Oud 29-06-2005, 00:36
Verwijderd
Er zitten vast nog een hoop lelijke fouten in, maar goed.

- - -

De stadspoort van Lukan zag er zeer onvriendelijk uit en het mag geweten worden dat dit een eufemisme van jewelste is. Naast het grote bord met “U bent niet welkom”, waarin het woord ‘niet’ twee keer onderstreept en voorzien van sterretjes en doodshoofdjes was, en het vaandel met “Wij zijn niet vriendelijk”, was er op het oude hout van de deur een opmerkelijk staaltje onvriendelijke ongastvrijheid te zien. Het uitgeteerde skelet van een man was vastgespijkerd aan de klemgerotte deur. Om zijn weggevreten borstkas hing een shirt met de tekst “Ik kwam ongevraagd de stad binnen en alles wat ik kreeg was dit waardeloze shirt”, en zijn lege kassen leken droevig naar de grond te staren. Zijn linkerbeen, of wat daar van over was, had weinig meer weg van een ledemaat dat doorgaans gebruikt wordt om op te staan. Het leek alsof de bewoners van Luskan hadden geprobeerde de arme man, levend of dood, door het sleutelgat van de poort te prakken, om hem op zo’n manier naar buiten te krijgen zonder de stad te openen.
Vor dem Gesetz steht ein Türhüter.

“Luister”, sprak Lothar langzaam terwijl hij zijn open handen aanbood aan de poortwachter, “wat als ik je nu eens zeg dat wij zeer goede, persoonlijke vrienden zijn van… wat was de naam van die tovenaar ook alweer?”
“Kor”, zei de wachter kortaf en verveeld.
“Ok, Kor. Wij zijn zeer goede en zeer persoonlijke vrienden van de machtige tovenaar Kor, die niet alleen, zoals wij allebei weten, zeer machtig en tovenaar is, maar tevens praktisch de heerser van deze stad. Welnu, denk je niet dat… Kor? enigszins ontstemt zou zijn als hij zou merken dat zijn favoriete vrienden aan de poort tegengehouden worden door een stugge wachter die last heeft van een plotseling bevlieging van plichtsbesef? Mijn advies aan u, goede vriend, is om ons door te laten. Wij zullen je naam laten vallen tegenover Kor, hoe dan ook, en het is aan jou of we hem laten vallen met lovende woorden, of met sissende klanken van ergernis. Hm?”
Lothar liet zijn ellebogen weer op zijn grote schild rusten en keek met een domme glimlach en halfgesloten ogen naar de wachter. Die heb ik mooi tuk zitten, dacht hij. Niemand kon zijn weergaloze babbeltrucks ooit weerstaan. Niemand! Zeker niet een simpele wachter met een domme baard en een rare helm met “Nee!” erop.
“Mijn advies aan jou”, begon de wachter tergend langzaam en dodelijk verveeld, “is om op te sodemieteren voordat ik echt boos word. Je bent al zes uur bezig met jezelf een weg door deze poort te babbelen en al die tijd heb je niet doorgehad dat ik de naam van de machtige tovenaar al meer dan zeventien keer veranderd heb. Zeer goede, persoonlijke vrienden, nietwaar? Vast en zeker! Wel, ik wens u en uw goede vrienden een aangename reis terug naar waar u vandaan komt en haast u vooral niet om weer te komen.” Om zijn woorden kracht bij te zetten, plantte hij zijn zwaard in de grond voor hem. Lothar keek hem aan, richtte een dreigende vinger op, had even een trillende mond open en draaide zich toen boos om. “Je hoort nog van mij!”

