Oud 08-01-2006, 16:17
duivelaartje
Avatar van duivelaartje
duivelaartje is offline
Ik ben begonnen aan een nieuw verhaal die bijna af is. Ik weet niet wat jullie ervan gaan vinden; ik ben er zelf nog niet helemaal over uit. Het zat in m'n hoofd en ik geloof dat ik het gewoon op papier wilde zetten.

In twee delen, want anders is het een te groot stuk om zo van het beeldscherm te lezen.

- - -

Het water klotste zacht tegen de buitenkant van de houten boot. Golven waren amper zichtbaar, behalve de boeggolven die het scheepje produceerde. Langzaam gleed het over het donkere water wat kilometers diep leek te zijn. Het zag bedorven en vervuild uit, alsof het er was gedumpt om nooit meer terug te komen naar de plek van afkomst. Angstig hielden de inzittenden hun ledematen binnenboord, want ze waren bang dat ze zouden worden opgeslokt door het onbekende onder hen. Ze gingen al op weg naar iets wat niemand van hen ooit had gezien. Er waren echter boeken die vol stonden met verhalen, vertellingen over straffen en beloningen. Over het water dat eruit zag als een wereld voor zeemonsters was nog nooit geschreven, het was wildvreemd. De mensen vreesden al voor dood en verdoemenis wat hen misschien te wachten stond, maar daar waren ze tenminste niet alleen.

De oever kwam geleidelijk aan dichterbij. Donkere duisternis lieten ze achter zich, een groen weiland zwaaide hen tegemoet. Een groot figuur, wat ze moeilijk menselijk konden noemen, stond op de boot te wachten. Er was een kleine steiger waaraan nog een andere, een zelfde, boot lag. Opgewonden stootten ze elkaar aan. Zouden de verhalen toch niet kloppen? Het land waar ze naartoe gingen zag eruit als het beloofde, prachtige land. De bomen in de verte wiegden met hun takken mee op de wind, bloesem dwarrelde naar beneden en vormde een laag als sneeuw op de bodem. Groener dan het gras aan de overkant hadden ze het nog nooit gezien. Het leek op het paradijs van Adam en Eva, wat beschreven stond in het begin, in Genesis. Zij waren daar als eerste mensen op aarde. Zou het zo zijn dat al hun nakomelingen later terug zouden gaan naar de plek van ontstaan, terug naar het Hof van Eden? De bijbel en kerk leken hen te hebben bedrogen, of was dit hun tweede leven en kwam daarna pas hun boete of prijs? Ze wisten het niet meer en waren verward. De boot bracht hen echter steeds verder naar het Eldorado wat toch nog verder weg bleek te zijn dan ze hadden verwacht.

“Ben je bang?” vroeg hij aan de vrouw naast zich. Net als hij en de anderen droeg zij een vuil wit kleed om zich heen wat slechts haar intieme delen bedekte. Haar hand had ze om een plooi gevouwen en ze frunnikte er zenuwachtig aan. Donkerbruine lokken gingen als een mantel om haar schouders; ze leek een arme koningin.
“Ja, want plotseling twijfel ik. Dit is niet wat ik verwachtte toen ik het daglicht voor mijn ogen zag verdwijnen. Ik dacht aan een poort met daar een aartsengel die op mij wachtte. Daarachter zag ik vaag een wereld van zacht, wit dons met ontelbare engelen. Als ik naar beneden keek zag ik een donkere diepte met ver weg een zwak rood schijnsel, de toegang tot het hellevuur. Ik werd omarmt en begeleidt naar het koninkrijk Gods. Maar dit is zo anders. Wat is die tuin daar voor ons?” Ze zuchtte en keek hem even kort aan. Hij staarde over het water, dat er nog steeds donker doch vredig bijlag. Misschien was het onder water helemaal niet zo bar en boos als ze dachten, misschien was het wel de enige uitweg om niet in dat prachtige terecht te komen.
“Ik heb geen idee, maar bevreesd ben ik niet. Het kan zijn dat dit slechts een hallucinatie is om ons in de war te brengen. Niemand had ons hiervoor kunnen waarschuwen, want nooit is iemand teruggekeerd uit te dood, is het niet? Een verrassing van God?”
De vrouw schudde enkel haar hoofd en keek naar haar bleke voeten. Ze waren vaag blauw door de kou, net als haar lippen. Ze trilde zachtjes van spanning, want ze wist niet meer wat haar en rest te wachten stond. Voorzichtig voelde ze aan haar slaap die glad aanvoelde, maar door haar lichaam joeg plots een verschrikkelijke pijn. De boot begon onder haar te draaien, gleed weg en het water kwam akelig dichtbij. Knallen verdoofden haar oren en in haar ogen zwelden tranen zich op. Ze wilde niet dood gaan, ze wilde hier niet zitten.
“Mevrouw, voorzichtig!” en hij pakte haar vast om haar middel. Natte haren kleefden aan zijn handen, zijn gewaad werd doorweekt. “Wat wilde je doen? Blijf liever hier.”
Ze opende haar ogen en zag opnieuw de houten boot en enkele verschrikte gezichten. De pijn zakte weg en het enige geluid wat ze nog hoorde was gefluister van stemmen en gekabbel van het water.
“Ik voelde opeens weer de kogel door mijn hoofd jagen die mij hier heeft gebracht. Net als toen draaide de wereld en stortte het onder mij in. Doodgaan is zo erg, want onverwachts is het donker en stil, dan ben je er niet meer.”

