|
Echt erg man, die Hajar met leraar Daan
Malika Sevil
Docent schrijft provocerende roman over liefde op school
malika sevil
Schrijver/leraar Robert Anker schreef het boek Hajar en Daan. Over een onmogelijke liefde tussen een docent en zijn Marokkaanse leerling met hoofddoek. Over de sluipende islamisering van een zwarte school, cultuurverschillen en seks. Nu een boekbespreking door Ankers eigen 5-vwo- leerlingen.
Docent Robert Anker had zijn nieuwste boek amper uitgedeeld of 5-vwo van het Amstellyceum ontstak in geamuseerd gegil. De oorzaak kon hij wel raden: de eerste zin. 'Toen Daan Hollander, leraar geschiedenis aan het DataCare College in Amsterdam, Hajar Nait Sibaha, uit 5 vwo, voor de eerste keer neukte, hield zij haar hoofddoek om - op zijn verzoek.'
Patsboem, met zo'n begin zet je alle zintuigen op scherp. Zeker bij je eigen leerlingen.
Enkele weken later - inmiddels ligt Hajar en Daan in de boekwinkel en vliegen de exemplaren er snel weer uit - maakt die beginzin nog steeds indruk. Zo veel zelfs dat Ayberk Köprülü refereert aan het waar-was-jij-toen-het-gebeurde-gevoel. Ayberk zelf zat in de tram toen hij het las. Dit overigens nadat Adem Karakaya hem had gewaarschuwd met een opmerking in de trant van: "Het is echt erg, man." Lisette Oerlemans dacht alleen maar: 'wow, wat wordt dit nou weer,' en ze wil nog steeds weten waarom Anker zijn boek zó begint. "Waarom neuken, waarom niet vrijen, of zo?" En Wilma Mathurin vraagt zichzelf, na het lezen van het boek, nog wel eens af wat in het hoofd van haar leraar allemaal omgaat.
De derde zin liegt er trouwens ook niet om: 'Hij had zijn condoom nog niet omgeprutst of ze had hem op zijn bed achterover geduwd, zodat hij met zijn hoofd tussen de teddyberen terecht was gekomen, ze had een knie links en een voet rechts van hem gezet, en zich tergend langzaam over hem heen laten zakken.'
Anker wilde zo beginnen, legt hij uit, omdat het meteen de hele situatie uiteenzet. En over dat seksueel getinte karakter van de eerste alinea: "Ik sta daarmee ik in een lange traditie van schrijvers. Ooit van Jan Wolkers gehoord?" Gegrinnik. "Anderzijds is het natuurlijk een liefdesverhaal, dus om dan te zeggen: seks bestaat niet, dat vind ik een beetje dwaas." Maar Anker begrijpt het best. Seks door 'ouderen', dat is onvoorstelbaar voor deze leeftijdsgroep. Zowel door je ouders als door je leraar.
Hoe dan ook, het boek ligt er. Een boek met een modern liefdesverhaal. Leraar geschiedenis, die er al feestend op los leeft, raakt tot over zijn oren verliefd op een Marokkaans meisje met een hoofddoek. Een onmogelijke liefde - zij is namelijk niet alleen zijn leerling, maar ook nog eens vijftien jaar jonger. En initiatiefrijk dus, valt te lezen in de derde zin. Ayberk: "Eigenlijk is zij krachtiger dan hij, zij duwt hem op het bed, en zo." Maar is dat realistisch, een meisje met een hoofddoek die zo bedreven is in het verleiden? De leerlingen beginnen fanatiek te knikken. Ayberk: "Jazeker, die zijn er genoeg. Genoeg, echt waar," zegt hij bijna triomfantelijk. En jongens hebben het echt wel door als zo'n meisje wat wil, hoofddoek of niet. "Dan werken ze wel met hun ogen," weet Ritania Wirht.
De hoofddoekjesdiscussie, nu helemaal actueel, komt ook in het boek, dat overigens fictie is, aan bod. Op ongezouten wijze. Tijdens een lerarenvergadering pleit één van de docenten voor het verbieden van hoofddoekjes op school, omdat de leerlingen moeten leren dat religie 'een privé-zaak is, iets van het individu': "Dat is een uiting van groepsdwang. In Turkije, of all places, zíjn ze trouwens verboden." Een gevoelig punt. Ayberk: "Het is gewoon belachelijk man, dat we er zelfs over praten. Meisjes met hoofddoekjes doen je toch geen pijn. Ze bijten niet, ze stinken niet, en ik bedoel: het is een democratie, dan moet je mensen laten." Lisette zit op dezelfde lijn: "Iemand die een hoofddoek draagt, doet het voor zichzelf, voor haar geloof. Daar doet ze niemand kwaad mee." Aan de andere kant, werpt Anker tegen, is het dan geen vorm van onderdrukking? "Je kunt toch moeilijk ontkennen dat de vrouw zich moet bedekken omdat ze anders de man op verkeerde gedachten brengt. Dat is de oorsprong van de hoofddoek."
