Advertentie | |
|
02-01-2008, 16:11 | |
Verwijderd
|
Je bedoelt misschien de van der Waals-toestandsvergelijking. Dat is een soort ideale gaswet, maar dan wat nauwkeuriger.
http://en.wikipedia.org/wiki/Van_der_Waals_equation |
02-01-2008, 19:59 | ||
Citaat:
Nog een kleine tip: als je hiermee gaat werken, onderaan bij de links naar internet WikiPedia-pagina's staat een pagina met Van der Waals-constanten (en ook die van water staat erbij). Ze zijn overgenomen uit een chemisch handboek, dus ze zijn betrouwbaar (wat van ander cijfermateriaal van WikiPedia niet altijd gezegd kan worden!), in mijn handboek worden voor water exact dezelfde waarden opgegeven voor a en b
__________________
vaknar staden långsamt och jag är full igen (Kent - Columbus)
|
03-01-2008, 10:09 | ||
Verwijderd
|
Citaat:
|
03-01-2008, 10:46 | ||
Citaat:
Mijn punt bij die fase-overgangen is dat je volgens mij niet kan bepalen hoe veel van elke fase je hebt (en dat een vaste fase en vloeibare fase dus ook duidelijk andere eigenschappen hebben). Want in feite blijf je ongeveer in een evenwichtssituatie in dit geval: je hele blok ijs smelt wel omdat de omgevingstemperatuur hoger is, maar lokaal gezien: onder de draad smelt het ijs sneller door verhoogde druk, erboven gaat het weer stollen door de lokale temperatuur en druk die dat toelaten (in de veronderstelling dat we in de bulk van het ijs zitten). Je hebt op je evenwichtspunt dus wel T en P, maar je kan volgens mij niet eenvoudig komen tot een bepaalde stofhoeveelheid water (vermits VdW sowieso niet geldig is voor vaste stoffen zoals ijs: dat wordt duidelijk ook op WikiPedia vermeld: geldig voor fluida ('fluids') (dus: vloeistof ('liquids'), gassen of plasma)). En ik vind het maar raar dat bij de ideale gaswet niet gesproken wordt over fases: het wordt nota bene gaswet genoemd (volgens mij is die in geen geval toepasbaar op vloeistoffen: als je PV = nRT uitwerkt naar V = nRT/P dan zou je voor het volume van een bepaalde hoeveelheid vloeistof op een isobaar proces dus uitkomen dat dat volume lineair met de absolute temperatuur gaat toenemen; nu klopt dat voor een gedeelte wel, maar is dat verband zeker niet lineair: ik doe bv. even vlug de berekening voor 10°C en 90°C (weliswaar naar Kelvin omzetten), dan zou volgens de ideale gaswet het volume met ongeveer 30% moeten toenemen (op water zou dit neerkomen: das als je in een waterkoker met inhoud 1 liter doet en dit aan de kook brengt, je uiteindelijk 1.3 liter water eruit zou halen). En ik weet nu ook wel dat water steeds een geval apart is, maar het is wel de vloeistof die de meeste mensen het vaakst gaan laten koken Ik zou me dus niet wagen aan toepassen van ideale gaswet voor vloeistoffen, en dan zeker voor water niet. Oh, ik moet de berekeningen die ik enkele posts hierboven gegeven heb wel vermelden: de lineariteit daar is ook maar beperkt van toepassing (op een beperkt gebied kan je maar P en T laten variëren). Maar sowieso kan je niet veel met die beide parameters gaan schuiven (omdat die richtingscoëfficiënt heel klein is, wat op een heel steile rechte duidt).