Door een onbekende motor dreef de boot verder naar het wezen aan de kant. Het stond daar klaar en wachtte op hen, de doden. Op zijn rug droeg hij een pijl en boog, zijn handen waren leeg. In zijn bruine kledij was hij niet erg opvallend in zijn omgeving, maar daarom was hij ook het midden tussen de twee werelden. Ver achter hem, tussen de prachtige, grote bomen lag de toegang tot de linker wereld, afgesloten door een ronde steen voor de ingang. Iets dichterbij was de entree van de rechter wereld die nog verder weg lag. Hij hield slechts de wacht voor beide plekken en verwelkomde de nieuwelingen. Nog even en de boot mocht aanmeren. De vorige lading was echter nog niet helemaal verwerkte en moest zijn plek nog vinden voordat de volgenden mochten komen. Hij had de opdracht gekregen van de beide Heren, één die hij beter gewoon kon opvolgen, anders verdween hij in de Zee des Doods.

“Mijn dood ging anders, want ik overleed door ouderdom. Mijn lichaam blies letterlijk zijn laatste zucht uit en dat voel ik. Nog een laatste keer bewoog mijn borst omhoog en voelde ik heerlijk koele lucht door mijn longen stromen. De kamer waarin ik lag leek voor even een paleisje, ook al was het een doodgewoon, saai ziekenhuiskamertje. Daarna verliet de zuurstof mijn lijf en werd ik slaperig. Volledig ontspannen viel ik weg in een droomloze slaap en toen ik wakker werd stond ik in de rij voor deze boot met een armoedig stuk stof om mij heen. Eerst dacht ik dat het een droom was, want iedereen zag er even oud en even mooi uit, maar al snel besefte ik dat ik niet sliep en op weg was naar het leven na de dood. Wat is jouw leeftijd, als ik vragen mag?”
“Toen ik stierf was ik pas dertig jaar, dus dat zal ik nu ook nog wel zijn. Hoe oud ben jij? Zo te zien was je lichaam al snel uitgeput en snel door zijn reserves heen,” zei ze en de vrouw keek hem keurend aan. Teder legde ze haar hand op zijn koude been. Zou dat nog kunnen, verliefd worden na je dood?
“Ik ben een jaar of tachtig geworden, maar ik geloof dat ik er niet zo uitzie. Volgens mij zijn wij allen op een leeftijd waarop we op ons mooiste en beste waren, want dat is iets waar we voor altijd aan terug willen denken.” Hij glimlachte naar haar en zij lachte terug met haar witte tanden ontbloot. Als je na je dood werd zoals je was op het gelukkigste en leukste moment van je leven, dan is overlijden zo erg nog niet. Of was dit slechts schijn, een grap van de duivel en waren zij overgelaten aan verdoeming?

