Advertentie | |
|
12-01-2010, 20:37 | ||
Citaat:
__________________
Altijd nuchter
|
29-01-2010, 19:14 | ||
Citaat:
maar ja regels zijn regels als iemand los roept moet je diegene de kans geven om een verhaal te schrijven (ook al is die nu dus veranderd in vrij)
__________________
het leven is raar, het ene moment kan het niet stuk en het volgende moment ligt het in diggelen.
|
29-01-2010, 20:18 | ||
Citaat:
__________________
Ik klop op de deur van de steen. / 'Ik ben het, doe open.' // 'Ik heb geen deur,' zegt de steen.
|
02-02-2010, 11:49 | ||
Citaat:
(Als je al bezig was mag je hem best alsnog posten en dan geldt jouw nieuwe titel want jij was eerder met los roepen maar ik wil ook graag een verhaaltje schrijven ) Vrij Niets anders bewoog, dan een hoopje in een hoekje. Ineengefrommeld, bewoog het ritmisch, het hoopje probeerde zich vast te klampen aan deze wereld om niet in een andere te verdwijnen. Één spleet tussen de zware natuurstenen, die muren vormden, liet licht door. Het zou nog anderhalf uur duren voor het licht op het hoopje zou vallen. Want natuurlijk was het hoopje niet zomaar een hoopje. Het was een meisje. Ze had haar knieën opgetrokken onder haar hemd, haar armen tegen haar borst geklemd, haar hoofd gebogen, haar ogen gesloten. Haar haar sliertte om haar lichaam heen als touwen die haar bonden. Ze kon bewegen, zich een meter verplaatsen. Dan zou ze in de zon zitten. Dan zou ze in het licht zitten. Maar ze wachtte tot het licht naar haar kwam. Stil wachtte ze af. Ze bewoog niet. Bijna niet - want ze ademde. Haar hart pompte, haar longen zogen hoopvol de stoffige, muffe lucht in. Het duurt zo lang. Ze zit daar maar. Het is zo koud, uit de zon. Meisje, ga toch in het licht zitten, warm je aan de zon, warm je aan haar stralen, laat de zengende zomerhitte je huid branden, toe, kom naar het raam! Maar ze wacht en het licht wendt zich tot haar, met een tempo dat duidt op meer geduld dan één zo'n mensenkind in een leven ooit kan vergaren. Maar ze is een geduchte tegenstander. Immers, het zonlicht trekt naar haar toe en zij verroert geen vin. Dan lijkt ze te bewegen. Niet alleen haar longen en haar hart, en haar hongerige maag en haar pijnlijke darmen en haar versteende nieren en haar verarmde bloed bewegen, maar ook haar verslapte spieren, haar verdroogde huid, haar pijnlijk koude botten bewegen. Ze opent zich. Het licht is bij haar gekomen. Ze richt haar gezicht moeizaam op naar de spleet in de muur - die je raam zou kunnen noemen, daar er niets is in haar cel dat meer raam is dan die spleet - ze zuigt het zonlicht op. Ze is als een bloem onder een rots, die zich versterkt en volzuigt zodra iemand de rots optilt. Maar zo gauw het licht precies op haar schijnt en ze helemaal gehuld is in warmte en licht en hoop en geluk, valt een schaduw. Als een lappenpop zakt ze in elkaar, terug naar haar ineengedoken houding. Een kraai zit in het raam. Hij belemmert haar en het zonlicht van hun ontmoeting, die eens per etmaal plaatsvindt. Met glimmende kraaloogjes kijkt hij haar aan en hij zegt: 'Meisje, wat wacht je? Kom naar het raam! Je bent sneller dan het licht, je bent slimmer dan het licht, kom naar het raam!' Ze beweegt niet. Geen ontkenning, geen teken dat ze de vogel hoort. Hoort ze de vogel? Vogels praten niet. Ze is vast bang dat ze naar een andere wereld gezogen wordt. De kraai kruipt wat dichterbij. Hij probeert een reactie te ontlokken. Hij gaat zelfs op haar hoofd zitten, knabbelt haar oren, gaat naast haar zitten om haar handen te pikken - maar dan kan de zon haar weer zien. Het licht krijgt haar weer in zijn greep en ze begint te bewegen. Als een beeld dat tot leven komt. Heel langzaam richt ze zich op. Haar handen bewegen, haar hoofd beweegt. Ze grijpt de kraai. De kraai smeekt, de kraai gilt, maar met een eenvoudige beweging breekt ze zijn nekje. Ze bijt zijn kop af, trekt zijn veren uit en steekt ze in haar haren. En het worden steeds meer veren, haar armen worden bedekt met veren, haar voeten worden poten, haar hemd valt af, haar blonde haren rukt ze uit haar hoofd en strooit ze tussen het stro op de vloer, waar ze tot stro worden. Wraak zal ze nemen, wraak! Ze zal vrij zijn! Sterk zet ze af, alsof ze niet honderd jaar ineengedoken heeft gezeten, wachtend op de zon. Nu vliegt ze naar het raam, naar de zon. Ze draait zich nog één keer om. Het ravenlijkje ligt niet meer in de hoek waar ze het achterliet. In die hoek zit een klein jongetje, ineengedoken. Hij zal honderd jaar zitten wachten, op de zon en op een domme vogel. Vanuit een hoge toren midden in de zee, vliegt een musje eindelijk naar de zon, eindelijk vrij. Waarom heeft het musje een zwarte veer in haar snavel? ______ (Eventuele) nieuwe titel: Tijdloos |
03-02-2010, 15:36 | |
Oo.. fizzle toch! Mijn titel stelen!
