Je leert schrijven door te schrijven. Zo simpel is het.
Een groot verhaal schrijven is echter een heel moeilijke, tijdrovende klus:
Ten eerste kan je nooit in een keer een groot verhaal schrijven die helemaal klopt. Veel boeken worden pas uitgegeven nadat ze 5 tot 10 keer overnieuw zijn geschreven. Niet alleen door afwijzing, maar door de talloze punten die de schrijver anders had willen doen. Schrijven is een proces van creëren en schrappen, en beide zijn even belangrijk.
"De eerste versie van een verhaal bestaat slechts om een tweede mogelijk te maken."
Ten tweede is schrijven een eenzaam vak. Je bent helemaal op jezelf aangewezen. Jij gelooft in je verhaal, en moet dat blijven doen. Hecht geen waarde aan een paar demotiverende meningen van anderen, maar wees wel kritisch tegenover je eigen werk. Het verhaal dat je wilt schrijven bestaat alleen in jou, en jij bent dus de enige die kan oordelen of je echt het verhaal schrijft die in je hoofd zit, en die naar buiten wilt komen door jou inspanning.
Jij maakt de regels, jij creëert de betekenis van je verhaal, niemand voelt wat jij voelt terwijl je schrijft. Dit laatste betekent echter dat de lezer niet altijd zal voelen wat jij voelt. Als bij jou de tranen over de wangen rollen bij het schrijven van een emotionele passage, zal de lezer misschien alleen maar met zijn ogen knipperen.
Geloof dus in de betekenis van je verhaal, maar houd er rekening mee dat de lezer het helemaal niet zo kan beleven. Wat voor jou herkenbaar is, hoeft voor iemand anders niet zo te zijn. Zorg dat je je verhaal van verschillende perspectieven durft te bekijken.
Ten derde raad ik je het boek "Het geheim van de schrijver" van Renate Dorrestein aan. Het zal je onder andere meer duidelijkheid geven over de waarde van je verhaal, en de relevantie van fictie. Houd echter een woordenboek paraat, want de woorden die ze soms gebruikt zijn echt onnodig ongebruikelijk.
Begin met een idee. Een begin, een conflict, een hoofdpersoon, en SCHRIJF.
Ik wens je alle geloof en inspiratie toe.
|