Laatst gewijzigd op 08-01-2006 om 20:16.
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 08-01-2006, 16:57
niña
Avatar van niña
niña is offline
Mooi, ik krijg de zenuwen van het water en je bouwt het goed op. Alleen een paar scheve dingen;

Citaat:
De boot bracht hen echter steeds verder het Eldorado wat toch nog verder weg bleek te zijn dan ze hadden verwacht.
Huh wie wat? bracht hen steeds verder vandaan het Elderado?

Citaat:
Voorzichtig voelde ze aan het slaap
haar slaap? (-;

En ik vind het minderfijn dat je van hem naar haar naar hem, maar dat doe je maar een keertje, en is dus overkomelijk (-:
__________________
“I have a friend who is a stripper. You’re much happier than her.”
Met citaat reageren
Oud 08-01-2006, 20:16
duivelaartje
Avatar van duivelaartje
duivelaartje is offline
Citaat:
niña schreef op 08-01-2006 @ 16:57 :
Mooi, ik krijg de zenuwen van het water en je bouwt het goed op. Alleen een paar scheve dingen;


Huh wie wat? bracht hen steeds verder vandaan het Elderado?


haar slaap? (-;

En ik vind het minderfijn dat je van hem naar haar naar hem, maar dat doe je maar een keertje, en is dus overkomelijk (-:
Dank je.

1e zin: woord vergeten.
2e zin: foutje

Ik vond dat zelf wel iets hebben, van hem naar haar naar hem naar haar, enz. Maar als meer mensen het wat minder vinden..?
Met citaat reageren
Oud 08-01-2006, 20:33
I C U
Avatar van I C U
I C U is offline
Ik vind het hem/haar-systeem niet storend, eerlijk wel prettig. Een verschillend perspectief, variatie. Verder vind ik het een origineel iets, ook de manier waarop je het leven na de dood neerzet. Sommige aspecten niet, zoals de leeftijd van de mensen na hun dood. Hoewel, nu ik zo es nadenk, is het water ook niet echt origineel, kijk maar naar de Grieken Anyway, het leest fijn en makkelijk. Het taalgebruik vind ik niet bijzonder, maar ach, dat hoeft ook niet.

Prettig verhaaltje verder, kon weinig rare dingen ontdekken!

__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
Met citaat reageren
Oud 08-01-2006, 20:36
Gravin
Avatar van Gravin
Gravin is offline
ik vind het een leuk verhaal
hoe bedenk je 't
dat van hem/haar stoort mij op zich niet echt. Ik zou zeggen, laat het tweede deel maar komen

Liefs Gravin
__________________
Mozart rulez! Klassiek is de nieuwe pop!
Met citaat reageren
Oud 09-01-2006, 15:50
Barones
Avatar van Barones
Barones is offline
Ik wil ook een deel 2

verrassend stuk
Met citaat reageren
Oud 18-01-2006, 19:03
duivelaartje
Avatar van duivelaartje
duivelaartje is offline
Citaat:
I C U schreef op 08-01-2006 @ 20:33 :
Ik vind het hem/haar-systeem niet storend, eerlijk wel prettig. Een verschillend perspectief, variatie. Verder vind ik het een origineel iets, ook de manier waarop je het leven na de dood neerzet. Sommige aspecten niet, zoals de leeftijd van de mensen na hun dood. Hoewel, nu ik zo es nadenk, is het water ook niet echt origineel, kijk maar naar de Grieken Anyway, het leest fijn en makkelijk. Het taalgebruik vind ik niet bijzonder, maar ach, dat hoeft ook niet.

Prettig verhaaltje verder, kon weinig rare dingen ontdekken!

Ik moest toch een oplossing bedenken van de leeftijd van de mensen na hun dood, dus vandaar dat. En van dat water wist ik niet. Dat heb ik zelf bedacht.

