In het blauw ben je. Net als altijd. Blauw sjaaltje om. Je hebt hem vandaag van je oudste dochter gekregen. Want het is moederdag. Van de jongste heb je een soort schilderijtje gekregen. Ook blauw, natuurlijk.
Je kijkt een beetje peinzend voor je uit. Je vraagt je af waarom je jongste dochter huilt, hè. Ik weet het wel. Ik ben degene die huilt. Heel hard, maar jij hoeft niet te weten waarom. Hoe kan ik het aan jou vertellen, als jij niet eens weet wie ik ben.
Ik weet dat je probeert me te helpen, maar dat kun je niet. Ik houd wel van je, maar soms haat ik je ook. Kan dat? Iemand haten, en er van houden, tegelijk? Ik denk het wel, want anders ben ik wel heel erg raar.
Je moet je niet zo met me bemoeien. Loop niet zo achter me aan, alsof ik nog een kleuter ben. Je hebt van die regels die ze al in jouw grootmoeders tijd hebben afgeschaft. Maar jij zorgt dat ze verder leven. Oh, oh, wat ben ik daar blij om. Niet dus.
Op van die momenten dat ik je niet uit kan staan, dan kijk je altijd zo, zo sip. Ik weet niet goed hoe ik het moet uitleggen. Gekwetst, geraakt. Dat is het.
Dan voel ik medelijden voor je. Dan vind ik mezelf stom, omdat ik zo tegen je schreeuw en je als mijn slaaf behandel. Ik ben ook een trut. Maar doe dan ook niet zo ouderwets!
Een paar maanden geleden, dat was het toppunt. Toen vroeg ik of mijn toenmalige beste vriendin mocht blijven logeren. “Nee.”, zei je. “Behalve als je zegt waarom ze zo depressief is.” Dat is toch te kinderachtig voor worden?! Hallo! Dat gaat jou niks aan.
Nu ben ik die vriendin kwijt. Niet dat ik het erg vind, maar daar gaat dit verhaaltje niet over. Jou raak ik nooit kwijt. Ik moet met je leven, leren leven. Ik moet je opvoeden. Want jij voedt mij niet op zoals ik het wil. Egoïstisch, niet? Jawel. Maar dat moet ook, vind ik. Anders was ik al lang platgewalst door jou en je man.
Je wilt dat ik met je ga wandelen of fietsen. Omdat jij dat zo graag doet. En laatst kwam je er achter dat ik dat ook heel fijn vind. Maar ik wil niet samen met jou. Ik wil alleen zijn. Dat kan niet met jouw adem in mijn nek. Jouw ogen in mijn rug. Zoals ik altijd al leef.
Laten we een afspraak maken. Als jij mij wat vrijer laat, dan zal ik een keertje met je gaan fietsen. Maar dan zet ik wel mijn walkman op.
Fijne moederdag, nog.
__________________
...amen...
|