Nu werd het toch veel duidelijker als ik dit even zou tekenen.
Om te beginnen schrijf je zonder punten en komma;s, da's nauweljiks leesbaar. Ook haal je schrijffoutjes er niet uit (2 of 22 ??) Maar goed, 30.000 is reeel dus t zal wel kloppen., en dat was de vraag ook niet.
De aanbodlijn teken je door het beste de twee nulpunten te berekenen. Da's t makkelijkst
Loon is de prijs van arbeid, de prijs zet je op de verticale (y-) as
Qa en Qv p de x-as
Qa = 0.2 L - 2
als Qa = 0 => 0,2 L -2=0 => L = 10. Het punt (0,10) is dus een punt van de lijn
en als L = 0 => Qa = 0,2 x 0 -2 = -2. Het punt (-2,0) is dus ook een punt van de lijn
twee punten is genoeg, tekeken maar.
Voor de Qv idem dito.
consumetensurplus,
Nu krijg je twee snijdende lijnen. Ik ga ze hier niet tekenen, je hebt t vast wel eens gezien.
Vanaf het snijpunt een horizontale lijn trekken naar de y-as.
Boven deze lijn, maar onder de vraaglijn, ontstaat een driehoek. Dit is het cons surplus.
Dit zijn mensen (in dit geval bedrijven) die wel meer voor een arbeider zouden willen betalen, maar he dat is leuk de makrtprijs ligt veel lager. Ze hebben dus een voordelige arbeidskracht.
Je berekent dit zo:
stel het sniijpunt ligt op (Qe, Pe) moet wel he, (evenwichtsprijs en -hoeveelheid)
De driehoek is breed van 0 tot Qe, dus Qe
De driehoek is 'hoog' vanaf het snijpunt vraaglijn met y-as. Dit is de vaste component in Qv = -0.2L + 10, dus 10, en tot aan het eveneichtspunt, Pe. Je komt dus uit op 10-Pe
en de oppervlakte van een driehoek is 1/2 * Qe * (10-Pe)
producentensurplus
dit gaat op dezelfde manier. Het is de driehoek onder Pe., maar boven de aanbodlijn.
Aanbieders zouden voor weinig al willen aanbieden, maar krijgen meer omdat de marktprijs zo (voor hen dan ) hoog ligt.
je berektn dit door :
de breedte van de driehoek is weer Qe.
de hoogte is: van snijpunt aanbodlijn/y-as tot Pe.
en weer 1/2 x basis x hoogte
Laatst gewijzigd op 09-10-2011 om 21:15.
|