werd genoemd omdat hij in alle richtingen zich uitstrekte. Pogingen om de Barrière te verkennen slaagden tot op heden niet vanwege gevaarlijke omstandigheden en navigatieproblemen, honderden dappere ruimteverkenners vonden de dood in allerlei gevaarlijke verschijnselen. Sinds de laatste expeditie in 3202 werden geen pogingen meer gedaan om de Barrière te verkennen. Aangenomen wordt dat God dit heeft bepaald als grens van het heelal waarin we mogen leven.” De tape was duidelijk verouderd aangezien ik naar de andere kant op weg was en daar nog mensen waren ook. De verteller onderbrak zichzelf een moment ging door “3210. Een nieuwe groep laat van zich horen die openlijke kritiek heeft op het beleid van de kerk. Deze groep stelde dat de mens zelf uitgangspunt moest zijn van ons handelen, en dat de Centrale Vergadering omgevormd moest worden en door het volk van iedere planeet zelf gekozen moest worden. De groep kreeg aanhang onder kunstenaars, academici en enkele politici. Ze ontwikkelden zich tot grootschalige godslasteraars en stelden Zijn bestaan aan de kaak, ze vonden onze Godheid onrechtvaardig en stelden op basis daarvan dat deze of niet bestond of niet het aanbidden waard was. In 3212 werden hun uitingen verboden door de Kerk en ging de beweging voor zover dit kon ondergronds door. Een groep splitste zich af en vormde het Groene Front dat streed voor het beperken van de industrie om het onleefbaar worden van planeten te voorkomen. In 3213 werd verbood het huis Atani de groep en arresteerde hun leiders. Dit veroorzaakte een scheuring in het Groene Front, een groep bekeerde zich weer, een andere groep begon met het gebruik van geweld om hun doelen te bereiken. In de affaire die volgde terwijl de overblijfselen van het Groen Front aanslagen pleegden op fabrieken op industrieplaneten viel er een stilte rond de oorspronkelijke groep, onbekend is waar ze zich mee bezig hebben gehouden. In 3213 kwamen de Bewakers der Kerk echter de man op het spoor die werd gezien als de leider van de groep van critici. Het bleek dat hij een aanhang van duizenden mensen om zich heen had verzameld en met hen streefde naar een volledig op de mens zelf gerichte toekomst. De Bewakers arresteerden de leider, Drago, wiens verdere naam niet langer uitgesproken mag worden samen met honderden van zijn volgelingen. De planeet waarop dit gebeurde kwam tegen zijn arrestatie in opstand, en de adellijke familie van de planeet koos ervoor de man te bevrijden en een vrijplaats te bieden. Grote diplomatieke druk werd op deze familie uitgeoefend, ze werden ook officieel uit de Kerk uitgesloten vanwege hun steun aan een godslasteraar. De situatie ging een lange tijd zo door en werd deels vergeten door grote opstanden in een cluster planeten aan de andere zijde van het Kerkelijke rijk. In 3223 kwamen de Bewakers van de Kerk een veel ernstiger probleem op het spoor. De groep der critici was veranderd in hun denken. Ze hadden besloten hun ideaal dichterbij te brengen door de mensheid zelf te veranderen. In laboratoria op de planeet die hen een vrijplaats had geboden werkten Drago en zijn volgelingen aan het genetisch aanpassen van de menselijke soort en hen te veranderen in wzt ze vonden, betere mensen. De Kerkelijke Raad besloot onmiddellijk dat dit een gevaarlijke ontwikkeling was en riep alle adellijke huizen samen om deze vervuiling van de mensheid ongedaan te kunnen maken. Een gigantische militaire macht zette koers naar de planeet en na een kort gevecht werden zowel het plaatselijke Huis als de volgelingen van Drago verslagen. De gecombineerde vloot van alle Huizen zette vervolgens het planeetoppervlak in brand en vernietigde al het leven op de planeet, de vruchteloze pogingen om de menselijke soort te corrumperen schoon brandend.”