__________________
vaknar staden långsamt och jag är full igen (Kent - Columbus)
|
07-02-2008, 16:52 | |
Hmm bedankt voor jullie reacties, maar ik ben er nog niet helemaal uit. Laat ik een praktisch voorbeeld nemen:
Ik neem een cilinder ijs, diameter 33 mm, waar ik 7,5 kg (middels een staaldraad van 0.31 mm) aan hang. Is het voor mij mogelijk om de temperatuurstijging van het ijs te berekenen? *zie ook foto's:*
__________________
Chaos unleashed..
|
07-02-2008, 20:54 | |
Ah, ik heb al een idee, de richtingscoefficient van die lijn is dus gelijk te stellen aan bepaalde waarden (die jij hebt gegeven), en zodoende kan je die grafiek als het ware "uitlezen", met 1/(-1.348x10^7) x p?
(Ik heb overigens een druk van 3.0 x 10^6 Pa als waarde gevonden)
__________________
Chaos unleashed..
|
08-02-2008, 10:14 | ||
Citaat:
Met die staaldraad ga je de druk heel lokaal verhogen, zodat je op het fasediagram dat ik daar geef, op het verlengde van die eerste verticale stippellijn gaat werken (je komt dan in de vloeibare fase, je staaldraad passeert, de drukverhoging valt lokaal weg, dus ga je voor die vloeistofdeeltjes weer naar beneden op die stippelijnlijn, dus ze bevriezen. Hoe dergelijke diagrammen bepaald worden: dat wordt inderdaad experimenteel opgemeten, plus bestaan er nog wel enkele wetten die toelaten om de richting van die rechten te bepalen (aan de hand van experimenten, alle theoretische waarden komen dan ook voort uit experimenten, maar adn uit veel meer experimenten zodat de nauwkeurigheid en precisie veel beter zijn dan voor een enkel experiment). Als je daar wat meer over wilt weten, graaf ik mijn cursus thermodynamica wel weer op (na het examen maandag heb ik die snel geclasseerd).
__________________
vaknar staden långsamt och jag är full igen (Kent - Columbus)
|
08-02-2008, 17:02 | |
Ah ok, is de clapeyron-vergelijking dan eigenlijk te vergelijken met het fasediagram?
Met de clapeyron vergelijking heb ik een smeltpuntverlaging gevonden van zo'n 0.2 graden celcius, dus inderdaad behoorlijk klein. Gezien de omstandigheden van mijn experiment (vrij onnauwkeurige omgevings- en ijstemperatuur) is dit effect inderdaad te verwaarlozen, ik werkte met temperaturen van -0.5 tot -15 graden celsius, en er gebeurde inderdaad niets. Zo gauw ik met een omgevingstemperatuur boven nul zat was het effect echter gelijk en zeer sterk aanwezig (draad door het ijs smelten)
__________________
Chaos unleashed..
|
09-02-2008, 12:27 | |
Ik heb op dit moment niet zo heel veel tijd, maar ik beloof je dat ik het later deze middag of morgen voor je zal opzoeken. Eventueel moet je ook maar een Excel-bestand met je meetresultaten (ook dikte van staaldraad en dergelijke) als attachment hier posten (gaat tot maximaal 100 kb), dat werkt soms iets makkelijker.