Vervolg komt hieronder, ook al weet ik niet of ik tevreden ben over het verhaal in het algemeen...
Met citaat reageren
Oud 18-01-2006, 19:04
duivelaartje
Avatar van duivelaartje
duivelaartje is offline
Met een zachte dreun stootte de boot tegen de kant. Een touw werd overboord gegooid, richting het ondier op de kade die de schuit later stevig vastknoopte. Uit het niets leek er een loopplank te ontstaan waardoor ze richting het paradijs konden lopen en het gras onder hun blote voeten konden voelen. Als vee vormden ze een kudde, stonden ze dicht tegen elkaar aan. Handen werden vastgegrepen, tranen begonnen te vloeien. In de verte kwamen vage schepsels steeds dichterbij. Zwartgeblakerde figuren met een menselijk lichaam, maar met een kop die leek op die van de duivel. In hun handen hielden zij een groot, ijzeren drietand en uit hun achterwerk stak een lange, bewegelijke staart. Zij waren demonen, duivelse mensen, die dienden voor Satan, de Heer van het duister. Hun ogen stonden fel en waren bloeddoorlopen. Met grommende geluiden slopen ze richting het bruine wezen en hielden ze uiteindelijk stand aan zijn linkerkant.
“O nee, we zijn overgeleverd aan de duivel! Wat heb ik misdaan; ben ik een zonde begaan in mijn leven die zo erg was dat ik hier moet branden?” gilde een vrouw midden in de groep. Ze trok aan haar haren en begon hysterisch heen en weer te lopen. Sommigen probeerden haar te kalmeren, maar er was geen beginnen aan. Steeds meer kregen paniekaanvallen en schreeuwden om vergeving van de Almachtige. “Haal mij hier weg, het spijt me zo!”
Door hun angst en vrees zagen ze niet dat uit de lucht langzaam oogverblindend witte engelen naar beneden kwamen. Met een grote vleugels stuwden ze de wind vooruit en woeien bladeren naar de groep mensen. Ze waren adembenemend mooi met hun lichte haren en hun gave gezichten. Uit hun mond klonken hemelse, onbekende klanken, die er gaandeweg voor zorgden dat de groep opkeek en met stralende ogen de engelen boven hen volgden.
“Dit is de Dag des oordeels, zover ik het kan zien. Zondaars zullen worden overgeleverd de buitenste duisternis en goedgelovigen kunnen voor eeuwig in Gods aangezicht leven op de wolken van de hemel. Je hoeft nergens bang voor te zijn schone vrouw, want iemand als jij wil God graag hebben. Misschien mag je wel een engeltje worden,” zei hij met een knipoog. Hij sloeg zijn arm haar schouder en leidde haar in de rij die men trachtte te maken. Allemaal keken ze naar de witte bodes van God die rechts van hen stonden. Tranen werden gedroogd, maar bangheid bleef. Hadden ze wel goed genoeg geloofd, of hadden ze gezondigd?

