|
Lieve Sharon,
Ik schrijf deze brief wetend dat je hem nooit zult lezen. Ik zal hem
namelijk niet op de post doen. Je had moeten beseffen dan het einde niet
zomaar zou komen, goede tijden slaan mij over. Ik zal zelf zorgen dat er een
einde aan komt, niet een einde zonder verdriet. Maar een einde en dat is
genoeg.
Het kindje dat je in je buik draagt, hoe erg het ook is, zal nooit zijn
vader kennen. We weten inmiddels dat er een zoon in je baarmoeder wacht.
Vind je het erg als ik hem stiekem al een naam heb gegeven? Ik zal hem niet
uitspreken want hij zal hem toch nooit dragen. Was hij maar van ons. Een
leven uit onze levens. Een leven uit die van een man en vrouw, puur uit onze
liefde. Maar waarom trouwde je met mij als dit ongeboren geluk mij niet is
toegekend? Waarom deelde je al het geluk dat een man kan krijgen niet met
mij? Niet met mij, die je trouwbeloofde, er voor je zou zijn tot in de dood.
Verdomme Sharon, jij beloofde hetzelfde.
Je was zo mooi in smetteloos wit. Maar de grootste vlek was voor mijn ogen
toch niet zichtbaar. Er waren mensen, familie, vrienden en de nodige sociale
contacten. Weet je nog van ons plezier toen we de verplichte kaartjes
schreven? Ze werden naar mensen verstuurd, ja naar mensen en niets anders.
Naar mensen die onze uitnodiging verwachtten, maar geen speciaal plaatsje in
onze harten hadden. Maar weet je ook nog de tranen van ontroering, toen je
moeder haar schoonzoon ontmoette? Ik alleen voelde haar trillende handen
toen ik me voorstelde. Ik schrijf dit met een brede glimlach.
Maar het liep niet zoals we dachten hè Sharon? Je dreef me vaak tot het
uiterste. Ik sloeg je, ik geef het toe. Zal ik je een geheimpje verklappen?
Ik sloeg niet uit onmacht, nee lieverd, als mijn hand in de lucht hing
veranderden jouw ogen. Ze werden zo mooi, zo afhankelijk. Als mijn hand
neerkwam op je buik of op je hoofd gilde je van de pijn. Ik genoot dan, ik
had de macht, de complete controle over je lijf. En over je angsten, je
voortbestaan en je ideeën over je vootbestaan.
Volgens jou kon dit niet langer en zelfs ik zag dit wel een beetje in. We
gingen in therapie en heus ik knapte er van op. Ik gebruikte geen
lichamelijk geweld meer. Volgens de therapeute had ik vroeger wat
meegemaakt. Ik moest dan mijn ogen sluiten en in de donkere massa om
vreselijke dingen roepen. Ik moest mijn vader oproepen samen met zijn
flessen jenever. Ja schat, nadat hij eindelijk onder mijn oogleden was
vertrokken en mij in mijn dromen met rust liet moest ik om hem roepen. Maar
zij zou het wel weten, zij had ervoor geleerd. Je snapte het echt niet hé?
Een maand lang heb ik met hem gevochten, hij vanuit zijn graf. Ik heb hem
zelfs geprobeerd te begrijpen. Ik heb geprobeerd te begrijpen waarom hij het
bestaan van zijn enige zoon vervloekte. Ik heb geprobeerd te begrijpen
waarom hij me sloeg, kapot maakte, alles heb ik geprobeerd enkel en alleen
voor jou.
Ik moest accepteren en verder gaan. Volgens jou en de therapeute was hij
alleen uit mijn dromen vertrokken omdat hij een plaatsje in mijn hart vond.
Omdat hij in mijn lichaam kroop en mij vertelde jou te slaan. Het was op mij
overgesprongen, de diagnose gesteld: ik genoot van de macht. Maar jij was
ook zo mooi als je bang was, mijn kleine meisje was je dan.
In de maand dat ik voor jou heb gevochten tegen mijn vader, mijn verleden,
mijn leven, zocht jij ook nog andere hulp. Er was je verteld dat je met
vrienden en familie moest praten, uitleggen wat er gebeurde. Eerst was ik de
grote zondebok. Maar langzamerhand kreeg ik begrip en respect. Begrip voor
mijn verleden en respect hoe ik hiermee omging. Ik kreeg veel steun omdat ik
zo mijn best deed om te veranderen.
