Wil je vandaag ook weer de mijne zijn?
Je handen strelen zachtjes mijn besproette wangen en je glimlacht. De zon valt op je hagelwitte tanden, en doet je wangen kleuren van warmte. De wind borstelt door je half lange, zomerse haren net als het vroeger deed, als we samen zaten op het strand.
We gingen er heen als de zon er nog niet was, en baden onze voetjes in het koude water van de zee. Je rechterhand lag altijd op mijn been, het voelde niet goed als die er niet was. We konden uren praten over dingen, of zwijgen over precies dezelfde dingen. Als de zon opkwam gaf je me altijd een kusje, en fluisterde je:
'Goedemorgen, zonnestraaltje, wil je vandaag ook weer de mijne zijn?'
Ik streelde je net als de wind dan door je haren en legde mijn hoofd op je brede, mannelijke schouders. Mensen kwamen en mensen gingen, en wij bleven maar zitten op ons eigen stukje zand, tot de zon weer onder ging en we stilletjes naar huis fietsten. Stilletjes, maar gelukkig.
Toen voelde alles zo vertrouwd, alsof het zo bedoeld was. Alsof er een engeltje daar boven was die bedacht dat wij tweeën het wel konden maken, en met een glimlach cupido riep om eens even zijn liefdes-speren op ons af te vuren. En even leek dat ook gelukt. Ze hadden jou en mij recht in ons hart geraakt, we waren samen. Maar naar verloop van tijd scheidden onze wegen. Ik wou meer van de wereld zien, en jij meer van de vrouwen. Ik gaf je een laatste kus en rende weg, ik wist dat we elkaar weer tegen zouden komen, en dan was jij weer even mij, en ik weer even jou.
En vandaag, vandaag ben ik weer bij jou, en jij bij mij. Je hebt me gemist, zeg je zachtjes. Ik kijk de andere kant op. Een klein meisje in een roze jurkje plukt wat bloemetjes en stopt ze in haar krullende haar.
'Prinsesje, Prinsesje' giechelt ze.
'Prinsesje.' zeg je haar na en kust me op mijn wang.
'Goedemorgen, zonnestraaltje, wil je vandaag ook weer de mijne zijn?'
Je oogjes twinkelen en kijken me aan, maar ik sla mijn ogen dicht. Ik wil wel, ik zou zo graag willen, maar ik mis je zo.
Is het raar dat ik je nu nog mis?
Je zit naast me maar het lijkt of er iets veranderd is.
|