Grapje hoor. Ik vind het niet erg dat je de titel hebt gebruikt en ik vind je verhaal errrrg mooi! Ik ga straks als ik thuis ben alleen wel mijn eigen versie van Vrij posten. En dan mag de volgende verder met de titel die jij hebt gegeven.
__________________
Ik klop op de deur van de steen. / 'Ik ben het, doe open.' // 'Ik heb geen deur,' zegt de steen.
|
04-02-2010, 16:58 | |
Haha, ik vind het helemaal niet erg hoor! En ik ben blij dat dit topic weer een beetje leeft.
Ik had natuurlijk beloofd om mijn verhaal hier te posten. Het is een heeeeeel erg experimenteel verhaal dus vat het niet te serieus op. Vrij Sneeuwvlokjes zijn blijkbaar allemaal uniek, geen twee sneeuwvlokjes lijken op elkaar. Alleen is er echt geen onderscheid te maken tussen sneeuwvlokjes als je ze samenpropt tot een sneeuwbal. Zo zijn ook mensen. Het zijn mensen die op zo veel fronten op elkaar lijken dat de verschillen miniem worden, tenminste als je ze niet van te dichtbij bekijkt. Van een afstandje gekeken stel ik me voor dat de mensheid een grote bol van een of andere vloeibare stof is die ergens en nergens rondzweeft. In die grote bol gebeurt er van alles, maar dat laat de bol niet merken aan de buitenkant. Nieuw leven is een druppel die op de bol valt en óf samensmelt met de bol óf afgekaatst wordt erdoor. Als het nieuw leven samensmelt is de individualiteit ervan hopeloos verloren, net zo verloren als degene die de tranen van zijn geliefde gaat zoeken in de oceaan of degene die zandkorreltjes gaat sorteren met het blote oog. Meestal heeft de bol een aantrekkingskracht op nieuw leven waardoor alles wat nieuw is zich samenvoegt met de oude, maar als de bol afgeleid is en het nieuwe leven niet ziet aankomen, kan het zijn dat de druppel afgekaatst worden en dan is er nieuw, vrij leven. Ik stel me voor dat vrijheid is dat je anders bent. Er zijn geen positieve of negatieve kanten aan het anders zijn. Alleen beseft men dat niet zo vaak. Meestal probeert het nieuwe leven dat niet de kans heeft gekregen om op te lossen in het alles aan te passen zodat het toch nog vermengt raakt in de bol. Alsof rook dat hopeloos probeert zich te vermengen met lucht, proberend niet op te vallen. Soms lukt het maar meestal ook niet. Als het niet lukt, begint men onderscheid te zien tussen de positieve en de negatieve kanten van het anders zijn, kanten die er helemaal niet zijn, die bedacht zijn door de mens zelf om te verklaren waarom het zo moeilijk is om ergens bij te horen. Blijkbaar is het eng om vrij te zijn, blijkbaar is het makkelijker om een deel uit te maken van een geheel, al slokt dat geheel je in het geheel op. Als het wel lukt om jezelf te verliezen meent men daarmee blij te zijn, sommigen zelfs voor zo lang dat ze nooit doorhebben dat ze hun ‘andere’ kant onderdrukken. Doch, er zijn van die figuren die het wel (op tijd) doorhebben dat ze niet gevangen hóeven te zitten, dat ze de mogelijkheden hebben om vrij te zijn, anders te zijn. Die mensen, samen met de mensen die sowieso niet proberen om hun vrijheid in te ruilen voor bossen vol geschreven regels, en universums vol ongeschreven, zijn vrij. Ze kúnnen niet alleen doen wat niet stereotiep is, immers dat kan iedereen, maar ze wéten dat ze het kunnen. Het maakt niet uit dat je telepathische krachten hebt als je niet wéét dat je ze hebt. En om te weten wat je kunt moet je loslaten van het gewone, vechten voor je vrijheid. Gelijkheid is voor mietjes. --- Ik heb nu weinig tijd dus er kunnen wat typo's in zitten, lees daar maar overheen Nieuwe titel (die van fizzle dus): Tijdloos
__________________
Ik klop op de deur van de steen. / 'Ik ben het, doe open.' // 'Ik heb geen deur,' zegt de steen.
