Registreer FAQ Ledenlijst Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / School & Studie / Huiswerkvragen: Exacte vakken
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 19-01-2003, 20:28
alwaysgood
alwaysgood is offline
hoihoi,
ik open nog een topic, nu zijn het een paar algemene vragen, sorry als ik dit beter niet had kunnen doen maar goed.
Ik was bezig met oefenopgaven voor het schoolonderzoek en toen liep ik bij 3 vragen vast. Bij de 3e vraag was ik nog een stuk gekomen maar de 1e en de 2e liepen helemaal niet.
Het zou heel mooi zijn als jullie mij zouden kunnen helpen

Vraag 1;
Aan 1 liter Broomoplossing wordt een overmaat KI toegevoegd, waardoor zich een hoeveelheid jood afscheidt, die door 20,5 ml 0,100 M natriumthiosulfaat juist kan worden weggenomen. Wat was de molariteit van de broomoplossing?

Vraag 2:
Men lost 0,670 gram gekristalliseerd koper(ll)sulfaat op en voegt overmaat KI toe, waardoor er koper(l)jodide en jood ontstaat. Dit jood wordt getitreerd met 16,3 ml 0,165 M thio.
a) geef de reactievergelijkingen
b) hoeveel moleculen kristalwater bevat het kopersulfaat

vraag 3;
Van een oplossing van oxaalzuur en kaliumwaterstofoxalaat wordt 21,0 ml getitreerd met 30,0 ml 0,250 M loog. Een tweede hoeveelheid van 25,0 ml wordt, na toevoeging van verdund zwavelzuur, getitreerd met 40,0 ml 0,041 M permanganaat. Hoeveel gram oxaalzuur en kaliumwaterstofoxalaat zit er per liter in de oorspronkelijke oplossing?

Bij deze vraag liep ik vast op het einde; mijn berekening;
Je krijgt de volgende reacties met loog:
H2C2O4 + 2 OH- ¡æ C2O42- + 2H2O (waarin H2C2O4 = 2x)
HC2O4- + 2 OH- ¡æ C2O42- + H2O (waarin HC2O4- = y
2x + y leveren alle H+ en is dus gelijk aan de hoeveelheid OH-
2x + y= 30 . 0,250= 7,5 mmol OH-
Y=-2x + 7,5

Beide reageren ook met permanganaat
Dit is een redoxreactie voor het gemak schrijf ik alleen de totaal reactie op:
2MnO4- + 6 H+ + 5 H2C2O4 ¡ê 2 Mn2+ + 8 H2O + 10 CO2
Hierin is H2C2O4 = x

2MnO4- + 11 H+ + 5 HC2O4- ¡ê 2 Mn2+ + 8 H2O + 10 CO2
Hierin is HC2O4- = y

X en Y leveren allebei 2 mol e-
Dus x + y= 5/2 (molverhouding). totale hoeveelheid permanganaat
x + y = 40 . 0,041= 1,64 . 5/2
x + y = 4,1
y= -x + 4,1

Hier was ik vastgelopen. Moet je nu beide y formules aan elkaar gelijk stellen? En je zit ook nog met de twee verschillende hoeveelheiden. Bij de titratie met loog heb je 21,0 ml oplossing en bij de titratie met permanganaat heb je 25,0 ml.
__________________
Do or do not. There's no try
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 20-01-2003, 14:35
alwaysgood
alwaysgood is offline
wil iemand mij helpen, heb morgen schoolexamen scheikunde
__________________
Do or do not. There's no try
Met citaat reageren
Oud 20-01-2003, 14:57
EvilSmiley
EvilSmiley is offline
Citaat:
alwaysgood schreef:

Vraag 2:
Men lost 0,670 gram gekristalliseerd koper(ll)sulfaat op en voegt overmaat KI toe, waardoor er koper(l)jodide en jood ontstaat. Dit jood wordt getitreerd met 16,3 ml 0,165 M thio.
a) geef de reactievergelijkingen
b) hoeveel moleculen kristalwater bevat het kopersulfaat
2a:
CuSO4 --> Cu 2+ (aq) + SO4 2- (aq)
KI --> K+ + I-
Cu 2+ + SO4 2- + K+ + I- --> CuI + I2 blabla
oh dit is al weer fout.. ik weet hier niet zo veel van af..
sorry, ik kan je niet helpen.

