Er zijn grootheden en eenheden. Grootheden zijn bijvoorbeeld lengte, snelheid en massa. En eenheden zijn bijvoorbeeld meter, km/h en gram. In de natuurkunde wordt gebruik gemaakt van SI eenheden. Dat zijn de standaard eenheden die worden gebruikt over de hele wereld. De SI eenheden staan ook ergens aan het begin in de binas. De SI eenheden zijn onder andere meter, kilogram en seconde.
Het is nu de bedoeling dat jij de vraagstukken omrekent naar meter per seconde, kilogram per vierkante meter en meter.
Vraag A is dus 50/3,6 = 13,9 m/s
Bij D moet je opzoeken hoeveel angstrom een meter is. Dan kun je uitrekenen hoeveel meter 24 angstrom is.
Dan krijg je waarschijnlijk een super klein getal dus het is handig om die op te schrijven met de wetenschappelijke notatie.
|