Ik fronste, dat was een stuk geschiedenis waar we tot nu toe niets over gehoord hadden, en alle adellijke families die de kerk helpen tegen een bepaalde bedreiging is toch niet iets dat vaak voor kwam. De verteller begon met het afmaken van zijn verhaal. “Drago en zijn volgelingen vonden de dood tijdens de schoonmaak van de planeet, enkele van zijn schepen wisten de Barrière in te vluchten waar ze met enige verliezen aan de zijde van de kerk uiteindelijk vernietigd konden worden, waarmee deze bedreiging voor de mensheid voor altijd beëindigd werd.” De video eindigde met een aantal beelden in de tijd vanuit de vloot van de families genomen. Het hele planeetoppervlak zag er vanuit de ruimte inderdaad uit alsof de hele planeet in brand stond, het beeld switchte naar een paar schepen die de grote nevel van de Barrière in verdwenen, achterna gezeten door schepen van de Kerkelijk vloot.
Ik besloot direct erna maar de instructies te kijken die ik op een tweede videoboodschap mee had gekregen. Nadat ik de boodschap aanzette verscheen dezelfde hogepriester die nu het woord tot mij persoonlijk richtte.
“Voor missionarissen naar de gebieden die bekend staan als de nieuwe wereld. Na het maken van de originele geschiedschrijving zijn er een aantal dingen veranderd. Het is mensen gelukt de Barrière door te komen en erachter een beschaving te stichten. Aangezien het niet bekend of er ooit mensen een poging hebben gedaan de Barrière door te komen moeten we rekening houden dat toch enkele volgelingen van de opstandelingen van destijds ontkomen zijn. Verhalen van de eerste ontdekkers die contact maken duiden hier ook op. Hoe groot het aantal mensen dat aan de andere kant van de Barrière leeft en hoever deze mensen technisch zijn weten we niet. Een van uw taken als missionarissen zal zijn dit uit te zoeken.”
Het viel me op dat de man over een meervoud gesproken had, ik was dus niet de enige. De man besloot met een algemene gelukswens en de video eindigde. Ik overdacht alles dat ik in de video gehoord had. De mensen waar ik naar toe ging waren misschien dus helemaal geen mensen. Hoeveel zouden ze verschillen? Kon ik dat aan ze zien? Zouden ze zich nog wel normaal gedragen?
Terwijl ik duizend dingen tegelijk probeerde te overdenken verscheen opeens het hologram van het schip naast en zwaaide om mijn aandacht te trekken. De stem verschoot naar de normale stem van mijn piloot in plaats van de licht verdraaide stem die het hologram tot nu toe had gebruikt.
“Fynolts, we gaan zometeen door een ruimtegat heen. Ik moet dan de kunstmatige zwaartekracht uitschakelen en het kan hier en daar wat schudden. Het is het beste als je terug komt en je even in je stoel vast zou gespen.”
Ik pakte snel mijn spullen weer in en duwde daarna de koffer terug achter de lijnen waar die eerst zoveel moeite hadden gekost om los te krijgen. Ik haastte me terug naar de cabine waar mijn piloot zich nu weer concentreerde op het vliegen.
Nadat ik was gaan zitten klikte ik de riemen op hun plaats, een blik naar buiten leerde me dat we kennelijk al door een soort nevel vlogen. “Waar zijn we nu precies?” “Een eind de Barrière in, we zitten nu in een stuk dat bekend staat als Wichead. Zometeen springen we naar een heel ander stuk van de nevel. Vanaf daar is het twee sprongen tot aan Tau 20. Vanaf daar kunnen we gewoon doorvliegen tot aan Hamburg. Daar zetten we u af op Station Droschen, en dan bent u er.”
“Sprongen?” informeerde ik, benieuwd naar wat de man precies bedoelde. Voordat hij uitleg kon geven werden we onderbroken door de stem van de leider van de freelancers die door de communicatie klonk. “Hier, ik heb het gevonden. Vlieg vier-acht over zes-twaalf.” Mijn piloot en een andere stem bevestigden.
Na een paar seconden vliegen werd het stof opeens dunner en ik zag een schip naast ons verschijnen. In de verte kwam snel het andere schip uit de formatie dichterbij dat zweefde boven... tja, ik wist niet wat het precies was. Ik zag onder het schip allerlei kleuren door elkaar heen lopen en elkaar met elke seconde afwisselen. Er zat geen patroon in, en een solide object kon ik er ook niet in zien. Mijn piloot wees naar het fenomeen. “Dat bedoelde ik met springen. Die dingen zijn als het ware een gat in de ruimte. Daarachter kom je terecht in wat wordt aangenomen dat een andere dimensie is. Je vliegt daar doorheen en het zuigt je naar nog zo’n gat dat helemaal op een andere plaats ligt. Het bespaart weken of zelfs maanden vliegen.”