Even verderop in de bosjes bevonden zich Roja, de halfling en de goochelaar van wie ze de naam niet wisten, omdat hij zolang ze hem kenden slechts twee woorden gesproken had. Dat wil zeggen; constant dezelfde twee woorden, schreeuwend en vervelend vaak achter elkaar.
“En?”, vroeg Roja die keek naar een bebloede vinger die hij uit zijn neus haalde. Roja was gewend aan weinig doen en had een laag eelt aan de binnenkant van zijn neusgaten ontwikkeld, maar Lothers ‘dat heb ik zo gepiept’ duurde zèlfs voor zijn geoefende nasale holtes te lang om de naarstige aanvallen van zijn stompe vinger af te kunnen blijven slaan.
“Ik denk dat ik hem bijna heb waar ik hem hebben wil. Vooralsnog geeft hij geen sjoege, maar ik denk dat ik zijn zwakke plek ken. Heb je gehoord hoe ik hem vertelde dat er een ziek dochtertje van een edelman in de stad was en dat in dit flesje het enige geneesmiddel zat, wat wij voor hem moesten halen?”
“Ja.”
“Ok. Daar geloofde hij dus niets van, mede omdat jij al het bier dat in het flesje zat opgedronken had en omdat hij niet veel geloof hechtte aan een lege fles die levens kan redden, maar ik denk dat het tijdens dat verhaal bijna zo was dat ik hem zo erg verveelde dat hij ofwel ons naar binnen zou laten om van ons af te zijn, ofwel dat hij in slaap zou vallen en we naar binnen zouden kunnen sluipen.”
“Ah, nu heb je het ergens over”, zei Roja enthousiast. “Binnensluipen is mijn specialiteit. Ik heb een poos geprobeerd buiten te sluipen, maar dat was ’s winters toch te fris en een dief is nu eenmaal geen seizoensmedewerker.”
Lothar was stompzinnig stil. Het was een beroepsgrap die hij nooit begrepen had. Roja gniffelde. Voor hulp keek Lothar naar de goochelaar, maar deze sliep.
“Zeg, heeft hij geen idee? Een beetje een goochelaar zou toch een wachter moeten kunnen laten verdwijnen, of ons binnen de muren van de stad kunnen toveren, toch?”
“Ik weet het niet”, antwoordde Roja, “ik geloof dat hij meer is van de konijnen uit zijn hoed, zeg maar.”
Desalniettemin schopte Lothar tegen de leren slof van de goochelaar. Langzaam en smakkend werd de oudste van het drietal wakker, maar voordat hij in zijn ogen kon wrijven, schreeuwde Lothar al tegen hem. Lothar had de gewoonte om tegen iedereen met grijs haar te brullen, omdat hij ooit een dove oma gehad had. Lothar was destijds ongevoelig geweest voor het delicate feit dat zijn oma in het geheel geen last van haar gehoor had gehad tot de tijd dat Lothar zijn luidruchtige gewoonte had aangewend.
“Hey! Goochelaartje! Doe ons eens in de stad laten zijn? Wapper maar met je stokje en brabbel een formule! We moeten naar binnen!”
De goochelaar keek hem geschrokken aan, het wit van in ogen werd groter en groter terwijl zijn gezicht zich uitrekte tot een masker van absolute doodsangst en woede. Hij haalde diep adem en opnieuw schalde zijn tweeledige strijdkreet door het groene landschap. “LIGHTENING BOLT! LIGHTENING BOLT! LIGHTENING BOLT! LIGHTENING BOLT!” Hij wapperde wild met zijn armen totdat Lothar hem een klap gaf en de oude man weer vredig in slaap viel.
“Ok”, zei Lothar, die keek naar het verse bloed op de steen in zijn hand, “tot zover de magie. Jij nog ideeën?”

Roja had geen ideeën. Althans, geen ideeën die niet afhankelijk waren van een flinke portie sluipen, kelen doorsnijden, over muren klauteren, tunnels graven en smeergeld aanbieden. Lothar was hiervan een vervent tegenstander. Als rechtgeaarde tempelier zou hij nooit onnodig geweld gebruiken tegen anderzijds vredelievende mensen. Zijn heilige macht kreeg hij weliswaar van een god waarvan de naam hem drie jaar geleden ontschoten was om nooit meer terug te keren, maar toch was hij niet van plan deze kracht te misbruiken.
“Smeergeld is misschien een optie”, mompelde Lothar.
“Nou”, zei Roja, “ik denk van niet. Weet je nog die herberg die we onderweg tegenkwamen?”
Lothar keek hem niet-begrijpend aan.
“Die met dat bier?”, drong Roja aan.
“Ah, die!”, flikkerde er een licht van herkenning in de ogen van Lother. “Nee, weet ik niets meer van.”
“Precies, ik ook niet. Dus ik gok dat we daar als ons geld hebben opgezopen. Het plan was om vandaag Luskan binnen te komen en daar een smak geld te verdienen door ofwel draken te verslaan, ofwel jonkvrouwen te redden.”
Lothar herinnerde zich het weer. Eeuwig zonde dat zulke geniale en met zorg uitgedachte plannen altijd weer in het water vielen.
“Probeer jij het nog een keer, Roja. Misschien werkt dat wel… wie weet heeft hij een zwakke plek voor… wat ben je? Een dwerg? Een kabouter?”
“Een halfling en als je dat niet kunt onthouden, noem je me maar gewoon de dreiging die flappert in de nacht.” Roja hees zijn korte, stompe lijf uit het gras en slofte naar de poort.

