Ik ga vanaf september economie studeren. Ik ben de laatste tijd bezig om mn wiskunde op niveau te krijgen. (heb alleen a1 gehad, maar het is me op 't hart gedrukt dat je ook goed moet zijn in wiskunde B)
Diffentieren/abc-formule etc gaat me voorlopig goed af. Maar ik stuit ook op andere (kleine) dingen. Die kleine dingen zullen waarschijnlijk simpeler zijn dan de moeilijke dingen. Maar ik hoop dat jullie mij kunnen helpen met een aantal vragen.
waarbij g de groeifactor is en p het groeipercentage
Jou groeipercentage is 50% per uur dat betekent een groeifactor van per uur.
Bij een groeifactor van 1,5 per uur heb je een groeifactor van per kwartier.
Dat betekent een groeipercentage van per kwartier.