Weer verscheen de leider op het scherm. “Ik heb wat metingen gedaan, we kunnen er nog doorheen. Het gat heeft nog een week of twee te gaan voordat het zich verlegd” Ik fronsde en keek mijn piloot aan. “Er doorheen? Wat gebeurd er als het zich verlegd en je er doorheen gaat?”
“Boem.” antwoordde hij droog en grinnikte. Opeens verdween voor ons het schip van de leider uit het zicht. Het schip naast ons vloog ons voorbij een verdween ook in het rare fenomeen voor ons.
Kalm stuurde mijn piloot naar voren en vloog ook de lichtmassa binnen. Opeens werden we door het ding opgeslokt en veranderde de hele omgeving om ons heen.
Het zicht op de ruimte werd vervangen door een fel lichtblauw overal om ons heen en het schip begon flink te trillen. Voor ons uit leek het iets donkerder te zijn en ik zag de twee schepen die ons voor waren gegaan de meest krankzinnige sprongen en maneouvres maken die ons schip een seconde erna leek na te doen.
Ik keek verward van raam naar raam, niet zeker hoe ik me op deze omgeving moest orienteren. De piloot naast me zat volledig geconcenteerd te kijken naar zijn instrumenten en ramde af en toe opeens als een razende op toetsen om dingen te corrigeren. We vlogen een paar minuten op die manier terwijl ik verstijfd in mijn stoel zat, afwachten was waarschijnlijk het beste.
Opeens was het blauw weg en stopte het schip abrupt met trillen. Om ons heen was de ruimte weer verschenen. De ruimte hing vol met witte asteroïden en we minderden snel vaart tot we stilstonden. De twee andere schepen hingen nog steeds voor ons en hingen ook stil. Het hologram van het schip verscheen en kondigde op tevreden toon aan “Sigma 41. Sector HF-91 Carvin asteroïden veld.” aan te kondigen. Mijn piloot haalde met een paar knoppen een grote driedimensionale projectie van een kaart tevoorschijn waarop allerlei objecten werden aangegeven met kleine tekstjes. Hij trok een klein langwerpig voorwerp los van het instrumentenpaneel en wees me een plek ergens rechtbovenin de projectie aan. “We zitten nu hier...” Hij draaide de projectie met een gebaar ondersteboven en wees een tweede plaats aan. “Hier vliegen we langs Holzman. Een buitenpost van de Kruger corporatie. Vanaf daar springen we naar Tau 19, dat is volledig onbewoond. Tau 20 is maar een paar minuten vanaf daar. In totaal zijn we maar 5 uur onderweg.”
Opeens kwam de radio weer tot leven. De stem van de derde freelancer klonk gejaagt door de verbinding heen. “Problemen, en grote ook. We hebben een onbekende formatie in aantocht. Wel twintig schepen, mischien meer. De metingen lijken erg op Zeloten.” Prompt vloog mijn piloot op zijn instrumenten en kwamen we in beweging. De twee andere schepen namen ieder een plek op onze flanken in en vlogen mee.
Voor ons verscheen een projectie op de ramen met de naam Holzman getal, ‘312 Kk’ eronder. Mijn piloot vloekte hardop. “Meer dan driehonderdduizend kilometer tot aan Holzman. Dit kost ons de helft van de lading aan dat stel psychopaten, als we al niet kansloos afgeschoten worden.” Ongevraagd begon hij uit te leggen terwijl nogmaals de kaart voor zich projecteerde, waar nu een aantal rode stipjes de plek waar wij werden aangegeven naderden. “De Zeloten zijn een groep die een paar decennia terug onder de invloed raakte van een of andere mafkees die zichzelf een profeet vond. Zodra hun nieuwbakken religie vastliep in de sceptische houding van de mensen veranderde hun idee van verlossen naar mensen uit de wereld helpen. Zwaarbewapende piraten. Ze proberen geld te verdienen door mensen als ons te beroven of aanvallen op de asteroïdenmijnen die Kruger in dit stelsel heeft. De enige reden dat de UP ze nog niet uitgeroeid hebben is dat Liberty geen militairen in dit grensgebied wil hebben, bang voor de winst van hun bedrijven.”