“Hallo”, zei Roja vriendelijk.
De wachter gromde een groet terug.
“Zou ik samen met mijn vrienden naar binnen mogen?”
“Nope, sorry.”
“Oh… Ok.” En hij zakte door zijn benen en ging in het gras zitten. Met zijn stompe knuisten trok hij een grassprietje uit de grond en hij stopte het voldaan tussen zijn tanden. Hij knabbelden en sabbelde hier ongeveer tien minuten op, en pakte toen weer een nieuw sprietje. Dit herhaalde zich vier keer, terwijl de knieën van de wachter soms licht trilden.
“Verdomd veel gras hier, nietwaar?”, lispelde Roja tussen zijn sprietje door.
De wacht veegde wat zweet van zijn voorhoofd en stamelde.
“Uh”, bracht hij met moeite uit, “hoor jij niet een eenhoorn bij je te hebben ofzo?”
“Ik? Neehoor, voor zover ik weet niet. Ik heb weinig met dieren. Ik drink alleen.”
“Zo?” piepte de wachter.
“Ja. Drinken. Dat doe ik voornamelijk. Al kan ik ook wel genieten van wat gras. Oh, niet om te eten hoor… ik pluk dan één klein sprietje; kijk zo, en dat stop ik dan tussen mijn tanden. Ik speel er wat mee met mijn tong, laat het van mijn linker mondhoek naar de rechter glijden en weet je wat ik doe als hij daar dan is? Dan laat ik hem weer terug de andere kant op glijden. Ik probeer soms hetzelfde te doen met boven en onder, maar dat werkt toch minder goed… meestal gaan de grassprietjes dan kapot en moet ik weer een nieuwe pakken; kijk zo.”
De wachter probeerde te slikken met een droge keel.
“Ja, drinken en sabbelen op sappig gras. Dat is eigenlijk alles wat ik doe. Vooral op warme dagen, zoals nu. Ik ben blij dat ik geen helm met rare teksten erop hoef te dragen, zeg. Ik zou stikken van de dorst.”
De wachter liet zijn zwaard vallen. Roja keek hoopvol op en van achter de bosjes schoot het hoofd van Lothar tevoorschijn. De arm van de wachter viel langzaam naar beneden, reikte naar zijn riem en daar pakte hij een fles. Hij nam er een flinke slok van, smakte luidruchtig en rechte zijn rug weer.
“Sorry, wat zei?”, en er droop een glimlach van zijn gezicht.

De oude goochelaar werd weer wild door elkaar geschud. “Doe iets!”, brulde Lothar in zijn oor. Roja en Lothar hadden het niet meer dan logisch gevonden dat ook hij zou proberen om hen drie binnen de poorten van Luskan te krijgen. De oude man krabbelde gehaast overeind, struikelde over zijn mantel, raapte zijn hoed weer op en keek wild om zich heen. “LIGHTENING BOLT!”, kraste hij, zag de wachter en stevende op hem af. “LIGHTENING BOLT! LIGHTENING BOLT!”
De wachter keek links en rechts maar er kwam geen redding. Op het laatste moment sprong hij wild schreeuwend opzij. De goochelaar stormde door, kwakte tegen de deur, zakte met een plat gezicht tegen de grond, leek zich daar te herinneren wat hij deed, brabbelde “lightening bolt”, en wapperde wat met zijn vinger. Met een luid gekraak en een enorm gedonder knalde de deuren van de poort open. Roja en Lothar sprongen overeind en stormden enthousiast en victorieus door de poort.