Laatst gewijzigd op 10-02-2010 om 13:19. |
05-02-2010, 11:38 | ||
Citaat:
__________________
Altijd nuchter
|
05-02-2010, 12:16 | |
Gitaar
Mijn vingers dansen. Rechts de moonwalk, links een ingewikkelde dans zonder naam, op en neer over de langwerpige dansvloer die is versierd met snaren. Mijn vingers dansen, op de muziek die ze zelf maken, die ze zelf voortbrengen vanuit hun vloeiende danspassen. Springend en glijdend en samen en alleen, en soms stil terwijl hun tegenhangers aan de andere hand nog doorgaan. Ze dansen over de ladders der pentatoniek en hun dans verschilt van majeur tot mineur, van septiem tot kwint. Een zakenman met briefcase bekijkt mijn dans en knikt mee op de maat. Hij heeft lange vingers, dansvingers. Munten weerkaatsen het vroege zonlicht. Ik haal ze nooit uit de hoed; ik leef niet van mijn straatmuziek. Bovendien wekt een hoed vol geld een indruk van waardering en populariteit. De zakenman haalt zijn portefeuille tevoorschijn en voegt een blinkende munt bij de anderen. De man bedankt me en ik bedank hem. Geleidelijk komen er meer mensen in de grote winkelstraat, hun aantal stijgt met het stijgen van de zon. Kletsend, schreeuwend, pratend, winkelend, luisterend, instemmend mompelend, wandelend, allerlei soorten mensen die allerlei soorten geluid voortbrengen en ik zit hier met mijn gitaar, proberend boven de herrie uit te komen; ik probeer de mensen te laten horen wat muziek echt is, niet het soort muziek waar de rebellerende jongeren naar luisteren. Ik ben de luchtbel in het geluiddichte water, de stilte in het oerwoud, de wind die huilt om Mary. Aan de andere kant van de straat begint een jongen zijn gitaar uit te pakken. Meteen identificeer ik zijn instrument: een goedkope telecaster, bruingeel, twee elementen, tremolo. Een wat duurdere versterker. Ik probeer tevergeefs te achterhalen waar zijn plectrum vandaan komt. De jongen ziet mij kijken en kijkt terug, ik zie hoe hij mijn gitaar niet herkent en zich vervolgens weer op zijn eigen instrument richt. Hij geeft zijn gitaar de eerste slag, die altijd ietwat hulpeloos krakende eerste slag. Hij begint zijn eerste lied. Het is een populair liedje, je hoort het vaak op de radio’s die dagelijks onbeschaamd over de straat schallen, de troep wordt met harde stoten uitgekotst. Al snel heb ik het akkoordenschema ontcijferd. E, A, B mineur, Fis. Vervolgens zet hij opnieuw in, nu in D mineur. Ik laat hem eerst even zijn gang gaan. Niet slecht. Ik luister naar de tonen en een paar seconden later sta ik mee te spelen, we spelen samen door de massa mensen heen. De jongen kijkt verrast op, ik knik, hij speelt door. Ik geef een aanzetje, een soort uitnodiging voor de dans. De jongen neemt mijn uitnodiging aan. Stuntelend en struikelend begint hij zijn eigen dans; hij kent de dansvloer, maar het ontbreekt hem aan passen. Ik laat de jongen een paar minuten doorgaan, terwijl ik hem intussen begeleid in D mineur. Ik geef een teken en de jongen kijkt op. Ik begin mijn dans. Ik neem de plaats in van de jongen, die zich strompelend van de dansvloer verwijdert om mij begeleiding in D mineur te geven. Ik begin eenvoudig, ik pas trucjes toe die de jongen waarschijnlijk ook kent, zodat hij zich nog enigszins op zijn gemak voelt. Geleidelijk aan verandert het briesje dat mijn handen vormen in een stevige wind. Steeds sneller, ingewikkelder. Ik gebruik danspassen die de jongen, die beduusd zijn akkoorden aanslaat, waarschijnlijk nooit zal leren. Het duurt even voordat ik merk dat er een aantal voetgangers staan te kijken naar ons samenspel. Ik pak mijn gitaar beet, gooi hem in de lucht en speel door terwijl de gitaar is omgedraaid in de positie waar linkshandigen in spelen. Ik grinnik als ik zie hoe de ogen van de jongen groter en groter worden. De mensen die om ons zijn samengedromd klappen in hun handen