De afstand tot Holzman stond nu op 295.000 kilometer. Er klonk een waarschuwingssignaal van de instrumenten gevolgd door nog een vloek. We zijn al bijna binnen hun bereik, binnen een paar minuten gaat hier de hel losbarsten.”
We vlogen nog enkele minuten zo door terwijl de andere schepen dichterbij kwamen. Toen we nog een 200.000 kilometer van de basis van Holzman waren klonk er een nieuwe stem door het communicatiekanaal “In Zeshia’s naam, stop. Wij eisen uw lading als bijdrage aan de profeet!”
De man begon nog meer op te dreunen, maar mijn piloot mepte nijdig op een knop en de stem verdween naar de achtergrond terwijl hij de andere freelancers opriep. “Wat denken jullie? Vluchten of vechten? Ik kan niet snel vooruit komen tussen deze asteroïden. Ze halen ons ver voor Holzman in.”
Het bleef even stil, toen klonk de stem van Trent weer “Jij vliegt door. Nadat we Holzman om hulp hebben gevraagt proberen we ze op te houden. Nadat we een noodsignaal uitzenden openen ze waarschijnlijk toch al het vuur.” Beide andere bevestigden de aanpak.
De twee schepen voor ons lieten hun motoren uitvallen en draaiden terwijl ze doorvlogen op hun resterende snelheid. Ze schoten ons voorbij en verdwenen achter ons terwijl mijn piloot frequenties veranderde en de basis die daar ergens in de verte moest zijn. “Holzman, dit is formatie Freelance B-6, we worden aangevallen door Zeloten en ongeveer 180 van u verwijderd op 80-65. We vragen dringend hulp aan.” De basis reageerde direct. “Dit is Holzman, we hebben u op de radar. op dit moment twee patrouilles die u kunnen bereiken. Neemt u koers 120-35 en vliegt u naar de open ruimte tussen de asteroiden. De Winchester zal zijn koers verleggen om u dekking te kunnen bieden. Holzman uit.”
Mijn piloot keek verbaasd “De Winchester. Wat doet een slagschip van de UP nu hier?”
Hij werd onderbroken door nog een binnenkomend radiobericht. “Freelance B-6, dit is de centrale vluchleiding van UPs carrier Jormungand. Twee vluchten hebben hun koers aangepast om uw vijanden te onderscheppen. Verwachtte onderscheppingstijd drie minuten.”
Mijn piloot haalde weer een projectie tevoorschijn waarop het gevecht tussen onze twee escorte’s en de Zeloten te zien was. De Zeloten vlogen veel grotere schepen en hadden problemen om hen bij te houden, maar als ik keek naar hoeveel projectielen ze in het rond strooiden hadden ze veel meer vuurkracht dan de twee freelancers die hen probeerden op te houden.
Na een paar minuten braken de twee het gevecht af en vlogen in dezelfde richting als wij deden, achterna gezeten door de schepen van de Zeloten.
De projectie rolde om zijn as en zoomde uit om een overzicht van dit stuk van het stelsel te geven. Onze drie schepen zaten nu tussen de groep Zeloten en de twee patrouilles in die nu samen waren gekomen en onze richting op kwamen.
Aan de zijkant van de tangbeweging was een grotere driehoek die langzaam omtrekkende beweging maakte “Als die Zeloten niet in de komende minuut omkeren dan lopen ze tegen de twee patrouilles aan, en zit de Winchester achter ze als ze proberen terug te trekken. Ze gaan eraan.” observeerde de piloot.
Een paar momenten later verscheen inderdaad een formatie schepen voor ons die met hoge snelheid op ons af kwamen zetten.
De schepen waren langwerpig, groengekleurd met blauwe tekens erop, ieder met twee korte vleugels waarop zo te zien wapens gemonteerd waren. De formatie lanceerde raketten die eerst een seconde voor ons bedoeld leken. Toen we een beetje omlaag doken volgden de raketten ons niet en vlogen over onze formatie heen, kort daarop gevolgd door de schepen die ze af hadden gevuurd.