Let er wel op: onder 0°C is de temperatuur van je ijs gelijk aan de omgevingstemperatuur (als je je ijs lang genoeg in die omstandigheden gelaten hebt en niet bv. ijs van 0°C plots in een koudere omgeving gebracht hebt). Boven 0°C is de temperatuur van je ijs normaalgezien 0°C; de reden hiervoor is dat je ijs aan het smelten is, waardoor alle warmte die het ijs krijgt, in het smelten gestoken wordt en niet in een temperatuursstijging. Die 0°C klopt dus ook niet helemaal precies, maar enkel als je omgevingsdruk 1 atm is (wat bij benadering zo is, behalve onder je staaldraad, maar daar wordt die 0°C ook zo goed als opgelegd door het grote volume ijs dat errond zit, wat dus tot gevolg heeft dat het smelten op die plaats ook sneller verloopt). edit: De Clapeyron-vergelijking geeft de richtingscoëfficiënt van de evenwichtslijn waarop we werken (in het fasediagram dus). In de vorm die ik gegeven heb, welke een benaderde vorm is van de eigenlijke vergelijking namelijk: , DeltaS is de verandering van entropie tussen beide fasen. Voor een faseovergang kan die echter geschreven worden als DeltaH/T (enthalpieverandering van je faseovergang en T de (vaste!!) temperatuur waarbij je faseovergang plaatsheeft). Ik merk nu echter een klein probleempje op: DeltaH hangt af van de temperatuur, boven 0°C zou dat geen probleem mogen zijn, vermits DeltaH daar volgens mij wel van T afhangt, maar omdat het ijs op 0°C is, weten we welke temperatuur (en die van 0°C is bekend in de literatuur). Onder het vriespunt echter, neemt ijs de omgevingstemperatuur aan (je ijs gaat niet spontaan smelten onder 0°C). Daar krijgen we dus ook een andere DeltaH voor het smeltproces. Deze kan als volgt berekend worden (merk op, normaal moet dit in Kelvin!, in dit geval maakt Kelvin of °Celsius echter niet uit): . Dit is een formule die een benadering is van de werkelijkheid (normaal zijn het integralen, omdat de warmtecapaciteit van water/ijs afhankelijk is van de temperatuur, maar ik heb er geen formules voor staan, dus werken we met deze benadering). Wat we doen is het principe van Hess toepassen (dat heb je misschien bij scheikunde gezien: de enthalpieverandering van een proces is niet afhankelijk van de gevolgde reactieweg). We willen Delta H_T berekenen, maar we hebben enkel een literatuurwaarde Delta H_O (bij 0°C), vermits we ook de warmtecapaciteiten van ijs/water kennen, kunnen we die gebruiken om de gezochte Delta H_T te berekenen. We gaan in gedachten ons ijs opwarmen (Delta H_v , verwarmen), dit kost ons (C_ijs Delta T), we laten het smelten (de literatuurwaarde Delta H_O) en we laten het weer afkoelen (Delte H_a = - C_water Delta T). Die min komt eigenlijk uit een Delta T' (T - O), ik heb die omgedraaid naar (O - T) die gelijk is aan Delta T. Volgens de wet van Hess is dat juist de enthalpie die we zoeken. Delta T is dus ( O - T ) en O = 0°C, T is de temperatuur waarop we werken. Als je dus op -20°C werkt, is Delta T in deze formule gelijk aan 20K (op een Delta T maken Kelvin of Celsius niet uit, een gewone T moet echter steeds in Kelvin uitgedrukt worden!). De warmtecapaciteiten van water en ijs heb je waarschijnlijk wel (ik hoop dat die in je BINAS staan), als dat niet het geval is, wil ik ze best opzoeken voor je. En dan verder nog de interpretatie: bij verlaging van je omgevingstemperatuur ga je normaal merken dat je DeltaP voor het smelten heel sterk gaat toenemen, dit kan je zien op de grafiek: de evenwichtslijn is heel steil, als we veronderstellen dat we verder steeds bij atmosferische druk werken, maar enkel T laten variëren (we zitten op een horizontale lijn op 0 atm), bij T = 0°C (en alles daarboven eigenlijk ook, vermits ijs dan 0°C is) moeten we een klein beetje druk uitoefenen (P stijgt, dus komen we boven onze denkbeeldige horzontale uit, en hopla we zitten in het vloeibare gebied). Doen we dat bij T < 0°C, zien we dat we opeens een veel grotere Delta P moeten uitoefenen om in het vloeibare gebied te raken. Ik hoop dat je mijn tekstuele uitleg wat begrijpt, anders wil ik best die grafiek wat van extra lijntjes voorzien zodat je beter kan volgen.
__________________
vaknar staden långsamt och jag är full igen (Kent - Columbus)
Laatst gewijzigd op 09-02-2008 om 17:05. |
|
|