heb je geen antwoorden boekje . . .
Met citaat reageren
Oud 20-01-2003, 16:06
alwaysgood
alwaysgood is offline
nope we hebben hier geen antowoordboekje van, het was een los vel met opgaven
__________________
Do or do not. There's no try
Met citaat reageren
Oud 21-01-2003, 19:12
mathfreak
Avatar van mathfreak
mathfreak is offline
Vraag 1: Ga uit van de reacties Br2(aq) + 2I-(aq) -> I2(aq) + 2Br-(aq) en I2(aq) + 2S2O32-(aq) -> 2I-(aq) + S4O62-(aq). Er is gegeven dat er 20,5 ml 0,100 M natriumthiosulfaat is gebruikt, wat neerkomt op 0,0205*100 mmol=2,05 mmol natriumthiosulfaat. Omdat 1 mol natriumthiosulfaat reageert met 0,5 mol I2 was er dus 0,5*2,05 mmol I2=1,025 mmol I2. Uit de eerste reactie volgt dat de molverhouding Br2:I2 1:1 is, dus hebben we 1,025 mmol Br2 in 1 liter, wat dus neerkomt op een molariteit van 1,025 mM.
Vraag 2a: Ga uit van de halfreacties 2Cu2+(aq) + 2I-(aq) + 2e- -> 2CuI(aq)
2I-(aq) -> I2(aq) + 2e-.
Optellen geeft de nettoreactie 2Cu2+(aq) + 4I-(aq) -> 2CuI(aq) + I2(aq). Ga verder uit van de reactie I2(aq) + 2S2O32-(aq) -> 2I-(aq) + S4O62-(aq).
Vraag 2b: Er is gegeven dat er 16,3 ml 0,165 M thiosulfaat is gebruikt, wat neerkomt op 0,0163*165 mmol=2,69 mmol thiosulfaat. Omdat 1 mol thiosulfaat reageert met 0,5 mol I2 was er dus 0,5*2,69 mmol=1,345 mmol I2. Er was dus ook 2,69 mmol kopersulfaat. Stel dat kopersulfaat de formule CuSO4.xH2O heeft. Er geldt: 1 mmol CuSO4=159,6 mg en 1 mmol H2O=18,02 mg, dus met behulp hiervan is x te berekenen, wat als het goed is de waarde x=5 oplevert.
vraag 3: Maak gebruik van het feit dat oxaalzuur een zwak zuur is met het oxalaation als geconjugeerde base en stel de molariteit van het zuur x en van het oxalaation y. Mogelijk moet je er zo wel uit kunnen komen.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Met citaat reageren
Oud 09-04-2014, 17:37
Help!!SchPO!
Citaat:
vraag 3: Maak gebruik van het feit dat oxaalzuur een zwak zuur is met het oxalaation als geconjugeerde base en stel de molariteit van het zuur x en van het oxalaation y. Mogelijk moet je er zo wel uit kunnen komen.
ik heb hetzelfde probleem bij vraag 3. maar kun je even duidelijker uitleggen wat je hiermee bedoeld
Met citaat reageren
Oud 09-04-2014, 19:29
mathfreak
Avatar van mathfreak
mathfreak is offline
Citaat:
ik heb hetzelfde probleem bij vraag 3. maar kun je even duidelijker uitleggen wat je hiermee bedoeld
Als HZ een zuur is, dan is Z- de bijbehorende geconjugeerde base. Zoek zo nodig in je boek de begrippen geconjugeerd zuur en geconjugeerde base nog eens op. Denk daarbij aan de zuur-basedefinitie van Brønsted en Lowrey: een zuur is een stof die protonen afstaat, een base is een stof die protonen opneemt.
__________________
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Met citaat reageren
Oud 10-04-2014, 06:01
Help!!SchPO!
Citaat:
Als HZ een zuur is, dan is Z- de bijbehorende geconjugeerde base. Zoek zo nodig in je boek de begrippen geconjugeerd zuur en geconjugeerde base nog eens op. Denk daarbij aan de zuur-basedefinitie van Brønsted en Lowrey: een zuur is een stof die protonen afstaat, een base is een stof die protonen opneemt.
je weet dat H2C2O4 het zuur is en HC2O4 de base. deze kan door reageren tot C2O4
de reactie vergelijkingen zijn dan:
H2C2O4 + 2OH- -> C2O4 + 2H2O
en
HC2O4 + OH- -> C2O4 + H2O

stel H2C2O4 = x en HC2O4 = y

de redox reactie is:
5H2C2O4 + 2MnO4 + 6H+ -> 2Mn + 8 H2O + 10 CO2 (deze heeft 10e-)
en
5HC2O4 + MnO + 3H+ -> Mn + 10CO2 + 8H2O (deze heeft 5e-)



stel H2C2O4 = x en HC2O4 = y


zonder dat je nu elke waarde weet moet je een voorbeeld berekening geven om het gehalte oxaalzuur n de oplossing te berekenen.
wat je precies bedoelt met werken met de zuur en de base snap ik niet helemaal, want je hebt de zuur-base reactie al.
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Studeren Vervolgstudie
Ndijkie
16 21-05-2011 23:33
Huiswerkvragen: Exacte vakken Scheikunde reactievergelijkingen oxidaties
PeterSJ
9 22-06-2007 09:34
Huiswerkvragen: Cultuur, Maatschappij & Economie vragen lijst ckv
naam ingebruik
12 08-06-2006 17:09
Algemene schoolzaken vragen lijst voor ckv
naam ingebruik
34 24-05-2006 15:12
Huiswerkvragen: Exacte vakken natuur-scheikunde
estther
2 20-05-2005 11:28
VWO Hoe ver zijn jullie met de examenstof?
Nomen Est Omen
42 07-05-2005 17:33


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 14:48.