Advertentie | |
|
21-01-2003, 19:12 | |
Vraag 1: Ga uit van de reacties Br2(aq) + 2I-(aq) -> I2(aq) + 2Br-(aq) en I2(aq) + 2S2O32-(aq) -> 2I-(aq) + S4O62-(aq). Er is gegeven dat er 20,5 ml 0,100 M natriumthiosulfaat is gebruikt, wat neerkomt op 0,0205*100 mmol=2,05 mmol natriumthiosulfaat. Omdat 1 mol natriumthiosulfaat reageert met 0,5 mol I2 was er dus 0,5*2,05 mmol I2=1,025 mmol I2. Uit de eerste reactie volgt dat de molverhouding Br2:I2 1:1 is, dus hebben we 1,025 mmol Br2 in 1 liter, wat dus neerkomt op een molariteit van 1,025 mM.
Vraag 2a: Ga uit van de halfreacties 2Cu2+(aq) + 2I-(aq) + 2e- -> 2CuI(aq) 2I-(aq) -> I2(aq) + 2e-. Optellen geeft de nettoreactie 2Cu2+(aq) + 4I-(aq) -> 2CuI(aq) + I2(aq). Ga verder uit van de reactie I2(aq) + 2S2O32-(aq) -> 2I-(aq) + S4O62-(aq). Vraag 2b: Er is gegeven dat er 16,3 ml 0,165 M thiosulfaat is gebruikt, wat neerkomt op 0,0163*165 mmol=2,69 mmol thiosulfaat. Omdat 1 mol thiosulfaat reageert met 0,5 mol I2 was er dus 0,5*2,69 mmol=1,345 mmol I2. Er was dus ook 2,69 mmol kopersulfaat. Stel dat kopersulfaat de formule CuSO4.xH2O heeft. Er geldt: 1 mmol CuSO4=159,6 mg en 1 mmol H2O=18,02 mg, dus met behulp hiervan is x te berekenen, wat als het goed is de waarde x=5 oplevert. vraag 3: Maak gebruik van het feit dat oxaalzuur een zwak zuur is met het oxalaation als geconjugeerde base en stel de molariteit van het zuur x en van het oxalaation y. Mogelijk moet je er zo wel uit kunnen komen.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
09-04-2014, 17:37 | ||
Citaat:
|
09-04-2014, 19:29 | ||
Citaat:
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
|
10-04-2014, 06:01 | ||
Citaat:
de reactie vergelijkingen zijn dan: H2C2O4 + 2OH- -> C2O4 + 2H2O en HC2O4 + OH- -> C2O4 + H2O stel H2C2O4 = x en HC2O4 = y de redox reactie is: 5H2C2O4 + 2MnO4 + 6H+ -> 2Mn + 8 H2O + 10 CO2 (deze heeft 10e-) en 5HC2O4 + MnO + 3H+ -> Mn + 10CO2 + 8H2O (deze heeft 5e-) stel H2C2O4 = x en HC2O4 = y zonder dat je nu elke waarde weet moet je een voorbeeld berekening geven om het gehalte oxaalzuur n de oplossing te berekenen. wat je precies bedoelt met werken met de zuur en de base snap ik niet helemaal, want je hebt de zuur-base reactie al. |
Advertentie |
|
|
|
Soortgelijke topics | ||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Studeren |
Vervolgstudie Ndijkie | 16 | 21-05-2011 23:33 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
Scheikunde reactievergelijkingen oxidaties PeterSJ | 9 | 22-06-2007 09:34 | |
Huiswerkvragen: Cultuur, Maatschappij & Economie |
vragen lijst ckv naam ingebruik | 12 | 08-06-2006 17:09 | |
Algemene schoolzaken |
vragen lijst voor ckv naam ingebruik | 34 | 24-05-2006 15:12 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
natuur-scheikunde estther | 2 | 20-05-2005 11:28 | |
VWO |
Hoe ver zijn jullie met de examenstof? Nomen Est Omen | 42 | 07-05-2005 17:33 |