Maar voor jou was het niet genoeg. Terwijl ik alles deed en alles vertelde
aan vrienden, vreemden en vooral aan jou, verzweeg jij datgene dat ons leven
had kunnen bepalen. Terwijl handen de diepste geheimen uit de zwartste
hoekjes van mijn hart wisten te pakken, terwijl ik soms misselijk van
schaamte en bang voor herinneringen in jouw armen rustte droeg jij iets
ondraagelijks.
Je vertelde me dat je zwanger was, een hoogtepunt in mijn leven. De buik die
ik ooit geslagen had streelde ik nu. Vreselijke woorden die jij van mij
kreeg zette ik om in verhaaltjes voor het kindje dat rustte in jou. Ik
beminde je en verlangde naar het geweldige geschenk dat ingepakt was met
jouw huid. Dit jongetje zou de opbrengst zijn van mijn gevecht en jouw
doorzettingsvermogen. Alles leek perfect. Mijn handen, ooit moordwapens,
werden nu gebruikt als iets onmisbaars. Ze verzorgden en streelden en jij
koesterde ze. Zou dan ook bij ons naast het huis ‘boompje en beestje’
passen?
Toen kwam het, ik was eerder klaar met mijn werk. Gelukkig, vredig en
verliefd kocht ik een prachtige bos bloemen. Ik reserveerde bij het mooiste
restaurant in de stad en had vast besloten mijn oneindige liefde voor jou te
bewijzen. Toen ik thuiskwam was er een ander, maar met hetzelfde besluit.
De plekken waar mijn handen van je hadden gehouden werden vernield door de
vader van je kindje, zoals je me later vertelde. Hij maakte van je lichaam
een mijnenveld ik wou niets liever dan de mijnen laten ontploffen. Jou
verminken zodat niets op deze aarde je schoonheid ooit weer zou zien. Weet
je wat het is om afscheid te nemen van je zoon? Van alle gesprekken en alle
liefde was niets meer over, alleen nog maar haat. Ik stapte naar binnen en
vroeg of jullie al klaar waren. Je ogen veranderen weer Sharon, maar ik vond
het niet mooi meer. Ik hield niet meer van deze macht. Ik sloeg je niet,
maar mijn haat verdubbelde. Hij verliet ons huis zonder een woord te zeggen.
Ik schreeuwde huilde, maar ik sloeg niet. Dit beviel je nog minder dan
wanneer ik het wel had gedaan. Je kon leven met blauwe plekken maar niet met
dit oneindige schuldgevoel. Je probeerde wanhopig dingen uit te leggen maar
ik begreep mijn vader nog beter. Na al die opofferingen durfde je me dit aan
te doen.
Ik ben vertrokken Sharon, volgens de therapeute was dit ook beter. Ik heb
een flatje gehuurd aan de andere kant van de stad. We hebben geschreven,
meters lange brieven. Je koos voor mij. Wij zouden je kindje opvoeden, Hij
had er ook mee ingestemd. Maar ik wil jouw kindje niet opvoeden, ik wil
alleen mijn eigen opvoeden. Ik wil niets opvoeden dat gemaakt is door jouw
lust en de lust van hem. Ik wil iets opvoeden ontstaan uit de liefde tussen
ons. Ik wil geen verhaaltjes vertellen aan het product van seksuele
fantasieën, ik wil vertellen aan iets van 2 mensen die samen 1 werden.
Je zult deze brief nooit ontvangen. Morgen zou ik weer bij je intrekken,
toneelspelen via een brief is niet moeilijk. Maar ik kan hier niet mee
leven. Het zal echt pijnloos gaan, ik heb alles perfect voorbereid. Morgen
zul jij denken dat we het hebben gemaakt, dat we eruit zijn gekomen. Dat we
de rest van ons leven zullen delen in geluk. Maar voor jou is er geen rest
en voor mij geen geluk. Voor je kindje is er nooit wat geweest en zal er ook
nooit wat komen. Hij zal rouwen, niet minder dan ik. De politie zal niets
kunnen vinden. Maar later ontmoet ik je weer en dan beginnen we echt weer
opnieuw.
De man die je ooit trouw beloofde.
|