De schepen flitsten ons voorbij en doken het gevecht met de schepen van de Zeloten in. Onze escorteschepen leken het gevecht zonder schade te hebben overleefd waren nu weer naast ons komen vliegen, mijn piloot was duidelijk opgelucht terwijl hij de projectie draaide om het gevecht tussen de Zeloten en de UP schepen te kunnen volgen.
De Zeloten waren door het salvo raketten uit hun formatie gedreven en de UP schepen vlogen tussen hun formatie om de chaos nog erger te maken. Een van de schepen van de Zeloten dreef stuurloos weg met vernielde motoren.
“Dat is regel één. Zoek nooit de confrontatie met de wet hier, want in confrontaties zijn ze veruit de beste. Je mag en kan heel veel, maar doe je iets dat niet mag, dan zijn de consequenties er ook naar.” Merkte mijn piloot op, terwijl hij met een half oog het gevecht bekeek.
De Zeloten leken weg te vluchten en raakten buiten bereik van de camera. De radarprojectie nam het over en we zagen de schepen van richting veranderen en terugvliegen naar waar ze eerst vandaan kwamen. De grotere stip van het slagschip Winchester lag nu echter midden in hun vluchtroute.
Ik keek ademloos hoe twee rode stippen stopten, nogmaals omdraaiden en prompt verdwenen toen de groene stippen van de UP jagers hen bereikten. De overigen probeerden voorbij het slagschip te komen. Een voor een vielen de stipjes weg terwijl ze het slagschip naderden, de laatste verdween vlak voordat hij er voorbij had kunnen komen.
De projectie schakelde zich uit en we vlogen verder, nu vlakbij Holzman.
In de verte kon ik de basis alzien verschijnen tussen de asteroïden. Het zag eruit als een langwerpige metalen doos met afgeronde hoeken, aan zowel de onder-als bovenkant was een grote koepel aangebracht, op de zijkant zaten aan iedere kant twee grote zeshoekige deuren.
Achter de basis zag ik iets liggen dat bijna even groot was en dezelfde kleuren had als de jagers die ons eerst voorbij waren gekomen. Ik wees het aan en vroeg wat het was. “Ow, dat. Dat is de Jormungand die ons daarnet hulp verleende. Het is een schip dat puur bedoeld is om allerlei militaire schepen en uitrusting te vervoeren. Op het moment gebruiken ze de Jormungand als basis voor de patrouilles die het stelsel hier veilig moeten houden. De opbouw is nogal ongebruikelijk. Ze bouwen alle opslagruimtes rond een aantal centrale vervoergangen, en daarop worden vervolgens voor de verdediging geschutstorens geplaatst. Ik moet toegeven, voor zover ik zelf kan analyseren met mijn scanners zitten er geen hoeken rond dat ding die het niet kan beschieten, dus de enige manier om er wat tegen te doen is met zware schepen.”
De man ging nog door. “Ik hoop alleen werkelijk dat ze niet de moeite doen onze lading te scannen. Als ze erachter komen wat we vervoeren dan verdwijnen we achter de tralies.”
Ik dacht er het mijne van, maar ik had weinig keus om naar de planeet Hamburg toe te komen, als we gescand werden, dan was dat zo.
Ik keek naar het schip terwijl we er met een beetje verminderde snelheid voorbij vlogen, het was werkelijk gigantisch, ergens op de zijkant was een groot symbool te zien, een familie omgeven door een krans van bladeren met een aantal sterren boven hen op de achtergrond.
Rond het schip vlogen tientallen kleinere schepen rond, sommige militaire jagers zoals ons eerder te hulp waren geschoten, andere kennelijk vrachtschepen zoals wij.
Na een tijdje leek het er niet op dat een van de schepen een poging zou wagen onze lading te scannen, we vlogen door en lieten de basis achter ons.
We kwamen weer tussen de asteroïden terecht en vlogen door naar het volgende ‘ruimtegat’. Zonder problemen konden we het gat bereiken en er zoals de vorige keer, doorheen vliegen. Weer de blauwe tunnel, deze maal wat korter, en opeens waren we weer in open ruimte, nog een stelsel dichter bij mijn doel.
__________________
"Republicans understand the importance of bondage between a mother and child." - Dan Quayle
|