Opnieuw stonden ze in een wijd grasland. Ze keken verdwaasd om zich heen, totdat Lothar sprak. “Hey”, was alles dat hij uit kon brengen.
Ze draaiden zich om en zagen dezelfde poort van Luskan, nu vanaf de andere kant. Hij was opnieuw gesloten en de wachter stond grinnikend voor de zware, houten deuren. Aan weerszijden was tien meter stenen muur en daarna niets meer. Lothar draaide zich om, rende weer naar de poorten begon er met zijn vuisten op te bonzen. “Laat me eruit! Laat me eruit!”, schreeuwde hij, maar de wachter mompelde slechts “vor dem Gesetz steht ein Türhüter”.

- - -

LUH-3417
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 29-06-2005, 13:48
Vogelvrij
Avatar van Vogelvrij
Vogelvrij is offline
Kafka

Ja, het is wederom weer een goed verhaal.. Ik vind het jammer dat je (en wel meer hier op het forum) zoveel in één keer post. Ik heb liever dat je het in twee keer of zo post, nu moet je zoveel in één keer lezen en daar heb ik dan vaak niet zo'n zin in

Citaat:
geprobeerde
Een e teveel

Citaat:
“En?”, vroeg Roja die keek naar een bebloede vinger die hij uit zijn neus haalde. Roja was gewend aan weinig doen en had een laag eelt aan de binnenkant van zijn neusgaten ontwikkeld, maar Lothers ‘dat heb ik zo gepiept’ duurde zèlfs voor zijn geoefende nasale holtes te lang om de naarstige aanvallen van zijn stompe vinger af te kunnen blijven slaan.
Ik weet niet, dit stukje vind ik een beetje vaag, ik zou of de zinnen wat verduidelijken, of het gewoon weglaten
__________________
Het werkelijke leven is een veel oppervlakkiger gedoe dan men zichzelf bekennen wil. (T. Thijssen)
Met citaat reageren
Oud 29-06-2005, 23:09
Verwijderd
Misschien wel een idee, maar ik ben zelf niet zo'n voorstander van vervolgverhalen (dat Baal Hüte-gebeuren doet me gewoon pijn). Ik had in dit geval gewoon niet door hoe lang hij geworden was.

Die neuspeuterscène moet ik misschien herschrijven (teveel laatste moment-gesleutel), maar hij moet er zeker in blijven. Ik ben veel te blij met het idee van eelt in de neusholten en het woord 'nasale'.

Bedankt voor het lezen.

LUH-3417
Met citaat reageren
Oud 01-07-2005, 21:27
Aurora
Avatar van Aurora
Aurora is offline
Oooh hij is echt weer briljant

Sorry voor de on-nuttige reply maar ik heb er verder niet echt veel over te zeggen. Heh.
__________________
what a lovely day to shape your dreams
Met citaat reageren
Oud 01-07-2005, 23:02
Roosje
Avatar van Roosje
Roosje is offline
Geweldig! Er zaten nog wel wat kleine foutjes in die ik zag tijdens het lezen, weet niet of ik ze nu nog kan vinden maar ik doe mijn best.

Citaat:
Het leek alsof de bewoners van Luskan hadden geprobeerde de arme man, levend of dood, door het sleutelgat van de poort te prakken, om hem op zo’n manier naar buiten te krijgen zonder de stad te openen.


Citaat:
ontstemt
ontstemd

Citaat:
al meer dan zeventien keer
Grappig, maar ook onlogisch... want hij heeft er dus meer dan zeventien geteld. Is dat omdat hij daarna stopte met tellen of omdat zeventien een "duivels" getal is?

Citaat:
buiten te sluipen


Citaat:
Doe ons eens in de stad laten zijn?
Nu ik 'm nog een keer lees snap ik hem.

Citaat:
het wit van in ogen
het wit van zijn ogen?

Citaat:
“Ok”, zei Lothar,
Oke leest fijner. Maar dan wel met streepje.

Citaat:
“Nope, sorry.”
Nope.

Citaat:
“Sorry, wat zei?”,
Wat zei je, of was dat expres?

Dat was het, geloof ik.
__________________
Veel lopen, langzaam water drinken.
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren

Topictools Zoek in deze topic
Zoek in deze topic:

Geavanceerd zoeken

Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 11:54.