en lachen geamuseerd. De voetgangers in deze straat willen niet slechts muziek, maar ook entertainment. Een waterval van nikkel stroomt in mijn hoed, het getik van op elkaar vallende munten wijkt af van de maat. De jongen krijgt slechts een paar muntjes. Ik probeer de jongen duidelijk te maken dat het tijd is voor het einde. Ik dans van hoog naar laag en eindig in een oneindige grondtoon. De jongen probeert nog om met iets spectaculairs af te sluiten, maar gebruikt de verkeerde tonen, de verkeerde passen. Ik buig begeleid door geklap en gejuich voor mijn publiek. Met mijn gitaar op de rug loop ik door de mensenmassa, die zich als een enorme school sardientjes door de straat beweegt, naar de overkant van de straat, naar de jonge gitarist. Ik knik en laat een paar munten in zijn hoed vallen. ‘Het was een duet,’ zeg ik. ‘dus jij verdient ook wat. Blijf dansen.’ Het enige wat de jongen doet is naar me staren. Hij staart naar mijn gitaar, die hij niet thuis kan brengen, naar mijn vingers, die verweerd zijn van het dansen. Ik geef hem een klopje op zijn schouder en begeef me terug naar mijn plekje. Even is het stil. Nieuwe titel: Stoffig |
26-02-2010, 19:48 | ||
Citaat:
--- stoffig lijkt me ook een leuke titel maar ik weet niet of die wel in productie komt als ik echt een basisverhaal er voor bedacht heb roep ik los en niet weer zoals eerst ooh leuke titel daar wil ik wel een verhaal over schrijven
__________________
het leven is raar, het ene moment kan het niet stuk en het volgende moment ligt het in diggelen.
|
26-02-2010, 22:31 | ||
Citaat:
__________________
Altijd nuchter
|
03-03-2010, 16:43 | |
Ooh, had ik maar meer tijd om te schrijven. Het is niet echt dat ik geen ide(e)ën krijg bij de titels, maar gewoonweg dat ik geen Los! durf te zeggen omdat ik geen tijd heb om te schrijven.
Misschien als het wat rustiger wordt op school en het leven.
__________________
Ik klop op de deur van de steen. / 'Ik ben het, doe open.' // 'Ik heb geen deur,' zegt de steen.
|
06-03-2010, 06:10 | |
Vrije val
Ik woon hier nu al 273 dagen en al die tijd heb ik niets van de buitenwereld gezien. Natuurlijk heb ik hier en daar wel wat geluiden opgevangen en zo nu en dan klopte er iemand ongeduldig op de deur. Voor de rest heb ik hier echter een tamelijk geisoleerd bestaan gekend. Het is me hier prima bevallen. Een vrijstaande woning, van alle gemakkelijk voorzien. Van meet af aan is het duidelijk geweest dat ik hier niet kan blijven. Dat is nou eenmaal 'part of the deal'. Over niet al te lange tijd zal ik met geweld mijn huis uitgejaagd worden en zodra ik mijn hielen gelicht heb, zal de leefwereld die mij zo vertrouwd is geworden zonder pardon worden afgebroken. Wanneer ik precies gehaald word, weet ik niet. Ik wacht het vol spanning af. Tot die tijd geniet ik nog even van de warme moederschoot en maak ik me op voor een vrije val het leven in. ___________________________________________________________ Nou goed, het is nog vroeg . Nieuwe titel: Weg. |
09-04-2010, 20:43 | |
Verwijderd
|
Weg.
Je was maar even weg. Een week of twee zag ik je niet, ik dacht wel aan je maar eigenlijk wou ik je het liefst vergeten. De dagen leken weken, alles duurde veel te lang. Ik mis je, ik wil je niet kwijt hoewel ik soms wel het goeveel heb dat ik altijd je hand moet blijven vasthouden, anders ben je zo weer weg. Je bent er weer. Maar hoelang blijf je deze keer bij mij? Volgende titel: Pijnlijk |
Advertentie |
|
|
|
Soortgelijke topics | ||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Games |
civilization IV Verwijderd | 2 | 25-01-2009 15:43 | |
Films, TV & Radio |
Saw IV Crimson | 13 | 12-01-2008 21:20 | |
Games |
Myst IV en URU Meadow | 0 | 28-10-2004 18:18 | |
Games |
Star Empires IV Daevrem | 0 | 31-05-2004 02:36 | |
Films, TV & Radio |
Rambo IV??? Tiger_Wolf | 6 | 24-11-2001 18:55 |