Ayberk schudt zijn hoofd. Van onderdrukking is geen sprake, niet bij hem thuis, tenminste. "Als ik tegen mijn zusje zou zeggen: doe je hoofddoek af, dan zou ze dat niet doen. Hier kiest ze zelf voor."
Hij wil er nog wel iets aan toevoegen: "Als een meisje een strakke broek aantrekt en veel make-up opdoet, dan moet ze de hoofddoek afdoen. Want dan heb je daar respect voor en dan moet je dat ook laten zien." Een strak truitje met hoofddoek, dat combineert gewoon niet. Wilma: "Maar ik denk dat we dat allemaal vinden."
Adem maakt het nog mooier: "Je moet de vrouw vergelijken met een bloem, of goud - iets moois. Iets wat je niet aan iedereen toont en door iedereen laat aanraken. Alleen degene die er recht op heeft, moet het kunnen hebben." Begrijp hem goed: 'de vrouw is als een geschenk aan de man', maar dat wil volgens Adem niet zeggen dat de vrouw minder is dan de man. "Ze hebben gelijke rechten en dat staat ook duidelijk in de koran."
De hoofddoekjesdiscussie kan rekenen op felle reacties, maar verder laten de leerlingen zich niet gemakkelijk shockeren door de teksten in het boek. Toch zijn die vaak heftig: 'Moet ik respect hebben voor een achterlijke cultuur (...) waarin vrouwen tot tweederangs wezens worden gemaakt, wat zeg ik, tot alleen maar bezit, alsof het kamelen zijn? Een cultuur waarin homoseksuelen als lager dan varkens of honden worden beschouwd, die je eigenlijk moet stenigen, of van de hoogste minaret af flikkeren?'
Gekromde tenen? Nee dus. Adem had, al lezende, wel een link gelegd met Pim Fortuyn, die net als het personage homo was en de islam immers ook een achterlijke cultuur noemde.
Wat nou achterlijk? Ayberk, van Turkse afkomst, zou willen dat een televisieploeg bij hem thuis kwam, gewoon om even al die vooroordelen stuk te slaan. "Mijn vader werkt in een fabriek, die heeft de middelbare school gedaan, mijn moeder de universiteit. Mijn moeder doet de rekeningen, mijn moeder volgt de ontwikkelingen op school, zo is het nou eenmaal. En als mijn moeder aan het werk is, dan gaat mijn vader afwassen. En zo zijn er veel meer gezinnen, hoor."
Volgende discussiepunt dat in de lerarenkamer van het DataCare College wordt besproken: wel of geen islamitische gebedsruimte. "Straks moeten we uit respect onze schoenen uitdoen in het lokaal en moeten onze meisjes uit respect een hoofddoek om, want anders kunnen die achterlijke moslimjongeren niet garanderen dat ze hun hormonen in bedwang houden. Dan kunnen we ons meteen wel omdopen tot school met den koran." Maar dat punt slaat tamelijk dood in deze groep. Het zal ze een worst wezen, wel of geen gebedsruimte.
Anker gaat erop door, want de school in het boek gaat erg ver in de aanpassingen aan de gewoontes van de allochtone leerlingen. "Er zijn gebedsruimtes, de kerstboom is afgeschaft, er wordt geen wijn meer geschonken op feestjes. Dus dan is het inderdaad een school in den koran geworden. Al lijkt mij dat niet erg realistisch."
Ayberk: Als van de vierhonderd leerlingen er 390 geen wijn drinken, dan hoef je ook geen wijn te kopen. Dat is zonde." Lisette: "Je moet het wél aanbieden." Ayberk: "Waarom zou je wijn kopen voor die tien Nederlandse mensen?" Lisette: "Dat zijn er toch tien." En de kerstboom? Ayberk: "Van mij mag die kerstboom daar best blijven, maar als die uiteindelijk verdwijnt, dan moet je niet denken... huh... hoe kan dat nou?" HET PAROOL
Werkelijke fantasie!
__________________
......:D......
Laatst gewijzigd op 30-04-2004 om 18:51.
|