Het bruine, grote figuur in het midden keek iedereen aandachtig aan. Zijn armen hingen slap langs zijn lijf. Pas toen hij zijn hoofd naar achter wierp en hij een oergebrul liet horen bewogen ze. Een arm die naar links wees betekende hel, rechts was het koninkrijk der hemelen. Voorzichtig schuifelde de rij meer en meer naar voren, hij slonk. De hulpjes van de duivel joelden en sprongen enthousiast heen en weer om elke dode die naar hen werd verbannen. Touwen die leken op slangen werden om hun lichamen gebonden zodat ze niet konden ontsnappen. Sommige mensen leken blij op een plek in het eeuwige vuur, om te branden in een pan vol kokend water. Er werd geschreeuwd: “Stuur hen naar de hemel! De hel is slechts een beloning voor hen, want zij zullen het er naar hun plezier hebben. Dat is toch niet de bedoeling? Zij hebben gewacht op een plek in de hel, maar zij moeten boeten. Breng hen naar de engelen, laat ze gestraft worden door God!”
Maar er werd niet geluisterd. De gevallen engelen duwden hun drietanden in de lichamen en streelden ongerepte huiden met hun verbrandde vingers. Ze genoten en kreunden om de heerlijkheid van verse, dode lichamen.
De engelen waren echter een stuk aardiger en omsloten christen en gerechtvaardigden in hun armen. Elk nam een gestorvene mee naar boven en gaf hem of haar een plek in de hemel. Hun vieze gewaden werden uitgetrokken en ze kregen er brandschone voor in de plaats. Voeten werden gewassen en ingesmeerd met heerlijk geurende zalf, om te mogen lopen op Gods hemel en aarde.
“Jouw beurt, koningin.” De vrouw kneep in de hand van de man en richtte zich daarna tot het wezen. Hij leek door haar heen te kijken, te kijken of er kwaad in haar verborgen zat. Maar plotseling gooide hij zijn arm omhoog, rechts. Een engel liep op haar af en knuffelde haar.
“Kom maar met mij mee, hier ben je veilig.” Ze werd vastgepakt en hoog mee de lucht in genomen. De wereld onder haar werd kleiner, het groepje overgebleven mensen onzichtbaar. Voor de ingang van het inferno was de steen weggerold en een groot, gapend, rood gat verwelkomde de stoet vastgebonden doden. Vaag hoorde ze het schele gelach van de engelen van het duister die hun uitverkorenen naar binnen gooiden. Ze slaakte een zucht en keek vooruit waar ze de eerste donzige wolken van de hemel al zag. Een reeks halfbolvormige wolkjes leken gezamenlijk op de vacht van een schaap. De vrouw herkende anderen die ook bij haar in de boot zaten en vrolijk met elkaar praatten. Iedereen stond te stralen van geluk en blijdschap. Een paar zwaaiden en openden hun armen voor haar. Ze voelde zich welkom in het paradijs van God.
“Zoek maar een fijn plekje uit, Hij komt zo. Ik kan je verzekeren dat je het hier prachtig zult vinden. Veel mooier dan de weide hier beneden. Het is slechts een overgangsgebied tussen het lelijke en het wonderschone.” De engel verdween weer uit het ziet, een volgende kwam alweer aan. Daar was hij, met vochtige ogen van vreugde. Hij rende over de wolken, wat niet snel ging, naar haar toe en trok haar tegen zich aan. Zij in haar schone kleding, hij nog vies en onrein. Oogvocht schrobde zijn gezicht.
“Een volwassen man die moet huilen van geluk... Maar ik ben zo blij je hier te kunnen zien. Ik hoop dat wij hier samen kunnen leven, als een soort Adem en Eva onder het gezag van onze almachtige God. Dat wij het leven na de dood als een paradijs laten zijn en ons het gevoel te geven dat we niets voor niets onze dierbaren achter ons hebben gelaten.”
De vrouw haalde het vuile gewaad van zijn lichaam en wikkelde een schone weer om. Ze pakte hem bij de hand en leidde hem verder de wolken in. Daar waar zij onzichtbaar waren voor de nog levenden en waar zij voor eeuwig kon blijven. De verrassing van God.
Met citaat reageren
Oud 19-01-2006, 21:12
Barones
Avatar van Barones
Barones is offline
Oke aan mijn commentaar zul je vandaag niet veel hebben , maar goed.

Ik vind je verhaal erg leuk. Het is een verfrissend onderwerp, en ik heb verder geen op of aanmerkingen waar jij wat aan hebt dus je zult met hier mee moeten doen
Met citaat reageren
Oud 22-01-2006, 13:52
duivelaartje
Avatar van duivelaartje
duivelaartje is offline
Hi dank je.
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren

Topictools Zoek in deze topic
Zoek in deze topic:

Geavanceerd zoeken

Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Levensbeschouwing & Filosofie Wat gebeurt er met je na de dood?
Volk
272 04-01-2010 14:32
Levensbeschouwing & Filosofie Leven na de dood
**
74 16-03-2009 10:27
De Kantine Verdomme waar blijft dat saaitopic #303
Verwijderd
500 05-08-2008 22:38
Verhalen & Gedichten Verhaal: Leven na de dood
Verwijderd
8 13-03-2004 15:52
Levensbeschouwing & Filosofie Leven na de dood ??
Barink
36 07-02-2004 18:38
Levensbeschouwing & Filosofie Bijna-dood-ervaringen (noorderlicht)
Isa
19 21-04-2002 15:08


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 00:44.